Impedantierespiratie (RRi)
Meetmodi voor de ademhaling
De volgende modi voor ademhalingsmeting zijn
beschikbaar:
– Auto (standaard) – geschikt voor patiënten met
regelmatige ademhalingspatronen. Hiervoor
wordt de optimale waarde voor
ademhalingsdetectie gebruikt zoals berekend
aan het begin van de respiratiebewaking.
– Handmatig – geschikt voor volwassen of
pediatrische patiënten wiens
ademhalingspatronen buitenmatige variatie
vertonen, of voor neonaten met onregelmatige
ademhalingsritmes en bij wie de
ademhalingssignalen anders niet betrouwbaar
kunnen worden beoordeeld. De M540 stelt niet
zelf een drempelwaarde voor
ademhalingsdetectie aan het begin van de
respiratiebewaking in. In plaats daarvan wordt
de gevoeligheid voor ademhalingsdetectie van
de monitor aangepast door de wijzigingen die u
in de curvegrootte aanbrengt (zie pagina 48).
Toegang verkrijgen tot het dialoogvenster Respiratie
1 Tip het respiratieparametervak aan.
2 Druk op de tab Instellingen.
of, als de parameter niet wordt weergegeven
1 Druk op een willekeurig parametervak > tab
Instellingen > Parameter wijzigen.
2 Druk op het gewenste parameterlabel om dit
weer te geven op het hoofdscherm.
3 Druk op het parametervak > tab Instellingen.
128
Zie pagina 129 om de gewenste
ademhalingsmodus te selecteren.
WAARSCHUWING
Als u de grootte van de ademhalingscurve in
de modus Handmatig te laag instelt, worden
ondiepe ademhalingen mogelijk niet
meegeteld. Als u de grootte te hoog instelt,
worden cardiale artefacten mogelijk
meegeteld als ademhalingen. Gebruik daarom
altijd de ademhalingsmarkering om de
ademhalingsdetectie bij de gewenste
amplitude te verifiëren.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n