Download Print deze pagina

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Infinity
®
WAARSCHUWING
Voor het juiste gebruik van dit
medische apparaat deze
gebruiksaanwijzing lezen en strikt
opvolgen.
M300 en M300+ serie
Infinity
Software VG3.0
®
M300 en M300+ serie

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dräger Infinity M300 Series

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Infinity ® M300 en M300+ serie Infinity ® M300 en M300+ serie WAARSCHUWING Voor het juiste gebruik van dit Software VG3.0 medische apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen.
  • Pagina 3 Weergaveconventies 1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met “1”.  Afzonderlijke handelingen of verschillende keuzemogelijkheden voor handelingen worden met op- sommingstekens aangegeven. – Streepjes geven een reeks van gegevens, opties of voorwerpen in een lijst aan. (A) Letters tussen haakjes verwijzen naar elementen in de relevante afbeelding.
  • Pagina 4 Handelsmerken Handelsmerken van Dräger Handelsmerk ® (Arrhythmia Classification Expert) Infinity ® Pick and Go ® TruST ® MCable ® MonoLead ® Een lijst van alle landen waar de handelsmerken geregistreerd zijn, vindt u op de volgende webpagina: www.draeger.com/trademarks Handelsmerken van derden-fabrikanten Alle andere merken of productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars met inbegrip van, maar niet beperkt tot: Handelsmerk...
  • Pagina 5 Handelsmerk Handelsmerkeigenaar Nellcor Medtronic OxiMax acryl-des Schülke & Mayr Mikrozid Perform Open-source software Apparaten van Dräger die op software werken kunnen gebruik maken van open-source software, afhankelijk van hun configuratie. Voor open-source software kunnen uiteenlopende licentievoorwaarden gelden. Aanvullende informatie over de in dit apparaat gebruikte open-source software is beschikbaar op de volgende webpagina: www.draeger.com/opensource Definities veiligheidsinformatie...
  • Pagina 6 Verplichtingen van de gebruikersorganisatie De instelling dient toe te zien op het volgende: – Elke gebruikersgroep beschikt over de vereiste kwalificaties (bijv. op basis van speciale opleiding of speciale, door ervaring verkregen kennis). – Elke gebruikersgroep is opgeleid om de taak te kunnen uitvoeren. –...
  • Pagina 7 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Verplichte melding van ongewenste incidenten ......Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op.
  • Pagina 8 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Verplichte melding van ongewenste incidenten Ernstige ongewenste incidenten met dit product moeten aan Dräger en de verantwoordelijke autoriteiten worden gemeld. Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op WAARSCHUWING Risico van onjuiste bediening en onjuist gebruik Vóór elke behandeling en elk gebruik van het medische apparaat dient men alle hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing terdege te kennen en op te volgen.
  • Pagina 9 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Onderhoud WAARSCHUWING Risico van onjuist functioneren van het medische apparaat en lichamelijk letsel bij de patiënt Het medische apparaat moet periodiek aan inspecties en onderhoudsbeurten worden onderworpen door servicepersoneel. Reparaties en complex onderhoud van het medische apparaat moeten door deskundigen worden uitgevoerd.
  • Pagina 10 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Installatie van accessoires LET OP Risico van onjuist functioneren van het apparaat Installeer accessoires op het basisapparaat in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing van het ba- sisapparaat. Verzeker u ervan dat er een veilige verbinding bestaat met het basisapparaat. Volg de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies strikt op.
  • Pagina 11 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Aangesloten apparaten WAARSCHUWING Risico op elektrische schok en op apparaatstoringen Aangesloten apparaten of combinaties van apparaten die niet voldoen aan de vereisten zoals vermeld in deze gebruiksaanwijzing, kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van het medische apparaat en elektrische schokken veroorzaken.
  • Pagina 12 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Aansluiting op andere apparaten LET OP Combinaties van Dräger-apparaten en apparaten van derden die niet zijn goedgekeurd door Dräger, kunnen een negatieve uitwerking hebben op het functioneren van die apparaten en kunnen het risico op letsel bij de patiënt vergroten.
  • Pagina 13 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten Veiligheid van de patiënt Bij het ontwerp van het medische apparaat, de bijbehorende documentatie en de labels op het medische apparaat, is verondersteld dat het medische apparaat alleen zal worden gekocht en gebruikt door personen die bekend zijn met de belangrijkste inherente kenmerken van het medische apparaat.
  • Pagina 14 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten WAARSCHUWING Onder de volgende omstandigheden kunnen zich onnauwkeurige SpO2-metingen voordoen: – Verhoogde methemoglobineniveaus – Verhoogde totale bilirubineniveaus – Excessieve bewegingen van de patiënt – Ernstige anemie – Lage arteriële perfusie WAARSCHUWING Risico op elektrische schokken en apparaatstoring. Binnendringende vloeistof kan leiden tot het volgende: –...
  • Pagina 15 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten WAARSCHUWING Volg de plaatselijke regelgeving voor de veilige afvoer van accu's. Gooi, om brand en explosies te voorkomen, accu's nooit in vuur. WAARSCHUWING Inspecteer alle kabels vóór gebruik om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik nooit kabels die op een of andere manier barsten, slijtage of schade vertonen.
  • Pagina 16 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten WAARSCHUWING Sluit geen connectors aan met een ESD-waarschuwingssymbool en raak de pennen van dergelijke connectors niet aan zonder beschermende maatregelen te nemen tegen elektrostatische ontlading (ESD). Dergelijke voorzorgsmaatregelen houden bijvoorbeeld in dat er antistatische kleding en schoenen worden gedragen, dat er een pen voor potentiaalvereffening wordt aangeraakt vóór en tijdens aansluiting van de pennen, of dat er elektrisch isolerende en antistatische handschoenen worden gebruikt.
  • Pagina 17 Voor uw veiligheid en die van uw patiënten WAARSCHUWING Om kortsluiting en andere beschadiging van het apparaat te voorkomen, raadt Dräger aan geen vloeistof in aanraking te laten komen met de ICS-apparaten wanneer deze op een stopcontact zijn aangesloten. Als er per ongeluk een vloeistof op het apparaat wordt gemorst, stelt u het betreffende apparaat zo snel mogelijk buiten werking.
  • Pagina 18 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 19 Cyberbeveiliging Cyberbeveiliging Betekenis van de cyberbeveiligingsterminologie ... 20 Veiligheidsinformatie m.b.t. de cyberbeveiliging ....21 Informatie en aanbevelingen inzake cyberbeveiliging .
  • Pagina 20 Cyberbeveiliging Betekenis van de cyberbeveiligingsterminologie In de volgende tabel staan de cyberbeveiligingstermen die in de gebruiksaanwijzing worden gebruikt of op de M300/M300+ en/of het ICS worden weergegeven. Term Beschrijving Application Control Service. ACS is een Dräger-specifieke netwerkfuncti- onaliteit die bediening op afstand via het netwerk of een patiëntmonitor mogelijk maakt.
  • Pagina 21 Cyberbeveiliging Term Beschrijving Spoofing Een situatie waarin een andere eenheid zich identificeert als een derde partij door authenticatie-informatie te vervalsen. Sterke authenticatie ver- mindert spoofing-aanvallen. Ongeoorloofde wijziging Kwaadwillige activiteiten om gegevens te wijzigen. Door de bescherming van de integriteit kunnen ongeoorloofde wijzigingen worden beperkt. Transmission Control Protocol.
  • Pagina 22 Cyberbeveiliging WAARSCHUWING Risico van verbindingsfout door niet overeenkomende beveiligingsmodus Als de beveiligingsmodus niet overeenkomt op het ICS en de M300/M300+ kunnen de apparaten geen verbinding tot stand brengen. De M300/M300+ in beveiligde modus kan geen verbinding tot stand brengen met een ICS in legacy-modus. De M300/M300+ in legacy-modus kan geen verbinding tot stand brengen met een ICS in beveiligde modus.
  • Pagina 23 Cyberbeveiliging Informatie en aanbevelingen inzake cyberbeveiliging Dräger geeft de volgende informatie over en aanbevelingen voor netwerkbeveiliging:  Dräger adviseert altijd de best practices voor netwerkbeveiliging te volgen, zoals: – Onderhoud van software – Segmentering via firewalls – Sluiten van ongebruikte poorten –...
  • Pagina 24 Cyberbeveiliging  Het M300/M300+ apparaat bevat de volgende interfaces: Type Doel Weergave Visualiseren van diverse klinische parameters en apparaatconfiguratie- instellingen Toetsenpaneel Bieden van een bescheiden niveau van gebruikersinteractie, zoals het opstarten/uitschakelen van het apparaat, audiopauze en lokaal ontslag Draadloos netwerk Voorzien in communicatie met andere Infinity-netwerkapparaten en enkele diagnostische tools via 802.11 Seriële console...
  • Pagina 25 Cyberbeveiliging  Om de veiligheid van het netwerk en de apparatuur te verbeteren, moet de fysieke toegang op basis van de functie en classificatie van de taak tot het volgende worden beperkt: – Infinity-netwerk – Bewakingsapparatuur – Accessoires Daarnaast moet ook de fysieke toegang worden beperkt tot: –...
  • Pagina 26 Cyberbeveiliging WAARSCHUWING Risico als gevolg van verloren wachtwoorden Bij verlies of vergeten van het wachtwoord heeft de gebruiker geen toegang meer tot het servicemenu waar de beveiligingsinstellingen zich bevinden. Bij verlies of vergeten van het servicewachtwoord moeten de fabrieksinstellingen worden hersteld. Sla uw wachtwoorden op een veilige plaats op.
  • Pagina 27 Cyberbeveiliging Infinity-netwerkconfiguratie In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van de Infinity-netwerkconfiguratie. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 28 Cyberbeveiliging Beveiligingsmodi Er zijn twee beveiligingsmodi voor de M300/M300+ en het ICS. Beveiligde modus De beveiligde modus is een verbeterd Infinity-netwerkprotocol dat authenticatie, integriteit en versleute- ling omvat. Beveiligde communicatie kan worden onderschept, maar niet gelezen of gewijzigd door een niet-geautoriseerd apparaat.
  • Pagina 29 Cyberbeveiliging Probleemoplossing voor netwerkbeveiliging en fouten De volgende alarmen kunnen op de M300/M300+ en/of het ICS worden weergegeven als de beveiligde communicatie mislukt. Als het apparaat de fout blijft weergeven, moet de arts contact opnemen met de biomedische afdeling van het ziekenhuis, DrägerService of gespecialiseerd servicepersoneel of het apparaat vervangen.
  • Pagina 30 Cyberbeveiliging Omstandigheid Actie/voorwaarde die Foutmelding Pop-up opnamescherm de fout veroorzaakte ICS in beveiligde Neem een nieuwe ICS: PSK-sleutels voor be- modus en PSK patiënt op met veiliging van het Infini- Geen verlopen M300/M300+. ty-netwerk verlopen over minder dan zeven dagen. Telemetrie-appa- M300/M300+: raten zijn niet toege- niet in netwerk...
  • Pagina 31 Cyberbeveiliging Omstandigheid Actie/voorwaarde die Foutmelding Pop-up opnamescherm de fout veroorzaakte ICS in beveiligde Open Bedweergave, ICS: Geen modus en ICS Systeemconfiguratie, Fout: lezen mislukt van: %1 heeft geen PSK Trends/Gegevens of Standaardinstellingen telemetrie. %s: Afstandsbediening mislukt 1) <%s> is het IP-adres van de M300/M300+. 2) <%s>...
  • Pagina 32 Cyberbeveiliging Vervaldatum PSK-beveiligingsreferentie De PSK-beveiligingsreferentie is standaard 2,5 jaar geldig. De M300/M300+ geneert een waarschuwing voor het verlopen van de PSK-beveiligingsreferentie als zich het apparaat in de beveiligde modus bevindt en de beveiligingsreferentie bijna verloopt. Waarschuwing Alarm Actie 90-dagen Een 90-dagen waarschuwing wordt gegeven als de Neem contact op met de waarschuwing beveiligingsreferentie binnen 90 dagen verloopt.
  • Pagina 33 Cyberbeveiliging Netwerkondersteuningsmatrix De volgende matrix toont de interactie tussen apparaten van Dräger in het Infinity-netwerk in het geval van beveiligde en legacy-modus: Product Bevei- M300 (+) M300 (+) M300 (+) IACS/ Delta ligde VG3 en VG2.4 M540 VF10 en modus lager VG7.1.1 lager...
  • Pagina 34 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 35 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Handelsmerken ......Algemene veiligheidsinformatie... . 13 Handelsmerken van Dräger .
  • Pagina 36 Inhoudsopgave Overzicht van de M300/M300+ ... . 47 Communiceren met het Infinity-netwerk ..79 Infinity M300 ......47 Melding offlinetoestand .
  • Pagina 37 Inhoudsopgave Alarmverwerking......121 ECG-scherm ......144 ECG-parametervak in de viewport Algemene alarmverwerking ICS .
  • Pagina 38 Inhoudsopgave De ST-instellingenpagina openen ..172 Een externe registratie aanvragen ..198 Instelfuncties voor ST-parameters ..173 Een registratie instellen .
  • Pagina 39 Inhoudsopgave Classificatie voor het klaarmaken INHOUD GEBRUIKSAANWIJZING CONFORM IEC 60601-1:2005 en IEC 60601-1:2012 CLAU- voor hergebruik......252 SULE 14.13.
  • Pagina 40 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 41 Beoogd doel Beoogd doel Beoogd gebruik ..... . . 42 Indicaties ......42 Contra-indicaties .
  • Pagina 42 Beoogd doel Beoogd gebruik De Infinity M300/M300+ is geïndiceerd voor gebruik met het Infinity CentralStation voor het bewaken van de ECG en pulsoximetrie bij ambulante en niet-ambulante volwassen en pediatrische patiënten bij gebruik van draadloze communicatie op het Inifinity-patiëntenbewakingsnetwerk. De Infinity M300/M300+ met TruST is bedoeld voor ECG-bewaking met 12 afleidingen met een geredu- ceerd aantal elektroden.
  • Pagina 43 Beoogd doel Patiëntenpopulatie Volwassen en pediatrische ambulante en niet-ambulante patiënten die hartritmestoornissen vertonen, waaronder ASY, VF, VT, bradycardie, ventriculaire run, versneld idioventriculair ritme, SVT, ventriculair couplet, ventriculaire bigeminie, tachycardie, pauze, artefact, PVC/min en patiënten die in het ziekenhuis moeten worden opgenomen, kunnen aangewezen zijn op het gebruik van het ICS en M300/M300+ apparaten.
  • Pagina 44 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 45 Systeemoverzicht Systeemoverzicht Overzicht van het ICS ten opzichte De verwisselbare accu in de M300+ van M300/M300+ ..... . . 46 plaatsen.
  • Pagina 46 Systeemoverzicht Overzicht van het ICS ten opzichte van M300/M300+ Het ICS verkrijgt en toont informatie van bedzijdige monitoren en M300. OPMERKING Alle verwijzingen naar M300 in deze gebruiksaanwijzing hebben ook betrekking op M300+, tenzij anders vermeld. In de volgende afbeelding worden de basisonderdelen van het ICS met M300 weergegeven. A Infinity-netwerk B M300 en/of bedzijdige monitoren C ICS (schermen)
  • Pagina 47 Systeemoverzicht Overzicht van de M300/M300+ WAARSCHUWING De M300-luidspreker is uitsluitend bedoeld voor gebruik in de nabijheid van de patiënt. Deze is niet bedoeld voor de primaire alarmmelding. Het ICS is de primaire alarmeenheid voor de M300. De Infinity M300 is een draadloos, door de patiënt gedragen telemetrieapparaat met oplaadbare lithium- ion-accu dat fysiologische ECG- en SpO2-gegevens bewaakt, voorzien van een kleurendisplay en lokale alarmsignalen en een toetsenpaneel-interface.
