Instelfuncties voor respiratieparameters
Alle instelfuncties voor respiratieparameters zijn te
vinden in het dialoogvenster Respiratie (zie
'Toegang verkrijgen tot het dialoogvenster
Respiratie' op pagina 128).
Selectie
1)
Resp. afleiding
Herleren
1)
Modus
1)
Marker
1)
Bewaking
1)
Apnoe-tijd
1)
Apnoearchief
1)
Deze instelling is standaard en kan uniek zijn voor elke patiëntcategorie; het is onderdeel van het
profiel.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n
Beschikbare instellingen
I, II (standaard)
Geen
Auto (standaard), Handmatig
Aan, Uit (standaard)
– Aan (standaard in neonatale modus)
– Uit (standaard in volwassen/pediatrische
modus)
Uit, 10, 15 (standaard), 20, 25, 30 s
– Uit
– Opsl/Reg – in reactie op een apnoe wordt
automatisch een registratie geactiveerd en
wordt het event opgeslagen.
– Opslaan (standaard) – in reactie op een
apnoe wordt een curvesegment
opgeslagen.
– Registr. – in reactie op een apnoe wordt
automatisch een registratie geactiveerd.
Het dialoogvenster Limieten bevat de knoppen
Auto inst. en Alarm voor het configureren van de
alarmfuncties. Zie 'Alarminstellingen van een
patiënt configureren' op pagina 100 voor
gedetailleerde informatie over alarmconfiguratie.
Instellingen
Impedantierespiratie (RRi)
Beschrijving
Hiermee selecteert u de
afleiding voor
respiratiebewaking.
Hiermee start u het herleren van
het ademhalingssignaal.
Hiermee wordt de
verwerkingsmodus ingesteld
voor de ademgerelateerde
impedantiewijziging.
Hiermee wordt een verticale lijn
op de ademhalingscurve
aangebracht wanneer er een
ademhaling wordt gedetecteerd
(zie pagina 127).
Schakelt de respiratiebewaking
in of uit.
Hiermee wordt bepaald hoe lang
een apnoe moet duren voordat
er een alarm wordt geactiveerd.
Hiermee wordt bepaald wat er in
reactie op een apnoe gebeurt.
129