M540 in standalone / draadloze modus
Een M540-monitor in standalone modus
communiceert met het Infinity-netwerk via de
M500. Voor informatie over het configureren van de
bedrade optie (bijvoorbeeld het instellen van IP-
adressen en dergelijke, zie pagina 252).
Als de draadloze optie is geactiveerd en
geconfigureerd, communiceert een standalone
M540 draadloos met het Infinity-netwerk wanneer
de M540 is ontkoppeld. Geplaatst in de docking,
gaat de M540 weer terug naar een bedrade
Configuratiewijzigingen tijdens draadloos transport
Alle wijzigingen die tijdens transport in de
patiëntinstellingen van de M540 worden
aangebracht (inclusief externe wijzigingen), blijven
behouden wanneer u de M540 terugplaatst in de
M500 waaraan hij eerder was gekoppeld. Als u de
M540 aan een andere M500 koppelt, bepalen de
configuratie-instellingen van de M500 of de M540
het profiel van de M500 overneemt of dat de
transportinstellingen behouden blijven wanneer de
monitor wordt gekoppeld.
Voor gedetailleerde informatie over het
configureren van welk profiel wordt overgenomen,
zie pagina 65.
Toonvolume voor transport instellen
Wanneer een M540-monitor wordt ontkoppeld,
worden de volgende transportinstellingen
geactiveerd. Deze transportinstellingen kunnen op
het door een wachtwoord beveiligde Volume/
Tonen-tabblad worden geconfigureerd (zie
pagina 247).
– De Pulstoon bij transport-instelling bepaalt
het pulstoonvolume voor SpO
hartfrequentie tijdens transport. Tijdens een
patiënttransport kunt u het pulstoonvolume
handmatig aanpassen in het
parameterspecifieke configuratiemenu voor
SpO
of hartfrequentie.
2
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n
verbinding en wordt het symbool voor draadloos
vervangen door het netwerksymbool
Voor uitgebreide informatie over het configureren
van de draadloze optie (bijvoorbeeld het instellen
van IP-adressen of het activeren en deactiveren
van de draadloze modus), zie pagina 252.
Voor informatie over hoe de M540 zich gedraagt in
een IACS-configuratie, zie pagina 39.
– Het transportvolume bepaalt het
Deze transportinstellingen zijn onderdeel van een
profiel en wanneer de M540 aan de M500 wordt
gekoppeld, bepaalt de instelling voor
en de
profielovername wat er gebeurt met wijzigingen die
2
tijdens transport zijn doorgevoerd. Zie pagina 65
voor meer informatie.
U kunt een toonvolume niet hoger dan de
Transport-volume-instelling instellen.
luidsprekervolume van de M540 als die voor
patiënttransport wordt losgekoppeld.
Wanneer de M540 in een IACS-configuratie
wordt gebruikt, neemt de monitor alle
akoestische alarmmeldingen over zodra deze
wordt ontkoppeld. De Cockpit geeft geen
akoestische alarmen zolang de M540 op
transport is.
Tijdens het transport kunt u de Transport-
volume-instelling handmatig aanpassen door
op de Alarmen-functietoets en daarna op de
Alarm volume-toets te drukken. Als de M540
aan een M500 in een IACS-configuratie wordt
gekoppeld, wordt de luidspreker gedeactiveerd
en neemt de Cockpit de primaire
alarmaankondiging over.
Bedieningsconcept
.
37