  • Pagina 48 Systeemoverzicht Infinity M300/M300+ communicatie De Infinity M300/M300+ is verbonden met het Infinity-netwerk via draadloze 802.11 communicatie met access points (AP) in het ziekenhuis. Vanuit het AP worden de gegevens via het bedrade ethernet via het Infinity-netwerk naar het Infinity CentralStation Wide (breedbeeld) gestuurd voor real-time weergave en signalering op het centrale bewakingswerkstation.
  • Pagina 49 Systeemoverzicht Voorpaneel van de M300 Op de volgende afbeelding ziet u de elementen die zich op het voorpaneel van de M300 bevinden: A Luidspreker voor akoestische alarmsignalen B Toetsen C Accuvak D Een accusymbool geeft de resterende accucapaciteit aan E LED voor accustatus LED-indicator accustatus van de M300 Wanneer het M300-scherm is ingeschakeld, geeft het accupictogram (D) de beschikbare acculading aan.
  • Pagina 50 Systeemoverzicht Alarm bij laag accuniveau Als de resterende lading van de accu nog ongeveer 30 minuten bedraagt, wordt het bericht Batterij laag weergegeven op zowel de ICS als de M300/M300+, om aan te geven dat de accu bijna leeg is. Op de M300/M300+ wordt het bericht Batterij laag om de drie minuten (±...
  • Pagina 51 Systeemoverzicht Toetsen van de M300 Toets Functie Afhankelijk van de ingeschakelde instelling in het ICS (zie pagina 209) heeft het indrukken van deze toets de volgende uitwerking: – Er wordt een strookregistratie gemaakt en een event opgeslagen op de ICS. –...
  • Pagina 52 Systeemoverzicht Achterpaneel van de M300 Op de volgende afbeelding ziet u de elementen die zich op het achterpaneel van de M300 bevinden: A Klepje voor SpO2/Aux-poort B ECG-afleidingenconnector C Diagram voor het plaatsen van de afleidingen D Bedzijdige laadstation-interface OPMERKING De SpO2-poort wordt ook gebruikt om diagnostische functies uit te voeren.
  • Pagina 53 Systeemoverzicht Overzicht van het bedzijdig laadstation De volgende afbeelding toont een bedzijdig laadstation die wordt gebruikt om de accu van de M300 op te laden. Zie “Het bedzijdig laadstation gebruiken” op pagina 99 voor informatie over het opladen van de accu.
  • Pagina 54 Systeemoverzicht Voorbeelden van M300-schermen In-/uitschakelen Om de Infinity M300/M300+ in en uit te schakelen, drukt u tegelijkertijd op de pijl omhoog ( ) en pijl omlaag ( ) in het midden van het Infinity M300/M300+ paneel (in rood omcirkeld op de afbeelding). OPMERKING De apparaatinstellingen van de M300/M300+, inclusief klinische gegevens en huidige alarminstellingen, worden maximaal 2 minuten bewaard nadat het apparaat is uitgeschakeld.
  • Pagina 55 Systeemoverzicht Overzicht van het centraal laadstation Het centraal laadstation van de M300 is een laadstation dat wordt gebruikt voor het tijdelijk opslaan en opladen van de accu's van maximaal tien niet in gebruik zijnde M300´s. De centraal laadstation is bedoeld voor gebruik buiten de nabijheid van de patiënt.
  • Pagina 56 Systeemoverzicht Infinity M300+ De voorzijde van de M300+ De volgende afbeelding toont de voorzijde van de M300+. OPMERKING Afbeeldingen van producten en schermen in dit document kunnen, afhankelijk van hun configuratie en hun ontwerp, afwijken van de daadwerkelijke producten. Luidspreker voor akoestische alarmsignalen LED-statusindicator Symbool voor het accuniveau...
  • Pagina 57 Systeemoverzicht M300+ verwisselbare accu De nieuwe Infinity M300+ werkt met een verwisselbare, extern oplaadbare accu met de volgende specificaties:  De oplaadtijd van de accu bedraagt ongeveer 3,5 uur.  Bij het verwisselen van de accu blijven klinische gegevens en de actuele alarminstellingen voor ongeveer twee minuten behouden.
  • Pagina 58 Systeemoverzicht Veiligheidsinformatie m.b.t. de accu Neem de volgende WAARSCHUWINGEN en LET OP-opmerkingen voor de verwisselbare accu in acht. WAARSCHUWING Gevaar als de verwisselbare accu niet vakkundig wordt verwisseld. Als de verwisselbare accu niet vakkundig wordt geplaatst, onderhouden en verwisseld, kunnen kortsluitingen en hoge temperaturen leiden tot explosie of brand.
  • Pagina 59 Systeemoverzicht M300+ met verwisselbare accu Typische werkingsduur van de accu Belastingsomstandigheden 802.11 b/g/n 2,4 GH 18 uur – ECG – Continue SpO 802.11 a/n 5 GH 18 uur – Scherm uit – Audio uit Preventief onderhoud De volgende tabel toont de termijnen voor preventief onderhoud voor de verwisselbare accu van de M300+: Component Interval...
  • Pagina 60 Systeemoverzicht Activiteit Wanneer uit te voeren Vervanging van de verwisselbare accu Jaarlijks. OPMERKING De werkingsduur van de verwisselbare accu van de M300+ kan worden gereduceerd door karakte- ristieken van de draadloze omgeving zoals sig- naalkwaliteit, vermogensniveaus, energiebespa- rende modus enz. De levensduur van de accu kan ook geleidelijk aan afnemen.
  • Pagina 61 Systeemoverzicht Lampjes van de oplaadindicator Connectorcontacten 1 2 3 4 4 LED's geven aan dat de accu voor 9 TEST-toets 3 LED’s geven aan dat de accu voor 6 2 LED's geven aan dat de accu voor 3 1 LED geeft aan dat de accu voor 11-3 Opmerking: Wanneer de accu minder dan 11 % is opgeladen, gaat één LED knipperen.
  • Pagina 62 Systeemoverzicht De verwisselbare accu in de M300+ plaatsen 1 Druk op de knoppen op de verwisselbare accu. 2 Lijn de accu uit en plaats de accu. 3 Schuif de accuhouder naar beneden over de M300+ op zijn plaats boven de accu. OPMERKING Zorg ervoor dat de verwisselbare accu correct is uitgelijnd met de M300+ voordat u deze vastzet.
  • Pagina 63 Systeemoverzicht M300+ acculaadstation voor verwisselbare accu’s Met het M300+ acculaadstation voor wandmontage of gebruik op een tafelblad kunnen maximaal 10 M300+ accu's tegelijk worden opgeladen. Neem voor montage-instructies voor de wandmontage contact op met uw servicevertegenwoordiger. De geschatte oplaadtijd voor 10 accu’s bedraagt maximaal 4 uur. Het laadstation schakelt automatisch uit, om overlading te voorkomen en geeft de oplaadstatus via oplichtende LED's aan.
  • Pagina 64 Systeemoverzicht De verwisselbare accu in het laadstation plaatsen 1 Plaats de verwisselbare accu in het laadstation nadat u deze uit de M300+ heeft verwijderd. 2 Druk de accu op zijn plaats. De verwisselbare accu uit het laadstation verwijderen 1 Druk de twee vergrendelknoppen aan beide kanten van de verwisselbare accu in. 2 Trek het accu omhoog en verwijder deze.
  • Pagina 65 Systeemoverzicht Symbolen op het apparaat In de volgende tabel staan de symbolen van de hardware-apparaten die op de verschillende Dräger- hardware worden weergegeven. Symbool Beschrijving Lees de begeleidende gebruiksaanwijzing voor specifieke veiligheidsinformatie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing. Waarschuwingssymbool elektrische connectors Aan/uit Wisselstroom Defibrillatorbestendige apparatuur, type CF Niet-disposable onderdeel IPX1...
  • Pagina 66 Systeemoverzicht Symbool Beschrijving USB-connector ESD-waarschuwing Alleen Rx Let op: Volgens de federale wetgeving in de Verenigde Staten mag dit apparaat uitsluitend worden verkocht door of op voorschrift van een arts Vertegenwoordiger van de Europese Unie Onderdeelnummer en revisie van apparaat Serienummer van apparaat Fabrikant Fabricagedatum...
  • Pagina 67 Systeemoverzicht Symbool Beschrijving TÜV SÜD NRTL veiligheidscertificeringsteken Underwriters Laboratoriescertificaat (Canada en VS) BSMI-certificaat (Taiwan) Verplicht certificaat voor China ETL vermeld GOSTR-certificaat Certificaat dat het apparaat is getest en voldoet aan 802.11b/g-standaarden voor interoperabiliteit van draadloze apparaten via WIFI Alliance Markering en nummer van certificaat voor draadloze apparaten met FCC-goed- FCC ID: keuring Certificaat dat voldaan werd aan de technische specificaties van Industry Canada...
  • Pagina 68 Systeemoverzicht Symbool Beschrijving Anatel draadloos-logo Brazilië Markering INMETRO-certificaat Goedkeuring TÜV Rheinlandtests Symbool met goedkeuringsnummer Chinese Metrological Compliance Vervaldatum Aantal Chinees RoHS label Niet hergebruiken, voor éénmalig gebruik Niet hergebruiken Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 69 Systeemoverzicht Symbool Beschrijving Niet vervaardigd met latex Niet vervaardigd met latex Not made with natural rubber latex Medisch apparaat Let op: op grond van federale wetgeving mag dit apparaat uitsluitend worden ver- Voor VS: kocht door of in opdracht van een arts. Alleen Rx Houd dit apparaat buiten de ruimte van de MRI-scanner Importeur...
  • Pagina 70 Systeemoverzicht Afkortingen In de volgende lijst worden de afkortingen vermeld die in deze gebruiksaanwijzing voorkomen en die worden weergegeven op het ICS en/of de M300. Voor alle afkortingen van parameters afkomstig van externe apparaten dient u de betreffende gebruiksaanwijzing te raadplegen. Afkorting Beschrijving % Paced...
  • Pagina 71 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Laag Adviserend (alarm) Levensbedreigend (alarm) Linkerventrikeldruk Longslagaderdruk Polsslag van SpO2 PVC/min Frequentie van PVCper minuut Weerstand Rechterarm (ECG) Rechterbeen (ECG) Ventriculaire run Ernstig (alarm) SpO2 Zuurstofverzadiging gemeten door pulsoximetrie ST(x) ST-afwijking afleiding (x) STd(x) ST-afwijking van afgeleide afleidingen (dV1 tot dV6) Supraventriculaire tachycardie TACH Tachycardie...
  • Pagina 72 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 73 Werkingsconcept Werkingsconcept Overzicht van M300-werkingsconcept ..74 M300....... . . 74 M300-terminologie .
  • Pagina 74 Werkingsconcept Overzicht van M300-werkingsconcept OPMERKING Het ICS is de primaire gebruikersinterface en alarmeenheid voor Infinity M300-patiëntgegevens. M300 De M300 is een door de patiënt gedragen zender/ontvanger, die wordt gebruikt voor het bewaken van volwassen en pediatrische patiënten. Het gebruikt het ICS als het primaire scherm voor patiëntbewaking en als primaire alarmbron.
  • Pagina 75 Werkingsconcept – Lokale telemetrie viewport een viewport die is toegewezen aan het Hoofdscherm, met een bedlabel-telemetrie die is geconfigureerd op hetzelfde ICS. – Externe telemetrie viewport een externe viewport staat voor een patiënt die aan een ICS-Hoofdscherm is toegewezen, maar die eigenlijk op een ander ICS is opgenomen.
  • Pagina 76 Werkingsconcept G Primaire schermen in dubbele configuratie H Muis Toetsenbord J CPU van het ICS K Draadloze access points Telemetriebewaking De Infinity M300 bewaakt ECG- en SpO -parameters voor volwassen en pediatrische patiënten. M300-patiënten vereisen doorgaans ambulante activiteiten als onderdeel van hun therapie. Om het voor mobiele patiënten wat comfortabeler te maken, wordt de M300 in een disposable draagtas (onderdeelnummer MS22905), in een herbruikbare douche-draagtas (onderdeelnummer MS32401) of in de zak van het ziekenhuishemd van de patiënt gestopt als de patiënt ambulant is.
  • Pagina 77 Werkingsconcept M300-voeding De Infinity M300 heeft een oplaadbare accu. Als het M300-scherm actief is, wordt er een accusymbool ) op weergegeven waarmee de resterende acculading wordt aangegeven. Als de M300 in de energiebesparingsstand staat, kan de LED worden gebruikt om de status van de accuna te gaan. De levensduur van de accu is ongeveer 12 maanden.
  • Pagina 78 Werkingsconcept Het ICS verzendt de patiëntgegevens ook over het Infinity-netwerk. Het ICS identificeert een M300 met het symbool , dat verschijnt in de kopbalk van de viewport naast het bedlabel. – Als de volumebediening in het configuratiemenu werd ingeschakeld, kunt u het M300-alarmvolume naar believen in de ICS Bedweergave voor de M300 en op de M300-zender aanpassen.
  • Pagina 79 Werkingsconcept Communiceren met het Infinity-netwerk Via het Infinity-netwerk kunnen gegevens worden uitgewisseld tussen Infinity bedzijdige monitoren, M300 en het ICS. Het Infinity-netwerk ondersteunt bekabelde en draadloze apparaten. WAARSCHUWING Er is communicatieverlies mogelijk tussen het ICS en een monitor. Als het ICS de communicatie met het Infinity-netwerk verliest, verzendt het ICS een akoestisch alarmsignaal en wordt een bericht weergegeven dat de bedzijdige apparaten offline zijn.
  • Pagina 80 Werkingsconcept – Alle monitoren in het Infinity-netwerk kunnen worden geconfigureerd om te worden bekeken of te worden bediend door het ICS. – De demografische gegevens van een patiënt kunnen worden geïmporteerd via het Infinity-netwerk met behulp van de functie Gegevens ophalen (zie pagina 114). Lokaal ICS Een lokaal ICS is de primaire display voor alle opgenomen M300´s.
  • Pagina 81 Werkingsconcept Communicatiebeheer In de volgende tabel worden enkele speciale omstandigheden samengevat die invloed hebben op communicatie tussen het ICS, de M300 en bedzijdige monitoren. Wat gebeurt er wanneer... Gedrag het ICS offline gaat (bijvoorbeeld door een – Op het ICS worden geen patiëntgegevens meer losgeraakte netwerkkabel)? weergegeven en er klinkt een eenmalig alarm.
  • Pagina 82 Werkingsconcept Een M300-patiënt van een kamer (viewport) naar een andere kamer verplaatsen (viewport) De volgende instructies beschrijven hoe u een patiënt van de actuele viewport (A in de hier onder getoonde illustratie) naar een 'Ontslagen' viewport (B) verplaatst. T123_01 T123_08 1 Selecteer de Bedweergave van de nieuwe viewport (B) (de viewport waarnaar u de patiënt wilt verplaatsen).
  • Pagina 83 Werkingsconcept Er verschijnt een nieuw Vraag-dialoogvenster als een M300-patiënt naar een nieuwe kamer (viewport) wordt verplaatst. Voor viewports op hetzelfde ICS bevat het dialoogvenster de volgende toetsen: – Annuleren – Verplaatsen – verplaatst de M300-patiënt naar de nieuwe viewport en ontslaat daarna de patiënt uit de oorspronkelijke viewport.
  • Pagina 84 Werkingsconcept Symbool Mogelijke locaties Beschrijving Op de kopbalk van de viewport, boven het Dit symbool wordt weergegeven als het parametervak alarmvolume van een bedzijdige monitor/ M300 is ingesteld op nul. – Op de kopbalk van de viewport, links Dit symbool wordt weergegeven als een van het bedlabel monitor zich in de draadloze modus be- vindt.
