De flitser instellenK
3
Bij gebruik van de interne flitser of een externe Speedlite uit de EX-serie die
compatibel is met de flitsfunctie-instellingen, kunt u het menu van de camera
gebruiken om de functies en persoonlijke voorkeuzen van de Speedlite in te stellen.
Als u een externe Speedlite gebruikt, bevestigt u deze op de
camera en schakelt u de Speedlite in voordat u begint met deze
instellingen. Zie de instructiehandleiding van de externe Speedlite
voor meer informatie over flitsfuncties van de Speedlite.
[Flitsen]
[E-TTL II meting]
Als het moeilijk is om scherp te stellen bij weinig licht, is het mogelijk dat de flitser meerdere
keren flitst (AF-hulplicht, pag. 103), zelfs wanneer [Flitsen] is ingesteld op [Uitschakelen].
Selecteer [Flitsbesturing].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Flitsbesturing] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor flitsbesturing wordt
weergegeven.
Stel deze optie normaliter in op
[Inschakelen].
Als [Uitschakelen] is ingesteld,
flitst zowel de interne flitser als de
externe Speedlite niet. Dit is nuttig
wanneer u alleen het AF-hulplicht van
de flitser wilt gebruiken.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u
deze optie in op [Evaluatief].
De instelling [Gemiddeld] is voor
gevorderde gebruikers. Net als bij een
externe Speedlite wordt het gemiddelde van
het meetgebied genomen. Het kan nodig zijn
om flitsbelichtingscompensatie te gebruiken.
173