Alarmen
Parameter
Bereik alarmgrenzen
CPP
Bovengrens:
Stap: 1 mmHg of
0,1 kPa
Ondergrens:
RRc
Bovengrens: 6 tot 150 spm
Stap van 1 bpm
Ondergrens: 5 tot 149 spm
inCO2
Bovengrens: 2 tot 10 mmHg
Stap van 1 mmHg,
0,1 kPa of 0,1 %
Ondergrens: kan niet door
etCO
Bovengrens:
2
Stap van 1 mmHg,
0,1 kPa of 0,1 %
Ondergrens:
PVC/min
Bovengrens: 1 tot 50
Stap van 1
OPMERKING
1)
Als de alarmondergrens op ≤ de standaardfabriekswaarde van 85 is ingesteld, worden de SpO
bovengrenzen en de ondergrenzen van het alarm in het SpO
116
Standaardwaar-
den voor boven-
grens
100 mmHg
–24 tot +300 mmHg
(13,3 kPa)
–3,2 tot +40,0 kPa
–25 tot +299 mmHg
–3,3 tot +39,9 kPa
– 30 spm (vol-
– 60 spm (pedi-
4 mmHg
(0,5 kPa, 0,5 %)
0,3 tot 1,3 kPa
0,3 tot 1,3 %
de gebruiker worden
geselecteerd
50 mmHg
6 tot 100 mmHg
(6,7 kPa, 6,6 %)
0,8 tot 13,3 kPa
0,8 tot 13,2 %
5 tot 99 mmHg
0,7 tot 13,2 kPa
0,7 tot 13,0 %
10
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n
Standaardwaar-
den voor onder-
grens
70 mmHg
(9,3 kPa)
– 5 spm (vol-
wassene)
wassene)
– 20 spm (pedi-
atrie, neona-
atrie, neona-
ten)
ten)
Niet van toepas-
sing
30 mmHg
(4,0 kPa, 3,9 %)
Niet van toepas-
sing
-parametervak weergegeven.
2
Archief stan-
daard
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
2