  • Pagina 85 Werkingsconcept Elektronische overdracht van patiëntgegevens Via een elektronische overdracht van patiëntgegevens kunt u de patiëntgegevens via het Infinity-netwerk naar een ander apparaat verplaatsen met het ICS. Een patiëntgegevensoverdracht werkt hetzelfde op bekabelde en draadloze monitoren. U kunt bijvoorbeeld de gegevens van een M300 op het ICS overdragen naar de meeste bedzijdige monitoren op het Infinity-netwerk.
  • Pagina 86 Werkingsconcept Patiëntgegevens verplaatsen In de volgende afbeelding ziet u de pagina Gegevens overdragen, waar u een gegevensoverdracht kunt starten. A Tabblad Gegevens overdragen B Pijltoets voor het selecteren van een andere zorgeenheid C Label van geselecteerde zorgeenheid D Lijst met bedden in geselecteerd zorggebied (moet voor verplaatsing in Standby staan) E Toets Overdracht starten Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 87 Werkingsconcept Gegevens overdragen vanaf een bedzijdige monitor naar een M300 In de volgende procedure verwijzen de letters tussen haakjes naar de letters in het diagram op de pagina Gegevens overdragen. 1 Zet de bronbedzijdige monitor in de Standby-modus. Verplaatsen is alleen mogelijk voor patiënten in de Standby-modus.
  • Pagina 88 Werkingsconcept Gegevens van een M300/M300+ naar een andere M300/M300+ overbrengen 1 Plaats de M300/M300+ (die de gegevens bevat die u wilt overbrengen) in de Standby-modus (zie "De Standby-modus inschakelen" op pagina 91). Verplaatsen is alleen mogelijk voor patiënten in de Standby-modus. 2 Ga naar het parametervak van de M300/M300+ waarnaar u de gegevens wilt overbrengen.
  • Pagina 89 Werkingsconcept Standby-modus U kunt de patiëntbewaking tijdelijk onderbreken door de monitor in Standby te zetten. Voor een M300 kan de Standby-modus alleen worden ingeschakeld vanuit het ICS. De modus Standby heeft het volgende effect: – De melding Standby wordt weergegeven in het curvegebied van het Hoofdscherm van het ICS, in de Bedweergave van de patiënt.
  • Pagina 90 Werkingsconcept De pagina Standby/Ontslag In de volgende afbeelding ziet u de pagina Standby/ Ontslaan, waarmee u een M300 in Standby kunt plaatsen. A Tabblad Standby/ Ontslaan B Toets Standby Aan C Toets Standby Uit D Selectielijst eventduur voor Standby-modus E Toets Opnemen/Standby F Toets Toepassen G Toets Ongedaan maken H Toets Patiënt Ontslaan...
  • Pagina 91 Werkingsconcept De Standby-modus inschakelen De letters tussen haakjes (hieronder) verwijzen naar de afbeelding van de pagina Standby/ Ontslaan. U kunt de Standby-modus voor een M300 alleen activeren vanaf het ICS. De Standby-modus inschakelen 1 Selecteer het parametervak van de M300-patiënt die u in de Standby-modus wilt plaatsen, of selecteer de patiëntnaam of het bedlabel uit de viewport van het Hoofdscherm (als u deze methode gebruikt, slaat u de volgende stap over).
  • Pagina 92 Werkingsconcept De Standby-modus annuleren op het ICS De letters tussen haakjes verwijzen naar de afbeelding op pagina 90. Optie 1: 1 Selecteer het parametervak van de M300-patiënt die u uit Standby wilt halen. Als u in de Bedweergave bent, wordt de melding Standby weergegeven. Selecteer hier om bewaking te hervatten.
  • Pagina 93 Werkingsconcept M300-gebruikersinterface In de volgende secties wordt de gebruikersinterface van de M300 beschreven. Het scherm van de M300 is onderverdeeld in de volgende gebieden. A Pijlen op het scherm geven aan dat u door de curve kunt bladeren met de pijltoetsen op de M300 (zie "M300-toetsenpaneel"...
  • Pagina 94 Werkingsconcept M300-kopbalk De kopbalk verschijnt langs de bovenrand van de M300. De kopbalk is altijd blauw, behalve als er een alarmconditie is. Tijdens een alarm wordt het berichtengebied van de kopbalk (H) weergegeven in de kleur van het gekoppelde alarmniveau. Voor informatie over kleuren van alarmsignalen, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later.
  • Pagina 95 Werkingsconcept M300-toetsenpaneel In het volgende diagram ziet u het toetsenpaneel van de M300, waarmee u een groot aantal functies kunt uitvoeren. Zie "Toetsen van de M300" op pagina 51 voor een gedetailleerde beschrijving van deze toetsen. M300-curven Voor curven worden de kleuren gebruikt die zijn geselecteerd op het ICS. Voor informatie over de curvekleuren, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later.
  • Pagina 96 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 97 De accu van de M300 opladen De accu van de M300 opladen Overzicht ......98 LED voor accustatus .
  • Pagina 98 De accu van de M300 opladen Overzicht In dit hoofdstuk worden de volgende elementaire montagetaken beschreven: – "LED voor accustatus" op pagina 98 – "Het bedzijdig laadstation gebruiken" op pagina 99 – "Het centraal laadstation gebruiken" op pagina 101 LED voor accustatus De accu-LED op de M300 geeft aan hoeveel de accu geladen is.
  • Pagina 99 De accu van de M300 opladen Het bedzijdig laadstation gebruiken De volgende afbeelding toont een bedzijdig laadstation, die wordt gebruikt om een individuele M300 op te laden. Als de groene LED (A) van de bedzijdig laadstation brandt, is het bedzijdig laadstation aangesloten op de stroomvoorziening en gereed is voor het opladen van een M300.
  • Pagina 100 De accu van de M300 opladen 3 Druk de bovenzijde van de M300 in de richting van de achterkant van het bedzijdig laadstation totdat deze met een klik op zijn plaats valt. Gedrag wanneer de M300 in het bedzijdig laadstation wordt geplaatst –...
  • Pagina 101 De accu van de M300 opladen 1 Pak de M300 vast bij de bovenkant en trek deze voorzichtig weg van het bedzijdig laadstation. 2 Neem de M300 uit het bedzijdig laadstation. Als de M300 uit het bedzijdig laadstation wordt gehaald, knippert de groene LED-indicator voor de accustatus één keer per 5 seconden.
  • Pagina 102 De accu van de M300 opladen Het centraal laadstation aansluiten 1 Sluit de ene kant van het netsnoer aan op de connector van het centraal laadstation(E). 2 Sluit de andere kant van het netsnoer aan op een geschikte voedingsaansluiting. De LED (C) brandt groen wanneer het centraal laadstation is aangesloten. A M300-apparaten die in het centraal laadstation zijn geplaatst B Beschikbare laadsleuven op het centraal laadstation C Stroom-LED...
  • Pagina 103 De accu van de M300 opladen De M300 in het centraal laadstation plaatsen  Plaats de onderkant van de M300 in een van de lege sleuven (B) en duw terug totdat deze stevig op zijn plaats zit. De M300 uit het centraal laadstation verwijderen ...
  • Pagina 104 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 105 Eerste gebruik Eerste gebruik Overzicht van de bewaking van een patiënt ......106 De M300 in-/uitschakelen....106 Dialoogvenster Telemetrie/Parameters (Bedweergave in ICS).
  • Pagina 106 Eerste gebruik Overzicht van de bewaking van een patiënt In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die vereist zijn om de patiënt te bewaken met de M300. Meer specifiek worden in dit hoofdstuk de volgende procedures beschreven: – De M300 in-/uitschakelen –...
  • Pagina 107 Eerste gebruik De M300 uitschakelen 1 Houd tegelijkertijd beide pijltoetsen (A) en (B) 3 seconden ingedrukt. 2 Selecteer de pijl-omhoog om Ja te markeren. 3 Druk op de toets om het afsluiten te bevestigen. OPMERKING De apparaatinstellingen van de M300/M300+, inclusief klinische gegevens en huidige alarminstellingen, worden maximaal 2 minuten bewaard nadat het apparaat is uitgeschakeld.
  • Pagina 108 Eerste gebruik Raadpleeg de volgende pagina's, die overeenkomen met de verschillende tabbladen, voor een beschrijving van de inhoud van het tabblad: – Layout Zie "Layout/Parameters > pagina Layout" op pagina 220 – ECG Zie "Layout/Parameters > ECG-pagina" op pagina 225 –...
  • Pagina 109 Eerste gebruik M300-scherm Demografische gegevens De twee schermen met demografische gegevens van de Infinity M300 tonen demografische informatie over de patiënt. Alle demografische informatie van de patiënt is afkomstig van het ICS. Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om van scherm te wisselen. Scherm 1 Naam Bedlabel...
  • Pagina 110 Eerste gebruik Een patiënt opnemen U kunt M300-patiënten opnemen bij het ICS voor centrale bewaking. Voor M300-patiënten is het ICS echter het primaire scherm. U kunt daarom geen patiënten bewaken met een M300 zonder ze ook op te nemen bij het ICS. LET OP De vorige patiënt moet worden ontslagen voordat een nieuwe patiënt wordt opgenomen, om ervoor te zorgen dat de gegevens voor de nieuwe patiënt correct zijn.
  • Pagina 111 Eerste gebruik Een nieuwe M300-patiënt opnemen Telkens als u een M300 aanzet en de gegevens van de vorige patiënt op de M300 werden opgeslagen, verschijnt automatisch het scherm Nieuwe patiënt? Ja/Nee. Dit scherm biedt u de mogelijkheid om te beslissen of de momenteel opgeslagen patiëntgegevens worden behouden of worden verwijderd om plaats te maken voor een nieuwe patiënt.
  • Pagina 112 Eerste gebruik Opname onder speciale omstandigheden In de volgende tabel worden bepaalde omstandigheden vermeld die de opname van een patiënt kunnen beïnvloeden. Omstandigheid Effect op de opnamefuncties De M300 kan niet met het netwerk com- – Het ICS laat een alarm van gemiddelde prioriteit horen. municeren.
  • Pagina 113 Eerste gebruik 6 Voer de naam van de arts in het veld Naam van arts (C). 7 Selecteer of Volw. of Pediatr. in het veld Patiëntcategorie (D). 8 Voer de geboortedatum van de patiënt in het veld Geboortedatum (E) – Dag, Maand, Jaar. 9 Voer de opnamedatum in in de Opnamedatum-velden (F) –...
  • Pagina 114 Eerste gebruik De patiëntgegevens invullen via Gegevens ophalen In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding op de pagina Demografische gegevens. Voor informatie over de pagina Demografische gegevens, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later. 1 Selecteer een viewport die een M300-label heeft of waarvoor een bedzijdig apparaat is opgenomen.
  • Pagina 115 Eerste gebruik 4 Selecteer de toets Ontslaan om een pop-upvenster voor bevestiging in te schakelen. 5 Selecteer de toets Ontslaan in het pop-upvenster om de patiënt te ontslaan of selecteer de toets Ongedaan maken om het ontslag te annuleren. Zet de M300 terug op een laadstation nadat u de patiënt hebt ontslagen (zie "De accu van de M300 opladen"...
  • Pagina 116 Eerste gebruik Patiëntcategorieën Via de patiëntcategorie-instelling worden alarm en aritmie-instellingen, de QRS-gevoeligheid, enzovoort geregeld. Als u een nieuwe patiënt opneemt in het ICS komt de patiëntcategorie overeen met de instelling van het ICS voor de M300. Een overeenkomstig symbool (zie pagina 83) wordt weergegeven in de kopbalk van de viewport van het ICS en in de kopbalk van de Bedweergave van het ICS.
  • Pagina 117 Eerste gebruik OPMERKING Als de patiëntcategorie wordt gewijzigd van een M300, gaat de ICS-database (Full disclosure, Events en trends) zich gedragen alsof er een nieuwe patiënt is opgenomen, waarbij een gloednieuwe patiëntrecord wordt gemaakt. Hoewel de oorspronkelijke patiëntrecord (Full disclosure, Events en trends) niet wordt gewist, wordt de status wel gewijzigd in gearchiveerd.
  • Pagina 118 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 119 Alarmen Alarmen Overzicht van alarmsignalen... . . 120 Automatische instelling van alle alarmgrenzen ......136 Alarmprioriteiten.
  • Pagina 120 Alarmen Overzicht van alarmsignalen Het ICS is de primaire alarmeenheid voor de M300. Het ICS geeft optische en akoestische alarmsignalen weer op basis van informatie die wordt ontvangen van het bronapparaat. Alhoewel de gebruiker de eigenschappen van de geluidstoon niet kan wijzigen, worden er drie karakterestieke alarmpatronen (IEC snel, IEC traag en Infinity) aangeboden waaruit u het alarmpatroon kunt kiezen dat het best op uw omgeving is afgestemd.
  • Pagina 121 Alarmen Alarmprioriteiten Aan elke alarmconditie wordt één van de drie volgende prioriteiten toegekend: hoog, gemiddeld of laag. Optische en akoestische alarmsignalen geven het niveau van de alarmprioriteit aan. Zie "Alarmsignalen" op pagina 126 voor meer informatie over de manier waarop alarmprioriteiten de melding van alarmen beïnvloeden.
  • Pagina 122 Alarmen – in het ICS-Hoofdscherm worden toezichtalarmsignalen weergegeven en afgespeeld. – op het ICS klinkt altijd de toon van het actieve alarmsignaal met de hoogste prioriteit. Als een parameter een alarm voortbrengt, knippert het parametervak van de Bedweergave-pagina en knippert het hele parametergebied van de viewport van de bedzijdige monitor die het alarmsignaal voorbrengt in de kleur die overeenkomt met de prioriteit van het alarmsignaal (rood voor hoog, geel voor gemiddeld of cyaan voor laag).
  • Pagina 123 Alarmen LET OP De alarminstellingen voor de M300 worden niet bewaard als de interne accu wordt verwijderd. Knipperfrequentie van parametervak Het parametervak knippert aan een activiteitscyclus van 50 % voor alarmen met hoge en gemiddelde prioriteit: Alarm met hoge prioriteit = 1,4 tot 2,8 Hz Alarm met gemiddelde prioriteit = 0,4 tot 0,8 Hz Het parametervak voor alarmen met lage prioriteit knippert niet.
  • Pagina 124 Alarmen Vergrendelend en niet-vergrendelend alarmsignaal Wanneer een alarmconditie niet langer bestaat, gedragen de akoestische en optische alarmen zich op de volgende manier: – Voor alarmen met een hoge prioriteit Zowel de akoestische als de optische alarmsignalen houden normaal gesproken aan totdat u de alarmevent bevestigt, ook al bestaat de alarmconditie niet meer.
  • Pagina 125 Alarmen Alarmvalidatie in- of uitschakelen Wanneer alarmvalidatie is ingeschakeld (zie "Telemetrieconfiguratie > Alarmen > Instellingen apparaat- tabblad" op pagina 218), moet een alarmconditie gedurende een bepaalde periode hebben bestaan voordat er akoestische en optische alarmsignalen worden ingeschakeld. Deze functie reduceert het aantal valse alarmen.
  • Pagina 126 Alarmen Alarmsignalen Optische alarmindicatoren op de M300 Op het M300-scherm worden optische alarmsignalen weergegeven in het berichtveld en de parametervakken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de desbetreffende bedzijdige monitor voor informatie over alarmsignaalkleuren voor een monitor. A Alarmberichtveld – Alarmsignalen worden voorafgegaan door het symbool (behalve alarmsignalen die zijn gedefinieerd als valse alarmsignalen, zoals beschreven in "Alarmvalidatie in- of uitschakelen"...
  • Pagina 127 Alarmen Bereik van alarmvolume Alarm-prioriteitsniveau Minimum alarmvolume Maximum alarmvolume Hoog 39 – 55 dB 64 – 81 dB Gemiddeld 42 – 52 dB 67 – 79 dB Laag 41 – 54 dB 65 – 79 dB LET OP Door de sterkte van het geluidssignaal van het alarm lager dan de omgevingsniveaus in te stellen, is het mogelijk dat de gebruiker de alarmomstandigheden niet herkent.
