Download Print deze pagina
Dräger Infinity PS250 Gebruiksaanwijzing
Dräger Infinity PS250 Gebruiksaanwijzing

Dräger Infinity PS250 Gebruiksaanwijzing

Software vg2
Verberg thumbnails Zie ook voor Infinity PS250:

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Infinity Acute Care System
WAARSCHUWING
Voor het juiste gebruik van dit medische
apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen
en strikt opvolgen.
Bewakingstoepassingen
Software VG2

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dräger Infinity PS250

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System Bewakingstoepassingen WAARSCHUWING Software VG2 Voor het juiste gebruik van dit medische apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen.
  • Pagina 2 Weergaveconventies Tekst op het scherm en op labels op het apparaat 1 De volgorde van handelingen wordt met opeen- wordt vet- en schuingedrukt weergegeven, zoals volgende nummers aangegeven. Elke nieuwe bijv. Alarmen of Trends/ Gegevens..reeks handelingen begint weer met "1". Het "groter dan"...
  • Pagina 3 Handelsmerken – Acute Care System – M-LNCS – Babylog® zijn handelsmerken van Masimo corporation. ® ® – DrägerService – Nellcor ® ® – Evita – OxiMax ® ® – Hemo4 – SatSeconds ® – Hemo2 zijn handelsmerken van Covidien. ® ®...
  • Pagina 4 Algemene veiligheidsdefinities OPMERKING WAARSCHUWING Een OPMERKING geeft aanvullende informatie Een WAARSCHUWING geeft belangrijke infor- die is bedoeld om ongemakken tijdens het gebruik matie over een mogelijk gevaarlijke situatie te vermijden. die, indien deze niet wordt voorkomen, ernstig letsel of overlijden tot gevolg kan hebben. Afkortingen en symbolen LET OP Een opmerking die door LET OP wordt voorafge-...
  • Pagina 5 In bedrijf stellen..... . . 87 Infinity PS250-stroomvoorziening (PS250)..23 Overzicht ......88 Infinity P2500-stroomvoorziening (P2500) .
  • Pagina 6 Inhoudsopgave De alarminstelling voor aritmie configureren . . 121 De lead-kabelsets aansluiten Alarminstelling voor ST ....123 voor 12-afleidingen bewaking ... . . 182 De SpO -alarmprioriteit configureren .
  • Pagina 7 Inhoudsopgave De drempelwaarde voor detectie bijstellen De niet-invasieve bloeddrukslang en de ademhalingsmarkering activeren ..225 en -manchet aansluiten ....266 Modi voor meting van ademhaling .
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Kooldioxide-concentraties (CO ) ..313 Scherminstelling – toetsen hoofdmenubalk configureren....356 Overzicht van CO -bewaking ....314 Scherm Instellingen –...
  • Pagina 9 Overzicht ......454 Infinity PS250-stroomvoorziening... 454 Infinity P2500 .
  • Pagina 10 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 11 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Voor de veiligheid van u en uw patiënten Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op..12 De gebruiksaanwijzing bewaren... . 12 Training.
  • Pagina 12 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op Training Training voor gebruikers is beschikbaar via de verant- OPMERKING woordelijke Dräger organisatie; zie www.draeger.com. Het Infinity Acute Care System biedt de volgende aanvullende instructies voor het gebruik: –...
  • Pagina 13 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Installatie van accessoires Aangesloten apparaten LET OP WAARSCHUWING Risico van onjuist functioneren van het apparaat. Risico op elektrische schok en op apparaat- storingen. Installeer accessoires op het basisapparaat in Aangesloten apparaten of combinaties van ap- overeenstemming met de gebruiksaanwijzing van paraten die niet voldoen aan de vereisten zoals het basisapparaat.
  • Pagina 14 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Elektrische veiligheid LET OP Om letsel bij de patiënt te voorkomen, mag u con- WAARSCHUWING nectors of bevestigingsschroeven op het apparaat Omdat er een kans op elektrische schokken niet aanraken terwijl u de patiënt aanraakt. Laat de bestaat, mag u nooit de behuizing van een ap- geleidende onderdelen van elektroden en kabels paraat verwijderen wanneer het apparaat in ge-...
  • Pagina 15 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Aansluiting op een ziekenhuisnetwerk Patiëntbewaking Veel medische apparaten die zijn geproduceerd Degene die het medische apparaat bedient, is ver- door Dräger, maken gebruik van netwerken voor het antwoordelijk voor de keuze van een adequaat pa- realtime verzenden van patiëntgegevens en voor het tiëntbewakingssysteem dat correcte en bruikbare doorgeven van alarmvoorwaarden aan klinische ge-...
  • Pagina 16 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Algemene veiligheidsinformatie De volgende WAARSCHUWING en LET OP-op- LET OP merkingen gelden voor de algemene werking van Lees alle reinigingsinstructies (bijvoorbeeld af- het apparaat. komstig van de fabrikant van het desinfecteermid- del en het ziekenhuis) zorgvuldig door voordat Specifieke WAARSCHUWINGEN en LET OP-op- u het apparaat reinigt.
  • Pagina 17 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Informatie over elektromagnetische WAARSCHUWING compatibiliteit Zorg ervoor dat het apparaat juist is gemon- teerd en bevestigd om letsel te voorkomen. Algemene informatie over elektromagnetische Zorg ervoor dat wordt voldaan aan de vereis- compatibiliteit (EMC) conform de internationale ten voor maximale belasting en voor de hel- EMC-norm IEC 60601-1-2:...
  • Pagina 18 Voor de veiligheid van u en uw patiënten Voorzorgsmaatregelen bij defibrillator WAARSCHUWING Om de kans op brandwonden tijdens elektro- Het IACS en de randapparatuur zijn beschermd te- chirurgie te verminderen, dient u de sensor of gen hoogfrequente interferentie van defibrillators en omvormer (ECG, druk, SpO ) en de bijbehoren- elektrochirurgische apparaten, en tegen storingen...
  • Pagina 19 Toepassing Toepassing Beoogd gebruik – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen ..20 Gebruiksaanwijzing ..... 20 Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System –...
  • Pagina 20 Toepassing Beoogd gebruik – Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen Gebruiksaanwijzing Het IACS is bedoeld voor fysiologische patiënten- bewaking van volwassenen, kinderen en neonaten via meerdere parameters in omgevingen waarin de De M540 geeft de volgende parameters weer: patiëntenzorg wordt geleverd door geschoolde ge- –...
  • Pagina 21 Overzicht ......22 Infinity Medical Cockpit (Cockpit) ..22 Infinity PS250-stroomvoorziening (PS250) . . . 23 Infinity P2500-stroomvoorziening (P2500) . . . 23 Infinity M540-patiëntmonitor (M540) .
  • Pagina 22 M540 en de Cockpit wordt verzorgd en de accu in de M540 wordt opgeladen A C500/C700 – PS250 – verwijst naar de Infinity PS250-com- B PS250 of P2500 municatiehub (stroomvoorziening) C M500 – P2500 – verwijst naar het Infinity P2500 D M540 –...
  • Pagina 23 Systeemoverzicht Infinity PS250-stroomvoorziening (PS250) In het volgende diagram wordt de onderzijde van A Connectors Infinity-netwerk de PS250 weergegeven. B Connector voor verpleegkundigenoproepsysteem C Connector voor exportprotocol D Netsnoeraansluiting E Twee onderling uitwisselbare systeemkabel- connectors: een voor de M540 en een voor...
  • Pagina 24 Systeemoverzicht Infinity M540-patiëntmonitor (M540) In het volgende diagram wordt de M540 weergege- A M540-patiëntmonitor ven wanneer deze in het M500 Docking Station is B M500 Docking Station aangebracht. De M540 haalt patiëntsignalen op, verwerkt deze en geeft ze voor weergave door naar de Cockpit. De M540 zorgt bovendien voor patiëntbewaking wanneer het apparaat tijdens patiënttransport is losgekoppeld.
  • Pagina 25 Systeemoverzicht Achterpaneel van de M500 A Systeemkabelconnector B Connector voor verpleegkundigenoproepsysteem C LED – brandt groen indien aangesloten op het netwerk Extra hardware In de volgende tabel worden de extra apparaten ver- meld die op het IACS kunnen worden aangesloten. Apparaat Beschrijving Aansluiting...
  • Pagina 26 Systeemoverzicht Hemo4-pod Hiermee worden 4 drukwaarden, Wordt direct aangesloten op de de hartfunctie en de kern- en li- Hemo-connector van de M540 Infinity MPod – QuadHemo chaamstemperatuur gemeten. (zie de informatie op pagina 279 en verder). Hemo2-pod Hiermee worden 2 drukwaarden, de hartfunctie en de kern- en li- chaamstemperatuur gemeten.
  • Pagina 27 Systeemoverzicht Apparaatsymbolen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Onderste alarmgrenzen Richtlijn 93/42/EEG betreffende Bovenste alarmgrenzen medische hulpmiddelen Toegang tot trendpagina's Alarmgrenzen automatisch instellen Met de toets naast dit symbool opent Alarmbewaking is tijdelijk gedeactiveerd u pagina's met speciale procedures Toegang tot alarmfuncties Alarmbewaking permanent gedeactiveerd Toegang tot de Standby- en privacy- De akoestische alarmtoon is tijdelijk modi, en toegang om een patiënt te...
  • Pagina 28 Systeemoverzicht Wisselstroomaansluiting Niet-wegwerpbaar onderdeel Functie/instelling is ontgrendeld Onderdeelnummer en revisie van apparaat Functie/instelling is vergrendeld Serienummer van apparaat Gegevensinvoer met numeriek toet- Fabricagedatum senblok Trendconfiguratie Procedure voor schermkalibratie is vol- tooid Toegang tot toetsenbord op het Procedure voor schermkalibratie herhalen scherm Verpleegkundigenoproep Weergavefilter.
  • Pagina 29 Systeemoverzicht Hiermee bladert u vooruit op een Hiermee vernieuwt u een webscherm website Hiermee wordt het hoofdscherm weer- Hiermee bladert u achteruit op een gegeven website Defibrillatiebestendige apparatuur, Hiermee stopt u het laden van type CF de website Afkortingen In de volgende lijst worden de afkortingen vermeld die Afkorting Beschrijving in deze gebruiksaanwijzing voorkomen en die worden...
  • Pagina 30 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Ventriculair couplet Flow-volume loop Statische longcompliantie GD1 D tot Algemene druk 1-4 diastolische GD4 D waarde Cstat Statische longcompliantie GD1 M tot GP 1 tot 4 gemiddelde waarde Veneuze zuurstofinhoud GD4 M eliminatiecoëfficiënt tijdens GD1 S tot GP 1 tot 4 systolische waarde GD4 S Centrale veneuze druk...
  • Pagina 31 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Inspiratoire O MVmand Minuutvolume, verplicht inDes Inspiratoire desfluraanconcentratie MVspon Minuutvolume, spontane expiratie inEnf Inspiratoire enfluraanconcentratie Lachgas inHal Inspiratoire halothaanconcentratie N2O const Gecombineerd N2O-verbruik inIso Inspiratoire isofluraanconcentratie NIBP Niet-invasieve bloeddruk inxMAC MAC-factor NIBP D NIBP diastolische waarde inN2O Inspiratoire N2O-concentratie NIBP M...
  • Pagina 32 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Polsslag van SpO Ademhalingsfrequentie (CO Arteriële druk – polsslag Ademfrequentie (impedantie) Pmax Maximale inspiratoire druk RRmach Verplichte ademfrequentie Pmean Gemiddelde ademwegdruk RRspon Ademfrequentie, spontane Pmin Minimale ademwegdruk RRspon Ademfrequentie, spontane Pplat Plateaudruk Ademfrequentie, beademing PS250 Stroomvoorziening Index rapid shallow breathing Psupp...
  • Pagina 33 Systeemoverzicht Afkorting Beschrijving Afkorting Beschrijving Slagvolume-index Tweede borstwand- of precordia- le-afleiding van een 6-lead kabelset Veneuze zuurstofverzadiging V1 – V6 ECG-borstwand-afleidingen Vasculaire systeemweerstand V1 tot V6 SVRI Vasculaire systeemweerstandsin- V'CO -productie -productie Supraventriculaire tachycardie Dode ruimte Slagvolumevariatie Vds/VTe Relatieve dode ruimte TACH Tachycardie VESA...
  • Pagina 34 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 35 Bedieningsconcept Bedieningsconcept Overzicht ......36 De parameterinhoud filteren... . . 58 Componenten van het IACS .
  • Pagina 36 Bedieningsconcept Overzicht Het IACS is een volledige netwerkoplossing die pa- De centrale component van het IACS is de Cockpit. tiëntbewaking, behandeling en IT-toepassingen biedt Dit medische werkstation biedt gecentraliseerde op de plaats van zorgverlening. weergave- en controlefuncties voor Infinity-bewa- kingssystemen en IT-toepassingen op de plaats van Dräger heeft het IACS ontwikkeld als oplossing voor zorgverlening.
  • Pagina 37 Bedieningsconcept Componenten van het IACS In het volgende diagram wordt een mogelijke confi- guratie van het IACS getoond. A C500/C700 Systeemkabels B DVI-kabel J R50N-recorder (optie) C Secundaire display (optioneel) K Wisselstroom (AC) D USB-kabel L Infinity-netwerk E Toetsenbord en muis (optioneel) M Infinity MCable –...
  • Pagina 38 Bedieningsconcept Communicatie tussen de M540 en de Cockpit De M540 koppelen De communicatie tussen de M540 en de Cockpit start zodra de M540 is gekoppeld op de M500 (zie pagina 81). De M540 haalt fysiologische signalen Zodra de M540 in de M500 is gekoppeld, gebeurt van de patiënt op en geeft ze voor weergave door er het volgende op de Cockpit: naar de Cockpit.
  • Pagina 39 Bedieningsconcept De M540 ontkoppelen Koppelen op een andere Cockpit LET OP Wanneer u de M540 ontkoppelt, gebeurt er het vol- Voordat u de M540 aan een andere Cockpit kop- gende: pelt, moet u ervoor zorgen dat op beide apparaten – Het bericht Losgekoppeld van M540 ver- dezelfde meeteenheden worden gebruikt.
  • Pagina 40 Bedieningsconcept Communiceren met het Infinity-netwerk M540 draadloze modus Wanneer de M540 is gekoppeld op de M500 en het IACS is aangesloten op het netwerk, zijn de patiënt- gegevens beschikbaar op het Infinity-netwerk. Als Als de draadloze optie is geactiveerd en goed is ge- de verbinding met het Infinity-netwerk wordt verbro- configureerd, schakelt de M540 automatisch, binnen ken, verandert de Cockpit-instelling Alarm volume...
  • Pagina 41 Bedieningsconcept De volgende gegevens worden doorgegeven In het volgende diagram wordt de pagina Transfer tijdens de overdracht van patiëntgegevens: getoond, die wordt gebruikt voor de overdracht van patiëntgegevens. – Demografische patiëntgegevens (zie pagina 89 voor informatie over welke demografische ge- gevens worden opgenomen) –...
  • Pagina 42 Bedieningsconcept Gegevens overbrengen 1 Zet het bronapparaat (Infinity Delta/Delta 4 Open zo nodig het tabblad Transfer. Op de pa- XL/Kappa of een andere IACS Cockpit) gina Transfer (zie pagina 45) worden alle ap- in de Standby-modus. paraten vermeld die in het momenteel geselec- teerde zorggebied in de Standby-modus staan.
  • Pagina 43 Bedieningsconcept Afstandsbediening en externe weergave Wanneer een Cockpit is aangesloten op het Infini- voeren. U kunt ook andere Infinity-apparaten ty-netwerk, kunnen gegevens worden gedeeld tus- toestaan een Cockpit weer te geven en functies sen Infinity-apparaten die op het netwerk zijn aange- op afstand uit te voeren door de functie voor af- sloten.
  • Pagina 44 Bedieningsconcept Afstandsbediening De functies voor Externe weergave gebruiken In het dialoogvenster Externe weergave kunt Als de afstandsbedieningsfunctie is geactiveerd u de volgende functies uitvoeren (de letters tussen (zie pagina 376), kunt u de volgende Cockpit-func- haakjes verwijzen naar de afbeelding van het dia- ties op afstand uitvoeren vanaf het ICS: loogvenster Externe weergave op pagina 43): OPMERKING...
  • Pagina 45 Bedieningsconcept Communicatiebeheer In de volgende tabel wordt samengevat hoe de Cockpit, de M540, en de M500 onder specifieke omstandigheden functioneren. Wat gebeurt er als... Gedrag Het IACS in- en uitschakelen u de Cockpit inschakelt? Het middelste van de drie LED's aan weerszijden van de aan/uit-toets gaat groen branden.
  • Pagina 46 Bedieningsconcept Wat gebeurt er als... Gedrag de systeemkabel wordt losgekoppeld – De Cockpit laat een alarmtoon van lage prioriteit van de stroomvoorziening of de M500? horen. – Op de Cockpit wordt het bericht Sluit systeemka- bel aan a.u.b. weergegeven in de kopbalk, en het bericht Losgekoppeld van M540 verschijnt in het bewakingsgebied.
  • Pagina 47 Bedieningsconcept Stroomverlies Stroomverlies heeft het volgende effect: – Een alarm met een gemiddelde prioriteit wordt geactiveerd op de Cockpit en het bericht Net- – De Cockpit schakelt gedurende 5 minuten over voeding aansluiten a.u.b. verschijnt. op de accu's. Vervolgens wordt een veilige af- sluitprocedure gestart, waarbij de integriteit van –...
  • Pagina 48 Bedieningsconcept Secundaire display Als u de weergavemogelijkheden van een Cockpit Op de secundaire display wordt de inhoud van het wilt uitbreiden, kunt u een tweede display aansluiten Cockpit-scherm afgebeeld. De display produceert op de DVI-connector van de Cockpit. Gebruik hier- geen akoestische alarmsignalen en ondersteunt voor één van de twee typen LCOM-kabels (DVI naar geen gebruikersinteracties.
  • Pagina 49 Bedieningsconcept Gebruikersinterface In de volgende paragrafen wordt de gebruikersin- A Kopbalk terface van de Cockpit beschreven wanneer deze B Hoofdmenubalk is aangesloten op een M540. C Werkbalk Auto weergave (indien geactiveerd) Het beeldscherm van een bewakende Cockpit is onderverdeeld in de volgende hoofdgebieden: D Bewakingsgebied Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System –...
  • Pagina 50 Bedieningsconcept Kopbalk De blauwe kopbalk verschijnt langs de bovenrand Het veld Naam patiënt van het Cockpit-scherm. Deze balk is altijd zicht- In het veld Naam patiënt (C) van de kopbalk wordt baar, ongeacht wat er in het bewakingsgebied wordt de naam van de patiënt weergegeven. Als u dit veld weergegeven.
  • Pagina 51 Bedieningsconcept Het veld Alarmmelding – en het bericht Alle alarmen pauzeren %0 met de afteltimer, als voor de functie Alle alar- In het veld Alarmmelding (F) in de bovenste scherm- men pauzeren een tijdsperiode is ingesteld (zie balk (zie pagina 50) wordt de huidige alarmstatus pagina 360) en u de toetsen Alarmen...
  • Pagina 52 Bedieningsconcept Parametervelden Elk parameterveld bevat real-time waarden van In het volgende voorbeeld ziet u hoe hetzelfde pa- een parameter en een combinatie van de volgende rameterveld er anders uitziet als het hoofdscherm gegevens: meer parameters bevat. Elk parameterveld heeft minder ruimte voor de weergave van de inhoud. De –...
  • Pagina 53 Bedieningsconcept Curven vastzetten/stoppen Met de volgende functies kunt u de curven aanpas- sen:  Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Cur- – Kleuren wijzigen voor afzonderlijke parameters ven bevriezen. (zie het voorbeeld op pagina 193 om de kleur voor een ECG te wijzigen) Alle curven stoppen en het bericht Curven bevro- ren verschijnt in elk curvekanaal.
  • Pagina 54 Bedieningsconcept Ondersteunde meldingen De volgende meldingen verschijnen op de Cockpit en – O.K. alarmen verschijnt in de bovenste scherm- worden ook door het Infinity-netwerk ondersteund: balk als u O.K. alarmen activeert (zie pagina 361). – Alle alarmen uit als de functie Alle alarmen –...
