Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
Veneuze stase
Door een constante manchetdruk te handhaven,
onderbreekt de M540 de bloedcirculatie naar het
onderste uiteinde van het ledemaat met de
manchet lang genoeg om de patiënt te cannuleren.
In deze modus sluit de manchet een ledemaat af
voor ongeveer zo lang als een niet-invasieve
bloeddrukmeting duurt (ongeveer twee minuten
voor volwassenen en ongeveer één minuut voor
neonaten).
WAARSCHUWING
Gebruik geen veneuze stase op een ledemaat
dat ongeschikt is voor niet-invasieve
bloeddrukmetingen (bijvoorbeeld een arm
met een katheter). Als de patiënt een
ongewenste reactie vertoont, drukt u
onmiddellijk op de vaste toets NIBP om de
manchet leeg te laten lopen.
Tijdens de veneuze stase bepaalt de monitor de
initiële en maximale manchetinflatiedruk en de
inflatietijd op basis van de patiëntcategorie.
Inflatie
Volwas. Pedia-
80 ±5
Initiële en maxi-
male inflatiedruk
(mmHg)
120 ±5
Inflatietijd (s)
Toegang krijgen tot het dialoogvenster voor niet-invasieve bloeddruk
1 Tip het parametervak voor niet-invasieve
bloeddruk aan.
2 Druk op het Instellingen-tabblad,
of, als de parameter niet wordt weergegeven
Druk op een willekeurig parametervak > tab
Instellingen > Parameter wijzigen.
208
Neona-
trisch
taal
60 ±4
40 ±3
120 ±5
60 ±2,5
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n
Veneuze stase activeren of deactiveren
OPMERKING
Zorg ervoor dat de continue modus is
uitgeschakeld (zie pagina 207) omdat u anders
de modus Veneuze stase niet kunt gebruiken.
Activeren of deactiveren van de veneuze
stuwing
1 Tip het parametervak voor niet-invasieve
bloeddruk aan.
2 Druk op de tab Instellingen.
3 Zorg ervoor dat de continue modus niet is
geactiveerd (zie pagina 207).
4 Druk op de Veneuze stase-toets tot Aan of Uit
verschijnt.
5 Druk op X om het dialoogvenster te sluiten.
OPMERKING
Wanneer de modus Veneuze stase wordt gestart,
hoort u een waarschuwingstoon.
Intervalmetingen worden tijdens de veneuze stase
opgeschort, en voorgezet onmiddellijk nadat de
manchet is leeggelopen.
3 Druk op het gewenste parameterlabel om dit
weer te geven op het hoofdscherm.
4 Druk op het parametervak > tab Instellingen.