  • Pagina 128 Alarmen Het alarmvolume op de M300 aanpassen U kunt het volume van de ingebouwde luidspreker van de M300 aanpassen. Voor meer informatie over het configureren van de volumeregeling van de M300 raadpleegt u pagina 209. OPMERKING Het alarmvolume van de M300 kan alleen op Uit worden ingesteld als het wordt weergegeven op het ICS. Als de communicatie tussen het netwerk en de M300 wordt onderbroken, blijft de M300 bewaken en wordt het alarmvolume automatisch ingesteld op 100 %.
  • Pagina 129 Alarmen Akoestische alarmsignalen onderdrukken voor de M300 U kunt alle actieve akoestische alarmsignalen pauzeren (onderdrukken) voor een individuele patiënt bij de bedzijdige monitor en bij het ICS met behulp van de toets Monitor audiopauze. De toets Monitor audiopauze wordt weergegeven in het parametervak van de viewport of in de menubalk van de Bedweergave-pagina.
  • Pagina 130 Alarmen Akoestische alarmsignalen onderdrukken voor de M300 vanaf een extern netwerkapparaat Als de instelling Audiopauze van externe ICS is ingeschakeld op het lokale ICS (zie pagina 219), kunt u actieve akoestische alarmsignalen onderdrukken (stom) vanaf de volgende apparaten: – Extern ICS –...
  • Pagina 131 Alarmen Alarmsignalen onderdrukken voor de M300 vanaf een extern netwerkapparaat U kunt alle alarmfuncties voor de M300 onderdrukken vanaf een andere ICS in de lokale bewakingseenheden, als de instelling Bediening van externe ICS is ingeschakeld op het lokale ICS. Let op: in alle gevallen bij de M300 wordt een wijziging van systeeminstelling of telemetrieconfiguratie vanaf de menubalkpagina's van het Hoofdscherm pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgenomen.
  • Pagina 132 Alarmen A Kolom voor Parameterlabels B Kolom Alarm (aan/uit) C Kolom Ondergrens grenzen D Kolom Actuele (huidige) parameterwaarden E Kolom Bovengrens grenzen F Kolom Archiveren G De toets Herstellen in het veld Standaard instell. grenswaarden – hiermee herstelt u de standaardinstellingen van het systeem;...
  • Pagina 133 Alarmen – Registr. – genereert een strookregistratie. – Opslaan/ Registreren – hiermee wordt een strookregistratie gemaakt en wordt de gebeurtenis opgeslagen in de verslagdatabase. 7 Herhaal de stappen 3 t/m 6 voor elke parameter die u wilt configureren. U kunt ook de toets Automatisch instellen selecteren in het veld Grenzen (J) om de alarmgrenzen van alle beschikbare parameters opnieuw in te stellen met automatisch berekende waarden.
  • Pagina 134 Alarmen Alarminstelling voor aritmieparameters In de volgende afbeelding wordt de pagina Alarmen > Aritmie weergegeven. Op deze pagina configureert u de alarminstellingen voor aritmieparameters. Deze pagina bestaat uit een tabel met instelrijen voor elke aritmieparameter. Elke instelrij bevat diverse velden om de afzonderlijke aritmie- alarminstellingen te configureren.
  • Pagina 135 Alarmen Aritmie-alarminstellingen configureren In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de pagina Alarmen > Aritmie (zie "Alarminstelling voor aritmieparameters" op pagina 134). Voor alarmbereiken en standaardwaarden voor de M300 raadpleegt u "Bereiken en standaardinstellingen van alarmsignalen M300"...
  • Pagina 136 Alarmen Automatische instelling van alle alarmgrenzen Met de functie Automatische instelling kunt u alarmgrenzen snel bijstellen op grond van de vooraf ingestelde percentages. In de volgende tabel vindt u de percentages voor de M300. Voor andere monitoren raadpleegt u de gebruiksaanwijzing voor het specifieke model. WAARSCHUWING De gebruiker moet vóór het gebruik op elke patiënt controleren of de huidige alarmgrens of het stan- daardalarmsignaal geschikt is.
  • Pagina 137 Alarmen Speciale omstandigheden voor de opslag van alarmevents Als een alarmsignaal opnieuw wordt ingeschakeld (bijvoorbeeld als een alarmconditie nog van kracht is na een alarmonderdrukking), wordt er geen nieuwe event opgeslagen. Alarmgroepen Met de alarmgroepfunctie kunt u verschillende bedzijdige monitoren configureren als leden van een groep.
  • Pagina 138 Alarmen Bereiken en standaardinstellingen van alarmsignalen M300 Bereiken en standaardinstellingen voor parameters Parameter Alarmgrensbereik Standaard- Standaard- Alarm Stan- waarden waarden standaard daard- voor boven- voor onder- waarde grens grens alarmar- chief Bovenste: 25 tot 300 bpm 120 bpm 45 bpm Opslaan/ Stap: 5 bpm (volwassen)
  • Pagina 139 Alarmen Bereiken en standaardinstellingen voor aritmie OPMERKING Items tussen haakjes zijn standaardwaarden. Parameter Standaard- Frequentie (standaard) Telling (standaard) Fabriekswaar- waarde de alarmar- alarmklasse chief AIVR Laag Volwassenen: Niet instel- Volwassenen: baar, Niet instelbaar VTach-frequentie –1 (119) Pediatrie: Niet instelbaar, Pediatrie: Niet instelbaar VTach-frequentie –1 (159) ARTF...
  • Pagina 140 Alarmen Parameter Standaard- Frequentie (standaard) Telling (standaard) Fabriekswaar- waarde de alarmar- alarmklasse chief Gemiddeld Niet instelbaar Niet instelbaar (Frequentie = VTach) 3 tot VTach-telling –1 (3 tot 9) Gemiddeld 120 tot 200 3 tot 10 (3) (150) Stappen van 10 Stappen van 1 TACH Volwassen: 100 tot 200...
  • Pagina 141 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Overzicht standaardinstellingen Overzicht van aritmie-bewaking ..156 telemetrie......142 Aritmie-verwerking M300/M300+ .
  • Pagina 142 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Overzicht standaardinstellingen telemetrie Dit hoofdstuk beschrijft hartfrequentie (HF), aritmie (ARR) en ST-bewaking voor de M300. Raadpleeg voor alle andere bedzijdige monitoren de desbetreffende gebruiksaanwijzing. De M300 berekent hartfrequentiewaarden en geeft deze weer, identificeert gepacete hartslagen, meldt aritmie-toestanden en meet ST-afwijkingen.
  • Pagina 143 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Ondersteunde parameters – ECG: HF (hartfrequentie) – Aritmie: ARR (ASY, VF, ARTF, VTach, RUN, AIVR, SVT, CPT, BGM, TACH, BRADY, PAUZE; zie pagina 161 voor een beschrijving van deze aritmie-modi) en PVC/min – ST: I, II, III, aVR, aVL, aVF, V , V+, V2, V5, STVM, STCVM, dV1, dV3, dV5, dV6 Patiëntvoorbereiding voor ECG-bewaking De volgende tips leiden tot optimale ECG-bewakingsresultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van de fabrikant van de...
  • Pagina 144 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ECG-voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING Vertrouw bij de bewaking van patiënten met een kans op epileptische aanvallen niet alleen op het ECG. Elektrische artefacten van niet-cardiale oorsprong, zoals convulsies, kunnen de detectie van bepaalde aritmieën tegengaan. ECG-scherm Op het ICS en de M300 bestaat het ECG-scherm uit: –...
  • Pagina 145 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ECG-parametervak in de Bedweergave van het ICS ECG-parametervak op de M300 A Parameterlabel B Hartbliepje dat knippert bij iedere gedetecteerde puls (als pacemakerdetectie is ingeschakeld, wordt het symbool weergegeven als C Hartfrequentiewaarde – tijdens artefact wordt de hartfrequentiewaarde vervangen door sterretjes (***) D Doorgekruist driehoeksymbool als de alarmen zijn uitgeschakeld ECG-curve in een viewport van het Hoofdscherm van het ICS Voor informatie over de ECG-curve van een viewport in het Hoofdscherm van het ICS, raadpleeg de...
  • Pagina 146 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ECG-curve op een Bedweergave-pagina van het ICS Voor informatie over de ECG-curve op de een Bedweergave-pagina van het ICS, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later. ECG-curve op de M300 A Geselecteerde curveschaal B Afleidingslabel C Pijlen op het scherm geven aan dat u door de verschillende curven kunt bladeren met de pijltoetsen op de M300 (zie pagina 95)
  • Pagina 147 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Kleuren van ECG-elektroden Elektroden zijn gelabeld en met kleuren gecodeerd conform IEC (IEC1) en AHA (IEC2). AHA/US Locatie van elektrode Geel Zwart Linkerarm Groen Rood Linkerbeen Rood Rechterarm Zwart Groen Rechterbeen (neutraal) Bruin Beweegbare borst Grijs en wit Grijs en bruin Tweede beweegbare borst...
  • Pagina 148 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Elektrodenplaatsing Standaardconfiguratie, drie elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 149 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Standaardconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 150 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Pacemakerconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 151 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Standaardconfiguratie, zes elektroden (IEC/AHA) De ECG-instellingenpagina openen De ECG-instellingenpagina voor een telemetriepatiënt kan alleen worden geopend via de Bedweergave- pagina van het ICS. 1 Open de Bedweergave-pagina door de viewport van de telemetriepatiënt te selecteren in het Hoofdscherm van het ICS.
  • Pagina 152 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Instelfuncties voor ECG-parameters Alle ECG-configuratiefuncties voor parameters vinden plaats in de ECG-instellingenpagina (zie pagina 151). Om de alarmfuncties te configureren, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving TruST 12-afleidin- Aan, Uit (standaard) Hiermee schakelt u TruST-be-...
  • Pagina 153 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Gepacete patiënten bewaken Wanneer pacemakerdetectie is ingeschakeld, gebruikt de M300/M300+ de volgende specificaties om een puls als een pacemakerpuls te identificeren: Amplitude: ±2 tot ±700 mV Breedte: 0,2 tot 2,0 ms , ≤100 μs Stijg-/daaltijden (min.): 0,1 d Doorschieten (min.): 0,025, ≤2 mV Laadtijdconstante: 4 tot 100 ms...
  • Pagina 154 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 – Aanwezigheid van grote pacemakerpulsen van 2,0 ms breed met een amplitude van 500 mV of meer – Asynchrone pacemakerpulsen met doorschieten – Asynchrone pacemaker met pacemakerpulsen met een grote amplitude zonder doorschieten en een lage hartfrequentie (30 bpm) –...
  • Pagina 155 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 WAARSCHUWING Houd altijd nauwlettend toezicht op pacemakerpatiënten en bewaak hun vitale functies zorgvuldig. – Beoordeel de toestand van de patiënt niet uitsluitend op basis van de hartslagwaarden die de monitor weergeeft en de hartslagalarmen die worden gegenereerd. Hartslagmeters kunnen de pacemaker-hartfrequentie blijven tellen tijdens een hartstilstand of sommige aritmieën.
  • Pagina 156 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 – Infusie- of rolbypasspompen Storing door deze apparaten kan pacemakerspikes in de curve veroorzaken, ondanks dat de ECG er normaal uitziet. Indien mogelijk dient u de pomp uit te schakelen om te bepalen of de pomp de oorzaak is van het artefact.
  • Pagina 157 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Aritmie-verwerking M300/M300+ Aritmie wordt geïdentificeerd door middel van een intern detectieproces. Dat proces verloopt als volgt: – Het filtert de artefacten in het ECG-signaal – Het detecteert het hartslagpatroon – Het classificeert het hartslagpatroon –...
  • Pagina 158 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Aritmieafleidingen selecteren Voor de juiste aritmiebewaking is het essentieel om de juiste afleidingen te selecteren. Het is ideaal om de twee beste ECG-afleidingen toe te wijzen als de aritmiebewakingsafleidingen. De volgende twee opties zijn beschikbaar: –...
  • Pagina 159 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 In de volgende tabel worden de status van de ECG-afleiding en de berichten beschreven. Status van de afleiding Bericht Eén afleiding is niet gedetecteerd, maar is niet no- <xx> Afleiding los-bericht wordt weergegeven op dig om de hartfrequentie of aritmie te verwerken.
  • Pagina 160 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 In de volgende tabel vindt u de functionaliteit van de ECG-afleidingen voor een ECG-kabelset met 3, 5 of 6 afleidingen. ECG-kabel Losgeraakte elektro- Geselecteer- Neutrale Geldige afleidingen beschik- de(s) elektrode baar voor ECG-verwerking verwerkende afleiding Geen (RA, LA, en LL zijn geldig)
  • Pagina 161 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Aanbevolen oplossingen voor "Afleiding los"-meldingen  Controleer en vervang de elektroden regelmatig volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de elektrode.  Controleer de ECG-draadverbindingen van de M300/M300+ naar de elektroden van de patiënt. ...
  • Pagina 162 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 TACH Tachycardie N of meer opeenvolgende normale hartslagen met een onderlinge hartfrequentie ≥ de TACH-frequentie. 2)3) BRADY Bradycardie Acht of meer opeenvolgende normale hartslagen met een gemiddel- de frequentie van ≤ voor de bradycardiefrequentie. PAUZE Pauze Er treedt een reeks van twee normale hartslagen op met een Nor-...
  • Pagina 163 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 De aritmie-instellingenpagina openen De Aritmie -instellingenpagina voor een telemetriepatiënt kan alleen worden geopend via de Bedweergave-pagina van het ICS. 1 Open de Bedweergave-pagina door het parametervak van de telemetriepatiënt te selecteren in het Hoofdscherm van het ICS. 2 Selecteer de toets Alarmen.
  • Pagina 164 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 A Vast punt B ST-meetpunt C ST-niveau D QRS-verschuiving E QRS-aanzet F Iso-punt Het ST-algoritme werd getest op de juistheid van de gegevens van het ST-segment. Het belang van de veranderingen in het ST-segment moet door een zorgverlener worden bepaald. OPMERKING ST-analyse wordt altijd uitgevoerd met een toegewezen filter dat de diagnostische kwaliteit garandeert.
  • Pagina 165 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Kabelsets met afleidingen aansluiten voor ST-bewaking Voor ST-bewaking worden de volgende afleidingsconfiguraties gebruikt voor elke beschikbare ST- bewakingsmodus: – Standaard ST-bewaking – hierbij worden de standaardkabelsets met 3, 5 en 6 afleidingen gebruikt. Zie pagina 148 voor meer informatie over het aansluiten van kabelsets met afleidingen. –...
  • Pagina 166 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 6 Selecteer Toepassen om uw wijzigingen op te slaan, of Ongedaan maken om af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan. Zie "Instelfuncties voor ST-parameters" op pagina 173 voor meer informatie over beschikbare instellingen voor afleidingen.
  • Pagina 167 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 5 Voer een van de volgende handelingen uit: – Als u TruST-bewaking wilt inschakelen, selecteert u de toets Aan voor TruST 12-afleidingen. – Als u TruST-bewaking wilt uitschakelen, selecteert u de toets Uit voor TruST 12-afleidingen. ST-scherm Het ST-parametervak wordt weergegeven op de volgende locaties: –...
  • Pagina 168 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ST-complexpagina's ST-complex is alleen beschikbaar als de ST-optie is vrij geschakeld. Zie pagina 226 voor meer informatie. U kunt alle ST-complexen weergeven of inzoomen op één ST-complex om dit gedetailleerder weer te geven. De volgende functies zijn alleen beschikbaar voor M300: –...
  • Pagina 169 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 A Tabblad ST-complexen B Curvelabel (voor elke curve) C ST-panelen voor iedere bewaakte ST-afleiding (inclusief schaal, ST-meetpunt, ISO-punt en referentiepunt) D Toets Referentie opslaan E Toets Referentie opslaan (aan, uit) F Toets Ongedaan maken G Grootte [mV]-selectiebeheer H Toets Meetpunten instellen Selectiebedieningen ST-meetpunt...