  • Pagina 55 Bedieningsconcept Dialoogvensters en pagina's In het volgende diagram wordt getoond hoe het be- Als u de overeenkomstige toets gevolgd door punt- wakingsgebied eruitziet wanneer u een dialoogven- jes selecteert op de hoofdmenubalk, wordt het over- ster opent. Het linkergedeelte is gereserveerd voor eenkomstige dialoogvenster geopend.
  • Pagina 56 Bedieningsconcept Hoofdmenubalk en werkbalk Snelle toegang In het volgende diagram wordt de hoofdmenubalk De volgende toetsen verschijnen in de hoofdmenu- weergegeven met de symbolen voor snelle toegang balk. en een werkbalk voor snelle toegang. De hoofdme- Alarmen... Hiermee wordt het dialoogven- nubalk en de symbolen voor snelle toegang bevin- ster Alarmen geopend.
  • Pagina 57 Bedieningsconcept Werkbalk Snelle toegang Veelgebruikte functies zijn voor eenvoudige toe- In de volgende tabel ziet u de symbolen voor snelle gang gegroepeerd in werkbalken voor snelle toe- toegang en de bijbehorende werkbalken die ermee gang. Deze functies voor snelle toegang zijn toe- worden geopend.
  • Pagina 58 Bedieningsconcept De parameterinhoud filteren U kunt de inhoud van de weergegeven parameters Met de filtertoets schakelt u tussen de ongefilterde filteren met de toets Weergavefilter , die ver- en de gefilterde weergave. Het filter is geactiveerd schijnt in de volgende dialoogvensters: wanneer de filterweergavetoets op een lichtgroene achtergrond wordt weergegeven.
  • Pagina 59 Bedieningsconcept Instellingswerkbalk Auto weergave Als de modus Auto weergave is geactiveerd (zie Dit functioneert dynamisch in combinatie met de pagina 350), verschijnt de instellingswerkbalk Auto pagina Auto weergave (zie pagina 350), waarop weergave langs de onderzijde van het scherm. Met u het maximumaantal velden voor curven en para- de werkbalk voor auto weergave kunt u de parame- metervelden kunt selecteren en de parameterprio-...
  • Pagina 60 Bedieningsconcept Cockpit-beeldscherm in de modus Gedeeld scherm In het volgende diagram ziet u het display van time parameters weergegeven, terwijl in het lin- de Cockpit waarop de volgende opties/functies kerpaneel een trendtabel, beademingsloops, een zijn geactiveerd: pagina met alle ECG-parameters, of parameters voor ECG/beademing, ECG/ST, of ST worden weer- –...
  • Pagina 61 Bedieningsconcept Cockpit Splitscreen-modus met minitrends In het volgende diagram ziet u het display van Als de modus Splitscreen niet is geactiveerd, ver- de Cockpit waarop de volgende opties/functies schuift het deelvenster Minitrends naar de linker- zijn geactiveerd: rand van het scherm. –...
  • Pagina 62 Bedieningsconcept Cockpit Splitscreen-modus met minitrends en IT-tabs De Cockpit ondersteunt IT-toepassingen – De functie Mini trends is geactiveerd die via tabbladen toegankelijk zijn. (zie pagina 351). In het volgende diagram ziet u het display Als de toepassing is geconfigureerd en de IT-toepas- van de Cockpit waarop de volgende opties singsfunctie is geactiveerd (zie pagina 379), wordt zijn ontgrendeld en functies zijn geactiveerd:...
  • Pagina 63 Bedieningsconcept Parameterprioriteit Met de parameterprioriteit wordt de positie van een In de volgende lijst worden de standaardprioriteiten parameter op het scherm vastgelegd. Hoeveel pa- voor parameters getoond. Drukwaarden zonder rameters er worden weergegeven als curven en toegewezen labels verschijnen als GD1, GD2, GD3 parametervelden, hangt ook af van de geselecteer- of GD4.
  • Pagina 64 Bedieningsconcept Weergaven De weergave-editor Elke Cockpit ondersteunt acht vooraf geconfigureer- de Dräger-weergaven en (optioneel) maximaal acht aangepaste weergaven. Weergaven bepalen de in- Gemachtigd personeel kan met de weergave-editor houd en het uiterlijk van het scherm. (optioneel) weergaven maken en wijzigen. Dräger-weergaven kunnen niet worden aangepast.
  • Pagina 65 Bedieningsconcept Profielen/status Cockpits kunnen aan verschillende zorggebieden De profielen zijn verdeeld in de volgende twee worden aangepast. Deze aanpasbaarheid is voor een categorieën: deel te danken aan profielen. Hiermee kan het kli- – Patiënt- en standaardprofielen nisch personeel unieke instellingen vastleggen voor de patiëntpopulaties van specifieke zorggebieden.
  • Pagina 66 Bedieningsconcept Instellingen die zijn opgenomen in een profiel In de volgende tabel worden alle instellingen ver- Parameter Opgenomen instellingen meld die een patiëntprofiel omvat. Details over elke ST-bewaking instelling, zoals beschikbare selecties en een gede- (zie pagina 213) tailleerde beschrijving van de desbetreffende in- ST-afleiding 1 stelling, zijn te vinden op de vermelde pagina's.
  • Pagina 67 Bedieningsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen (Masimo) Pulstoon volume Invasieve Schaal bloeddruk Toon-bron Filter Gemiddelde tijd Mean groot desaturatie alarm Min. schaal (ICP) (alleen neonataal) Kleur FastSat modus Instelling alarm aan/uit Grootte curve [%] Alarmgrenzen Kleur Instelling alarmarchief Instelling alarm aan/uit Ademhaling Resp.
  • Pagina 68 Bedieningsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen Schaal Externe apparaten – Loopoverl. FV loop Gascompensatie Flow schaal (zie pagina 337) RRc apnoe tijd [s] Volume schaal Kleur Externe apparaten – Loopoverl. Loops Instelling alarm aan/uit (zie pagina 337) Alarmgrenzen Profielinstellingen alarm Instelling alarmarchief Systeeminstellin- Weergeven alarmgrenzen...
  • Pagina 69 Bedieningsconcept Parameter Opgenomen instellingen Parameter Opgenomen instellingen Profielinstellingen scherm Algemene profielinstellingen Instellingen auto- Auto-weergavemodus Grafische trend Configuratievolgorde matische weergave anesthesie van parameters Curven (zie pagina 350) Open long-scherm Layout (rechts/links) Sneltoetsen Configuratie voor de Drukoverlap (zie pagina 356) symboolbalk voor snelle Parametervakken toegang Layout...
  • Pagina 70 Bedieningsconcept Instellingen die niet in een profiel zijn opgenomen De volgende instellingen zijn niet in een profiel op- Functie parameter/ Instelling genomen en moeten afzonderlijk worden geconfi- systeem gureerd. Deze instellingen blijven onveranderd tot- Invasieve bloeddruk Geselecteerde labels dat ze door de gebruiker opnieuw handmatig wor- van M540 (zie pagina 293) den geconfigureerd.
  • Pagina 71 Bedieningsconcept Systeemprofielen Systeemprofielen zijn instellingen voor het gehele De meeste systeeminstellingen kunnen worden ge- systeem. De systeemprofielen zijn verdeeld in de deeld en zijn ook install persist-instellingen. Som- volgende twee categorieën: mige instellingen zijn echter uitsluitend install per- sist-instellingen. Deze worden in de onderstaande –...
  • Pagina 72 Bedieningsconcept Instelling Gedeelde en install persist-instel- Uitsluitend install persist-instel- lingen lingen Curve 2 Alarm curve Eerste recorder Tweede recorder Setupinstellingen rapport (zie pagina 371) Vertraging curve [s] Duur curve [s] Duur trend [u] Interval tabel [min] Biomed-printerinstellingen (zie pagina 377) IP-adres printer Type printer Papierformaat...
  • Pagina 73 Bedieningsconcept Instelling Gedeelde en install persist-instel- Uitsluitend install persist-instel- lingen lingen Primaire DNS Biomed-ziekenhuisnetwerkinstellingen (zie pagina 377) DHCP IP-adres Subnetmasker Gateway Primaire DNS Biomed-netwerkinstellingen (zie pagina 376) ID Bewakingsunit Label bewakingsunit Label zorgunit Label apparaat Naam ziekenhuis Centrale post inschakelen Afstandsbediening inschakelen Stilte via afstandbed.
  • Pagina 74 Bedieningsconcept Instelling Gedeelde en install persist-instel- Uitsluitend install persist-instel- lingen lingen Tabulaire trendinstellingen (zie pagina 168) Weergave Calculatieparameters (zie het hoofdstuk "Berekeningen", dat begint op pagina 141) Alle hemodynamische para- meters Alle parameters voor zuur- stoftoediening/beademing Labcalculatie-parameterselecties (zie pagina 146) PaCO Lichaamsbouwcalculatie-selecties (zie pagina 142) Wt (gewicht)
  • Pagina 75 Bedieningsconcept Profielen en weergaven beheren Profielen overdragen Elke patiëntcategorie (volwassene, pediatrisch, ne- onataal) heeft haar eigen, unieke profielen. Als u bij- voorbeeld de neonatale patiëntcategorie activeert, Profielen kunnen naar andere Cockpits worden over- kunnen alleen de profielen voor de neonatale pa- gedragen op de met een wachtwoord beveiligde pa- tiëntcategorie worden geselecteerd.
  • Pagina 76 Bedieningsconcept Standby-modus U kunt de patiëntbewaking tijdelijk onderbreken door De Cockpit in de Standby-modus zetten de Cockpit en de M540 in de Standby-modus te zet- 1 Selecteer het symbool naast de toets Start/ ten. Als u de Standby-modus op de Cockpit selec- Standby...
  • Pagina 77 Bedieningsconcept Privacy (modus) De modus Privacy is alleen beschikbaar wanneer De Cockpit in de modus Privacy zetten de patiënt in het Infinity CentralStation (ICS) is op- 1 Selecteer het symbool naast de toets Start/ genomen. In de modus Privacy gaat patiëntbewa- Standby...
  • Pagina 78 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 79 Montage en voorbereiding Montage en voorbereiding Overzicht van de montage....80 In de handel verkrijgbare montageoplossingen ....80 De M540 koppelen/ontkoppelen .
  • Pagina 80 Montage en voorbereiding Overzicht van de montage In de handel verkrijgbare In dit hoofdstuk worden de volgende elementaire montagetaken beschreven: montageoplossingen – De M540 koppelen aan/loskoppelen van de M500 Er zijn diverse montageoplossingen beschikbaar. – De M540 in de M500 vergrendelen/ontgrendelen Het ziekenhuis is ervoor verantwoordelijk iedere montageoplossing te installeren, te testen en de –...
  • Pagina 81 Montage en voorbereiding De M540 koppelen/ontkoppelen In het volgende diagram ziet u de voor- en zijpane- De M540 koppelen len van de M500, waarmee de M540 op zijn plaats 1 Plaats het gebogen gedeelte van de M540 te- wordt gehouden. genover het gebogen gedeelte van de M500.
  • Pagina 82 Montage en voorbereiding De M540 vergrendelen/ontgrendelen U kunt de M540 permanent vergrendelen in de M500 De M540 ontgrendelen om te voorkomen dat iemand anders deze ontkoppelt. 1 Plaats de zeskantige imbussleutel van 2 mm (A) in de middelste opening (B) van de vergren- De M540 permanent vergrendelen delpal.
  • Pagina 83 Montage en voorbereiding De systeemkabels aansluiten Systeemkabels worden in 2 stappen aangesloten: – Een systeemkabel aansluiten op de PS250/P2500 en de Cockpit. – Een systeemkabel aansluiten op de PS250/P2500 en de M500. De systeemkabel aansluiten op de PS250/P2500 en de Cockpit 1 Sluit het ene uiteinde van de systeemkabel aan Onderaanzicht van de P2500 op de systeemconnector aan de achterkant van...
  • Pagina 84 Montage en voorbereiding De systeemkabel aansluiten op de PS250/P2500 en de M500 1 Sluit het ene uiteinde van de systeemkabel (B) aan op de M500-systeemconnector. 2 Sluit het andere uiteinde van de systeemkabel aan op een van de twee systeemconnectors voor PS250/P2500 (zie afbeelding op pagina 83).
  • Pagina 85 Montage en voorbereiding De Infinity MCable – Masimo SET/Masimo rainbow SET/Nellcor OxiMax aansluiten In het volgende diagram ziet u hoe een Masimo MCable kan worden aangesloten op de M540. De Nellcor OxiMax MCable kan op dezelfde manier worden aangesloten. Zijaanzicht (connectors) Onderaanzicht A M540 E Blauwe SpO...
  • Pagina 86 Montage en voorbereiding De MCable-behuizing bevestigen De MCable-behuizing verwijderen Voer deze stappen uit om de MCable te bevestigen 1 Steek een platte schroevendraaier (of een gelijk- aan de M540: soortig gereedschap) tussen de inkepingen voor het vergrendelen van de MCable-behuizing (F). 1 Zorg dat het kabeleinde van de adapter (C) van de MCable (D) in dezelfde richting wijst als de 2 Duw de behuizing voorzichtig omhoog om hem...
  • Pagina 87 In bedrijf stellen In bedrijf stellen Overzicht ......88 Het IACS in-/uitschakelen ....88 Demografische gegevens weergeven .
  • Pagina 88 In bedrijf stellen Overzicht In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die Meer in het bijzonder wordt in dit hoofdstuk uitge- vereist zijn om de patiënt te bewaken op het IACS. legd hoe u het volgende doet: – Het IACS in-/uitschakelen –...
  • Pagina 89 In bedrijf stellen De Cockpit uitschakelen De M540 uitschakelen 1 Druk op de aan/uit-toets linksonder 1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Het uit- op de Cockpit. schakelvenster verschijnt. 2 Klik in het dialoogvenster op de toets Afsluiten. 2 Klik in het dialoogvenster op de toets Afsluiten. Demografische gegevens weergeven In het volgende diagram ziet u de pagina Demogra- A De tab Demografische gegevens...
  • Pagina 90 In bedrijf stellen Patiënt opnemen U kunt een patiënt handmatig in de Cockpit opne- 4 Geef de patiënt-ID op: gebruik het symbool (C) men door de demografische gegevens in te voeren naast het veld Patiënt ID om het toetsenbord op de pagina Demografische gegevens. op het scherm te activeren en het id-nummer op te geven (maximaal 12 alfanumerieke tekens).
  • Pagina 91 In bedrijf stellen Patiënt opnemen met ZIS verkrijgen Een patiënt opnemen met ZIS verkrijgen  Raak het meest linkse veld in de kopbalk aan U kunt de pagina Demografische gegevens auto- om direct naar de pagina Demografische ge- matisch invullen door de demografische gegevens gevens te gaan.
  • Pagina 92 In bedrijf stellen Een patiënt ontslaan 1 Selecteer het meest linkse veld in de bovenste schermbalk van de Cockpit aan om naar de pa- gina Demografische gegevens te gaan. 2 Open zo nodig het tabblad Start. 3 Selecteer de toets Ontslag. OPMERKING Indien de Ontslag-toets als zodanig is geconfigu- reerd, is deze ook toegankelijk via de hoofdmenu-...
  • Pagina 93 In bedrijf stellen Patiëntcategorieën Elke patiëntcategorie is gekoppeld aan specifieke De Cockpit ondersteunt de volgende patiëntcate- profielen. Profielen bestaan uit een serie patiënt- gorieën: en gebruikersinstellingen die door de fabriek of het ziekenhuis zijn voorgeconfigureerd (zie "Profie- len/status" op pagina 65 voor meer informatie). Patiëntcate- Typisch leeftijds- Gewicht...
  • Pagina 94 In bedrijf stellen De patiëntcategorie wijzigen vanaf de pagina De patiëntcategorie wijzigen op de pagina Start Demografische gegevens De volgende stappen kunnen alleen worden uitge-  Selecteer het meest linkse veld in de kopbalk voerd wanneer de functie Selectie patiënt-profiel om direct naar de pagina Demografische ge- is geactiveerd (zie pagina 374).
  • Pagina 95 Alarmen Alarmen Overzicht van alarmen ....97 Akoestische alarmsignalen pauzeren (geluidsonderdrukking) ....110 Alarmprioriteiten.
  • Pagina 96 Alarmen Automatische instelling van alle alarmgrenzen ....126 Alarmhistorie en opgeslagen gebeurtenissen......127 De alarmhistorie weergeven .
  • Pagina 97 Alarmen Overzicht van alarmen De Cockpit en de M540 produceren akoestische De kleur van een alarmbericht komt overeen met en optische alarmsignalen. Met deze alarmsignalen de prioriteit van de bijbehorende alarmconditie wordt u gewaarschuwd voor alarmcondities varië- (zie "Alarmprioriteiten" op pagina 98). rend van overschreden alarmgrenzen en aritmiege- De alarminstellingen voor een patiënt kunnen zoda- beurtenissen tot netwerkproblemen.
  • Pagina 98 Alarmen Alarmprioriteiten Alarmcondities gemiddelde prioriteit Aan elke alarmconditie wordt een van de drie vol- gende prioriteiten toegekend: hoog (levensbedrei- gend), gemiddeld (ernstig) of laag (ter informatie). De meeste alarmen met een gemiddelde prioriteit Optische en akoestische alarmsignalen geven het betreffen fysiologische alarmcondities die onmid- niveau van de alarmprioriteit aan.
  • Pagina 99 Alarmen Vergrendelend en niet-vergrendelend alarmgedrag Wanneer een alarmconditie niet langer bestaat, ge- Een vergrendelende alarmconditie bevestigen dragen de akoestische en optische alarmsignalen Druk op een van de volgende twee toetsen: zich op een van de volgende twee manieren: – De gele toets op het voorpaneel –...
  • Pagina 100 Alarmen Alarmvalidatie activeren of deactiveren Wanneer de alarmvalidatiefunctie is geactiveerd voor alarmvalidatie. Wanneer voor HF de uitsteltijd (zie pagina 349), moet een alarmconditie geduren- wordt toegevoegd, kan daarmee het maximum van de een bepaalde periode hebben bestaan voordat 10 seconden worden overschreden dat is toege- er akoestische en optische alarmsignalen worden staan op grond van AAMI EC13 en IEC 60601-2-27.
  • Pagina 101 Alarmen Optische alarmsignalen Elke alarmprioriteit heeft een eigen, uniek optisch Het alarmbericht in de kopbalk is het enige alarm- alarmsignaal. Wanneer de M540 wordt gekoppeld signaal dat zichtbaar is als er geen alarmerende op de M500, laat alleen de Cockpit akoestische parameter is opgenomen in de huidige scherm- alarmsignalen horen.
  • Pagina 102 Alarmen Optische alarmindicatoren op de Cockpit Optische alarmindicatoren op de M540 A Alarmberichtveld in de blauwe kopbalk B Alarmerend parameterveld C Alarmbalk Alarmbalk De alarmbalk op de Cockpit en de M540 kondigt alarmcondities met een hoge en gemiddelde priori- teit optisch aan (zie pagina 98). De alarmbalk is echter niet actief in de volgende gevallen: –...
  • Pagina 103 Alarmen Akoestische alarmsignalen Tijdens een alarm geeft de Cockpit naast optische OPMERKING alarmsignalen ook verschillende akoestische signa- Akoestische alarmsignalen worden gewoonlijk len weer voor elke alarmprioriteit (zie pagina 101). alleen ten voortgebracht door de Cockpit en niet De specifieke kenmerken van deze akoestische sig- door de M540.
  • Pagina 104 Alarmen De alarmtoon aanpassen U kunt het volume van de alarmtoon aanpassen. Het alarmtoonvolume bijstellen Zorg ervoor dat u het alarmvolume zodanig instelt 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets dat het geschikt is voor de klinische omgeving. Alarmen..U kunt de alarmtoon alleen deactiveren als de pa- 2 Open het tabblad Instellingen.
  • Pagina 105 Alarmen Huidige alarmberichten weergeven De Cockpit identificeert iedere alarmconditie op – Alarmbericht (zie het hoofdstuk grond van de alarmprioriteiten Laag, Gemiddeld "Probleemoplossing" op pagina 407 voor gede- en Hoog (zie pagina 98). Behalve met optische en tailleerde informatie over de oorzaak en moge- akoestische alarmsignalen, wordt elke alarmconditie lijke oplossingen).
