De aspect ratio van de opname wijzigenK
3
U kunt de aspect ratio van de opname wijzigen. [3:2] is standaard
ingesteld. Wanneer [4:3], [16:9] of [1:1] is ingesteld, worden er lijnen
weergegeven om het opnamebereik aan te duiden. Tijdens het maken
van Live View-opnamen wordt het beeld omgeven door een zwart
masker.
JPEG-opnamen
De opnamen worden samen met de ingestelde aspect ratio
opgeslagen.
RAW-opnamen
De opnamen worden altijd met de aspect ratio [3:2] opgeslagen.
De geselecteerde aspect ratio wordt als informatie aan het RAW-
bestand toegevoegd. Wanneer u het RAW-bestand met de EOS-
software verwerkt, kunt u hierdoor een beeld genereren met de
aspect ratio die tijdens de opname was ingesteld. Bij aspect ratio
[4:3], [16:9] en [1:1] worden de lijnen die de aspect ratio aanduiden
tijdens de opnameweergave weergegeven, maar deze worden niet
daadwerkelijk op de opname getekend.
120
Selecteer de aspect ratio.
1
Selecteer op het tabblad [z3] de
optie [Aspect ratio] en druk
vervolgens op <0>.
[Aspect ratio] wordt weergegeven.
Stel de aspect ratio in.
2
Selecteer een aspect ratio en druk op
<0>.