  • Pagina 170 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Inzoomen op een ST-complex U kunt inzoomen op één ST-complex om dit gedetailleerder weer te geven. Eén ST-complex openen 1 Open de Bedweergave-pagina door het parametervak van de telemetriepatiënt te selecteren in het Hoofdscherm van het ICS. 2 Selecteer de toets ECG-weergaven.
  • Pagina 171 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 A Tabblad ST-complexen B ST-label (uniek voor elke ST-afleiding) C Schaal D Curvegebied E Toets Referentie opslaan F Toets Referentie (aan, uit) G Toets Ongedaan maken H Grootte [mV]-selectiebeheer Toets Meetpunten instellen J Selectiebedieningen ST-meetpunt K Bedieningselementen voor Iso-punt ST-meetpunten en ISO-punten U kunt het ST-meetpunt en het ISO-punt wijzigen vanuit de configuratiepagina voor één ST-complex.
  • Pagina 172 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 ST-referentie U kunt ST-referentiecomplexen opslaan als een referentiepunt voor toekomstige vergelijkingen van ST-afwijkingsmetingen. Wanneer u voor het eerst ECG-complexen herleert, worden de huidige ST-gegevens opgeslagen als referentiegegevens. Deze oorspronkelijke ST-referentiegegevens worden bijgewerkt telkens wanneer u ST-referenties opslaat. ST-referentie opslaan U kunt de ST-referentie opslaan vanaf de pagina met algemene ST-complexen en vanaf de pagina met enkele ST-complexen (zie "ST-complexpagina's"...
  • Pagina 173 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 Instelfuncties voor ST-parameters Alle ST-configuratiefuncties voor parameters vinden plaats in de ST-instellingenpagina (zie pagina 172). Om de alarmfuncties te configureren, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing Infinity CentralStation Wide, Software VG4.0 of later. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ST-afleiding %1 1-14 –...
  • Pagina 174 ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300 – Er verschillende ECG-afleidingen worden geselecteerd voor aritmieverwerking – TruST-bewaking wordt ingeschakeld – Het kabeltype is gewijzigd – De patiëntcategorie wordt gewijzigd op de M300 Tijdens de leerfase, die ongeveer 30 tot 40 seconden duurt, wordt het bericht ECG herleren weergegeven in het berichtgebied van de kopbalk van de viewport.
  • Pagina 175 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 Overzicht van SpO -bewaking met Masimo ......176 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 176 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 Overzicht van SpO -bewaking met Masimo Dit hoofdstuk beschrijft SpO2-bewaking voor het ICS met M300-apparaten die zijn geconfigureerd voor gebruik met Masimo-sensoren. Raadpleeg voor alle andere bedzijdige monitoren de desbetreffende gebruiksaanwijzing. SpO2-bewaking is alleen mogelijk als de SpO2-licentieoptie is ingeschakeld op het ICS, als er een SpO2- licentie beschikbaar is en als SpO2-bewaking is ingesteld op Aan.
  • Pagina 177 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 -voorzorgsmaatregelen Hinderlijke substanties: carboxyhemoglobine kan de meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang van de toename is ongeveer gelijk aan de hoeveelheid aanwezig carboxyhemoglobine. Kleurstoffen en iedere substantie die kleurstoffen bevat waarmee de arteriële pigmentatie kan worden gewijzigd, kunnen leiden tot onjuiste meetwaarden.
  • Pagina 178 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 OPMERKING Gebruik geen functionele tester om de nauwkeurigheid te meten van een pulsoximetersonde of een pulsoximetermonitor. Omdat pulsoximetermetingen een statistische verdeling kennen, kan er van niet meer dan tweederde van deze metingen worden verwacht dat ze binnen ±A van een gemeten waarde van de CO-oximeter vallen.
  • Pagina 179 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 De SpO -kabel op de M300 aansluiten De SpO2-kabel wordt direct aangesloten op de M300. De SpO -kabel op de M300 aansluiten 1 Sluit de blauwe connector van de tussenkabel (B) aan op de blauwe SpO2-connector (A) van de M300.
  • Pagina 180 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 – Te strakke plaatsing van een sensor – De patiënt lijdt aan hypotensie, ernstige vasoconstrictie, ernstige anemie of hypothermie – Arteriële occlusie proximaal van de sensor – De patiënt ondergaat een hartstilstand of is in shocktoestand –...
  • Pagina 181 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 3 Sluit de sensor aan op de SpO2-kabel (zie pagina 179). -bewaking in-/uitschakelen 1 Open op het ICS de SpO2-instellingenpagina (zie "De SpO2-instellingenpagina openen" op pagina 184). 2 Selecteer Aan voor SpO2-bewaking. 3 Optioneel: Selecteer Aan voor Staafdiagram om een pulsstaaf weer te geven in het SpO2- parametervak op de M300 (de pulsstaaf wordt niet weergegeven op het ICS).
  • Pagina 182 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 – SpO2 puls-plethysmogramcurve OPMERKING De curve van het pulsplethysmogram is direct evenredig met de pulsamplitude. Het SpO2-parametervak wordt weergegeven op de volgende locaties: – De viewports op het Hoofdscherm van het ICS –...
  • Pagina 183 Bewaken van SpO en pulsfrequentiebewaking met Masimo en M300 A SpO2-label B SpO2-saturatiewaarde C Doorgekruist driehoeksymbool als het SpO2-alarm is uitgeschakeld. D PLS-label E Doorgekruist driehoeksymbool als het pulsalarm is uitgeschakeld. F PLS-waarde G Puls-staafdiagram – kan worden in-/uitgeschakeld, zie "Staafdiagram" op pagina 184. Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 184 De SpO -instellingenpagina openen 1 Open het Bedweergave-scherm door de viewport van de telemetriepatiënt te selecteren op het Hoofdscherm van het ICS. 2 Selecteer de toets Telemetrie/ Parameters. 3 Selecteer het tabblad Layout/ Parameters (als dit nog niet is geselecteerd). 4 Selecteer het tabblad SpO2.
  • Pagina 185 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 Overzicht van SpO -bewaking met Nellcor ......186 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 186 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 Overzicht van SpO -bewaking met Nellcor Dit hoofdstuk beschrijft SpO2-bewaking voor het ICS met M300-apparaten die zijn geconfigureerd voor gebruik met Nellcor-sensoren. Raadpleeg voor alle andere bedzijdige monitoren de desbetreffende gebruiksaanwijzing. SpO2-bewaking is alleen mogelijk als de SpO2-licentieoptie is ingeschakeld op het ICS, als er een SpO2- licentie beschikbaar is en als SpO2-bewaking is ingesteld op Aan.
  • Pagina 187 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 -voorzorgsmaatregelen Hinderlijke substanties: carboxyhemoglobine kan de meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang van de toename is ongeveer gelijk aan de hoeveelheid aanwezig carboxyhemoglobine. Kleurstoffen en iedere substantie die kleurstoffen bevat waarmee de arteriële pigmentatie kan worden gewijzigd, kunnen leiden tot onjuiste meetwaarden.
  • Pagina 188 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 OPMERKING Gebruik geen functionele tester om de nauwkeurigheid te meten van een pulsoximetersonde of een pulsoximetermonitor. Omdat pulsoximetermetingen een statistische verdeling kennen, kan er van niet meer dan tweederde van deze metingen worden verwacht dat ze binnen ±A van een gemeten waarde van de CO-oximeter vallen.
  • Pagina 189 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 De SpO -kabel op de M300 aansluiten De SpO2-kabel wordt direct aangesloten op de M300. De SpO -kabel aansluiten op de M300 1 Sluit de blauwe connector van de tussenkabel (B) aan op de blauwe SpO2-connector (A) van de M300. 2 Sluit de desbetreffende sensor aan op het uiteinde van de verbindingskabel (C).
  • Pagina 190 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 – De patiënt ondergaat een hartstilstand of is in shocktoestand – Helder licht, waardoor er onregelmatig wordt gemeten of er waarden ontbreken. Dek de sensor af met opaak materiaal als het waarschijnlijk is dat de sensor wordt blootgesteld aan direct helder licht. –...
  • Pagina 191 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 -bewaking in-/uitschakelen 1 Open op het ICS de SpO2-instelpagina (zie "De SpO -instellingenpagina openen" op pagina 193). 2 Selecteer Aan voor SpO2-bewaking. 3 Optioneel: Selecteer Aan voor Staafdiagram om een pulsstaaf weer te geven in het SpO2-parametervak op de M300 (de pulsstaaf wordt niet weergegeven op het ICS).
  • Pagina 192 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 -parametervak in een Bedweergave van het ICS -parametervak op een M300 A SpO2-label B SpO2-saturatiewaarde C Doorgekruist driehoeksymbool als het SpO2-alarm is uitgeschakeld. D PLS-label E Doorgekruist driehoeksymbool als het pulsalarm is uitgeschakeld. F PLS-waarde G Puls-staafdiagram –...
  • Pagina 193 Bewaken van SpO en pulsfrequentie met Nellcor en M300 De SpO -instellingenpagina openen 1 Open het Bedweergave-scherm door de viewport van de telemetriepatiënt te selecteren op het Hoofdscherm van het ICS. 2 Selecteer de toets Telemetrie/ Parameters. 3 Selecteer het tabblad Layout/ Parameters (als dit nog niet is geselecteerd). 4 Selecteer het tabblad SpO2.
  • Pagina 194 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 195 Registraties/rapporten Registraties/rapporten Overzicht ......196 R50N-recorder......197 De recorder instellen .
  • Pagina 196 Registraties/rapporten Overzicht Het ICS biedt realtime registraties van de bewakingsresultaten op R50N-recorders. U kunt ook diverse rapporten en schermafdrukken aanvragen en afdrukken op een geconfigureerde laserprinter. De inhoud van de rapporten en registraties is afhankelijk van de geconfigureerde instellingen, die u kunt aanpassen op de instellingenpagina's Recorders/ Rapporten.
  • Pagina 197 Registraties/rapporten R50N-recorder Handmatige registraties en alarmregistraties worden afgedrukt op R50N-recorders via het netwerk. De recorder instellen A Toets Stop B Toets mm/s De R50N-recorders hebben twee toetsen: – Met de toets Stop stopt u de uitvoering van een registratie. – Met de toets mm/s op het voorpaneel van de recorder (Alternatieve snelheid op oudere recorders) kunt u de registratiesnelheid wijzigen tijdens de uitvoering van een registratie.
  • Pagina 198 Registraties/rapporten Handmatige registraties starten Registraties Vereiste stappen Handmatige registratie Voor een individuele patiënt: (vanuit het Hoofdscherm) – Selecteer de viewport van het Hoofdscherm om een toets weer te geven waarmee u, als u de toets selecteert, de registratie kunt af- drukken.
  • Pagina 199 Registraties/rapporten Handmatige (getimede) registraties Handmatige registraties zijn strookregistraties van gespecificeerde duur. Deze registraties bevatten vertraagde gegevens van vóór de start van de registratie en actuele gegevens, opgenomen nadat de registratie gestart is. OPMERKING Wanneer de patiënt voor een kortere periode is bewaakt dan de gespecificeerde vertraging, wordt de hoeveelheid vertraagde gegevens overeenkomstig aangepast.
  • Pagina 200 Registraties/rapporten Koptekstinformatie De kop van een handmatige registratie bevat de volgende informatie: – De parameterwaarden op het tijdstip waarop het afdrukken van de registraties begint – De naam en het ID-nummer van de patiënt – Datum en tijd In de volgende afbeelding ziet u een gangbare handmatige registratie: Handmatige (getimede) registratie met koptekst A Naam patiënt B Patiënt-ID...
  • Pagina 201 Registraties/rapporten Diagnostische code Cijfer Beschrijving Mogelijke Definitie waarden Afleiding verwerkt voor VF en Geen pacemakerpulsdetectie ECG-filter Monitor Pacemakerdetectie Aan - Artefacten negeren <Gemiddeld> Uit - Artefacten negeren <Gemiddeld> Fusie - Artefacten negeren <Gemiddeld> Verwerking van QRS/aritmie ECG1 en ECG2 ECG1 Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 202 Registraties/rapporten Cijfer Beschrijving Mogelijke Definitie waarden Patiëntcategorie/ <Spatie> Volwassenen, geen van de afleidingen heeft QRS-classificatie herleren voltooid Volwassenen, ECG 1 afleiding heeft herle- ren voltooid Volwassenen, ECG2 afleiding heeft herleren voltooid Volwassenen, ECG1 en 2 afleidingen heb- ben herleren voltooid Neonataal Afleidingen beschikbaar Geen geldige afleiding om te verwerken...
  • Pagina 203 Registraties/rapporten Cijfer Beschrijving Mogelijke Definitie waarden RESP-modus RESP-bewaking uit Handmatig Automatisch <Spatie> N.v.t. RESP-grootte Waarde = (RESP-grootte)/5 (waarbij A-K overeenkomt met 10-20) <Spatie> N.v.t. 18, 19 Minuten sinds initialisatie 00 tot 99 Aantal minuten die zijn verstreken sinds de van ademhalingsdetector ademhalingsdetector is gestart (waarbij 99 overeenkomt met ≥...
  • Pagina 204 Registraties/rapporten Acties die van invloed zijn op registraties Actie Effect op onafgehandelde regi- Effect op registraties in uitvoe- straties ring Ontslag patiënt Onafgehandelde registraties wor- Registratie wordt geannuleerd den verwijderd Bewerk de demografische ge- Geen effect Geen effect gevens van de patiënt Bewaking van de patiënt wordt Geen effect Registratie wordt geannuleerd...
  • Pagina 205 Systeemconfiguratie Systeemconfiguratie Overzicht ......206 De pagina Biomed ..... 206 Biomed >...
  • Pagina 206 Systeemconfiguratie Overzicht In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de schermen van de Systeemconfiguratie, die bestaan uit diverse instellingenpagina's om de telemetriefuncties van het ICS en de M300 te configureren. Sommige van deze instellingenpagina's zijn met een wachtwoord beveiligd en zijn alleen toegankelijk voor geautoriseerd personeel.
  • Pagina 207 Systeemconfiguratie LET OP De ECG-notchfilter [Hz]-instelling kan een invloed hebben op de ECG-curveartefacten. Als er proble- men zijn met de bewaking kunt u contact opnemen met de medisch-technische dienst van het ziekenhuis, DrägerService of gespecialiseerd servicepersoneel. Biomed > Telemetrie configureren > Algemene instellingen-tabblad Selectie Instellingen Beschrijving...
  • Pagina 208 Systeemconfiguratie Biomed > Telemetrie configureren > Telemetrieapparaten-tabblad Selectie Instellingen Beschrijving Apparaat toevoe- Gebruikersinvoer Stelt het installatiepersoneel in staat een nieuw M300-apparaat toe te voegen door deze toets te selecteren en de benodigde informatie op te geven. De tabel Telemetrieapparaten kan maximaal 255 rijen bevatten.
  • Pagina 209 Systeemconfiguratie Biomed > Telemetrie configureren > Telemetrieinstellingen-tabblad Selectie Instellingen Beschrijving Volumeregeling Aan (standaard), Uit, Stelt installatiepersoneel in staat permanent de Per patiënt weergave van het M300-volumescherm in of uit te schakelen voor alle M300-apparaten die zijn toege- laten tot het ICS. Met de optie Per patiënt kunt u deze toets voor elke afzonderlijke patiënt inschake- len nadat de patiënt is opgenomen.
  • Pagina 210 Systeemconfiguratie Standaardconfiguratie telemetrie Het venster Telemetrieconfiguratie bestaat uit diverse instellingenpagina's voor het configureren van de standaardinstellingen van M300-telemetrie. Sommige van deze instellingenpagina's zijn mogelijk met een wachtwoord beveiligd en zijn alleen toegankelijk voor geautoriseerd personeel. Telemetrieconfiguratie is alleen beschikbaar wanneer de optie Telemetrie vergrendeld is ingeschakeld. De meeste installatiepagina's bestaan uit selecties om afzonderlijke functies te configureren.