  • Pagina 106 Alarmen Invasieve bloeddrukken op nul instellen Ga als volgt te werk om er zeker van te zijn dat alar- men voor Asystolie en Ventrikel Fibrilleren altijd worden gemeld: Het op nul instellen van alle invasieve bloeddruk- ken met de toets Alle nullen in de menubalk van de –...
  • Pagina 107 Alarmen Privacy (modus) Standby-modus Wanneer de modus Privacy is geactiveerd, gebeurt Wanneer de modus Standby is geactiveerd, gebeurt het volgende op de Cockpit: het volgende op de Cockpit: – Alle patiëntgegevens worden verwijderd van de – Alle patiëntgegevens worden van het scherm display van de Cockpit en de M540, maar zijn verwijderd.
  • Pagina 108 Alarmen Cardiale bypass-modus Franse NFC modus Wanneer de modus ECC is geactiveerd, gebeurt Wanneer deze modus is geactiveerd, gebeurt het het volgende op de Cockpit: volgende op de Cockpit: – Alle alarmbewaking (inclusief de aritmiealar- – HF-alarmen kunnen niet worden gedeactiveerd. men) en de alarmbalk worden gedeactiveerd.
  • Pagina 109 Alarmen Alarmen vooraf onderdrukken Met deze functie kunt u potentiële alarmcondities – Pauze afsluiten – Elke nieuwe alarmconditie, onderdrukken voordat ze zich voordoen (geluidson- ongeacht de alarmprioriteit, zal een reeds actie- derdrukking vooraf). Bij onderdrukking vooraf kunt ve geluidsonderdrukkingsstatus op het ICS u zich op een procedure concentreren zonder te wor- doorbreken.
  • Pagina 110 Alarmen Door opnieuw op de toets te drukken waarmee Het geluid van alarmen vooraf onderdrukken de alarmonderdrukkingsperiode werd geacti- op afstand veerd, wordt de onderdrukkingsstatus geannu-  Druk op de gele toets op de hoofdmenu- leerd en worden alle alarmgebeurtenissen ge- balk van het ICS als u voor alle toegewezen pa- meld zoals gebruikelijk.
  • Pagina 111 Alarmen Alarmen onderdrukken op de Cockpit Wanneer u actieve alarmen onderdrukt, gebeurt Als er tijdens de actieve geluidsonderdrukkingspe- het volgende op de Cockpit: riode nieuwe alarmcondities optreden, gebeurt er het volgende op de Cockpit: – Aanhoudende alarmen – het parameterveld en de alarmbalk stoppen met knipperen, maar worden –...
  • Pagina 112 Alarmen Functie voor centrale audiopauzering Een geluidsonderdrukking activeren vanaf de Cockpit De volgende instellingen voor Gedrag van audio-  Druk op de gele toets op de Cockpit. pauze van de Cockpit bepalen hoe het ICS omgaat Het uiterlijk van de gele toets is afhankelijk van de met nieuwe alarmcondities wanneer de alarmen al hardwareversie van de Cockpit (zie pagina 22).
  • Pagina 113 Alarmen Akoestische alarmsignalen activeren of deactiveren Akoestische alarmsignalen deactiveren is een met Nadat u akoestische alarmsignalen permanent hebt een wachtwoord beveiligde functie (zie pagina 360). gedeactiveerd, kunt u deze opnieuw activeren (zie pagina 360). Wanneer u akoestische alarmsignalen U kunt alarmtonen permanent deactiveren. Wan- activeert, gebeurt het volgende wanneer er zich een neer u de alarmtonen deactiveert, gebeurt er het alarmconditie voordoet:...
  • Pagina 114 Alarmen Alarmbewaking tijdelijk pauzeren Alarmbewaking na pauzeren opnieuw activeren 1 Select het symbool naast de toets Alarmen... 1 Select het symbool naast de toets Alarmen... op de hoofdmenubalk van de Cockpit. op de hoofdmenubalk van de Cockpit. 2 Selecteer de toets Alle alarmen pauzeren. 2 Selecteer nogmaals de toets Alle alarmen pauzeren.
  • Pagina 115 Alarmen Alarmbewaking na deactiveren opnieuw OPMERKING activeren Indien de Alle alarmen uit-toets als zodanig is geconfigureerd, is deze ook toegankelijk via de 1 Select het symbool naast de toets Alarmen... hoofdmenubalk. Zie pagina 356 voor meer infor- op de hoofdmenubalk van de Cockpit. matie.
  • Pagina 116 Alarmen De bovenste en onderste alarmgrenzen Archieffunctie instellen Al naar gelang de actieve archiefinstelling, gebeurt er het volgende in reactie op een overtreding van U kunt de bovenste en onderste alarmgrenzen van een alarmgrens: een parameter handmatig zodanig instellen dat akoestische en optische alarmsignalen worden ge- –...
  • Pagina 117 Alarmen In het volgende diagram ziet u een voorbeeld van A Toetsen Alarm aan/uit voor elke parameter en parameterspecifieke instelpagina. Ongeacht de B De toets Automatisch instellen parameter, de toetsen om de alarminstellingen aan te passen bevinden zich altijd aan de bovenzijde. Al C Toetsen voor het instellen van de bovengrenzen naar gelang de parameter, ziet het alarminstelge- voor elke parameter...
  • Pagina 118 Alarmen Alarminstellingen wijzigen voor één parameter In de onderstaande stappen verwijzen de letters 3 Selecteer de toets Alarm aan/uit (A) om alarmbe- tussen haakjes naar het diagram van de pagina waking te activeren of deactiveren. Er verschijnt voor parameterspecifieke instellingen. een driehoek met een kruis erdoor in het parame- terveld als alarmbewaking is gedeactiveerd.
  • Pagina 119 Alarmen De alarminstelling voor meerdere parameters configureren In het volgende diagram wordt de pagina Algemeen A De tab Grenzen weergegeven. Op deze pagina configureert u de B Kolom voor parameterlabels alarminstellingen voor alle beschikbare parameters. De pagina bestaat uit een tabel met instelrijen voor C Kolom Alarm aan/uit elke parameter.
  • Pagina 120 Alarmen Algemene alarminstellingen wijzigen In de volgende stappen verwijzen de letters tussen WAARSCHUWING haakjes naar de afbeelding van de pagina Algemeen Wanneer u alarmgrenzen instelt op extreme (zie pagina 119). Alarmbereiken en standaard- waarden, kan dat verhinderen dat bepaalde waarden worden vermeld op pagina 138 en verder. alarmcondities worden gedetecteerd en aan- gekondigd met akoestische en optische alarmsignalen.
  • Pagina 121 Alarmen De alarminstelling voor aritmie configureren In het volgende diagram wordt de pagina Grenzen > A De tab Grenzen ARR weergegeven. Op deze pagina configureert B Aritmie-categoriekolom om het ARR-label u de alarminstellingen voor de aritmieparameters. te identificeren De pagina bestaat uit een tabel met instelrijen voor elke aritmieparameter.
  • Pagina 122 Alarmen De ARR-alarminstellingen wijzigen 1 Selecteer de toets Alarmen... op de hoofdme- 7 Gebruik een van de volgende instellingen in de nubalk. kolom Archief (F) om te bepalen wat er in reac- tie op een alarm gebeurt: 2 Open zo nodig het tabblad Grenzen. –...
  • Pagina 123 Alarmen Alarminstelling voor ST In het volgende diagram wordt de pagina Grenzen > De tab Grenzen ST weergegeven. Op deze pagina configureert u de B Kolom voor Parameter-labels alarminstellingen voor de ST-parameters. De pagina bestaat uit een tabel met instelrijen voor elke ST-pa- C Kolom Alarm aan/uit rameter.
  • Pagina 124 Alarmen Configureren ST-alarminstellingen Sommige van de beschreven ST-alarminstellingen 6 Selecteer de insteltoets in de kolom Boven (F) zijn ook beschikbaar op de pagina ST-alarmen om de bovenste alarmgrenzen bij te stellen. (zie pagina 212). In de volgende stappen verwijzen 7 Gebruik een van de volgende instellingen in de de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de kolom Archief (G) om te bepalen wat er in reac- pagina Grenzen >...
  • Pagina 125 Alarmen De SpO -alarmprioriteit configureren De onderstaande twee SpO -alarmberichten kun- De onderstaande SpO -parameters kunnen dit nen worden geconfigureerd voor de alarmprioriteit alarmbericht genereren, afhankelijk van de gese- die het best bij uw zorgomgeving past. Al naar lecteerde alarmprioriteit: gelang de gebruikte MCable verschilt het bericht Masimo rainbow SET Masimo SET MCable...
  • Pagina 126 Alarmen Automatische instelling van alle alarmgrenzen Met de functie Automatische instelling kunt u alarm- U kunt telkens een van de volgende groepen para- grenzen snel bijstellen op grond van de vooraf inge- meters automatisch instellen: stelde percentages die in de volgende tabel worden –...
  • Pagina 127 Alarmen Een afzonderlijke parameter automatisch Alle parameters automatisch instellen instellen  Selecteer het symbool naast de toets Alarmen... op de hoofdmenubalk > Alle 1 Selecteer het parameterveld van de gewenste autom. instellen. parameter. 2 Selecteer de toets Auto. inst. in de rechterbo- venhoek van elke parameterinstelpagina.
  • Pagina 128 Alarmen De alarmhistorie weergeven In de volgende afebeelding wordt een alarmhistorie E Duur van het alarm getoond. Wanneer u een veld in de tabel selecteert, F Alarm-prioriteiten wordt de geselecteerde rij met een kader gemar- keerd. Zie pagina 127 voor informatie over de con- G Alarmbericht dities waaronder een gebeurtenis in de alarmhisto- H De toets Printen om een alarmhistorie-rapport...
  • Pagina 129 Alarmen Een momentopname van één gebeurtenis weergeven 20 seconden aan curve- en parametergegevens In het volgende diagram ziet u het scherm met wordt automatisch in de alarmhistorie opgeslagen de momentopname van de gebeurtenis. onder de volgende omstandigheden: Alarmen – Een parameter waarvan de functie Archief regi- streren is ingesteld op Opslaan of Opsl/Reg (zie pagina 116) overschrijdt de ingestelde alarmgrenzen.
  • Pagina 130 Alarmen Externe alarmregeling Alarmgroepen Wanneer de Cockpit is aangesloten op het Infinity- netwerk, communiceert deze met andere Infinity-mo- nitors (met inbegrip van andere bewakings-Cockpits) De Cockpit kan alarmberichten ontvangen van ande- die functies voor "Externe weergave" ondersteunen. re monitors die zijn aangesloten op het Infinity-net- Verder kan de patiënt van een monitor die op het net- werk.
  • Pagina 131 Alarmen Alarm loskoppeling van extern apparaat Als de functie Alarm extern apparaat wordt geacti- – Er weerklinkt een alarmtoon van lage prioriteit. veerd op de Cockpit (zie pagina 362) en er een – Het bericht Extern apparaat losgekoppeld extern apparaat wordt losgekoppeld van de Cockpit, verschijnt.
  • Pagina 132 Alarmen Alarmbereiken en standaardwaarden Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren HF volwassene Bovenste: 25 tot 300 bpm 120 (volwassene) 45 (volwassene) Opsl/Reg (volwasse- Stap: 5 bpm Onderste: 20 tot 295 bpm 150 (pediatrisch) 50 (pediatrisch) ne/pediatrisch)
  • Pagina 133 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren SpCO Bovenste: 1 tot 99 Stap: 1 Onderste: 0 tot 98 SpMet Bovenste: 0,1 tot 99,9 Stap: 0,1 Onderste: 0,0 tot 99,8 NIBP S volwassene Bovenste: 11 tot 250 mmHg 160 mmHg 90 mmHg...
  • Pagina 134 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren NIBP M volwasse- Bovenste: 11 tot 250 mmHg 125 mmHg 60 mmHg 1,4 tot 33,3 kPa 16,7 kPa 8,0 kPa Stap: 1 mmHg Onderste: 10 tot 249 mmHg of 0,1 kPa 1,3 tot 33,2 kPa...
  • Pagina 135 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren IBP S pedia- Bovenste: –24 tot +300 mmHg – 120 mmHg – 50 mmHg GD1 S tot GD4 trisch/neonaten (16,0 kPa) (6,7 kPa) S, LV S, RV S: –3,2 tot +40,0 kPa voor GD1 S tot...
  • Pagina 136 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren IBP D neonaten Bovenste: –24 tot +300 mmHg – 80 mmHg – 35 mmHg GD1 D tot GD4 (10,7 kPa) (4,7 kPa) D, RV D: Uit Stap: 1 mmHg –3,2 tot +40,0 kPa voor GD1 D tot...
  • Pagina 137 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren IBP M pediatrisch Bovenste: –24 tot +300 mmHg – 80 mmHg – 50 mmHg (10,7 kPa) (6,7 kPa) Stap: 1 mmHg –3,2 tot +40,0 kPa voor GD1 M tot voor GD1 M of 0,1 kPa...
  • Pagina 138 Alarmen Parameter Alarmgrensbereik Standaardwaar- Standaardwaar- Standaardin- den voor boven- den voor onder- stelling voor grens grens archiveren Tbloed Bovenste: 25,1 tot 43,0 °C 39,0 °C (102,2 °F) 34,0 °C (93,2 °F) Stap van 0,1 °C 77,1 tot 109,4 °F of 0,1 °F Onderste: 25,0 tot 42,9 °C 77,0 tot 109,2 °F Bovenste: 6 tot 150 bpm...
  • Pagina 139 Alarmen Parameter Standaardwaarde Frequentie Telling Fabrieks- alarmklasse (standaard) (standaard) waarde alarmarchief Gemiddeld niet aanpasbaar 3 tot VT-telling – 1 Opsl/Reg (Frequentie = (3 tot 9) verandert VTACH) op grond van VTACH AIVR Gemiddeld Niet aanpasbaar = Niet aanpasbaar VTACH- (3) frequentie –1 (119...
  • Pagina 140 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 141 Berekeningen Berekeningen Overzicht ......142 Het gebied van het lichaamsoppervlak berekenen ... . . 142 De berekeningsfuncties openen .
  • Pagina 142 Berekeningen Overzicht Het gebied van het lichaamsoppervlak Met de optie voor fysiologische berekening voert de Cockpit fysiologische berekeningen uit aan de hand berekenen van gegevens die door de M540 en andere appara- ten zijn verkregen. De Cockpit slaat afgeleide para- De waarden Ht (lengte) en huidige Wt (gewicht) meters op en toont ze.
  • Pagina 143 Berekeningen De berekeningsfuncties openen In het volgende diagram wordt de pagina A De tab Berekeningen Berekeningen weergegeven voor de berekening B De toets Waarden vastleggen van hemodynamische, zuurstoftoedienings- en be- ademingsparameters. C De toets Lab-uitslag vastleggen (zie pagina 146) Procedures D De toets Resultaten berekenen (zie pagina 145) E De tab Resultaten...
  • Pagina 144 Berekeningen Een berekening uitvoeren In de volgende stappen verwijzen de letters 5 Bewerk of voeg een waarde toe door de toets tussen haakjes naar de afbeelding van de naast een parameterlabel te selecteren om een pagina Berekeningen (zie pagina 143). pop-upmet een toetsenblok te activeren.
  • Pagina 145 Berekeningen De berekeningsresultaten weergeven In het volgende diagram wordt de pagina A De tab Berekeningen Resultaten weergegeven voor het bekijken B De kolom Parameters van hemodynamische, zuurstoftoedienings- en beademingsparameters. C Gegevenskolom met referentiewaarden D Gegevenskolommen met datum- en tijdstempel Procedures E De tab Berekening (zie pagina 143) F De tab Resultaten G Schuifbalk...
  • Pagina 146 Berekeningen Berekeningen weergeven In de volgende stappen verwijzen de letters 5 Selecteer de toets OK in het pop-upvenster tussen haakjes naar de afbeelding van om uw selectie te bevestigen. Op de pagina de pagina Resultaten (zie pagina 145). Resultaten wordt de parameterlijst dienover- eenkomstig aangepast.
  • Pagina 147 Berekeningen Vergelijkingen voor berekening In het volgende gedeelte wordt beschreven aan de hand van welke bewaakte parameters en vergelij- kingen de berekeningen voor hemodynamica, zuurstoftoediening en beademing in de Cockpit worden uitgevoerd. Hemodynamische parameters De hemodynamische berekeningen van de Cockpit zijn gebaseerd op de volgende bewaakte parameter- waarden.
  • Pagina 148 Berekeningen De Cockpit gebruikt de waarden in de voorgaande tabel plus de BSA-waarde om de volgende afgeleide hemodynamische waarden te berekenen. Label Beschrijving Vergelijking Beschikbare eenhe- CI, CCI Cardiac Index (continu) C.O. / BSA, CCO / BSA L/min/m LHCPP Coronaire perfusiedruk ART D –...
  • Pagina 149 Berekeningen Parameters voor zuurstoftoediening en beademing De Cockpit gebruikt de volgende parameterwaarden voor de berekeningen voor zuurstoftoediening en be- ademing. Al deze berekeningen zijn bewaakte parameterwaarden, met uitzondering van PaO , PaCO Hgb en SaO die laboratoriumwaarden zijn. Label Beschrijving Beschikbare eenheden Hemoglobineconcentratie g/dL...
  • Pagina 150 Berekeningen De Cockpit gebruikt de waarden in de voorgaande tabel, de laboratoriumwaarden en de BSA-waarde om de volgende afgeleide waarden voor zuurstoftoedienings- en beademingsparameterwaarden te berekenen. Label Beschrijving Afleiding Beschikbare eenheden C(a-v)O Arterioveneus zuurstofver- – CvO mL/dL schil Arteriële zuurstofinhoud 0,0134 x Hgb x SaO mL/dL Cdyn...
  • Pagina 151 Berekeningen Berekening medicatie De Cockpit berekent de infuussnelheden van Gegevens over standaard-medicamenten worden maximaal 44 medicamenten en toont de titratieta- niet verwijderd wanneer een patiënt wordt ontsla- bellen. 40 van deze medicamenten zijn vooraf ge- gen. Zie pagina 152 voor meer informatie om een configureerd en vier kunnen worden aangepast aangepaste medicatielijst te maken.
  • Pagina 152 Berekeningen Medicatieberekeningen uitvoeren U kunt medicatie selecteren in een voorgeconfigu- 3 Selecteer de gewenste medicatie. De vooraf reerde medicatielijst (zie pagina 152) of medicatie geconfigureerde waarden voor hoeveelheid, handmatig opgeven om de gewenste dosis- en dosis en eenheden worden toegewezen aan snelheidswaarden te berekenen en deze in de titra- de parameterlijst voor medicatie-infusie (E) tietabel weer te geven.
  • Pagina 153 Berekeningen In het volgende diagram ziet u de pagina Medicatie De medicatielijst aanpassen dosering > Instelling, waarop u de medicatielijst 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets kunt aanpassen. Procedures..Procedures 2 Open de tabbladen Medicatie dosering > Instelling. 3 Geef het wachtwoord met het toetsenblok op. 4 Selecteer Enter om de pagina Instelling weer te geven.
  • Pagina 154 Berekeningen Vergelijkingen voor de berekening van medicatie In de volgende tabel vindt u de variabelen en vergelijkingen waarop de berekeningen van de snelheden van medicatietoediening worden gebaseerd. Variabelen Beschrijving Vergelijking Hoeveelheid Het gewicht van de medicament Concentratie x volume Volume Het volume waarin het medica- Hoeveelheid/Concentratie van ment wordt opgelost...
  • Pagina 155 Berekeningen Parameter Bereik en eenheden Dosis (per uur) 0,01 tot 100000000000 µg/u, mEq/h, m-eenheden/u, mmol/u 0,01 tot 100000000 mg/u, eenheden/u, mol/u 0,01 tot 10000 g/u, k-eenheden/u 0,01 tot 100 M-eenheden/u Dosis (per minuut) 0,01 tot 1666666666,66 µg/u, mEq/min, m-eenheden/min, mmol/min 0,01 tot 1666666,66 mg/min, eenheden/min, mol/min 0,01 tot 1666,66 g/min, k-eenheden/min 0,01 tot 1,66 M-eenheden/min...
