Inhoud
A Een beeldstijl selecteren ...................................................... 125
A Een beeldstijl aanpassen ..................................................... 127
A Een beeldstijl vastleggen...................................................... 130
B: Aanpassen aan de lichtbron (Witbalans) ............................. 132
u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen.............................. 134
Helderheid en contrast automatisch corrigeren............................ 136
Ruisreductie instellen ................................................................... 137
Correctie van helderheid randen en chromatische aberratie ....... 140
Flikkeren verminderen.................................................................. 144
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen (Kleurruimte) ..... 146
Geavanceerde functies
5
d: AE-programma ....................................................................... 148
s: De beweging van het onderwerp vastleggen (AE met sluitervoork.) .... 150
f: De scherptediepte wijzigen (AE met diafragmavoork.) ........ 152
Scherptedieptecontrole.............................................................. 154
a: Handmatige belichting ........................................................... 155
q De meetmethode wijzigen (Meetmethode)............................. 157
Belichtingscompensatie instellen (Belichtingscompensatie) ........ 159
Bracketing met automatische belichting (AEB) ............................ 160
A De belichting vergrendelen (AE-vergrendeling) ...................... 162
Spiegel opklappen om bewegingsonscherpte te verminderen ..... 163
Opnamen maken met de flitser
6
D De interne flitser gebruiken....................................................... 166
D Een externe Speedlite gebruiken.............................................. 171
De flitser instellen ......................................................................... 173
Wireless flitser gebruiken ............................................................. 179
Automatische wireless flitsopnamen ............................................ 182
Aangepaste wireless flitsopnamen ............................................... 185
Opnamen maken met het LCD-scherm (Live View-opnamen) 191
7
A Opnamen maken met het LCD-scherm ................................. 192
Instellingen voor de opnamefunctie.............................................. 198
16
147
165