A Een beeldstijl selecterenK
Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen
die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen.
In de basismodi wordt [D] (Auto) automatisch ingesteld.
U kunt de beeldstijl ook instellen met [
Kenmerken van beeldstijlen
D Automatisch
De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan de
omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen en opnamen van
zonsondergangen zien de kleuren er levendig uit, met name voor
blauwe luchten, bomen en struiken, en zonsondergangen.
Gebruik een andere beeldstijl als de gewenste kleurtoon niet wordt verkregen
met [Automatisch].
P Standaard
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder uit. Dit is een
algemene beeldstijl die in de meeste omstandigheden geschikt is.
Druk op de knop <XA>.
1
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
Selecteer een beeldstijl.
2
Selecteer een beeldstijl en druk
vervolgens op <0>.
De beeldstijl wordt ingesteld.
2: Beeldstijl].
z
125