  • Pagina 156 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 157 Dialoogvensters Trends/Gegevens Dialoogvensters Trends/Gegevens Overzicht ......158 Mini trends ......172 De mini-trendweergave configureren .
  • Pagina 158 Dialoogvensters Trends/Gegevens Overzicht Het dialoogvenster Trends/Gegevens biedt ver- – Respiratoir/ Beademing – hiermee geeft schillende pagina's met trends, gegevensoverzich- u ademhalings-/beademingsloops weer ® ten en rapporten. (zie pagina 337). Wanneer een Perseus A500 is aangesloten, verandert de naam van dit tabblad in Anesthesie/ Beademing Het dialoogvenster Trends/Gegevens openen om anesthesie-/beademingsparameters 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets...
  • Pagina 159 Dialoogvensters Trends/Gegevens Continue parameters – Perseus A500-parameters die de optie voor apparaatverbinding gebruiken: PIP, PEEP, De volgende parameters worden als continue Pmean, MVspon, RRspon, RR, Cdyn, R, VT, trends weergegeven en verschijnen als één doorlo- , O V'CO , FiO , etCO , etO , inN2O, etN2O,...
  • Pagina 160 Dialoogvensters Trends/Gegevens Speciale tekens en symbolen Gebeurtenis Teken/symbool Waarde buiten bereik +++ (hoog) - - - (laag) Behalve parameters worden in grafische en tabel- Herleren LEREN vormige trends ook bepaalde condities geïdentifi- ceerd, zoals losgekoppelde afleidingen, artefacten, Stroomverlies, of de monitor Geen waarden enzovoort.
  • Pagina 161 Dialoogvensters Trends/Gegevens De layout van de pagina's met trendgrafieken De pagina's met trendgrafieken delen een gemeen- A De tab Trends schappelijke layout. Deze bestaan uit maximaal vier B Tabblad Grafisch – hiermee opent u de grafi- afzonderlijke trendvensters. In elk trendvenster kun- sche trends nen de trendgrafieken van maximaal vijf selecteer- bare parameters worden weergegeven.
  • Pagina 162 Dialoogvensters Trends/Gegevens De pagina's met trendgrafieken gebruiken U kunt de pagina's met trendgrafieken gebruiken door verschillende weergavefuncties in te stellen. De parameterinhoud van de trendgrafieken configureren Met uitzondering van de pagina Grafieken vitale A Toets Weergavefilter waarvoor de parametertoewijzing vaststaat, kunt B Toets waarmee het instellingenvenster wordt u de parameterinhoud voor de pagina's met trend- gesloten...
  • Pagina 163 Dialoogvensters Trends/Gegevens Navigeren door de trendgrafieken De parameterselectie voor een pagina met een trendgrafiek aanpassen De trenddatabase voor een patiënt kan meer gege- In de volgende stappen verwijzen de letters tussen vens bevatten dan op één pagina met trendgrafie- haakjes naar de afbeelding van de pagina voor ken kan worden weergegeven.
  • Pagina 164 Dialoogvensters Trends/Gegevens Trendschalen wijzigen Een grafisch trendrapport afdrukken De trendschalen worden links van elke trendparameter De inhoud van een grafisch trendrapport hangt af van weergegeven. De schalen kunnen te allen tijde worden de gebruikersinstellingen (zie pagina 162). De duur gewijzigd, op voorwaarde dat de trendcursor niet wordt van een grafisch trendrapport hangt af van de rap- weergegeven.
  • Pagina 165 Dialoogvensters Trends/Gegevens De pagina Recruitment De pagina Rekrutering is een uitgebreide trendpa- Procedures gina voor het visualiseren van de vereiste informatie voor het uitvoeren van een rekruteringsmanoeuvre. Op de pagina worden de effecten op longmechani- ca en hemodynamische parameters weergegeven in één geïntegreerde weergave.
  • Pagina 166 Dialoogvensters Trends/Gegevens De pagina Recruitment gebruiken De parameterinhoud configureren Hoewel de pagina Rekrutering over standaard pa- De parameterinhoud configureren rameterinstellingen beschikt, kunt u de pagina aan- 1 Selecteer de toets Procedures... vanuit passen aan uw huidige bewakingssessie. de hoofdmenubalk. In het volgende diagram wordt het instellingenven- 2 Open het tabblad Rekrutering.
  • Pagina 167 Dialoogvensters Trends/Gegevens De cursors gebruiken Behalve de waarden worden ook symbolen weer- gegeven naast de waarden om de trends aan te ge- ven voor de parameters binnen de cursors: De pagina Rekrutering bevat twee cursors voor het markeren van een gedeelte van de trendgrafieken –...
  • Pagina 168 Dialoogvensters Trends/Gegevens Een grafisch trendrapport voor Een grafisch trendrapport voor recruitment afdrukken recruitment afdrukken 1 Selecteer de toets Procedures... vanuit Een grafisch trendrapport voor recruitment bevat de hoofdmenubalk. de eerste en eindcursorwaarden en de waarde 2 Open het tabblad Rekrutering. voor elke parameter.
  • Pagina 169 Dialoogvensters Trends/Gegevens De layout van de trendtabel In het volgende diagram ziet u de pagina met de A De tab Trends trendtabel. U kunt de pagina met tabeltrends confi- B Kolom voor parameterlabels gureren, waarmee ook wordt bepaald hoe de infor- matie in het trendrapport met tabellen wordt weer- C De kolom Parameters gegeven.
  • Pagina 170 Dialoogvensters Trends/Gegevens De trendtabel gebruiken Navigeren door de trendtabel U kunt het trendscherm gebruiken door verschillen- de weergavefuncties in te stellen. De trenddatabase voor een patiënt kan meer gege- vens bevatten dan in de trendtabel kan worden Tabelvormige trends in modus weergegeven.
  • Pagina 171 Dialoogvensters Trends/Gegevens De parameterinhoud van de trendtabel J Groep parametertoetsen genaamd ECG voor het selecteren van parameters met betrekking tot ECG configureren K Groep parametertoetsen genaamd Druk voor het In het volgende diagram wordt de instellingenpagi- selecteren van parameters met betrekking tot druk na weergegeven voor het aanpassen van de para- L Groep parametertoetsen genaamd Bead voor meterinhoud van de trendtabel.
  • Pagina 172 Dialoogvensters Trends/Gegevens Een trendrapport met tabellen afdrukken OPMERKING Indien een Tabellarisch trendrapport-toets als De inhoud van een trendrapport in tabelvorm hangt zodanig is geconfigureerd, is deze ook toeganke- af van de systeeminstallatie (zie pagina 368). lijk via de hoofdmenubalk. Zie pagina 356 voor meer informatie.
  • Pagina 173 Dialoogvensters Trends/Gegevens Pagina's met gegevensoverzichten Naast trendgegevens worden in het dialoogvenster OPMERKING Trends/Gegevens ook verschillende pagina's met Het horizontale tabblad Respiratoir/ Beademing gegevensoverzichten weergegeven die in de volgen- wordt gewijzigd in Anesthesie/ Beademing wan- de tabel worden vermeld. Sommige overzichtspagi- neer een Perseus A500 wordt aangesloten.
  • Pagina 174 Dialoogvensters Trends/Gegevens Pagina met gegevens- Beschrijving Beschikbare functies overzichten De pagina Respiratoir/ – Wanneer een Perseus De pagina met gegevensoverzicht waarop in- Beademing of Anesthe- A500-anesthesieapparaat formatie over ademhalings-, anesthesie- of sie/ Beademing > Toon wordt aangesloten, wordt beademingsparameters wordt weergegeven. alle de naam van het tabblad gelabeld als Anesthesie/...
  • Pagina 175 Dialoogvensters Trends/Gegevens Pagina met gegevens- Beschrijving Beschikbare functies overzichten Pagina Lab Laboratoriumgegevens wor- Hiermee kunt u labs selecteren en de bijbeho- den via het Infinity-netwerk rende resultaten weergeven. verzonden naar de Cockpit. Telkens wanneer er nieuwe lab-data beschikbaar zijn, gebeurt er het volgende op de Cockpit: –...
  • Pagina 176 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 177 ECG, aritmie en ST-segment ECG, aritmie en ST-segment Overzicht van ECG en De ECG-functies openen ....191 hartfrequentiebewaking ....179 Instelfuncties voor ECG-parameters .
  • Pagina 178 ECG, aritmie en ST-segment ST-meetpunten ......210 ST-meetpunten bijstellen ....210 ST-referentie .
  • Pagina 179 ECG, aritmie en ST-segment Overzicht van ECG en hartfrequentiebewaking De M540 berekent de hartslag en geeft deze weer, nomen. De M540 berekent een gemiddelde over de identificeert gepacete hartslagen, meldt aritmiecon- resterende intervallen en geeft het resultaat als de dities, meet ST-afwijkingen en geeft deze waarden huidige hartslag weer in het parameterveld voor voor weergave door naar de Cockpit.
  • Pagina 180 ECG, aritmie en ST-segment Voorzorgsmaatregelen voor ECG Raadpleeg de volgende paragrafen voor algemene voorzorgsmaatregelen: – "Elektrische veiligheid" op pagina 14 – "Elektrochirurgie" op pagina 18 – "Voorzorgsmaatregelen bij defibrillator" op pagina 18 WAARSCHUWING Kies geen TruST-afleidingen voor ECG-sig- naalverwerking. Als de QRS-morfologie van een TruST-afleiding verschilt van de morfolo- gie van de equivalente conventionele aflei- ding, moet u altijd verwijzen naar de conventi-...
  • Pagina 181 ECG, aritmie en ST-segment De 3-, 5-, 6-lead kabelsets aansluiten voor ECG-bewaking De ECG-lead-kabelsets worden direct aangesloten De ECG-lead-kabelsets aansluiten op de M540. 1 Plaats de 3-, 5- of 6-afleidingen kabelset (C) in de verzonken ECG-connector (B) op de zijkant van de M540 die zich het dichtst bij de NIBP- connector (A) bevindt.
  • Pagina 182 ECG, aritmie en ST-segment De lead-kabelsets aansluiten voor 12-afleidingen bewaking De ECG-lead-kabelsets worden direct aangesloten De ECG-lead-kabelsets aansluiten op de M540. 1 Plaats de 6-afleidingen kabelset (B) en de 4-af- leidingen kabelset (C) in de verzonken ECG- connector (A) op de zijkant van de M540. Oriënteer de lead-kabelsets (B en C) op zo'n ma- nier dat de blootgestelde pennen uw richting uit- staan wanneer u ze stevig in het kanaal steekt.
  • Pagina 183 ECG, aritmie en ST-segment De leads voor neonatale bewaking aansluiten De ECG-lead-kabelsets worden direct aangesloten De ECG-lead-kabelset aansluiten op de M540. 1 Plaats de neonatale ECG-adapterkabel (B) in de verzonken aangebrachte ECG-connector (A) op de zijkant van de M540. Houd de neonatale ECG-adapterkabel (B) op dusdanige wijze vast dat de blootgestelde pen- nen uw richting uitstaan wanneer u deze stevig in het kanaal steekt.
  • Pagina 184 ECG, aritmie en ST-segment Voorbereiding van de patiënt op ECG-bewaking Elektrochirurgie De volgende tips leiden tot optimale ECG-bewa- kingsresultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeur- Geïntegreerde ESU-onderdrukking verbetert de de praktijken of aanbevelingen van de fabrikant. prestaties van de monitor tijdens elektrochirurgie, vermindert de ruis in ECG-curven en beschermt Volg de ziekenhuisprocedures om de huid juist te pre-...
  • Pagina 185 ECG, aritmie en ST-segment ECG-weergave Op de Cockpit bestaat de ECG-weergave uit: – Pagina Toon alle met maximaal 12 afleidingen – ECG-parameterveld Het ECG-parameterveld ziet er anders uit wanneer u aritmiebewaking activeert. Zie pagina 202 voor – ECG-curven meer informatie. ECG-parameterveld In parametervelden worden parameterwaarden ge- A Parameterlabel...
  • Pagina 186 ECG, aritmie en ST-segment -curven De ECG-curve bevat de volgende elementen: Afhankelijk van de geselecteerde lead-kabelset en het type ECG-kabel, worden er maximaal 3 ECG- curven weergegeven. leads-set voor Beschikbare ECG-afleidingen afleidingen Drie elektroden I, II of III Vijf elektroden I, II, III, aVR, aVL, aVF, V A Afleidingslabel Zes elektroden...
  • Pagina 187 ECG, aritmie en ST-segment ECG-kleuren Leads-connectors naar de elektroden zijn gelabeld en met kleuren gecodeerd conform IEC en AHA. AHA/US Geel Zwart Groen Rood Rood C/C2 Wit/wit en geel V/V2 Bruin/bruin en geel Zwart Groen C+/C5 Grijs en wit/wit en zwart V+/V5 Grijs en bruin/bruin en oranje Wit en paars...
  • Pagina 188 ECG, aritmie en ST-segment Elektrodenplaatsing Standaardconfiguratie, drie elektroden (IEC/AHA) Standaardconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 189 ECG, aritmie en ST-segment Pacemakerconfiguratie, vijf elektroden (IEC/AHA) Standaardconfiguratie, zes elektroden (IEC/AHA) Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 190 ECG, aritmie en ST-segment 12-afleidingen configuratie, tien elektroden voor 12-afleidingen Rust-ECG bewaking (AHA) 12-afleidingen configuratie, tien elektroden voor 12-afleidingen Rust-ECG bewaking (IEC) Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 191 ECG, aritmie en ST-segment 12-afleidingen bewaking Standaardbewaking met 12 afleidingen is alleen be- en 4 borstafleidingen worden geïnterpoleerd. schikbaar wanneer u een leads-set voor 6 afleidin- TruST is beschikbaar voor volwassen en pediatri- gen en een leads-set voor 4 afleidingen gebruikt. sche patiënten, maar niet voor neonatale patiënten.
  • Pagina 192 ECG, aritmie en ST-segment Instelfuncties voor ECG-parameters Alle ECG-instelfuncties worden uitgevoerd op de ECG-pagina's. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina Instell. 1 Pulstoon volume Uit, 5, 10 (standaard) tot 100 % in stappen Hiermee wordt het volume van 10 % van de pulstoon ingesteld. Toon-bron –...
  • Pagina 193 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Hiermee worden specifieke Afleidingen – Drie elektroden I, II, III afleidingen voor elke curve – Vijf elektroden I, II, III, aVR, aVL, aVF, V toegewezen op grond van – Zes elektroden I, II, III, aVR, aVL, aVF, V, V+ de geselecteerde afleidings- modus.
  • Pagina 194 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Hiermee wordt ingesteld of Pacemaker de- – Aan (standaard) tectie pacemakerimpulsen worden – Uit – het bericht Pacemaker uit wordt weer- gedetecteerd. Zie "Modus Pa- (Niet beschikbaar gegeven in het curvekanaal cerfusie" op pagina 196 voor in neonatale mo- –...
  • Pagina 195 ECG, aritmie en ST-segment Gepacete patiënten bewaken Wanneer pacemakerdetectie is geactiveerd, worden Wanneer pacemaker-detectie wordt gedeactiveerd, op de M540 de volgende specificaties gebruikt om verschijnt het bericht Pacemaker uit in het bovenste een puls te identificeren als een pacemakerpuls: ECG-kanaal. Amplitude (ap): 2 tot 700 mV Volg de richtlijnen op pagina 198 om de pacema- Breedte (dp): 0,2 tot 2,0 ms...
  • Pagina 196 ECG, aritmie en ST-segment Voorzorgsmaatregelen bij pacemakers De M540 is getest op de detectie van pacemaker- WAARSCHUWING pulsen. Het is echter onmogelijk alle klinisch moge- Houd pacemakerpatiënten altijd onder bewa- lijke curvekenmerken te anticiperen. Voor een ge- king en bewaak hun vitale tekens zorgvuldig. pacete patiënt, kan het daarom gebeuren dat de –...
  • Pagina 197 ECG, aritmie en ST-segment Infusie- of extracorporele pompen LET OP Storing door deze apparaten kan pacemakerspikes Pacemakerdetectie in de modus Fusie is niet be- in de curve veroorzaken, ondanks dat de ECG er doeld voor gebruik met breedsignaal-, unipolaire normaal uitziet. Indien mogelijk dient u de pomp uit pacemakers.
  • Pagina 198 ECG, aritmie en ST-segment Pacemakerverwerking optimaliseren U kunt interferentie minimaliseren en het verkrijgen 1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofd- en verwerken van ECG-signalen voor patiënten met menubalk. een pacemaker optimaliseren. 2 Selecteer het tabblad ECG om de pagina ECG te openen.
  • Pagina 199 ECG, aritmie en ST-segment De aritmiebewakingsfuncties kunnen worden ge- configureerd op parameterspecifieke instellingspa- gina's (zie pagina 203). WAARSCHUWING De melding HF alarmen uit verschijnt in het meest rechtse veld in de kopbalk als u hartfre- quentiealarmen deactiveert. De melding HF, ASYS, VF Uit verschijnt als aritmiebewaking is gedeactiveerd, de functie ASYS/VF alarmen is ingesteld op Volg HF alarm en de hartfrequentiealarmen zijn gedeactiveerd.
  • Pagina 200 ECG, aritmie en ST-segment Aritmie-afleidingen selecteren Aritmie-leads selecteren Voor een precieze aritmiebewaking is het essenti- eel de juiste leads te selecteren. In het ideale geval  Selecteer het parameterveld voor hartfrequen- moeten de twee beste afleidingen worden toege- tie om de pagina ECG rechtstreeks te openen. wezen aan de bovenste twee curvekanalen.
  • Pagina 201 ECG, aritmie en ST-segment Geavanceerde aritmiebewakingsmodus (de volgende extra gebeurtenissen worden gedetecteerd) BRADY Bradycardie Acht of meer opeenvolgende normale hartslagen met een gemid- delde frequentie  de instelling voor de bradycardiefrequentie. Ventriculaire RUN Series van 3 tot N-1 opeenvolgende PVC's met een hart- slag-tot-hartslag-frequentie ...
  • Pagina 202 ECG, aritmie en ST-segment Aritmieweergave Wanneer aritmiebewaking is geactiveerd, verschij- Wanneer één of twee ECG-leads voor weergave nen aritmiegebeurtenissen in het parameterveld worden geselecteerd en aritmiebewaking is geacti- voor hartfrequentie of in een afzonderlijk parame- veerd, verschijnen alle aritmiewaarden en -labels in terveld, al naar gelang het aantal leads dat voor het parameterveld voor hartfrequentie.
  • Pagina 203 ECG, aritmie en ST-segment Afzonderlijk aritmieparameterveld Wanneer er drie ECG-kanalen voor weergave zijn A Aritmielabel geselecteerd en aritmiebewaking is geactiveerd, B PVC/min label verschijnen alle waarden en labels in een afzonder- lijk parameterveld onder het parameterveld voor C Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorge- hartfrequentie.
  • Pagina 204 ECG, aritmie en ST-segment Instelfuncties voor aritmieparameters Alle functies voor aritmieconfiguratie worden uitge- voerd op de pagina ARR instellingen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ARR modus – Uit Hiermee wordt geselecteerd welke gebeurtenissen wor- – Basis (standaard) den gemeld (zie pagina 200 –...
  • Pagina 205 ECG, aritmie en ST-segment Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute OPMERKING Care System – Infinity M540 voor een gedetailleer- ST-analyse wordt altijd uitgevoerd met een speci- de beschrijving van de M540 ST-functies. aal filter dat de diagnostische kwaliteit van de ana- lyse garandeert.
  • Pagina 206 ECG, aritmie en ST-segment – ST-verandering in vectorgrootte (STCVM) – de ST monitoring activeren of deactiveren grootteverandering (mm of mV) tussen de hui- U kunt ST-bewaking te allen tijde op de volgende dige ST-vector en de ST-vector op het laatste manier activeren/deactiveren: referentiemoment.
  • Pagina 207 ECG, aritmie en ST-segment Het ST-parameterveld bevat de volgende elementen: A Geselecteerde ST-afleidingslabels B Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorge- kruiste driehoeksymbolen wanneer alarmen zijn gedeactiveerd. C Geselecteerde ST-afwijkingsregels D Meeteenheden – kunnen worden geacti- veerd/gedeactiveerd Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 208 ECG, aritmie en ST-segment ST-complexen doornemen U kunt alle ST-complexen weergeven of inzoomen – Een referentiecomplex opslaan op één complex. – Een ST-rapport aanvragen De volgende functies zijn in beide weergaven be- schikbaar: In alle trends worden wijzigingen in ST-meetpunten samen met een tijdstempel gemarkeerd met een –...