  • Pagina 211 Systeemconfiguratie De pagina Basis instel. De pagina Telemetrieconfiguratie > Algemene instellingen wordt gebruikt om algemene standaardinstellingen voor het M300-systeem te configureren. De pagina Telemetrie > Algemene instellingen openen 1 Selecteer de toets Telemetrieconfiguratie op de menubalk van het Hoofdmenu. 2 Selecteer het tabblad Algemene instellingen (als dit nog niet is geselecteerd). Instellingenpagina Basis instel.
  • Pagina 212 Systeemconfiguratie Selectie Instellingen Beschrijving Bediening van ex- Aan (standaard), Uit Biedt u de mogelijkheid om functies te terne ICS activeren of deactiveren vanuit andere afstandsbediende ICS-apparaten binnen dezelfde bewakingseenheid. Wanneer dit is ingesteld op Aan, kunnen alle M300-telemetrieapparaten door externe netwerkapparaten worden bestuurd.
  • Pagina 213 Systeemconfiguratie De pagina Alarmen (telemetrie) Op de pagina Telemetrieconfiguratie > Alarmen kunt u systeemstandaardinstellingen voor de aankondiging van alarmsignalen configureren en aritmieinstellingen voor alle M300-apparaten die zijn toegewezen aan dat ICS te wijzigen. Alarminstellingen voor telemetrie openen 1 Selecteer in de Hoofdmenubalk de toets Telemetrieconfiguratie. 2 Selecteer het tabblad Alarmen.
  • Pagina 214 Systeemconfiguratie A Tabblad Alarmen B Tabblad Grenzen C Toetsen Patiëntcategorie (Pediatrisch, Volwassen) D Kolom voor Parameterlabels E Kolom Alarm aan/uit F Kolom Ondergrens grenzen G Actuele parameterwaarden H Kolom Bovengrens grenzen Kolom Archiveren J Toets Toepassen K Toets Ongedaan maken Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 215 Systeemconfiguratie Instellingen voor alarmgrenzen wijzigen In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar het voorgaande afbeelding van de pagina Grenzen. Raadpleeg voor verwante informatie 138. WAARSCHUWING Wanneer u alarmgrenzen instelt op extreme waarden, kan het voorkomen dat bepaalde alarmcondities niet worden gedetecteerd en niet worden aangekondigd met akoestische en optische alarmsignalen.
  • Pagina 216 Systeemconfiguratie Pagina Alarmen > Aritmie In de volgende afbeelding wordt een voorbeeld weergegeven van de inhoud van het tabblad Aritmie van de pagina Alarmen. Op deze pagina configureert u de standaardalarminstellingen voor alle beschikbare aritmieparameters. Net als de vorige pagina Grenzen bestaat de instelpagina uit een tabel met instelrijen voor elke aritmieparameter.
  • Pagina 217 Systeemconfiguratie A Tabblad Alarmen B Tabblad Aritmie C Toetsen Patiëntcategorie (Pediatrisch, Volwassen) D ARR-modus-toetsen (Uit, Basis, Geavanceerd) E Aritmie-kolom om het aritmielabel te identificeren F Kolom Alarm om een alarmprioriteit te selecteren G Kolom Hartfrequentie om de frequentie in te stellen H Kolom Aantal om de telling in te stellen Kolom Archiveren J Toets Toepassen...
  • Pagina 218 Systeemconfiguratie 8 Selecteer één van de volgende instellingen in de Archiveren-kolom (I) om te bepalen wat er gebeurt als reactie op een alarm: – Uit – er worden geen events opgeslagen en er worden geen registraties gemaakt. – Registreren – hiermee wordt een handmatige registratie gegenereerd. –...
  • Pagina 219 Systeemconfiguratie Selectie Instellingen Beschrijving Audiopauze van Aan (standaard), Uit Bepaalt of het geluid van alarmsignalen kan externe ICS worden uitgeschakeld voor telemetriepatiën- ten vanaf andere bedzijdige monitoren of Cen- tralStations in de bijbehorende bewakingseen- heid. Als deze optie is uitgeschakeld, kan de toets Audiopauze niet meer worden geselec- teerd.
  • Pagina 220 Systeemconfiguratie De pagina Layout/Parameters Op de Layout/ Parameters-pagina´s van de Telemetrie-instellingen kunt u de standaardvolgorde en de layout van curven en parameters van het Bedweergave-scherm instellen voor telemetriepatiënten. SpO2, PLS en ST worden alleen als selecties weergegeven wanneer de bijbehorende licentie/vergrendeloptie is ingeschakeld.
  • Pagina 221 Systeemconfiguratie Selectie Instellingen Beschrijving Kanaalinstelling Kolom Parameter HF, ARR, ST, SpO2+PLS, Geen Stelt u in staat parameters te selecteren door de bijbehorende kanaalkolom te selecteren. SpO2+PLS is alleen beschikbaar is als een parameterinstelling wanneer SpO2-bewaking is ingesteld op Aan. Versterking/Schaal Voor alle ECG-curven: Biedt u de mogelijkheid om de versterking en -kolom...
  • Pagina 222 Systeemconfiguratie ICS-scherm Telemetrie standaardinstellingen Voor het instellen van de QRS drempel volwassen patiënt of QRS drempel pedriatische patiënt navigeert u naar het scherm Telemetrie standaardinstellingen en selecteert u de Layout/ Parameters tab, en vervolgens de Layout tab. Gereduceerd Hoofdscherm met real-time weergave van vitale functiegege- vens Hoofdmenubalk Layout-tabblad telemetrie...
  • Pagina 223 Systeemconfiguratie QRS-drempelwaarde Afhankelijk van de softwareversies die worden uitgevoerd op het ICS en de M300/M300+ kan de QRS-drempel op de M300/M300+ als volgt worden ingesteld:  In het geval dat het ICS heeft VG2.1.1 of hoger en M300/M300+ heeft VG2.4 of hoger, wordt de QRS-drempel via het menu bepaald, Normaal of Laag ...
  • Pagina 224 Systeemconfiguratie 4 Selecteer de gewenste gain-waarde: – Selecteer een waarde van 1, 2, 4 of 8 mV/cm om de QRS-drempelwaarde in te stellen op Normaal. – Selecteer een waarde van 0,5 of 0,25 mV/cm om de QRS-drempelwaarde in te stellen op Laag. ANSI/AAMI/ IEC 60601- 2-27:2011 QRS-amplitudedetectie Amplitude van de QRS-detectie: 0,5 tot 5,0 mVp-v RTI...
  • Pagina 225 Systeemconfiguratie Layout/Parameters > ECG-pagina Op de ECG-pagina kunt u de standaardsysteeminstellingen definiëren voor de ECG- patiëntbewakingsinstellingen die in de volgende tabel worden getoond. Selectie Instellingen Beschrijving TruST 12-afleidin- Aan, Uit (standaard) Hiermee schakelt u TruST-bewaking van de M300 aan/uit (zie "TruST-bewaking met 12 af- leidingen"...
  • Pagina 226 Systeemconfiguratie Layout/Parameters > SpO2 pagina Op de pagina SpO2 kunt u de standaardsysteeminstellingen definiëren voor SpO2-bewakingsinstellingen, en de instellingen wijzigen die in de volgende tabel worden weergegeven. Selectie Instellingen Beschrijving SpO2-bewaking Aan, Uit (standaard) Schakel de SpO2-bewaking in of uit. SpO2-bewaking kan alleen worden ingescha- keld voor lokale telemetriepatiënten.
  • Pagina 227 Systeemconfiguratie Selecties ST-configuratiescherm: 3-afleidingen Selectie Instellingen Beschrijving ST-afleiding %1 I (standaard), II, III, Geen Stelt de ECG-afleidingvector in voor het ST-parametervak afleiding 1 Opmerking: %1 is een tijdelijke aan- duiding voor be- schikbare ST-aflei- ding 1. ST-eenheid mm (standaard), mV Stelt de eenheid in voor de ST-metingen Duur ST-event [s] Bepaalt hoe lang een ST-event buiten de...
  • Pagina 228 Systeemconfiguratie Selecties ST-configuratiescherm: 6-afleidingen, TruST OFF Selectie Instellingen Beschrijving ST-afleiding %1 Beschikbare selecties: Stelt de ECG-afleidingvector in voor het parametervak ST-afleiding 1 - 8 Opmerking: %1 is I , II, III, aVR, aVL, aVF, V, V+, Geen een tijdelijke aan- Standaardinstellingen ST-afleidingen: duiding voor be- schikbare...
  • Pagina 229 Systeemconfiguratie Selecties ST-configuratiescherm: 6-afleidingen, TruST AAN Selectie Instellingen Beschrijving ST-afleiding %1 Beschikbare selecties: Stelt de ECG-afleidingvector in voor het ST-parametervak afleiding 1 - 14 Opmerking: %1 is I , II, III, aVR, aVL, aVF, V, V+, Geen een tijdelijke aan- Standaardinstellingen ST-afleidin- duiding voor be- gen:...
  • Pagina 230 Systeemconfiguratie De pagina Apparaat zoeken De Telemetrieconfiguratie > Apparaat zoeken-pagina wordt gebruikt om een specifieke onvindbare M300 te zoeken. Hiervoor wordt een reeks van vijf afwisselende tonen afgegeven (vooropgesteld dat het M300-apparaat is ingeschakeld, voorzien is van een opgeladen accu en zich binnen het draadloze dekkingsgebied bevindt).
  • Pagina 231 Systeemconfiguratie Apparaatconfiguratie > pagina Status Op de pagina Status kunt u het ID-nummer van de M300, de resterende levensduur van de accu, het signaalniveau en de ECG-elektrodestatus controleren. Op deze pagina kunt ook zien of de M300 is aangesloten op het bedzijdig laadstation. Selectie Beschrijving Apparaat-ID...
  • Pagina 232 Systeemconfiguratie Apparaatconfiguratie > pagina Installatie Na het opnemen van een patiënt kunt u verschillende instellingen configureren voor een specifiek M300- apparaat. Deze instellingen zijn onder andere de toets Alarmpauze, het scherm Volumeregeling, Alarmvolume [%], de toets Verpleegkundige oproep en de knop Registr.. Deze instellingen zijn gebaseerd op de standaardtelemetrie-instellingen die via het Hoofdscherm van ICS worden opgegeven.
  • Pagina 233 Probleemoplossing Probleemoplossing Overzicht van probleemoplossing ..234 M300– aritmie-alarmberichten... . 235 M300 – ECG-alarmberichten ... . . 236 M300 –...
  • Pagina 234 Probleemoplossing Overzicht van probleemoplossing Er worden meerdere alarmberichten achtereenvolgens weergegeven in het alarmberichtenveld van de kopbalk. Als er bijvoorbeeld twee storingen tegelijkertijd worden gedetecteerd, wordt de urgentste van de twee weergegeven. Met de uitroeptekens in de volgende tabellen wordt het prioriteitsniveau van de alarmberichten aangegeven (zie pagina 121 voor definities).
  • Pagina 235 Probleemoplossing M300– aritmie-alarmberichten In de volgende tabel staan aritmie-alarmberichten die op de M300 weergegeven kunnen worden. Priori- Bericht Probleem Oplossing teit De aangegeven aritmie – Controleer de patiënt en is gedetecteerd. behandel deze indien noodzakelijk. VTach – Sommige berichten ver- AIVR schijnen alleen wanneer de volledige optie voor arit-...
  • Pagina 236 Probleemoplossing M300 – ECG-alarmberichten In de volgende tabel staan ECG-alarmberichten die op de M300 weergegeven kunnen worden. Priori- Bericht Probleem Oplossing teit ECG artefact – Patiëntbeweging (ril- – Controleer de elektroden lingen, bevingen) en breng deze zo nodig opnieuw aan. –...
  • Pagina 237 Probleemoplossing Priori- Bericht Probleem Oplossing teit Controleer de patiënt en be- HF buiten bereik De parameterwaarde valt handel deze indien noodza- boven het meetbereik van kelijk. de monitor. sluit de elektrode opnieuw op Geen <xx> Afleiding los De aangegeven elektrode de patiënt aan.
  • Pagina 238 Probleemoplossing M300 – ST-alarmberichten In de volgende tabel staan ST-alarmberichten die op de M300 weergegeven kunnen worden. Priori- Bericht Probleem Oplossing teit Kan ST niet analyseren Het algoritme kan de – Voer een herleerprocedure ST-waarden niet bepa- len ten gevolge van een (zie pagina 173).
  • Pagina 239 Probleemoplossing Priori- Bericht Probleem Oplossing teit Geen ST-herleren ST-herleren in uitvoe- Informatief bericht (geen ring. actie vereist). Afleiding los Afleiding losconditie ge- – Vervang de defecte ka- detecteerd ten gevolge bel(s). van: – Breng opnieuw gel aan op – Gebroken kabel(s) herbruikbare elektroden of vervang droge electroden –...
  • Pagina 240 Probleemoplossing M300 – SpO -alarmberichten In de volgende tabel staan SpO2-alarmberichten die op de M300 weergegeven kunnen worden. Priori- Bericht Probleem Oplossing teit PLS buiten bereik (hoog) De parameterwaarde valt – Controleer de patiënt en boven/onder het meetbe- behandel deze indien nood- PLS buiten bereik (laag) reik van de monitor.
  • Pagina 241 Probleemoplossing Priori- Bericht Probleem Oplossing teit De SpO2-sensor is los- – Zorg ervoor dat de sensor gekoppeld van de verbin- stevig op de intermediaire dingskabel. Of de inter- kabel en de intermediaire mediaire kabel is losge- kabel stevig op de M300- koppeld van de M300- zender/ontvanger is aange- zender/ontvanger.
  • Pagina 242 Probleemoplossing M300-berichten In de volgende tabel staan verschillende berichten die op de M300 weergegeven kunnen worden. Priori- Bericht Beschrijving Actie teit Informatief bericht, Alle alarmen gepau- Geen De alarmfunctie van het geen actie vereist. zeerd M300-apparaat is tijdelijk uitgeschakeld. Het bericht wordt gevolgd door minuten en seconden die een aftel- lende timer vormen.
  • Pagina 243 Probleemoplossing Priori- Bericht Beschrijving Actie teit Geen Informatief bericht, HF, ASY, VF uit – Aritmiebewaking is uit- geen actie vereist. geschakeld. – HR-alarmen zijn uitge- schakeld – De functie ASY/VF-alar- men is ingesteld op Volg HF (niet ondersteund door de M300). Batterij laag De accu van de M300 is bij- Accuopnieuw opladen.
  • Pagina 244 Probleemoplossing Priori- Bericht Beschrijving Actie teit Informatief bericht, extern Alarm onderdrukt Dit bericht verschijnt tijdelijk geen actie vereist. nadat de akoestische alarmtoon werd gepau- zeerd. Informatief bericht, externe grensbijstelling Dit bericht verschijnt tijdelijk geen actie vereist. als de alarmgrenzen van de parameter op het ICS wor- den gewijzigd.
  • Pagina 245 Onderhoud Onderhoud Overzicht ......246 Definitie van onderhoudsconcepten ..247 Inspectie .
  • Pagina 246 Onderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de onderhoudsmaatregelen beschreven die vereist zijn om het medische apparaat correct te laten functioneren. Onderhoudsmaatregelen dienen door het verantwoordelijke personeel uitgevoerd te worden. WAARSCHUWING Infectiegevaar Gebruikers en onderhoudsmedewerkers kunnen worden geïnfecteerd met pathogene bacteriën. Desinfecteer en reinig het apparaat en de onderdelen van het apparaat voor alle onderhoudswerkzaamheden, alsmede bij terugzending van het medische apparaat voor reparatie.