  • Pagina 209 ECG, aritmie en ST-segment Inzoomen op een ST-complex In het volgende diagram ziet u één ST-complex- A De tab ECG scherm, zoals getoond wanneer u inzoomt op één B Curveschaal ST-complex. Als u wilt inzoomen op één ST-com- plex, selecteert u een ST-paneel op de pagina ST- C De tab ST-complex complex (zie pagina 208).
  • Pagina 210 ECG, aritmie en ST-segment ST-meetpunten U kunt de ST-meetpunten en het iso-elektrische De ST-meetpunten wijzigen punt wijzigen op de pagina Algemene ST-com-  Selecteer het parameterveld voor hartfrequen- plexen of Enkel ST-complex (zie de afbeeldingen tie om de pagina ECG rechtstreeks te openen. op pagina 208).
  • Pagina 211 ECG, aritmie en ST-segment ST-referentie U kunt ST-referentiecomplexen opslaan als refe- Werkwijze voor het opslaan van rentiepunten voor toekomstige vergelijkingen van ST-referentiepunten ST-afwijkingsmetingen. Wanneer u voor het eerst  Selecteer het parameterveld voor hartfrequen- QRS-complexen herleert, worden de huidige ST- tie om de pagina ECG rechtstreeks te openen.
  • Pagina 212 ECG, aritmie en ST-segment ST-alarminstellingen Op de pagina ST-alarmen kunt u de volgende De pagina ST-alarmen openen ST-specifieke alarminstellingen configureren:  Selecteer het parameterveld voor hartfrequen- – Afzonderlijke ST-alarmen activeren of deactiveren tie om de pagina ECG rechtstreeks te openen. –...
  • Pagina 213 ECG, aritmie en ST-segment ST-instelfuncties Alle functies voor ST-configuratie worden uitge- voerd op de pagina ST-instell.. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving ST-bewaking – Aan (standaard) Hiermee wordt ST-bewaking geactiveerd/gedeactiveerd en – Uit wordt bepaald of er een ST-pa- rameterveld wordt weergegeven Niet beschikbaar en of de ST-parameters in een in neonatale modus...
  • Pagina 214 ECG, aritmie en ST-segment Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Duur v/d gebeurtenis Uit, 15, 30, 45, 60 (standaard) seconden Hiermee wordt vastgelegd hoe lang een alarmconditie moet aanhouden voordat er alarmsig- nalen worden voortgebracht. ST Mini-trend – Drie elektroden: STI, STII, STIII Hiermee wordt een ST-afleiding geselecteerd voor opname in de –...
  • Pagina 215 ECG, aritmie en ST-segment QRS-patroon leren/herleren De M540 maakt een referentiesjabloon door het Herleren vanaf de instelpagina voor aritmie dominante QRS-patroon van een patiënt te leren.  Selecteer het parameterveld voor hartfrequen- De referentiesjabloon wordt opgeslagen. Alle vol- tie om de pagina ECG te openen. gende hartslagen en ritmes worden hiermee verge- leken en geklasseerd als normaal of onregelmatig.
  • Pagina 216 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 217 Impedantierespiratie (RRi) Impedantierespiratie (RRi) Overzicht van ademhalingsbewaking..218 Ondersteunde parameter ....218 Voorzorgsmaatregelen bij ademhalingsbewaking ....218 De 3-, 5-, 6-lead kabelset aansluiten voor respiratiebewaking.
  • Pagina 218 Impedantierespiratie (RRi) Overzicht van ademhalingsbewaking De M540 meet impedantierespiratie door onscha- Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care delijke hogefrequentiestroom tussen twee ECG- System – Infinity M540 voor een gedetailleerde be- elektroden over de borst van de patiënt te laten lo- schrijving van de M540-respiratiefuncties.
  • Pagina 219 Impedantierespiratie (RRi) De 3-, 5-, 6-lead kabelset aansluiten voor respiratiebewaking In het volgende diagram ziet u hoe de lead-kabel- De ECG-lead-kabelsets aansluiten sets moeten worden aangesloten op de M540. 1 Plaats de 3-, 5- of 6-afleidingen kabelset (C) in de verzonken ECG-connector (B) op de zijkant van de M540 die zich het dichtst bij de NIBP- connector (A) bevindt.
  • Pagina 220 Impedantierespiratie (RRi) De lead-kabelsets aansluiten voor 12-afleidingen bewaking De ECG-lead-kabelsets worden direct aangesloten De ECG-lead-kabelsets aansluiten op de M540. 1 Plaats de 4-afleidingen kabelset (C) en de 6-af- leidingen kabelset (B) in de verzonken ECG- connector (A) op de zijkant van de M540. Houd de lead-kabelsets voor de ECG-adapterkabel (B en C) op dusdanige wijze vast dat de blootge- stelde pennen uw richting uitstaan wanneer u het...
  • Pagina 221 Impedantierespiratie (RRi) De leads voor neonatale bewaking aansluiten De ECG-lead-kabelsets worden direct aangesloten De ECG-lead-kabelset aansluiten op de M540. 1 Plaats de ECG-adapterkabel (B) in de verzon- ken aangebrachte ECG-connector (A) op de zij- kant van de M540. Houd de neonatale ECG-adapterkabel (B) op dusdanige wijze vast dat de blootgestelde pen- nen uw richting uitstaan wanneer u deze stevig in het kanaal steekt.
  • Pagina 222 Impedantierespiratie (RRi) Voorbereiding van de patiënt op ademhalingsbewaking De volgende tips voor preparatie van de huid en juis- IEC-elektrodeplaatsing (volwassene) te elektrodenplaatsing dienen om een krachtig sig- naal met minimaal artefact te waarborgen. Deze tips mogen echter nooit worden gebruikt in plaats van door het ziekenhuis goedgekeurde praktijken of aan- bevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 223 Impedantierespiratie (RRi) – Voor neonaten plaatst u de RA- en LA-elektro- den bij de lijn halverwege de oksel. Plaats de LL-elektrode onder het diafragma en de navel. Vermijd het gebied van de lever en de ventrikels van het hart om artefacten veroorzaakt door de bloedcirculatie te voorkomen.
  • Pagina 224 Impedantierespiratie (RRi) Respiratiedisplay De respiratiedisplay op de Cockpit bestaat uit: Het ademhalingsparameterveld bevat de volgende elementen: – Parameterveld voor ademhaling – Ademhalingscurve Parameterveld voor ademhaling OPMERKING In het volgende diagram ziet u een gangbare in- deling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters wor- den weergegeven.
  • Pagina 225 Impedantierespiratie (RRi) De drempelwaarde voor detectie bijstellen en de ademhalingsmarkering activeren  Selecteer het parameterveld voor ademhaling om direct naar de pagina Resp. te gaan. 1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofd- menubalk. 2 Selecteer het tabblad Resp. om de pagina Resp.
  • Pagina 226 Impedantierespiratie (RRi) Modi voor meting van ademhaling De volgende modi voor ademhalingsmeting zijn be- Handmatig – geschikt voor volwassen of pediatri- schikbaar: sche patiënten wiens ademhalingspatronen exces- sieve variatie vertonen. Ook geschikt voor neonaten – Auto (standaard) – geschikt voor patiënten met met onregelmatige ademhalingsritmes en bij wie de regelmatige ademhalingspatronen.
  • Pagina 227 Impedantierespiratie (RRi) Instelfuncties voor ademhalingsparameters Alle functies voor ademhalingsconfiguratie worden uitgevoerd op de pagina Resp.. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pagina Instell. 1 Resp. afleiding I, II (standaard) Hiermee selecteert u de afleiding voor ademhalingsbewaking. Herleren Geen Hiermee start u het herleren van het ademhalingssignaal.
  • Pagina 228 Impedantierespiratie (RRi) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving RRi-apnoe tijd [s] Uit, 10, 15 (standaard), 20, 25, 30 seconden Hiermee wordt bepaald hoe lang een apnoe moet duren voordat er een alarm wordt geactiveerd. Apnoe archief – Uit Hiermee wordt bepaald wat er in reactie op een apnoe gebeurt.
  • Pagina 229 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Overzicht van SpO - en Puls CO-Ox-bewaking ....230 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 230 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Overzicht van SpO - en Puls CO-Ox-bewaking - en Puls CO-Ox-bewaking is alleen mogelijk - en Puls CO-Ox-metingen zijn voor volwas- met de overeenkomstige MCable. De volgende sen, pediatrische en neonatale patiënten (met de hardware is verkrijgbaar bij Masimo voor de bewa- onderstaande uitzonderingen).
  • Pagina 231 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Standaardparameterset De Infinity MCable – Masimo SET en de Masimo Er zijn drie typen sensors beschikbaar voor de Ma- rainbow SET MCable ondersteunen altijd de vol- simo rainbow SET MCable. De beschikbaarheid gende parameters: van de parameters is afhankelijk van het geselec- teerde sensortype.
  • Pagina 232 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Voorzorgsmaatregelen voor SpO en Puls CO-Ox Hinderlijke substanties: carboxyhemoglobine kan de WAARSCHUWING meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang Verhoogde methemoglobineniveaus (MetHb) van de toename is ongeveer gelijk aan de hoeveel- kunnen leiden tot onnauwkeurige SpO - en heid aanwezig carboxyhemoglobine.
  • Pagina 233 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable OPMERKING LET OP Aankoop van dit apparaat verleent geen uitdrukke- Bij gebruik van de maximale gevoeligheidsinstel- lijke of stilzwijgende licentie in het kader van een ling kunnen de prestaties van de 'sensor uit'-detec- Masimo patent voor het gebruik van dit instrument tie nadelig worden beïnvloed.
  • Pagina 234 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De Masimo SET MCable aansluiten De Masimo SET MCable wordt direct aangesloten op de M540. Het logo op de MCable geeft aan of u een Masimo rainbow SET of een Masimo SET MCable gebruikt.
  • Pagina 235 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De Masimo rainbow SET MCable aansluiten De Masimo rainbow SET MCable wordt direct aan- gesloten op de M540. Het logo op de MCable geeft aan of u een Masimo rainbow SET of een Masimo SET MCable gebruikt.
  • Pagina 236 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Patiëntvoorbereiding De volgende tips leiden tot optimale SpO -bewa- den bewaakt, zoals gewone ziekenzalen. Het is kingsresultaten, maar mogen niet worden gebruikt ontworpen gegevens op de meetplek te interprete- ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeur- ren en weer te geven als het signaal zwak is we- de praktijken of aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 237 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De sensor aanbrengen 1 Selecteer de grootte en het type sensor dat het best geschikt is voor uw patiënt. Volg de aanbe- velingen van de fabrikant. 2 Positioneer de sensor op de juiste plaats en be- vestig deze op de patiënt.
  • Pagina 238 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Masimo SET MCable-parameterveld -parameterveld (Masimo SET MCable) Het SpO -parameterveld bevat de volgende ele- OPMERKING menten: In het volgende diagram ziet u een gangbare in- deling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters wor- den weergegeven.
  • Pagina 239 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Puls CO-Ox-parameterveld (Masimo rainbow Het Puls CO-Ox-parameterveld bevat de volgende SET MCable) elementen. Het Puls CO-Ox-parameterveld verschijnt in aanvul- ling op het normale SpO -parameterveld als er een Masimo rainbow SET MCable is aangesloten die pa- rameters ondersteunt naast de standaardparame- terset (SpO , PLS, PI).
  • Pagina 240 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De parameters SpO en Puls CO-Ox doornemen Als de Masimo rainbow SET MCable is aangeslo- A De tab SpO ten, kunt u de waarden en gekoppelde trends van B De subtab Toon alle de volgende parameters op één pagina doorne- men.
  • Pagina 241 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable De SpO -instellingen openen De volgende drie instelpagina's zijn beschikbaar 3 Selecteer de horizontale tab SpO om de pagi- voor het configureren van Masimo SpO -parameters: na SpO te openen. – SpO -instelpagina voor het configureren van al- gemene SpO -parameters (Masimo rainbow SET...
  • Pagina 242 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Instelfuncties voor SpO -parameters Algemene SpO -instelfuncties worden uitgevoerd op de pagina SpO (zie pagina 241). Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pulstoon volume Uit, 5 %, 10 % (standaard), 20 %, 30 %, Hiermee wordt het volume 40 %, 50 %, 60 %, 70 %, 80 %, 100 % van de pulstoon ingesteld.
  • Pagina 243 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Gevoeligheid mo- – Normaal (standaard) – standaardmodus Hiermee wordt het niveau van de detectiegevoeligheid ingesteld. – APOD (adaptive probe off detection) – de minst gevoelige modus om een aflezing te Het bericht APOD of Max ver- schijnt in het SpO -parameterveld...
  • Pagina 244 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Instelfuncties voor Masimo rainbow SET Puls CO-Ox-parameters Algemene Masimo rainbow SET SpO instelfuncties vinden plaats op de pagina Puls CO-Ox. Zie pagina 241 om te weten hoe u deze instellingenpagi- na opent. Er zijn aanvullende, met een wachtwoord beveiligde functies beschikbaar (zie pagina 247).
  • Pagina 245 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Parameterweergave – SpHb Hiermee wordt de parameter geselecteerd voor de parameter (middelste toets) – SpOC (standaard) 2-locatie in het Puls CO-Ox-pa- – PVI rameterveld. – SpCO Met een Hb-sensor is de stan- daardparameter SpOC.
  • Pagina 246 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving SpHb Gemiddelde Voor SpHb zijn de selecties: Bepaalt hoe responsief de moni- tijd tor reageert op snelle fysiologi- – Lang – circa 6 minuten sche veranderingen bij het bij- –...
  • Pagina 247 - en Puls CO-Ox-bewaking met Masimo SET MCable Met een wachtwoord beveiligde Masimo rainbow SET-instelfuncties Aanvullende Masimo rainbow SET-instelfuncties vinden plaats op de pagina Instelling, die is bevei- ligd met een klinisch wachtwoord. Zie pagina 241 om te weten hoe u deze instellingenpagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving...
  • Pagina 248 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 249 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Overzicht van SpO -bewaking ... 250 Ondersteunde parameters ....250 Voorzorgsmaatregelen voor SpO .
  • Pagina 250 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Overzicht van SpO -bewaking -bewaking is alleen mogelijk met een SpO Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute MCable. De M540 gebruikt de Infinity MCable – Care System – Infinity M540 voor een gedetailleer- Nellcor OxiMax (Nellcor OxiMax MCable) om conti- de beschrijving van de SpO -functies van de M540.
  • Pagina 251 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Voorzorgsmaatregelen voor SpO Hinderlijke substanties: carboxyhemoglobine kan de WAARSCHUWING meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang Om de kans op brandwonden tijdens chirurgie van de toename is ongeveer gelijk aan de hoeveel- re verkleinen, dient u de sensor of omvormer heid aanwezig carboxyhemoglobine.
  • Pagina 252 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable OPMERKING U kunt de totale fout van een pulsoxymetermoni- tor-sondesysteem meten met een functionele tes- ter, als van een bepaalde kalibratiecurve onafhan- kelijk is aangetoond dat deze voor dat systeem nauwkeurig is. In dat geval kunt u met de functio- nele tester meten hoe nauwkeurig een bepaalde pulsoxymeter de kalibratiecurve reproduceert.
  • Pagina 253 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Voorbereiding van de patiënt op SpO -bewaking De sensor aanbrengen De volgende tips leiden tot optimale SpO -bewa- kingsresultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeur- Als u een herbruikbare sensor gebruikt, moet u er- de praktijken of aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 254 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable -weergave Op de Cockpit bestaat de SpO -weergave uit: OPMERKING De curve van het pulsplethysmogram is direct – SpO -parameterveld evenredig met de sterkte van de pulsamplitude. – SpO pols plethysmografie golfvorm -parameterveld Het SpO -parameterveld bevat de volgende ele- OPMERKING menten:...
  • Pagina 255 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable De SpO -instellingen openen  Selecteer het SpO -parameterveld om direct Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toet- naar de pagina SpO te gaan. sen Auto. inst. en Alarm om de alarmfuncties te configureren.
  • Pagina 256 en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Respons modus – Normaal (standaard) – verandering Bepaalt de frequentie van de oxyme- van maximaal 90 % binnen 5 tot 7 se- ter die wordt gebruikt voor het bere- kenen, registreren en weergeven van conden -verzadigingsniveaus.
  • Pagina 257 Temperatuur Temperatuur Overzicht van temperatuurbewaking ..258 De temperatuursondes aansluiten ..258 De temperatuursondes aansluiten op de M540 ....259 De temperatuursondes aansluiten op de hemodynamische pods.
  • Pagina 258 Temperatuur Overzicht van temperatuurbewaking De M540 meet en geeft de volgende temperatuur- De temperatuur-bewakingsfuncties kunnen worden waarden weer, en geeft deze voor weergave door geconfigureerd op de pagina voor parameterspeci- naar de Cockpit: fieke instellingen (zie pagina 262). – Temperatuur van lichaamsoppervlak Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System –...
  • Pagina 259 Temperatuur De temperatuursondes aansluiten op de M540 U kunt één sonde of twee sondes rechtstreeks op de Twee temperatuursondes aansluiten M540 aansluiten via de dubbele temperatuuradap- 1 Sluit de temperatuursondes (D) aan op de con- terkabel. Met de dubbele temperatuursondekabel nectors en (C) van de dubbele temperatuur- worden twee temperaturen tegelijkertijd bewaakt.
  • Pagina 260 Temperatuur De temperatuursondes aansluiten op de hemodynamische pods U kunt één temperatuursonde aansluiten op de vol- Temperatuurkabels aansluiten op de Hemo2 gende apparaten: pod en de Hemo4 pod – Hemo4 pod 1 Sluit de temperatuursonde-connectors (E) aan op de Temp A-connector (H) en/of op de Temp –...
  • Pagina 261 Temperatuur Temperatuurweergave Op de Cockpit bestaat de temperatuurweergave uit Het temperatuurparameterveld bevat de volgende een parameterveld. U kunt selecteren welke tem- elementen: peratuurwaarden in het parameterveld worden weergegeven (zie pagina 262). Wanneer de dubbele temperatuurkabel is aangeslo- ten, worden in het parameterveld de overeenkomsti- ge temperatuurwaarden (bijvoorbeeld Ta en Tb) of één directe en één berekende deltawaarde (bijvoor- beeld Ta en T) weergegeven.
  • Pagina 262 Temperatuur De temperatuurinstellingen openen  Selecteer het temperatuurparameterveld Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toet- om de pagina Temp. rechtstreeks te openen. sen Auto. inst. en Alarm om de alarmfuncties te configureren. Zie "De alarminstellingen van een pa- tiënt configureren"...
  • Pagina 263 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Overzicht van niet-invasieve bloeddrukbewaking ....264 Ondersteunde parameters ....264 Voorzorgsmaatregelen bij niet-invasieve bloeddruk .
  • Pagina 264 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Overzicht van niet-invasieve bloeddrukbewaking De M540 gebruikt de oscillometrische methode om OPMERKING signalen voor niet-invasieve bloeddruk (NIBP) bin- De niet-invasieve bloeddrukfunctie moet om de nen te halen en te verwerken, en de resultaten voor twee jaar door technisch gekwalificeerd personeel weergave door te sturen naar de Cockpit.
  • Pagina 265 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Voorzorgsmaatregelen bij niet-invasieve bloeddruk WAARSCHUWING WAARSCHUWING Snelle, langdurige cycling van niet-invasieve Sluit nooit pneumatische connectors aan op drukmetingen zijn soms in verband gebracht een intravasculair systeem om de kans op het met petechia, ischemie, purpura of neuropa- pompen van lucht in de bloedvaten van de pa- thie.
  • Pagina 266 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) De niet-invasieve bloeddrukslang en -manchet aansluiten De niet-invasieve bloeddrukslang wordt recht- De slang en manchet aansluiten streeks aangesloten op de M540. 1 Selecteer voor niet-invasieve bloeddrukmetin- gen een manchetgrootte die geschikt is voor de patiënt. 2 Sluit de buis van de niet-invasieve bloeddruk- manchet (C) rechtstreeks aan op de slang (B).
  • Pagina 267 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Voorbereiding van de patiënt op niet-invasieve bloeddrukbewaking De volgende tips leiden tot optimale resultaten van A Index-lijn de niet-invasieve bloeddrukbewaking, maar mogen B Slagadermarkering niet worden gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis goedgekeurde praktijken of aanbevelin- C Bereiklabels gen van de fabrikant.
  • Pagina 268 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Weergave niet-invasieve bloeddruk Continu-modus Op de Cockpit bestaat de weergave voor niet-inva- sieve bloeddruk uit een parameterveld. In het volgende diagram ziet u hoe een parameter- Wanneer er een meting wordt uitgevoerd, wordt de veld eruitziet wanneer de continu-modus voor achtergrond van het onderste gedeelte van het pa- niet-invasieve bloeddruk is geselecteerd (zie rameterveld wit.
  • Pagina 269 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Interval-modus In het volgende diagram ziet u hoe een parameter- A NIBP-parameterlabel veld eruitziet wanneer de Interval-modus is gese- B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/gedeac- lecteerd (zie pagina 271 voor meer informatie). tiveerd) C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve bloeddrukmeting D Waarde van laatste mean druk E Alarmgrenzen of doorgekruiste driehoeksym-...
  • Pagina 270 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Modus Enkele meting In de modus Enkele meting kunt u op elk gewenst U kunt tijdens een intervalcyclus nog steeds perio- moment een meting starten. U kunt een enkele me- dieke metingen uitvoeren. ting starten en stoppen op de M540 en de Cockpit. Intervalmetingen zijn niet mogelijk in de: –...
  • Pagina 271 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Continue metingen Interval-modus starten/stoppen  Selecteer het parameterveld voor niet-invasie- ve bloeddruk om de pagina NIBP rechtstreeks WAARSCHUWING te selecteren. Wanneer u de continu-modus gebruikt, moet u de patiënt nauwlettend observeren en de ledemaatperfusie klinisch controleren. Wees 1 Selecteer Sensor parameters...
  • Pagina 272 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Veneuze stase Door een constante manchetdruk te handhaven, Veneuze stase activeren of deactiveren onderbreekt de M540 de bloedcirculatie naar het  Selecteer het parameterveld voor niet-invasie- onderste uiteinde van het ledemaat met de man- ve bloeddruk om de pagina NIBP rechtstreeks chet lang genoeg om de patiënt te cannuleren.
  • Pagina 273 Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) De instellingen voor de niet-invasieve bloeddruk openen  Selecteer het parameterveld voor niet-invasie- Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toet- ve bloeddruk om de pagina NIBP rechtstreeks sen Auto. inst. en Alarm om de alarmfuncties te te selecteren.
  • Pagina 274 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 275 Invasieve bloeddruk (IBP) Invasieve bloeddruk (IBP) Overzicht van invasieve De instellingen van de invasieve bloeddrukbewaking ....276 bloeddrukbewaking openen... . . 293 Ondersteunde parameters .
  • Pagina 276 Invasieve bloeddruk (IBP) Overzicht van invasieve bloeddrukbewaking Pods voor invasieve bloeddruk De M540 haalt invasieve bloeddruksignalen (IBP) binnen, verwerkt deze en geeft deze gegevens door aan de Cockpit. Er zijn diverse pods beschikbaar om Invasieve bloeddruksignalen zijn afkomstig van de invasieve druk te bewaken.
  • Pagina 277 Invasieve bloeddruk (IBP) Hemo2 pod MPod – QuadHemo Met deze pod worden maximaal twee drukwaarden, Met deze pod worden vier drukwaarden, de hart- de hartfunctie en de temperatuur gemeten. functie en de temperatuur gemeten. A Toets voor het tegelijkertijd op nul instellen F Toets voor het tegelijkertijd op nul instellen van alle drukwaarden (zie pagina 286)
  • Pagina 278 Invasieve bloeddruk (IBP) Dual Hemo MCable De Dual Hemo MCable meet maximaal twee druk- A Dual Hemo MCable-connector die kan worden waarden. aangesloten op de M540 B Adapterkabels voor aansluiting van de transducers Voorzorgsmaatregelen voor invasieve bloeddruk WAARSCHUWING Gebruik een omvormer voor éénmalig gebruik nooit opnieuw om patiëntletsel te voorkomen.
  • Pagina 279 Invasieve bloeddruk (IBP) De Hemo4 pod en Hemo2 pod aansluiten De Hemo4 pod en Hemo2 pod worden direct aan- De Hemo4 pod en Hemo2 pod aansluiten gesloten op de M540. In het volgende diagram wordt 1 Bevestig de invasieve bloeddrukadapter (G) op getoond waar de grijze hemo-connector (A) zich op de onderzijde van de Hemo4 pod/Hemo2 pod.
  • Pagina 280 Invasieve bloeddruk (IBP) De MPod – QuadHemo aansluiten De MPod – QuadHemo wordt direct aangesloten op De MPod – QuadHemo aansluiten de M540. 1 Sluit het ene uiteinde van de verbindingskabel (C) aan op de connector die zich op de rechter- zijde van de MPod –...
  • Pagina 281 Invasieve bloeddruk (IBP) De Dual Hemo MCable aansluiten De Dual Hemo MCable wordt direct aangesloten op De Dual Hemo MCable aansluiten de M540. 1 Sluit de transducers (D) aan op de omvormeradap- terkabels (C). De omvormeradapterkabels zijn per- manent bevestigd op de Dual Hemo MCable. 2 Sluit de Dual Hemo MCable-connector (B) aan op de grijze Hemo-connector (A) op de M540.
  • Pagina 282 Invasieve bloeddruk (IBP) Voorbereiding van de patiënt op invasieve bloeddrukbewaking – Let tijdens de voorbereiding van de patiënt goed OPMERKING op dat er geen luchtbelletjes in de sensor of de Als er luchtbelletjes in het slangensysteem ver- plugkraan voorkomen. schijnen, moet u het systeem nogmaals met de infuusoplossing doorspoelen.
  • Pagina 283 Invasieve bloeddruk (IBP) Grote gemiddelde waarde Het parameterveld voor invasieve bloeddruk bevat de volgende elementen: De gemiddelde waarde voor invasieve bloeddruk kan worden weergegeven met een gewoon of een groot lettertype. De grote weergave van de gemiddelde waarde activeren  Selecteer het parameterveld voor invasieve bloeddruk om de pagina IBP rechtstreeks te selecteren.
  • Pagina 284 Invasieve bloeddruk (IBP) Invasieve bloeddrukkanalen labelen Het druklabel voor invasieve bloeddruk bepaalt hoe – De nulwaarde, de datum en de tijd die zijn ge- een signaal wordt geanalyseerd en gerapporteerd. koppeld aan het drukkanaal, blijven ongewijzigd, De M540 neemt de druklabels van de aangesloten zelfs als er een nieuw label wordt toegewezen.
  • Pagina 285 Invasieve bloeddruk (IBP) Standaardlabels De M540 detecteert labels van de hemodynamische In de volgende tabel worden de beschikbare labels pod automatisch, op voorwaarde dat er een omvor- voor invasieve bloeddruk weergegeven. mer is aangesloten. De M540 draagt de labels over naar de Cockpit.
  • Pagina 286 Invasieve bloeddruk (IBP) Druklabelconflicten Pod- en M540-labelconflicten Elk druklabel wordt toegewezen aan één locatie. Als u het label opnieuw probeert te gebruiken, moet u dit bevestigen. De M540 wijst het label toe aan het Op de hemodynamische pods worden druklabels momenteel geselecteerde parameterveld en plaatst opgeslagen zoals op de M540.
  • Pagina 287 Invasieve bloeddruk (IBP) Alle druktransducers op nul instellen Een specifieke omvormer op nul instellen  Selecteer het parameterveld voor invasieve Met deze procedure worden alle drukomvormers bloeddruk om de pagina IBP rechtstreeks te tegelijkertijd op nul ingesteld. selecteren. Als u alle drukwaarden tegelijkertijd op nul instelt vanaf de Hemo4 pod, de Hemo2 pod en de MPod –...
  • Pagina 288 Invasieve bloeddruk (IBP) Alle drukomvormers vanaf de MPod – QuadHemo hemodynamische pods op nul instellen 1 Lijn de omvormer uit op het niveau van het hart (flebostatisch toegangspunt, vijfde inter- costaalruimte en midaxillaire lijn). 2 Sluit de plugkranen naar de patiënt en open ze om te ventileren.
  • Pagina 289 Invasieve bloeddruk (IBP) Pulmonale wedgedruk Wanneer de M540 is aangekoppeld, kunt u een pul- WAARSCHUWING monale wedgedruk (PWP) berekenen op de Hemo4 Blaas de ballon niet teveel op omdat daardoor pod, Hemo2 pod en de MPod – QuadHemo. U kunt de longslagader kan scheuren.
  • Pagina 290 Invasieve bloeddruk (IBP) Wedgedrukmetingen starten vanaf de pods Een wedgedrukmeting starten 2 Druk nogmaals op de Wedge-toets (A) om te starten. 1 Druk op de Wedge-toets (A) op de Hemo2 pod, Hemo4 pod of de MPod – QuadHemo. Het be- –...
  • Pagina 291 Invasieve bloeddruk (IBP) Wedgedrukmetingen starten vanaf de Cockpit In het volgende diagram ziet u de Wedge-pagina A De toets Wedge voorbereid. waarop u wedgemetingen handmatig start. De wedge- B De toets Start wedge drukwaarde wordt automatisch opgeslagen wanneer: C De toets Bevriezen/ Instellen –...
  • Pagina 292 Invasieve bloeddruk (IBP) Een wedgemeting starten  Selecteer het PA-parameterveld (indien weer- 8 Selecteer de toets Start wedge (B). gegeven) > selecteer de toets Start wedge. – Het bericht Wedge loopt wordt weergegeven in het berichtengedeelte (F). OPMERKING Indien de Start wedge-toets als zodanig is gecon- –...
  • Pagina 293 Invasieve bloeddruk (IBP) De instellingen van de invasieve bloeddrukbewaking openen  Selecteer het IBP-parameterveld om direct naar Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toet- de pagina IBP te gaan. sen Auto. inst. en Alarm om de alarmfuncties te configureren.
  • Pagina 294 Invasieve bloeddruk (IBP) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Schaal – 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 50, 75, Hiermee wordt de bovenste schaal 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, van de drukcurve gecontroleerd. 300 mmHg OPMERKING – 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, De laagste waarde is hetzij 20, 24, 30, 32, 36, 40 kPa –5 mmHg (–0,7 kPa) voor druk-...
  • Pagina 295 Invasieve bloeddruk (IBP) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alleen ICD-parameterpagina Min. schaal Aan, Uit (standaard) Hiermee kunt u de minimumschaal selecteren. Wanneer deze functie is geactiveerd, gebeurt er het volgende: – De laagste waarde wordt inge- steld op –25 mmHg (–3 kPa) –...
  • Pagina 296 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 297 Cardiac Output (C.O.) Cardiac Output (C.O.) Overzicht van de hartfunctiebewaking..298 Meetmodus hartfunctie ....298 Ondersteunde parameters ....298 Voorzorgsmaatregelen voor C.O.
  • Pagina 298 Cardiac Output (C.O.) Overzicht van de hartfunctiebewaking De M540 berekent de hartfunctie (C.O.) voor vol- Voor de berekening van de hartfunctie houdt wassen en pediatrische patiënten met de thermodi- de M540 rekening met de volgende factoren: lutiemethode. Hartfunctiebewaking is niet bedoeld –...
  • Pagina 299 Cardiac Output (C.O.) De hardware voor de hartfunctie aansluiten U kunt de hemodynamische kabel aansluiten A M540 hemodynamische connector op een van de volgende apparaten: B Grijze intermediaire kabelconnector – MPod – QuadHemo C Rode intermediaire kabelconnector – Hemo4-pod D MPod – QuadHemo hemodynamische connector –...
  • Pagina 300 Cardiac Output (C.O.) De hardware voor de hartfunctie aansluiten met de Hemo4- en de Hemo2-pod 1 Sluit de connector van de hemodynamische in- termediaire kabel (B) aan op de grijze hemody- namische connector (A) van de M540. 2 Sluit de rode connector van de hemodynamische intermediaire kabel (C) aan op de Hemo4/Hemo2- pod-connector (D).
  • Pagina 301 Cardiac Output (C.O.) Voorbereiding van de patiënt op hartfunctiebewaking De volgende tips leiden tot optimale resultaten van – Gebruik een inlijninjectaatsysteem waarbij de de hartfunctiebewaking, maar mogen niet worden injectaattemperatuur wordt gemeten in het ijs- gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis bad, kunnen fouten introduceren.
  • Pagina 302 Cardiac Output (C.O.) Weergave Hartfunctie Op de Cockpit bestaat de hartfunctieweergave uit A C.O. label een parameterveld. B Tijdstempel van het laatst opgeslagen hartfunc- tiegemiddelde (dit gebied is leeg als er in de OPMERKING afgelopen 24 uur geen metingen zijn verricht) In het volgende diagram ziet u een gangbare in- deling van een parameterveld.
  • Pagina 303 Cardiac Output (C.O.) Berekeningsconstante hartfunctie Een berekeningsconstante handmatig opgeven WAARSCHUWING Zorg ervoor dat het kathetertype Overige is gese- Een onjuiste berekeningsconstante kan on- lecteerd (zie pagina 310), omdat anders de toets juiste hartfunctiemetingen opleveren en de Comp. constant niet beschikbaar is op de pagina patiënt in gevaar brengen.
  • Pagina 304 Cardiac Output (C.O.) In de volgende tabellen worden de berekenings- constanten vermeld voor Baxter-, BD/Ohmeda- en Arrow-katheters. Baxter-berekeningsconstanten Injectaattemperatuur (Tinj) -sensor losgekoppeld sensor aangesloten Katheter- Injectaat- Tinj = –5 tot +16 °C Tinj = 16 tot 25 °C Tinj = 20 °C (68 °F) grootte volume (23 tot 61 °F)
  • Pagina 305 Cardiac Output (C.O.) Arrow-berekeningsconstanten Katheter- Injectaat- Tinj = –5 °C tot 23,9 °C Tinj >=24 °C (75,2 °F) grootte volume (23 °F tot 75 °F ) 7,5F 10 cc 0,532 0,586 7,5F 5 cc 0,249 0,265 7,5F 3 cc 0,131 0,155 10 cc 0,541...
  • Pagina 306 Cardiac Output (C.O.) Een meting in de Auto-interval-modus starten Hemo4 pod 1 Druk op de starttoets voor de hartfunctie (A) op de MPod – QuadHemo of de Hemo4/Hemo2. Selecteer de toets Start C.O. op de pagina Procedures... > C.O. (zie pagina 309). OPMERKING Indien de Start C.O.-toets als zodanig is geconfi- gureerd, is deze ook toegankelijk via de hoofdme-...
  • Pagina 307 Cardiac Output (C.O.) Handmatige metingen Als automatische metingen niet mogelijk zijn ten Hemo4 pod gevolge van onstabiele bloedtemperaturen of an- dere oorzaken, schakelt u over naar de handmatige modus. Zie pagina 311 als u de handmatige hart- functie-modus wilt selecteren. Een meting in de handmatige modus starten ...
  • Pagina 308 Cardiac Output (C.O.) De hartfunctiewaarde opslaan Als u een meting hebt voltooid, kunt u het hartfunctie- gemiddelde opslaan. Als u de pagina Procedures... > C.O. sluit zonder de hartfunctiewaarde(n) op te slaan, gaan niet-opgeslagen waarden verloren. De hartfunctiewaarde handmatig opslaan 1 Selecteer Procedures...
  • Pagina 309 Cardiac Output (C.O.) De hartfunctiegemiddelden doornemen Verschillende injectietypen kunnen variaties in hart- A De toets Start C.O. (alleen beschikbaar functiemetingen veroorzaken. Om voor dergelijke in de handmatige modus – zie pagina 307) afwijkingen te compenseren, kunt u maximaal vijf B De toets Opsl. C.O. gemidd. metingen bekijken en daarmee een hartfunctiege- middelde berekenen.
  • Pagina 310 Cardiac Output (C.O.) De hartfunctie-instellingen openen  Selecteer het parameterveld voor hartfunctie Het bovenste gedeelte van de pagina bevat de toet- om direct naar de pagina C.O. te gaan. sen Auto. inst. en Alarm om de alarmfuncties te configureren. Zie "De alarminstellingen van een patiënt configureren"...
  • Pagina 311 Cardiac Output (C.O.) Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Comp. constant – 0,100 tot 0,999 De berekeningsconstante moet handmatig worden opgegeven als het kathetertype Deze selectie ver- – 0,542 (standaard) Overige was geselecteerd (zie pagina 310). schijnt alleen als De berekeningsconstante hangt af van het het Kathetertype volume en de temperatuur van het injectaat, Overige is gese-...
  • Pagina 312 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 313 Kooldioxide-concentraties (CO Kooldioxide-concentraties (CO Overzicht van CO -bewaking ... . 314 Ondersteunde parameters ....314 Voorzorgsmaatregelen voor CO .
  • Pagina 314 Kooldioxide-concentraties (CO Overzicht van CO -bewaking De M540 biedt snelle, continue mainstream metingen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Infinity Acute van kooldioxide-concentraties (CO ) in de adem- Care System – Infinity M540 voor een gedetailleer- wegen van geïntubeerde patiënten. De M540 ver- de beschrijving van de CO -functies van de M540.
  • Pagina 315 Kooldioxide-concentraties (CO Voorzorgsmaatregelen voor CO Zie "Plaats van gebruik" op pagina 17 voor algeme- WAARSCHUWING ne voorzorgsmaatregelen. -alarmen worden pas geactiveerd nadat de eerste ademhaling is gedetecteerd na in- WAARSCHUWING schakeling van de monitor of het ontslag van RRc-apnoe-alarmen worden NIET gemeld als een patiënt.
  • Pagina 316 Kooldioxide-concentraties (CO De sensor aansluiten Voordat u CO -materiaal aansluit, moet u zich er- van vergewissen dat de gebruikte luchtwegadapter past bij de luchtwegadapter-instelling van de Cock- pit (zie pagina 374). U dient bijvoorbeeld geen dis- posable luchtwegadapter gebruiken als de Cockpit is geconfigureerd voor een herbruikbare luchtweg- adapter (en omgekeerd).
  • Pagina 317 Kooldioxide-concentraties (CO Voorbereiding van de patiënt op CO -bewaking De volgende tips leiden tot optimale bewakingsre- Wanneer u adaptertypen omwisselt (van herbruik- sultaten, maar mogen niet worden gebruikt ter ver- baar naar wegwerpbaar, van volwassen naar pedi- vanging van door het ziekenhuis goedgekeurde atrisch, of omgekeerd), hoeft u een Dräger-sensor praktijken of aanbevelingen van de fabrikant.
  • Pagina 318 Kooldioxide-concentraties (CO -weergave Op de Cockpit bestaat de CO -weergave uit: Het CO -parameterveld bevat de volgende ele- menten: – Een CO -parameterveld – Een CO -curve (capnogram) -parameterveld OPMERKING In het volgende diagram ziet u een gangbare in- deling van een parameterveld. De indeling kan veranderen als er aanvullende parameters wor- den weergegeven.
  • Pagina 319 Kooldioxide-concentraties (CO Capnogrammen De Cockpit geeft ook een actuele CO -curve of -cap- A Uitademingsplateau of alveolair plateau (het ni- nogram weer. veau CO in de longen neemt significant toe) B End-tidal concentratiepunt (einde van de expi- ratie-fase, waar CO wordt gemeten) C Begin van de inspiratie-fase D Begin van de expiratie-fase...
  • Pagina 320 Kooldioxide-concentraties (CO Beschrijving Oorzaak Capnogram Verhoogde uitgangswaar- Herademen door een van de vol- de voor curve met over- gende oorzaken: eenkomstige toename – De disposable luchtwegadapter in het CO -niveau. wordt gebruikt, hoewel de Cockpit is geconfigureerd voor het herbruikbare adaptertype –...
  • Pagina 321 Kooldioxide-concentraties (CO De CO -instellingen openen  Selecteer het CO -parameterveld om direct Het bovenste gedeelte van de instelpagina bevat naar de pagina CO te gaan. de toetsen Auto. inst. en Alarm om de alarmfunc- ties te configureren. Zie "De alarminstellingen van een patiënt configureren"...