  • Pagina 247 Onderhoud LET OP Bij het servicen van apparaten van Dräger altijd zorgen voor vervangende onderdelen die kwalitatief vol- ledig voldoen aan de Dräger normen. Dräger staat niet garant voor het veilig functioneren van niet-Drä- ger-onderdelen bij gebruik met de apparaten. LET OP Als u vloeistof op de apparatuur of accessoires morst of als u de componenten in een vloeistof onder- dompelt, dient u ze gedurende ten minste 24 tot 48 uur volledig te laten drogen.
  • Pagina 248 Onderhoud Inspectie Met regelmatige intervallen inspecties uitvoeren en de volgende specificaties in acht nemen. M300: Controles Interval Verantwoordelijk personeel Inspectie/veiligheidscon- Elk jaar Deskundige troles OPMERKING Naast periodieke inspecties moet de accu van de Infinity M300 om de 12 maanden door een technisch medewerker worden vervangen.
  • Pagina 249 Onderhoud – Detectie ECG-afleiding uit – SpO2/polsslag (als optie is ingeschakeld) – Optische en akoestische alarmsignalen – Toetsenpaneel (alle 6 toetsen) 3 Controleer of de apparaatcombinatie in goede staat verkeert: – Alle labels zijn volledig en leesbaar – Er is geen zichtbare schade 4 Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzing of alle onderdelen en accessoires, die nodig zijn voor het gebruik van het product, aanwezig zijn.
  • Pagina 250 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 and M300+ series – VG3.0...
  • Pagina 251 Klaarmaken voor hergebruik Klaarmaken voor hergebruik Veiligheidsinformatie ....252 Reiniging ......263 Informatie over het klaarmaken Oppervlaktedesinfectie.
  • Pagina 252 Klaarmaken voor hergebruik Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING Gevaar door ondeugdelijk voor hergebruik klaargemaakte producten Herbruikbare producten moeten worden klaargemaakt voor hergebruik, omdat anders een verhoogd infectiegevaar bestaat. – Neem de voorschriften voor infectiepreventie en klaarmaken voor hergebruik van de gezondheidsinstelling in acht. –...
  • Pagina 253 Klaarmaken voor hergebruik Classificatie Toelichting Niet-kritisch Componenten die alleen in aanraking komen met de intacte huid Semi-kritisch Componenten die ademgas bevatten of in aanraking komen met slijmmembra- nen of pathologisch veranderde huid Kritisch Componenten die de huid of slijmmembranen binnendringen of in aanraking ko- men met bloed Classificatie van apparaat-specifieke componenten De volgende classificatie is een aanbeveling van Dräger.
  • Pagina 254 Klaarmaken voor hergebruik Voorafgaand aan het klaarmaken voor hergebruik Maatregelen voorafgaand aan het demonteren WAARSCHUWING Er kan gevaar voor een elektrische schok ontstaan door het binnendringen van vloeistof. Volg de onderstaande instructies om de stroom uit te schakelen voordat u het apparaat klaarmaakt voor hergebruik.
  • Pagina 255 Klaarmaken voor hergebruik Patiëntspecifieke accessoires en verbruiksartikelen De patiëntspecifieke accessoires en verbruiksartikelen moeten uit het apparaat worden verwijderd en, indien nodig, gedemonteerd. Herbruikbare producten:  Als het herbruikbare product een eigen gebruiksaanwijzing heeft, dient het klaarmaken voor hergebruik te worden uitgevoerd in overeenstemming met de afzonderlijke gebruiksaanwijzing. Meer informatie is te vinden in de accessoirelijst.
  • Pagina 256 Klaarmaken voor hergebruik Apparaat-specifieke componenten De voor het apparaat specifieke componenten moeten uit het apparaat worden verwijderd. De verwisselbare accu en accuhouder uit de M300+ verwijderen 1 Pak de zijkanten van de accuhouder vast en schuif deze omhoog om de houder te verwijderen. 2 Druk op de twee knoppen aan beide zijden van de verwisselbare accu.
  • Pagina 257 Klaarmaken voor hergebruik Gevalideerde procedures voor het klaarmaken voor hergebruik Overzicht van de procedures voor het klaarmaken voor hergebruik van de componenten Componenten Oppervlakte- Handmatige Machinale Stoomste- Beschrijving van desinfectie reiniging ge- reiniging met rilisatie de procedure met reiniging volgd door thermische desinfectie desinfectie...
  • Pagina 258 Klaarmaken voor hergebruik WAARSCHUWING Risico op elektrische schokken en apparaatstoring. Binnendringende vloeistof kan leiden tot het volgende: – Schade aan het apparaat – Elektrische schok – Apparaatstoringen Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het apparaat kan binnendringen. Raadpleeg altijd de begeleidende documenten voor de accessoires.
  • Pagina 259 Klaarmaken voor hergebruik Oppervlaktedesinfectie 4 Neem een nieuwe wegwerpdoek die in een oppervlaktedesinfectiemiddel is gedrenkt. Veeg de gereinigde oppervlakken opnieuw af, zodat alle te desinfecteren oppervlakken zichtbaar vochtig zijn. 5 Neem de contacttijd van 15 minuten van het oppervlaktedesinfectiemiddel in acht. 6 Bevochtig na de contacttijd een nieuwe, niet verontreinigde en pluisvrije doek met water (minimaal leidingwaterkwaliteit).
  • Pagina 260 Klaarmaken voor hergebruik Overige middelen en procedures voor het klaarmaken voor hergebruik Desinfectiemiddelen Gebruik desinfectiemiddelen die volgens de nationale regelgeving zijn goedgekeurd en zijn geschikt voor de betreffende procedures voor het klaarmaken voor hergebruik en de beoogde toepassing. Oppervlaktedesinfectiemiddelen Tests door de fabrikanten van de oppervlaktedesinfectiemiddelen hebben aangetoond, dat de verschillende middelen minimaal over de volgende werkingsspectra beschikken: –...
  • Pagina 261 Klaarmaken voor hergebruik Klasse van de Oppervlaktedesinfectiemiddel Fabrikant Lijstvermelding werkzame stof Viervoudige ammoni- acryl-des Schülke & Mayr umverbindingen Mikrozid alcohol free liquid Mikrozid alcohol free wipes Mikrozid sensitive liquid Mikrozid sensitive wipes Cleanisept wipes maxi Dr. Schumacher Surfa'Safe Premium ANIOS Laboratories CE Wip'Anios Excel Tuffie 5 Vernacare...
  • Pagina 262 Klaarmaken voor hergebruik Patiëntspecifieke accessoires klaarmaken voor hergebruik Classificatie van accessoires Categorie Classificatie Onderdeelnum- Beschrijving van de procedure ECG MonoLead Niet-kritisch MS14555 Zie "Oppervlaktedesin- fectie met reiniging" MS14556 op pagina 262. MS14559 MS14560 MS14683 MS14682 SpO2-tussenkabel Niet-kritisch MS18683 MS17330 SpO2-sensor Niet-kritisch MS13235 M300+ draagtas voor éénmalig ge-...
  • Pagina 263 Klaarmaken voor hergebruik WAARSCHUWING Gevaar door binnendringende vloeistof. WAARSCHUWING Risico op elektrische schokken en apparaatstoring. Binnendringende vloeistof kan leiden tot het volgende: – Schade aan het apparaat – Elektrische schok – Apparaatstoringen Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het apparaat kan binnendringen. LET OP Gebruik geen scherp gereedschap of schuurmiddelen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
  • Pagina 264 Klaarmaken voor hergebruik 7 Veeg alle oppervlakken af tot er geen resten van het oppervlaktedesinfectiemiddel, zoals schuimresten of strepen, meer zichtbaar zijn. 8 Wacht tot de oppervlakken droog zijn. 9 Inspecteer de oppervlakken op zichtbare beschadigingen en vervang zo nodig het product. Categorie Draagtas klaarmaken voor hergebruik De niet-wegwerpbare zenderdraagtas kan worden gereinigd met milde zeep en water op een vochtige doek.
  • Pagina 265 Klaarmaken voor hergebruik Klasse van de werk- Oppervlaktedesinfectiemiddel Fabrikant Lijstvermelding zame stof Chloorafsplitsende BruTab 6S Brulin middelen Clorox Professional Disinfecting Clorox Bleach Cleaner Dispatch Hospital Cleaner Disin- fectant Towels with Bleach Klorsept 17 Medentech Actichlor plus Ecolab USA Zuurstofafsplitsende Descogen Liquid Antiseptica middelen Descogen Liquid r.f.u.
  • Pagina 266 Klaarmaken voor hergebruik Na het klaarmaken voor hergebruik Apparaat-specifieke componenten monteren en aansluiten Voorwaarde: – Alle componenten zijn klaargemaakt voor hergebruik en zijn droog. De M300+ accuhouder en M300+ accu monteren De verwisselbare accu in de M300+ plaatsen 1 Druk op de knoppen op de verwisselbare accu. 2 Lijn de accu uit en plaats de accu.
  • Pagina 267 Klaarmaken voor hergebruik Pak de houder vast en schuif deze naar beneden op zijn plaats Druk op de knoppen, lijn de accu uit en plaats de accu LET OP Wanneer u de verwisselbare accu plaatst, moet u de accu zorgvuldig uitlijnen met de onderkant van de monitor en stevig op de onderkant van de accu drukken om te voorkomen dat uw vingers bekneld raken wanneer de accu vastklikt.
  • Pagina 268 Klaarmaken voor hergebruik Voorbereiding voor hernieuwd gebruik van het apparaat Patiëntspecifieke accessoires en verbruiksartikelen monteren en aansluiten De ECG-afleidingsdraad en de SpO2-tussenkabel monteren De bedrijfsgereedheid controleren Voorwaarde: – Het apparaat is gemonteerd en gebruiksklaar gemaakt. Controleer de gebruiksgereedheid (zie "Eerste gebruik" op pagina 105). Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 269 Afvoeren Afvoeren Afvoeren van het medisch apparaat..270 M300/M300+, bedzijdig laadstation en centraal laadstation ....270 Gebruiksaanwijzing –...
  • Pagina 270 Afvoeren Afvoeren van het medisch apparaat Bij het afvoeren van het medische apparaat dient u:  contact op te nemen met het relevante afvalverwerkingsbedrijf, zodat het product op vakkundige wijze kan worden afgevoerd.  de toepasselijke plaatselijke wetten en voorschriften in acht te nemen. Voor landen waar EU-richtlijn 2002/96/EG geldt Dit apparaat voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in EU-richtlijn 2002/96/EG (WEEE).
  • Pagina 271 INHOUD GEBRUIKSAANWIJZING CONFORM IEC 60601-1:2005 en IEC 60601-1:2012 CLAUSULE 14.13 INHOUD GEBRUIKSAANWIJZING CONFORM IEC 60601-1:2005 en IEC 60601-1:2012 CLAUSULE 14.13 Dräger biedt patiëntbewaking en -therapie en IT-producten aan, die in een klinische omgeving informatie op elektronische wijze via informatietechnologie-netwerken (IT-netwerken) met elkaar, alsook met andere niet-Dräger-apparaten uitwisselen.
  • Pagina 272 INHOUD GEBRUIKSAANWIJZING CONFORM IEC 60601-1:2005 en IEC 60601-1:2012 CLAUSULE 14.13 De volgende samenvatting biedt extra informatie over de aansluiting van medische Dräger-apparaten op IT-netwerken: – De meest gebruikelijk vereiste configuratie van een LAN-gebaseerd IT-netwerk waarbij medische apparaten van Dräger worden geïntegreerd, is een stervormige architectuur die bewakingseenheden en groepen van bewakingseenheden (“verzorgingseenheden”) via gelaagde netwerkswitches met elkaar verbindt en de segmentatie van ander IT-netwerkverkeer via afzonderlijk aangegeven virtuele LAN's.
  • Pagina 273 INHOUD GEBRUIKSAANWIJZING CONFORM IEC 60601-1:2005 en IEC 60601-1:2012 CLAUSULE 14.13 – Het feit dat IT-netwerken niet de vereiste eigenschappen kunnen bieden om aan de doelstelling van de verbinding van het medische apparaat met het IT-netwerk te voldoen, kan mogelijk leiden tot schadelijke situaties.
  • Pagina 274 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 275 Technische gegevens Technische gegevens Plaats van gebruik ..... 276 Infinity R50N ......276 Infinity M300 .
  • Pagina 276 Technische gegevens Plaats van gebruik OPMERKING De specificaties in dit hoofdstuk kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. De plaats waar alle apparatuur gebruikt wordt, moet voldoen aan de omgevingsvereisten zoals worden gespecificeerd in dit deel. Raadpleeg voor verwante informatie "Algemene veiligheidsinformatie" op pagina 13. De Infinity CentralStation en de Infinity M300 zijn niet bedoeld voor verzorging thuis of in de volgende ziekenhuisomgevingen: –...
  • Pagina 277 Technische gegevens Omgevingsvereisten Gebruik Temperatuur 10 tot 45 °C (50 tot 113 °F) Relatieve vochtigheid 20 tot 95 %, niet-condenserend Atmosferische druk 525 tot 795 mmHg (70 tot 106 kPa) Opslag Temperatuurbereik –20 tot +50 °C (–4 tot +122 °F) Relatieve vochtigheid 10 tot 95 %, niet-condenserend Atmosferische druk...
  • Pagina 278 Technische gegevens Infinity M300 Bedrijfsduur accu Uitsluitend ECG: 22 tot 26 uur ECG + continu SpO2: 18 tot 20 uur Bedrijfstijd varieert naar gelang het gebruik van het scherm, alarmsignalen en draadloze omgeving (roaming). OPMERKING De gebruiksduur van de accuvan de M300 kan worden geredu- ceerd door karakteristieken van de draadloze omgeving zoals signaalkwaliteit, vermogenniveaus, energiebesparende modus enzovoort.
  • Pagina 279 Technische gegevens Infinity M300 QRS-detectie Amplitude: 0,4 tot 5,0 mV [0,2 tot 5,0 mV als de curveschaal is ingesteld op 0,5 mV/cm of lager] Duur: 40 tot 120 ms Aanpassingsbereik alarm hart- 20 tot 300 bpm frequentieniveau Bewakingsfrequentiereactie 0,5 tot 40 Hz: ±3 dB Sweepsnelheid 25 mm/s ±10 % Gedetecteerde events/ritmes...
  • Pagina 280 Technische gegevens Infinity M300 Pacemakerdetectie Afleidingen I en (II of III) Amplitude ±2 tot ±700 mV Breedte (dp) 0,1 tot 2,0 ms OPMERKING Het Infinity M300-apparaat bevat een kleine magneet die een uiterst laag statisch magnetisch veld ge- nereert van ongeveer 2 gauss op 12,7 mm (0,5 in) afstand. Raadpleeg de gebruiksinstructies van de fabrikant met betrekking tot de geschiktheid van medische apparatuur van derden in de nabijheid van de patiënt.
  • Pagina 281 Technische gegevens Infinity M300 Nauwkeurigheid SpO2: 0 tot 69 % niet gespecificeerd 70 tot 100 % sensorspecifiek als volgt: Masimo LNOP-sensoren SpO2-nauwkeurigheid 1, 2, 3, 4 LNOP adt, LNOP Pdt, LNOP neo, LNOP DCI, LNOP TC-I, LNOP DCIP, LNOP YI ±3 % Nauwkeurigheid polsfrequentie: ±3 bpm of ±3 %,...
  • Pagina 282 Technische gegevens Infinity M300 OPMERKING Omdat de pulsoximetermetingen statistisch verspreid worden, valt naar verwachting slechts twee- derde van deze metingen binnen ±1 A van de waarde gemeten door een Co-oximeter. Deze nauwkeurigheden zijn bevestigd aan de hand van bloedmonsters verkregen uit gezonde vol- wassen vrijwilligers tijdens studies van teweeggebrachte hypoxie binnen het bereik van 70 tot 100 % SpO2 via een laboratorium-CO-oximeter en ECG-monitor.