  • Pagina 322 Kooldioxide-concentraties (CO Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Atm. druk 570 tot 800 mmHg, standaard: 760 mmHg Bepaalt de atmosferische druk-instelling van de sensor, en compenseert voor drukef- fecten. Als er niet voor druk wordt gecompenseerd, kan dat leiden tot onjuiste metingen. Gascompensatie Air (standaard), N2O/O >50%, Heliox...
  • Pagina 323 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Overzicht van CCO-bewaking ... . 324 Alarmen externe apparaten ....324 Naslagwerk.
  • Pagina 324 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Overzicht van CCO-bewaking Alarmen externe apparaten Dankzij de optie voor device connectivity kan de Cockpit parameterwaarden van een continu hart- functieapparaat weergeven. Binnen 30 seconden Als de alarmfunctie voor externe apparaten is ge- na aansluiting van het apparaat verschijnen de ge- activeerd op de Cockpit (zie pagina 362) en een ex- gevens op de Cockpit.
  • Pagina 325 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Ondersteunde parameters In de volgende tabel worden de ondersteunde pa- rameters vermeld die worden weergegeven op de Cockpit en afkomstig zijn van externe CCO-appara- ten waarmee deze parameters worden ondersteund en bewaakt. Het bereik en de resolutie wordt voor alle parameters geleverd door het CCO-apparaat.
  • Pagina 326 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) Voorzorgsmaatregelen voor CCO WAARSCHUWING LET OP Als u de kans op verwonding van de patiënt Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron voor- door elektrische schokken wilt verkleinen, dient dat u diagnostische of therapeutische beslissingen u de aansluitkabel van het externe apparatuur neemt.
  • Pagina 327 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) CCO/SvO -weergave Op de Cockpit bestaat de CCO/SvO -display uit een parameterveld. CCO/SvO -parameterveld OPMERKING In het volgende diagram ziet u een gangbare in- deling van een parameterveld. De indeling kan ver- anderen als er aanvullende parameters worden weergegeven.
  • Pagina 328 Extern apparaat – Continue Cardiac Output (CCO) De CCO/SvO -instellingen openen 1 Selecteer de toets Sensor parameters... vanuit de hoofdmenubalk. 2 Selecteer het tabblad CCO. Als u de tab niet ziet, selecteert u de volgende twee symbolen in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster: symbool en de toets weergavefilter Instelfuncties voor SvO -parameters...
  • Pagina 329 Extern apparaat – beademing/anesthesie Extern apparaat – beademing/anesthesie Overzicht van beademingsbewaking ..330 Infinity CentralStation – Optie Vent Central ..330 Alarmen externe apparaten ....330 Trendopbouw van externe apparaatparameters .
  • Pagina 330 Extern apparaat – beademing/anesthesie Overzicht van beademingsbewaking De optie voor device connectivity stelt de Cockpit Voor een overzicht van de ondersteunde modi in staat tot het volgende: en instellingen raadpleegt u de gebruiksaanwijzing voor de Evita Infinity V500. – Parameterwaarden, curven en loops van be- ademingsapparaten weergeven.
  • Pagina 331 Extern apparaat – beademing/anesthesie Ondersteunde parameters In de volgende tabel worden de parameters ver- – Maquet SERVO-i meld die met de optie apparaataansluiting en de Het gebruikte beademingsapparaat bepaalt welke volgende beademingsapparaten worden onder- van deze parameters beschikbaar zijn op de Cock- steund: pit en het netwerk.
  • Pagina 332 Extern apparaat – beademing/anesthesie Parameter Label Beschikbare meeteen- heid Insp/exp-verhouding (expiratie-component) I:E, E-deel Geen eenheden Dynamische compliantie Cdyn L/bar Weerstand mbar/L/s Tidal volume-instelling, inspiratoir VTi inst. mL of L -productie mL/min OPMERKING Deze parameter is alleen beschikbaar op het Infinity-netwerk. Deze is niet beschikbaar op de Cockpit. Deze parameter wordt ook getoond op de pagina Toon alle (zie pagina 338) van de Cockpit.
  • Pagina 333 Extern apparaat – beademing/anesthesie Parameter Label Beschikbare meeteenheid Duur van patiëntsessie op SmartCare SC-duur min, h (alleen V500/V300) Dynamische compliantie Cdyn L/bar Endtidal CO etCO mmHg, kPa, % Endtidal CO in SmartCare SC-etCO mmHg (alleen V500/V300) Elastantie mbar/L Eind-ademwegdruk mbar Fractioneel geïnspireerde O Insp/exp-verhouding (inspiratie-component) I:E, I-deel...
  • Pagina 334 Extern apparaat – beademing/anesthesie Parameter Label Beschikbare meeteenheid Negatieve inspiratoire kracht mbar (alleen V500/V300) Occlusiedruk P0.1 mbar (alleen V500/V300) Plateaudruk Pplat mbar (alleen V500/V300) Piek inspiratoire druk mbar Positieve eind-expiratoire druk PEEP mbar Bovenste drukniveau tijdens APRV Phoog mbar Onderste drukniveau tijdens APRV Plaag mbar Phf...
  • Pagina 335 Extern apparaat – beademing/anesthesie Parameter Label Beschikbare meeteenheid Spontaan slagvolume, lekkage gecorrigeerd VTspon Spontaan slagvolume, inspiratoir VTispon Statische compliantie Cstat mL/mbar (alleen V500/V300) Slagvolume, lekkage-gecorrigeerd Tidal volume, expiratoir Slagvolume per kg lichaamsgewicht VT/Wt mL/kg Slagvolume in SmartCare SC-VT (alleen V500/V300) Slagvolume voor HFO VThf (alleen V500/V300)
  • Pagina 336 Extern apparaat – beademing/anesthesie Voorzorgsmaatregelen voor beademingsapparaten LET OP WAARSCHUWING Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron voor- In de volgende tabel worden alle randappara- dat u diagnostische of therapeutische beslissin- tuur en verwante softwareversies vermeld die gen neemt. door Dräger zijn gevalideerd. Dräger kan zich niet uitspreken over de betrouwbaarheid van Randapparatuur kan via de optie voor apparaat- de gegevens voor latere of eerdere software-...
  • Pagina 337 Extern apparaat – beademing/anesthesie Weergave beademingsapparaat Op de Cockpit worden de volgende curven, loops In het volgende diagram ziet u een beademingspa- en parameters weergegeven: rameter-vak. – Curve van de ademwegdruk (Paw) en bijbeho- rend parameterveld – Curve van expiratoire flow en bijbehorend para- meterveld voor flow/volume (bead) –...
  • Pagina 338 Extern apparaat – beademing/anesthesie Loops weergeven 4 Selecteer de tab Loops om alle loops in één dialoogvenster weer te geven. 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Sen- sor parameters..5 Selecteer de toets Loopoverl. onderaan op de pagina om te kiezen hoeveel loops er over 2 Selecteer het tabblad Bead.
  • Pagina 339 Extern apparaat – beademing/anesthesie Paw-Instelfuncties beademingsapparaat Zie pagina 338 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Paw schaal 10, 15, 20, 25 (standaard), 30, 40, 50, 60, 70, Hiermee wordt de schaal van 80, 100, 120 mbar de weergegeven Paw-curve bepaald.
  • Pagina 340 Extern apparaat – beademing/anesthesie Instelfuncties voor beademingsparameters Zie pagina 338 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Flow schaal 5, 10, 15, 20 (standaard in neonatale modus), Hiermee wordt de schaal van 35, 50, 100 (standaard in volwassen en pedia- de weergegeven flow-curve trische modus), 150, 200 L/min bepaald.
  • Pagina 341 Extern apparaat – beademing/anesthesie Instelfuncties voor CO -parameters Zie pagina 338 voor informatie om deze pagina te openen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving schaal – 0 tot 40 (standaard), 0 tot 60, 0 tot 80, Hiermee wordt de schaal van 0 tot 100 mmHg de weergegeven CO -curve bepaald.
  • Pagina 342 Extern apparaat – beademing/anesthesie Overzicht van anesthesiebewaking Dankzij de optie voor apparaatverbinding kan de Als de alarmfunctie voor externe apparaten is ge- Cockpit parameterwaarden van de volgende speci- activeerd op de Cockpit (zie pagina 362) en een ex- fieke Dräger-anesthesieapparaten tonen: tern apparaat wordt losgekoppeld van de Cockpit, gebeurt er het volgende op de Cockpit en op het ®...
  • Pagina 343 Extern apparaat – beademing/anesthesie Ondersteunde parameters In de volgende tabel worden de parameters vermeld die met de apparaataansluiting en het Dräger-anes- thesieapparaat op pagina 342 worden ondersteund. Parameter Label Beschikbare meeteenheid -productie V'CO mL/min Correlatiefactor voor R en Cdyn Geen eenheid Gecombineerd luchtverbruik van het Air const apparaat...
  • Pagina 344 Extern apparaat – beademing/anesthesie Parameter Label Beschikbare meeteenheid 1), 2) Positieve eind-expiratoire druk PEEP mbar 1), 2) Verplicht minuutvolume MVmand L/min Verplicht expiratoir slagvolume VTemach 1), 2) Verplichte ademfrequentie RRmach /min 1), 2) Gemiddelde ademwegdruk Pmean mbar 1), 2) Piek-ademwegdruk mbar Spontaan expiratoir slagvolume VTspon...
  • Pagina 345 Extern apparaat – beademing/anesthesie Voorzorgsmaatregelen inzake de interface van anesthesieapparatuur LET OP Raadpleeg altijd de primaire gegevensbron voor- dat u diagnostische of therapeutische beslissin- gen neemt. Behandelingsapparatuur kan via de optie voor ap- paraatkoppeling worden aangesloten. Sluit alleen medische behandelingsapparatuur aan op een patiëntmonitor als deze apparatuur voldoet aan de vereisten voor elektrische veiligheid vermeld in IEC 60601-1.
  • Pagina 346 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 347 Systeemconfiguratie Systeemconfiguratie Overzicht ......348 Biomed-instellingen ....371 Biomed-instellingen –...
  • Pagina 348 Systeemconfiguratie Overzicht In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van het dia- – Biomed (zie pagina 371) loogvenster Systeem instelling, dat bestaat uit di- – Profielen (zie pagina 384) verse instellingspagina's om de Cockpit te configu- reren. Sommige van deze instellingen zijn met een De meeste instellingen bestaan uit selecties om afzon- wachtwoord beschermd en zijn alleen toegankelijk derlijke functies te configureren.
  • Pagina 349 Systeemconfiguratie Scherminstelling – algemene instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn binnen de pagina Algemene instel- lingen. Uw selectie wordt onmiddellijk van kracht. Zie pagina 348 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving...
  • Pagina 350 Systeemconfiguratie Scherminstelling – functies voor Auto weergave In het volgende diagram ziet u de pagina Auto A Selectietoets voor weergavemodus Auto weergave. Deze pagina functioneert bovendien B Selectietoets voor weergavemodus Handmatig dynamisch met de instellingswerkbalk voor auto weergave (zie pagina 353). Zie pagina 348 om C Toets Weergavefilter te weten hoe u deze pagina opent.
  • Pagina 351 Systeemconfiguratie De instellingen Auto weergave configureren U kunt diverse functies uitvoeren binnen de pagina 5 Selecteer de toets Parametervakken (H) Auto weergave. Met de volgende instellingen worden en gebruik de draaiknop om het gewenste de algemene instellingen beschreven voor de pagi- aantal parametervelden voor weergave te na Auto weergave.
  • Pagina 352 Systeemconfiguratie Parameters voor weergave configureren Het venster Parameterselectie In het venster voor parameterselectie (D) van de pagina Auto weergave wordt in principe bepaald waar een parameter op het scherm verschijnt en In het venster voor parameterselectie (D) op de pa- hoe deze wordt weergegeven.
  • Pagina 353 Systeemconfiguratie De parameterprioriteit en -weergave configureren In het venster voor parameterselectie verschijnt een 4 Selecteer de parameter en verplaats deze met de van de drie weergavesymbolen naast elk parame- draaiknop omhoog of omlaag door het venster voor terlabel. De symbolen geven aan hoe de parameter parameterselectie (N) totdat de gewenste positie op het scherm verschijnt: is bereikt.
  • Pagina 354 Systeemconfiguratie OPMERKING Als de instellingswerkbalk voor auto weergave wordt weergegeven, kunt u naar de pagina Auto weergave gaan door de toets Instell. rechts op de werkbalk Auto weergave te selecteren. U kunt de instellingswerkbalk voor auto weergave weergeven of verbergen (zie pagina 351). U kunt de weergavestatus van een parameterweergavemodus ook wijzigen door de positie ervan op de instellings- werkbalk voor auto weergave te veranderen.
  • Pagina 355 Systeemconfiguratie Scherminstelling – weergaven configureren Op de pagina Weergaven worden alleen beschik- 5 Selecteer de weergave waarvan de naam wordt bare weergaven afgebeeld waarmee wordt ingesteld gevolgd door een sterretje en die cursief wordt hoe informatie op het scherm wordt gepresenteerd. weergegeven (bijvoorbeeld Basis OK * ).
  • Pagina 356 Systeemconfiguratie Scherminstelling – toetsen hoofdmenubalk configureren Op de pagina Config. toetsen kunt u de inhoud van A De toets Alarmen... de hoofdmenubalk (zie pagina 56) aanpassen door B De toets Gebeurtenis markeren toetsen toe te voegen en te verwijderen. De hoofd- menubalk bevat echter enkele toetsen die een es- C De toets Code sentiële functie hebben en permanent op de menu-...
  • Pagina 357 Systeemconfiguratie De functietoetsen configureren De standaardinstelling van de menubalk terugzetten In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de pagina Config. U kunt de standaardinstelling van de menubalk toetsen (zie pagina 356). (zie pagina 356) op elk moment terugzetten. In de volgende stappen verwijzen de letters tussen 1 Selecteer in de hoofdmenubalk de toets Systeem haakjes naar de afbeelding van de pagina Config.
  • Pagina 358 Systeemconfiguratie Scherm Instellingen – de Weergave editor Naast de acht Dräger-weergaven kunnen er op elke A Veld Weergave en pijltoets Cockpit ook acht aangepaste weergaven voorkomen. symbool voor het wijzigen van de naam van De Weergave editor is een optie waarmee u aan- de geselecteerde weergave gepaste weergaven kunt maken, wijzigen en opslaan.
  • Pagina 359 Systeemconfiguratie Een aangepaste weergave wijzigen 7 Herhaal stap 4 en 5 voor alle deelvensters in de geselecteerde layout-sjabloon. OPMERKING 8 Selecteer het symbool (G) naast het Hoewel op de Cockpit veel parameters en curven veld Weergave opslaan (zie de afbeelding kunnen worden weergegeven, dient u zorgvuldig op pagina 358) om de wijzigingen onder de te werk te gaan om te voorkomen dat klinisch be-...
  • Pagina 360 Systeemconfiguratie De alarminstellingen configureren De met een wachtwoord beschermde pagina's 4 Selecteer een van de volgende tabs om de be- Alarmen dienen om algemene alarminstellingen treffende instelling te openen: te configureren. – Algemene instellingen – Volume/ Toon De pagina's Alarmen openen –...
  • Pagina 361 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alarmvalidatie Aan (standaard), Uit Wanneer deze functie is geactiveerd, worden alle alarmcondities gedurende een bepaalde periode geverifieerd voordat er akoestische en optische alarmsignalen worden geactiveerd (zie pagina 100). Deze functie reduceert het aantal valse alarmen. alarm –...
  • Pagina 362 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving NIBP/SpO – Aan Aan – de SpO -alarmfunctie is gedeactiveerd koppeling en de SpO -alarminstellingen worden gedimd – Uit (standaard) weergegeven tijdens NIBP- en Puls CO-Ox- metingen (zie "NIBP/SpO -koppelingsalarmen" op pagina 106 voor meer informatie). Uit –...
  • Pagina 363 Systeemconfiguratie Alarminstellingen – het alarmvolume en de alarmtonen configureren De volgende tabel bevat de beschikbare instellingen van de pagina Volume/ Toon waarop verschillende tooninstellingen worden beheerd. Zie pagina 360 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Minimum –...
  • Pagina 364 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Pulstoon volume – Uit Hiermee wordt het volume van de pulstoon be- paald. – 5, 10 (standaard) tot 100 % (in stappen van 10 %) 'Attentie' – Uit Hiermee wordt het volume van de attentietoon toonvolume bepaald of wordt de attentietoon gedeactiveerd.
  • Pagina 365 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Alarm volume uit – Ja – Ja – het akoestische alarmsignaal voor een actief alarm wordt gedeactiveerd; de melding – Nee (standaard) Audio alarmen uit en het symbool ver- schijnen op de kopbalk. – Nee – de akoestische alarmsignalen voor actieve alarmen worden niet beïnvloed wan- neer u op de toets Code drukt.
  • Pagina 366 Systeemconfiguratie Alarminstellingen – de SpO -sensoralarmfuncties configureren Op de pagina Config. alarmen kunt u het akoesti- Zie pagina 360 om te weten hoe u deze pagina opent. sche en optische alarmmeldingsgedrag in reactie op bepaalde SpO -sensorberichten instellen. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving -sensor uit De kolom Alarm...
  • Pagina 367 Systeemconfiguratie Alarminstellingen – M540-instellingen configureren Op de pagina M540-instell. kunnen bepaalde M540- instellingen worden geconfigureerd. Deze instelling zorgt ervoor dat de instellingen van de M540 automa- tisch worden bijgewerkt wanneer de M540 is gekop- peld. Zie pagina 360 om te weten hoe u deze pagina opent.
  • Pagina 368 Systeemconfiguratie De instellingen voor registratie en rapportage configureren Op de pagina's Registraties/ Rapporten kunt u al- 3 Selecteer een van de volgende tabs om de be- gemene instellingen voor registraties en rapporten treffende instelling te openen: configureren. – Rapporten – Recorder instelling De pagina's Registraties/ Rapporten openen –...
  • Pagina 369 Systeemconfiguratie Recorderinstelling In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn op de pagina Recorder instelling. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Uitstel 6, 10 (standaard), 15 s Hiermee wordt bepaald hoeveel uitstelgege- vens (voorafgaand aan een gebeurtenis) in een Tijd-gebonden registratie worden opgenomen.
  • Pagina 370 Systeemconfiguratie Instellingen Rust ECG De juiste instellingen zijn essentieel voor een opti- Om een optimale automatische diagnostische in- male analyse met 12 afleidingen. In de volgende terpretatie van een Rust-ECG-rapport te verkrijgen tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op moet u zich ervan vergewissen dat de geselecteer- de pagina Rust ECG rapport, waarop diverse in- de waarden in de onderstaande tabel en Gewicht,...
  • Pagina 371 Systeemconfiguratie Instelling rapporten – de pagina Rapport instelling In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- OPMERKING schikbaar zijn binnen de pagina Rapport instelling. Voor rapporten die op een laserprinter worden af- Zie pagina 368 om te weten hoe u deze pagina opent. gedrukt worden de instellingen op de pagina Rap- port instelling gebruikt en niet de instellingen die zijn gedefinieerd in de instellingen voor trends.
  • Pagina 372 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – landspecifieke instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn op de pagina Land. Zie pagina 371 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Taal Engels (Verenigde Staten), Hiermee wordt de taal voor de beeldscherm- Duits (Duitsland), Frans tekst van de Cockpit geselecteerd.
  • Pagina 373 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – meeteenheden In de volgende lijst vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn op de pagina Meet eenheden, waar u de eenheden voor alle parametergroepen kunt configureren. Zie pagina 371 om te weten hoe u deze pagina opent. luchtwegadapter Toe passen nadat u uw selectie hebt gemaakt.
  • Pagina 374 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – patiëntmonitorinstellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn binnen de pagina Patiëntmonitor. Zie pagina 371 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Wijzig klinische Gebruikersinvoer Hiermee kunt u een nieuw klinisch wachtwoord wachtwoord vastleggen.
  • Pagina 375 Systeemconfiguratie Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving OK-alarmen – Auto Auto – OR-alarmen worden automatisch ge- instellen activeerd wanneer een anesthesieapparaat wordt – Handmatig aangesloten. Handmatig – OR-alarmen moeten handmatig worden geactiveerd wanneer een anesthesie- apparaat wordt aangesloten. OPMERKING Wanneer u de A500 van de Cockpit loskoppelt, worden de functies O.K.