  • Pagina 283 Technische gegevens Infinity M300 bedzijdig laadstation (MS29558) Infinity M300 bedzijdig laadstation Fysieke specificaties Afmetingen, H x B x D 45,7 x 162,5 x 99,1 mm (1,8 x 6,4 x 3,9 in) Gewicht 375 g (13,2 oz) tot 447 g (15,8 oz) afhankelijk van type stekker Koeling Convectie Aansluitingen...
  • Pagina 284 Technische gegevens Infinity M300 centraal laadstation (MS25699) Centraal laadstation van de Infinity M300 Fysieke specificaties Afmetingen, H x B x D 230 x 525 x 190 mm (9,0 x 20,7 x 7,5 in) Gewicht 6,8 kg (15 lb) Koeling Convectie Aansluitingen Maximaal tien (10) Infinity M300 apparaten Elektrische specificaties...
  • Pagina 285 Technische gegevens Specificaties van de Infinity M300+ Omgevingsvereisten Atmosferische druk In bedrijf: 64,7 tot 106 kPa Tijdens opslag: 50 tot 106 kPa Temperatuur In bedrijf: 0 tot 40 °C (32 tot 104 °F) Tijdens opslag: –20 tot +60 °C (–4 tot +140 °F) Vochtigheid (niet-condense- In bedrijf: 10 tot 85 % rend)
  • Pagina 286 Technische gegevens Specificaties van de Infinity M300+ Uitgangsvermogen radio 30 mW (2,4 GHz) / 25 mW (5 GHz) Beschikbare elektroden Kabelset met 3 afleidingen: I, II, of III Kabelset met 5 afleidingen: I, II, III, aVL, aVR, aVF, V Kabelset met 6 afleidingen: I, II, III, aVL, aVR, aVF, V, V+ Kabelset met 6 afleidingen met Infinity TruST: I, II, III, aVL, aVR, aVF, dV1, V2, dV3, dV4, V5, dV6 Geanalyseerde elektroden...
  • Pagina 287 Technische gegevens Specificaties van de Infinity M300+ Pacemakerdetectie Afleidingen I en (II of III) Amplitude ±2 tot ±700 mV Breedte (dp) 0,1 tot 2,0 ms ST-segmentanalyse Geanalyseerde elektroden Kabelset met 3 afleidingen: I, II, of III Kabelset met 5 afleidingen: I, II, III, aVL, aVR, aVF, V Kabelset met 6 afleidingen: I, II, III, aVL, aVR, aVF, V, V+ Kabelset met 6 afleidingen met Infinity TruST: I, II, III, aVL, aVR, aVF, dV1, V2, dV3, dV4, V5, dV6...
  • Pagina 288 Technische gegevens Specificaties van de Infinity M300+ Nauwkeurigheid SpO2: 0 tot 69 % niet gespecificeerd 70 tot 100 % sensorspecifiek als volgt: Masimo LNCS-sensoren SpO2-nauwkeurigheid 1, 2, 3, 4 LNCS DCI, LNCS DCIP, LNCS Adtx, LNCS Pdtx Niet gespecificeerd Nauwkeurigheid polsfrequentie: ±3 bpm of ±3 %, afhankelijk van wel- ke het grootst is...
  • Pagina 289 Technische gegevens Specificaties van de Infinity M300+ OPMERKING Aangezien de SpO2-metingen statistisch zijn ingedeeld, zullen slechts twee derde van die metingen binnen ±1 A van de door een CO-oxymeter gemeten waarde vallen. Deze nauwkeurigheden zijn bevestigd aan de hand van bloedmonsters verkregen uit gezonde vol- wassen vrijwilligers tijdens studies van teweeggebrachte hypoxie binnen het bereik van 70 tot 100 % SpO2 via een laboratorium-CO-oximeter en ECG-monitor.
  • Pagina 290 Technische gegevens Specificaties van het Infinity M300+ acculaadstation Elektrische specificaties Voedingsspanning 100 V tot 240 V wisselstroom LET OP: Gebruik een overspanningsbeveiliging bij alle elektrische aansluitingen. Ingangsfrequentie (Hz) 50 Hz tot 60 Hz wisselstroomvoeding Beschermingsklasse Klasse 1 Bedrijfsmodus Continu Oplaadduur verwisselbare accu 0 tot 100 % binnen ca.
  • Pagina 291 Technische gegevens Extra informatie ECG/Aritmie/ST M300/M300+ Gemiddelde berekenen van De hartfrequentie wordt normaal gesproken gebaseerd op het gemiddel- hartfrequentie de R-R-interval berekend over de afgelopen 10 seconden. Responstijd hartslagmeter Verandering HF van 80 naar 120 bpm: bij verandering in hartfre- Bereik: <...
  • Pagina 292 Technische gegevens – Om beïnvloeding van de werking van andere apparaten te vermijden, mag u apparaten (monitoren, MPods, MCabels en accessoires) niet gebruiken in de directe nabijheid van apparatuur die microgolven of andere hoogfrequente straling uitzendt. – Voorkom nadrukkelijk het gebruik van draagbare bronnen die radiofrequenties voortbrengen, zoals mobiele telefoons en radiozenders.
  • Pagina 293 Technische gegevens Elektromagnetische emissie Emissie Conform... Elektromagnetische omgeving RF-emissie (CISPR 11) Groep 1 De Infinity M300 moet elektromagneti- sche energie uitzenden om zijn beoog- Infinity CentralStation Klasse B de functie te vervullen. Elektronische en Infinity M300 apparatuur in de directe omgeving kan daar gevolgen van ondervinden.
  • Pagina 294 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit tegen... IEC 60601-1-2 Compliantieni- Elektromagnetische omge- 3de editie veau (van dit ving testniveau apparaat) Spanningsdalingen Daling >95 %, >95 %, De netspanning dient hetzelfde en korte onderbre- 0,5 periodes 0,5 periodes te zijn als voor een normale kingen op de nets- commerciële of ziekenhuisom- Daling 60 %,...
  • Pagina 295 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit tegen... IEC 60601-1-2 Compliantieni- Elektromagnetische omge- 3de editie veau (van dit ving testniveau apparaat) Geleide RF 150 kHz tot 3 Vrms Draagbare en mobiele RF- 80 MHz: communicatieapparatuur mag RF gekoppeld in lij- niet dichter bij enig onderdeel van de monitor, inclusief de ka- (IEC 61000-4-6) bels, worden gebruikt dan de...
  • Pagina 296 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit tegen... IEC 60601-1-2 Compliantieni- Elektromagnetische omge- 3de editie veau (van dit ving testniveau apparaat) Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel/draadloos) en ge- sloten mobiele radionetten, amateurradio, AM- en FM-radio-uitzendingen en TV-uitzendingen kun- nen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld.
  • Pagina 297 Technische gegevens Infinity M300 Verklaring inzake radio-emissies OPMERKING Dit apparaat is zodanig ontwikkeld en geproduceerd dat de emissiegrenzen voor RF (Radio Frequency Energy), zoals gedefinieerd door de FCC (Federal Communication Commission), de RSS (Radio Stan- dards Specification) en ETSI, IEC 60601-1-2, niet worden overschreden. Deze grenzen maken deel uit van de internationale veiligheidsnormen en zijn vastgesteld door internationale comités.
  • Pagina 298 Technische gegevens WAARSCHUWING Gevaar door elektromagnetische storing Draadloze communicatieapparatuur (bijv. mobiele telefoons) en medisch-elektrische apparatuur (bijv. defibrillators, elektro-chirurgische apparaten) zenden elektromagnetische straling uit. Als dergelijke apparatuur in te dichte nabijheid van dit apparaat of zijn bekabeling wordt gebruikt, kan de functionele integriteit van het apparaat door elektromagnetische storing worden aangetast.
  • Pagina 299 Technische gegevens Immuniteit tegen Testniveau en vereiste elektromagnetische IEC 60601-1-2 4de editie omgeving Elektrostatische ontlading (ESD) (IEC 61000-4-2) Ontlading bij contact: ±8 kV Ontlading in lucht: ±15 kV Magnetische velden bij netfrequentie 30 A/m (IEC 61000-4-8) Uitgestraalde hoogfrequente storingen 80 MHz tot 2,7 GHz: 3 V/m (IEC 61000-4-3) Geleide hoogfrequente storingen 150 kHz tot 80 MHz: 3 V...
  • Pagina 300 Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 301 Lijst met accessoires Lijst met accessoires Overzicht van accessoires M300 ..302 Accessoires ......302 Algemene M300-accessoires.
  • Pagina 302 Lijst met accessoires Overzicht van accessoires M300 De volgende afbeelding toont een overzicht van de accessoires die beschikbaar zijn voor de M300. Accessoires A ECG-connector B SpO2-connector C ECG - grabberset en telemetriekabelsets met afleidingen D ECG - MonoLead E ECG - Voor single patient use F Masimo SpO2 G Nellcor SpO2 Dit hoofdstuk bevat de accessoires die beschikbaar zijn voor het ICS met een M300-configuratie.
  • Pagina 303 Lijst met accessoires – "ECG-bewaking – herbruikbare afleidingssets" op pagina 304 – "ECG-bewaking – afleidingssets voor single-patient use" op pagina 306 – "ECG-bewaking – MonoLead" op pagina 308 – "ECG-bewaking – telemetrie" op pagina 310 – "Pulsoximetriebewaking (SpO2) met Masimo" op pagina 312 –...
  • Pagina 304 Lijst met accessoires ECG-bewaking – herbruikbare afleidingssets Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 305 Lijst met accessoires -accessoires Onderdeel Onderdeelnummer ECG-verlengkabel, 3/5/6, 2 m (6,5 ft) MS16256 ECG-verlengkabel met 6 afleidingen, 2 m (6,5 ft) MP05115 Herbruikbare afleidingssets Onderdeel Onderdeelnummer ECG-grabber met 3 afleidingen, IEC1 (Europa),1 m (3,3 ft) MP03401 ECG-grabber met 3 afleidingen, IEC2 (AHA/US), 1 m (3,3 ft) MP03402 ECG-grabber met 5 afleidingen, IEC1 (Europa), 1 m (3,3 ft) MP03403...
  • Pagina 306 Lijst met accessoires ECG-bewaking – afleidingssets voor single-patient use Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 307 Lijst met accessoires ECG-accessoires Onderdeel Onderdeel- nummer ECG-verlengkabel, 3/5/6, 2 m (6,5 ft) MS16256 Afleidingssets voor single-patient use Onderdeel Onderdeel- nummer ECG-grabber met 3 afleidingen, IEC1 (Europa),1 m (3,3 ft) MP00875 ECG-grabber met 3 afleidingen, IEC2 (AHA/US), 1 m (3,3 ft) MP00877 ECG-grabber met 5 afleidingen, IEC1 (Europa), 1 m / 1,5 m (3,3 ft / 4,9 ft) MP00879...
  • Pagina 308 Lijst met accessoires ECG-bewaking – MonoLead Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 309 Lijst met accessoires ECG-accessoires Onderdeel Onderdeelnummer ECG-verlengkabel, 3/5/6, 2 m (6,5 ft) MS16256 ECG-verlengkabel met 6 afleidingen, 2 m (6,5 ft) MP05115 MonoLeads 1e generatie Onderdeel Onderdeelnummer ECG-MonoLead met 3 afleidingen, IEC1 (Europa), 2 m (6,5 ft) MS14555 ECG-MonoLead met 3 afleidingen, IEC2 (AHA/US), 2 m (6,5 ft) MS14556 ECG-MonoLead met 3 afleidingen, IEC1 (Europe), 4,1 m (13,5 ft) MS28561...
  • Pagina 310 Lijst met accessoires ECG-bewaking – telemetrie Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 311 Lijst met accessoires ECG-afleidingen voor telemetrie Onderdeel Onderdeelnum- ECG-verlengkabel, 3/5/6, 2 m (6,5 ft) MS16256 ECG-verlengkabel met 6 afleidingen, 2 m (6,5 ft) MP05115 Telemetriekabels met éénpins-aansluiting Onderdeel Onderdeelnum- ECG-kabel, 3 afleidingen, TruST tele., éénpins, EURO, 70 cm MP03421 ECG-kabel, 3 afleidingen, TruST tele., éénpins, AHA, 70 cm MP03422 ECG-kabel, 5 afleidingen, TruST tele., éénpins, EURO, 70 cm MP03423...
  • Pagina 312 Lijst met accessoires Pulsoximetriebewaking (SpO ) met Masimo Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 313 Lijst met accessoires Masimo SpO -kabels Onderdeel Onderdeelnum- Masimo-verbindingskabel, LNCS, 1,2 m (3,9 ft) MS24303 Masimo-verbindingskabel, LNCS, 3 m (9,8 ft) MS17522 In de volgende tabellen worden de compatibele sensoren beschreven die verkrijgbaar zijn bij Dräger. Masimo LNCS sensoren voor éénmalig gebruik Onderdeel Onderdeelnum- Adtx, voor volwassenen, 20 stuks...
  • Pagina 314 Lijst met accessoires Pulsoximetriebewaking (SpO ) met Nellcor Gebruiksaanwijzing – Infinity ® M300 en M300+ serie – VG3.0...
  • Pagina 315 Lijst met accessoires Nellcor SpO -kabels Onderdeel Onderdeelnum- Verbindingskabel, 1,2 m (3,9 ft) MS18683 Verbindingskabel, 3 m (9,8 ft) MS17330 Nellcor sensoren voor éénmalig gebruik In de volgende tabellen worden de compatibele sensoren beschreven die verkrijgbaar zijn bij Dräger. Onderdeel Onderdeelnum- OxiMax MaxA, 46 cm (18 in) kabel, 24 stuks MX50065...
  • Pagina 316 Lijst met accessoires Overzicht van accessoires M300/M300+ Systeemcomponenten M300+ De volgende onderdelen zijn componenten voor de M300+. Neem contact op met uw vertegenwoordiger van Dräger voor meer informatie. Onderdeel M300+ Onderdeelnummer M300+ patiëntmonitor MS33648 E/M ASY M300+ accu MS33308 M300+ laadstation MS33198 M300+ uitwisselunit MS33659...
  • Pagina 317 Lijst met accessoires Herbruikbare SpO -sensoren LNCS Wereldwijd on- Onderdeel- Onderdeel- Beschrijving derdeelnummer nummer nummer voor voor de de Japanse Amerikaan- markt se markt MP00796 MP03019 MP03097 Masimo SpO -sensor LNCS DC-I MP00795 MP03020 MP03098 Masimo SpO -sensor LNCS DC-IP MP00789 MP03023 MP03102...
  • Pagina 318 Masimo RD-SET SpO2-Sensoren Wereldwijd on- Onderdeel- Onderdeel- Beschrijving derdeelnummer nummer nummer voor voor de de Japanse Amerikaan- markt se markt MS33726 MS33745 MS33764 Masimo SpO RD-SET, voor volwassen patiënten MS33727 MS33746 MS33765 Masimo SpO RD-SET, voor pediatrische patiënten MS33740 MS33759 MS33778 Masimo SpO -Sen RD-SET DC-I...
  • Pagina 319 Index Index Afleidingen selecteren ....158 Aan/uit-knop, M300 ..... . 51 Bereiken en standaardinstellingen .
  • Pagina 320 Index Diagnostische code (registraties) ..201 Gebruikers ......6 Gegevensoverdracht .
  • Pagina 321 Index M300 QRS-patroon herleren ....173 Aan/uit-knop ......51 QRS-patroon leren .
  • Pagina 322 Index Beschikbare instellingen ....173 TACH = Tachycardie Complexpagina's ....168 Technische gegevens .
  • Pagina 324 Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen voor Infinity ® M300 en M300+ serie VG3.0 met het serienummer: Als er geen serienummer is ingevuld door Dräger, wordt deze gebruiksaanwijzing uitsluitend geleverd voor algemene informatie en is deze niet bedoeld voor gebruik met een specifieke machine of apparaat.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Infinity m300+ series