  • Pagina 376 Systeemconfiguratie Biomed-instellingen – naamservice-instellingen In de volgende tabel vindt u de instellingen die beschikbaar zijn op de pagina Naam service. Zie pagina 371 om te weten hoe u deze pagina opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aange- bracht, selecteert u de toets Toe passen, waardoor er een kort communicatieverlies met een gekoppel- de M540 optreedt.
  • Pagina 377 Systeemconfiguratie Biomed-instelling – netwerkinstellingen In de volgende tabel worden de instellingen ver- meld die beschikbaar zijn om de instellingen van de Infinity en het ziekenhuisnetwerk te configureren op de pagina's Infinity en Ziekenhuis. Zie pagina 371 om te weten hoe u de pagina's opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, selecteert u de toets Toe passen om ze te activeren.
  • Pagina 378 Systeemconfiguratie Biomed instellingen – recorderinstelling In de volgende tabel vindt u de instellingen die be- schikbaar zijn binnen de pagina Recorder instelling. Zie pagina 371 om te weten hoe u deze pagina opent. Selectie Beschikbare instellingen Beschrijving Eerste recorder Recorders zijn voor selectie Selecteert een recorder als primaire recorder beschikbaar zodra ze op het voor het afdrukken van opnames.
  • Pagina 379 Systeemconfiguratie Biomed IT-instellingen IT-tabbladen configureren – webbrowser De IT-pagina bestaat uit diverse instellingen om de volgende IT-specifieke taken uit te voeren: configureren – Alle IT-tabbladen activeren of deactiveren U kunt een webbrowser instellen als een IT-tabblad – Een webbrowser configureren dat diverse vooraf geconfigureerde websites bevat.
  • Pagina 380 Systeemconfiguratie In het volgende diagram ziet u de pagina Web J Selectievenster met vooraf geconfigureerde browser. Aan de linkerzijde wordt een selectielijst websites. weergegeven, die is gereserveerd voor vooraf ge- K De toets Toevoegen configureerde websites. De rechterzijde is bedoeld om nieuwe sites op te zetten of bestaande sites L De toets Verwijderen te bewerken.
  • Pagina 381 Systeemconfiguratie Een webbrowserpagina verwijderen Citrix-toepassingen configureren In de volgende stappen verwijzen de letters tus- In het volgende diagram ziet u de pagina Toepassing sen haakjes naar de afbeelding van de pagina Web voor het configureren van Citrix-toepassingen. Met browser op pagina 380. Citrix kunt u externe toepassingen openen zonder dat u de feitelijke toepassing op de Cockpit hoeft uit te voeren.
  • Pagina 382 Systeemconfiguratie Een Citrix-toepassing configureren 3 Definieer de volgende instellingen in de kolom Naam (D) en de kolom Waarde (E) voor iedere In de volgende stappen verwijzen de letters tus- toepassing die draait onder Citrix: sen haakjes naar de afbeelding van de pagina Toepassing (zie pagina 381).
  • Pagina 383 Systeemconfiguratie Een tabblad IT-toepassing configureren – Selecteer het symbool naast de menus- electie URL (D) om een toetsenbord op het In de volgende stappen verwijzen de letters tus- scherm te activeren en de URL op te geven. sen haakjes naar de afbeelding van de pagina IT- instelling (zie pagina 382).
  • Pagina 384 Systeemconfiguratie Profiel instellen In een profiel worden de patiënt- en apparaatinstellin- moeten worden uitgevoerd, vermeden. Elke patiëntca- gen opgeslagen voor toekomstig gebruik. Met pro- tegorie heeft een eigen standaardprofiel. Alle taken fielen wordt het maken van tijdrovende instellingen, die met profielen verband houden, worden uitgevoerd die anders voor iedere monitoring sessie opnieuw op de pagina's Profielen.
  • Pagina 385 Systeemconfiguratie Profielen opslaan Een bestaand profiel wijzigen U kunt voor elke patiëntcategorie vijf unieke profielen maken en opslaan. Elk van de vijf profielen bevat een Dräger-standaardprofiel dat niet kan worden U kunt wijzigingen in een bestaand profiel opslaan. gewijzigd. In het volgende diagram ziet u de pagina Het enige profiel dat u niet kunt wijzigen, is het stan- Profiel opslaan, waarop u bestaande profielen daardprofiel van Dräger.
  • Pagina 386 Systeemconfiguratie Een nieuw profiel opslaan Een nieuw profiel opslaan 1 Herhaal stap 1 tot en met 6 om wijzigingen in een U kunt een profiel ook opslaan onder een nieuwe bestaand profiel op te slaan (zie pagina 385). naam en het toewijzen aan een bestaande weergave. 2 Selecteer de toets Profiel opslaan als...
  • Pagina 387 Systeemconfiguratie Profielen configureren In het volgende diagram ziet u een patiëntspecifie- A Het tabblad Volwassen ke pagina Profielen om profielen te configureren. B De tab Pediatrisch Met deze pagina's kunt u bestaande profielen wijzigen (de naam van het profiel, de profielbeschrijving enz.). C De tab Neonaat D De tab Weergaven Er zijn drie pagina's voor elke patiëntcategorie...
  • Pagina 388 Systeemconfiguratie De patiëntspecifieke profielen configureren In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de patiëntspecifieke pagina Profielen (zie pagina 387). De profielen configureren 1 Open de patiëntspecifieke pagina Profielen. – Gebruik de toets naast het veld Profiel naam (G) van de profielinstelling 2 Selecteer het gewenste profiel in de selectielijst (K).
  • Pagina 389 Systeemconfiguratie Profielen overdragen Profielen kunnen via het netwerk of met een USB-ge- A De tab Profielen heugenstick worden overgedragen. Alleen patiënt- B De kolom Apparaatnaam profielen kunnen via het netwerk worden overdra- gen. Zie pagina 390 voor uitgebreide informatie over C De kolom Status het overdragen van gedeelde systeemprofielen.
  • Pagina 390 Systeemconfiguratie Profielen importeren en exporteren met een USB-geheugenstick U kunt met een USB-geheugenstick patiëntprofie- 6 Selecteer de toets Patiënt-profiel exporteren len en gedeelde systeemprofielen importeren en om alle patiëntprofielen naar de USB-geheu- exporteren van de ene Cockpit naar de andere. genstick te exporteren.
  • Pagina 391 Systeemconfiguratie Gedeelde systeemprofielen vanuit een USB-geheugenstick importeren 1 Plaats het USB-apparaat in de USB-poort van de Cockpit waarnaar u de profielen wilt overdragen. 2 Selecteer de toets Systeem instelling... vanuit de hoofdmenubalk. 3 Open het tabblad Biomed. 4 Geef het Biomed-wachtwoord op. 5 Open het tabblad Service.
  • Pagina 392 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 393 Rapporten/registraties Rapporten/registraties Overzicht ......394 R50N-recorder......394 Het recorderpapier vervangen .
  • Pagina 394 Rapporten/registraties Overzicht De Cockpit biedt real-time registraties van de be- De inhoud van de registraties en rapporten hangt af wakingsresultaten op een R50N-recorder. Verder van de geconfigureerde instellingen. U kunt de regi- kunt u diverse rapporten en schermafdrukken aan- stratie- en rapportinstellingen aanpassen op de pa- vragen en afdrukken op een laserprinter.
  • Pagina 395 Rapporten/registraties Tijd-gebonden registraties Vanaf de Cockpit kunt u papierstrookregistraties werd gestart, en real-time gegevens die zijn bin- aanvragen die worden afgedrukt op een R50N-re- nengehaald nadat de registratie was gestart. De corder (zie pagina 397). Tijd-gebonden registraties verhouding tussen uitgestelde en real-time gege- kunnen handmatig worden aangevraagd of auto- vens is configureerbaar (zie pagina 368).
  • Pagina 396 Rapporten/registraties Automatische alarmregistraties Wanneer de functie Alarm curve is geactiveerd Een alarmklasse toewijzen aan (zie pagina 368), worden er automatisch tijd-ge- aritmiegebeurtenissen bonden registraties gegenereerd wanneer een 1 Selecteer de toets Alarmen... op de hoofdme- parameter waarvan de archiveerfunctie is geacti- nubalk.
  • Pagina 397 Rapporten/registraties Continue registratie Oorzaken voor de automatische Continue registraties zijn vrijwel identiek aan tijd-ge- bonden registraties (zie de illustratie op pagina 395). annulering van registraties Het enige verschil is dat een continue registratie doorloopt totdat u deze handmatig onderbreekt, ter- Alle actief tijdgebonden of continue registraties wijl een tijdgebonden registratie daarentegen alleen worden onder de volgende omstandigheden auto-...
  • Pagina 398 Rapporten/registraties Beschikbare rapporten Als een IACS-patiënt wordt opgenomen op het ICS – Zorg-unit voor centrale bewaking of vroeger daar is opgeno- – Bedplaats men geweest en de gegevens zijn gearchiveerd, kunt u de volgende rapporten aanvragen van de – Parameterlabels en -waarden (alleen voor Cockpit.
  • Pagina 399 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen Rust-ECG-rapport Dit diagnostische rapport voor Gebruik bij het aanvragen van een Rust-ECG-rap- 12 afleidingen wordt in ver- port de 1 mV/cm-schaal om overlappende ECG- schillende stadia gegene- curven te vermijden. reerd. Hoewel u het rapport ...
  • Pagina 400 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen ST-rapport De ST-complexen die mo-  Selecteer het symbool naast de toets Trends/ menteel op het ST-scherm Gegevens... op de hoofdmenubalk > ST rap- worden weergegeven, wor- port den afgedrukt.  Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de hoofdmenubalk >...
  • Pagina 401 Rapporten/registraties Type rapport Beschrijving Het rapport aanvragen Rapport Beade- Hiermee wordt de inhoud van  Selecteer de toets Trends/ Gegevens... op de ming/Anesthesie de pagina Beademing / hoofdmenubalk > Trends > Beademing / Anesthesie afgedrukt. Een Anesthesie > Printen vanuit het ICS aangevraagd beademingsrapport drukt de beademingsinstellingen niet Alarmhistorie-rap-...
  • Pagina 402 Rapporten/registraties Een samenvattingsrapport casus configureren Op de pagina Rapporten Instelling kunt u selecte- Een samenvattingsrapport casus instellen ren welke rapporten moeten worden opgenomen 1 Selecteer de toets Trends/ Gegevens... in een samenvattingsrapport casus. Als u de toets op de hoofdmenubalk. Casus samengevat rapport selecteert, worden de vooraf geconfigureerde rapporten afgedrukt zonder 2 Open zo nodig het tabblad Rapporten.
  • Pagina 403 IT-toepassingen (opties) IT-toepassingen (opties) Overzicht ......404 IT-tabs configureren....404 Web browser .
  • Pagina 404 IT-toepassingen (opties) Overzicht De Cockpit ondersteunt diverse IT-toepassingen. deze tab hebt u toegang tot het bewakingsscherm Elke toepassing is een optie die toegankelijk is door waarop de vitale functies van de huidige patiënt aan de linkerzijde van het bewakingsgebied een worden weergegeven.
  • Pagina 405 IT-toepassingen (opties) Een IT-tabblad openen het volgende diagram is een voorbeeld van en de Cockpit altijd zichtbaar om de vitale status van website. Nadat er een browser is geconfigureerd de patiënt te melden. De bovenste IT-tab is de tab (zie pagina 380), kunt u deze selecteren door op Patiënt, waarmee u teruggaat naar het hoofdscherm het betreffende IT-tabblad te klikken.
  • Pagina 406 IT-toepassingen (opties) Ondersteunde IT-toepassingen Als u een nieuwe M540 koppelt en de patiënt in de te weerspiegelen dat de patiënt is ontslagen. In de Cockpit opneemt, wordt de inhoud van sommige volgende tabel worden de ondersteunde IT-toepas- toepassingstabbladen aangepast aan de gegevens singen genoemd.
  • Pagina 407 Probleemoplossing Probleemoplossing Overzicht ......408 Berichten voor apparaatcommunicatie ..408 ECG .
  • Pagina 408 Probleemoplossing Overzicht Alarmberichten worden in het veld voor alarmweer- Als er geen prioriteitsniveau is toegewezen, is het gave getoond in hiërarchische volgorde. bericht informatief van aard en hoeft er niet te wor- den ingegrepen. Als er bijvoorbeeld twee storingen tegelijkertijd wor- den gedetecteerd, wordt de urgentste van de twee In de volgende tabel worden de berichten op alfabe- weergegeven.
  • Pagina 409 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Oorzaak Oplossing Geen Herleren via afstands- De aangegeven functie is Informatief bericht – geen ingrijpen bediening vanaf het centrale station vereist. gestart. Geen Losgekoppeld van De M540 is losgekoppeld Koppel de M540. M540 van de M500. Netvoeding aansluiten Door verlies van de wissel- Controleer de stroomvoorziening a.u.b.
  • Pagina 410 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten De parameterwaarde De parameterwaar- – Controleer de pa- bereik hoog wordt vervangen de valt boven het tiënt en behandel door +++ meetbereik van de deze zo nodig. monitor. – Wijzig de alarm- HF >...
  • Pagina 411 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Asystolie De gemelde aritmie Controleer de patiënt is gedetecteerd. en behandel deze zo nodig. Bradycardie BRADY De gemelde aritmie Controleer de patiënt is gedetecteerd. en behandel deze zo (neonaat, patiëntca- nodig. tegorie) ECG-artefact De parameterwaarde –...
  • Pagina 412 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Rust-ECG-berichten Geen %0 communicatie Parameterwaarde Het externe appa- Controleer de configu- fout raat is niet beschik- ratie op het centrale baar. station. Geen ECG bezig Parameterwaarde Het centrale station Wacht een paar minu- is al bezig met de ten voordat u het rap- verwerking van en port opnieuw aan-...
  • Pagina 413 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik De parameterwaar- De parameterwaar- – Controleer de patiënt laag de wordt vervangen de valt onder het en behandel deze zo door - - - meetbereik van nodig. de monitor. – Controleer de plaat- sing van de elektroden en wijzig zo nodig de positie ervan.
  • Pagina 414 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing ST > (alarmgrens) Parameterwaarde De parameterwaar- – Controleer de patiënt de valt boven/onder en behandel deze zo ST < (alarmgrens) de ingestelde bo- nodig. venste/onderste – Wijzig de alarmgren- alarmgrenzen. zen. Geen ST herleren De parameterwaar- ST-herleren in uit- Informatief bericht –...
  • Pagina 415 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen %0 herleren LEREN De M540 herleert Informatief bericht – het QRS-complex geen ingrijpen ver- van de patiënt om eist. een referentiesja- bloon op te stellen. Geen ARR Leren niet moge- De parameterwaarde Na 100 pulsaties –...
  • Pagina 416 Probleemoplossing Impedantierespiratie (RFi) Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 afleiding De parameterwaar- De ademhalingsaflei- – Controleer de pa- 1), 2) de wordt vervangen ding is gedurende tiënt en behandel door *** 10 seconden ongeldig deze zo nodig. geweest. – Controleer of de %0 afleiding niet De parameterwaar- Defecte of losse elek-...
  • Pagina 417 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 apnoe APNOE Er is een neonatale – Controleer de pa- apnoeconditie gedetec- tiënt en behandel teerd. deze zo nodig. %0 apnoe APNOE Er is een apnoeconditie – Controleer de voor volwassen of pedi- plaatsing van de atrische patiënten ge- elektroden.
  • Pagina 418 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 HF=RR Parameterwaarde De hartfrequentie en – Controleer de pa- ademhalingsfrequentie tiënt en behandel vallen binnen 20 % van deze zo nodig. elkaar. – Controleer en wij- zig de elektrode- plaatsing als u een HF=RF-be- richt ontvangt tot- dat u een duide- lijk ademhalings-...
  • Pagina 419 Probleemoplossing De volgende berichten zijn afkomstig van drie ver- schillende apparaten (Masimo SET, Masimo rain- bow SET en Nellcor OxiMax). Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen %0 sensor Sensor kalibratie De sensor wordt Wacht tot het bericht kalibratie gecontroleerd op verdwijnt.
  • Pagina 420 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen Laag %0 SIQ De gekoppelde – Slechte signaal- – Controleer de pa- parameterwaarden kwaliteit tiënt en behandel (alleen Masi- worden nog weerge- deze zo nodig. mo rainbow – Aflezen van meting SET) geven. is verborgen –...
  • Pagina 421 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing SpHb < (alarmgrens) Parameterwaarde De parameterwaarde – Controleer de pa- valt boven/onder de in- tiënt en behandel (alleen Masi- SpHbv < (alarmgrens) gestelde bovenste/on- deze zo nodig. mo rainbow SET) PVI < (alarmgrens) derste alarmgrenzen. –...
  • Pagina 422 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Interferentie Interferentie ge- Er is interferentie, zoals – Controleer of gevonden vonden een artefact of te veel de sensor op (Masimo SET omgevingslicht, gede- de juiste manier en Masimo Parameterwaarden rainbow SET) tecteerd. is aangesloten. worden vervangen door *** –...
  • Pagina 423 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Mkabel Mkabel ontkoppeld De SpO MCable Controleer de ver- ontkoppeld is losgekoppeld bindingen met de (Masimo Parameterwaarden van de M540. M540. rainbow SET worden vervangen en Masimo door *** De parame- SET MCable) terwaarden worden vervangen door lege ruimte voor PI of SpOC bij gebruik van...
  • Pagina 424 Probleemoplossing Niet-invasieve bloeddruk (NIBP) Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing De parameterwaarde Controleer de NIBP- %0 buiten bereik Parameterwaarde hoog of waarde wordt valt boven/onder het opblaasgrenzen en vervangen door ***, meetbereik van de stel deze zo nodig bij afhankelijk van monitor.
  • Pagina 425 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 manchet lek Het bericht Laatste De daling van de man- – Controleer de meting mislukt! chetdruk aan het einde slang en het man- wordt gevolgd door van de opblaascyclus chet op lekken. het bericht Manchet is te groot.
  • Pagina 426 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 overdruk Parameterwaarden De manchetdruk heeft – Controleer de pa- worden vervangen de overdrukdrempel tiënt en behandel door *** overschreden. deze zo nodig. – Controleer het manchet op blokkeringen. – Herhaal de meting. NIBP alleen mean Parameterwaarden De pulsamplitude is voor –...
  • Pagina 427 Probleemoplossing Temperatuur Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik De parameterwaar- De parameterwaarde – Controleer de hoog de wordt vervangen valt boven/onder het patiënt en be- door +++ meetbereik van de mo- handel deze nitor. zo nodig. %0 buiten bereik De parameterwaar- laag de wordt vervangen...
  • Pagina 428 Probleemoplossing IBP) Invasieve bloeddruk ( Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik De parameterwaarde De parameter valt buiten – Controleer de pa- hoog wordt vervangen het drukbereik van de tiënt en behandel door +++ monitor. deze zo nodig. %0 buiten bereik De parameterwaarde –...
  • Pagina 429 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen %0 nullen niet Parameterwaarde De nulstelling van de – Houd alle slangen uitgevoerd omvormer is mislukt onbeweeglijk, ten gevolge van: voer vervolgens opnieuw een nul- – excessieve signaal- stelling uit. ruis – Vervang de –...
  • Pagina 430 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen Blaas de ballon op en Parameterwaarde Er moet worden ingegre- Druk op de toets Start druk op "Start wedge" pen om de wedgemeting wedge om de wedge- om te beginnen te starten. meting te beginnen. OPMERKING Dit bericht verschijnt alleen in het dialoog-...
  • Pagina 431 Probleemoplossing Hartfunctie (C.O.) Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Geen %0 buiten bereik Parameterwaarde De C.O. is meer dan – Controleer de pa- hoog 20 L/min of minder tiënt en behandel dan 0,5 L/min van- deze zo nodig. %0 buiten bereik wege: laag –...
  • Pagina 432 Probleemoplossing Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Geen %0 Injectaat te koud Parameterwaarde De injectaattempe- – Gebruik een injectaat ratuur is tijdens het met een temperatuur meetproces te laag. binnen het juiste be- reik van –5 °C tot +30 °C (–23 °F tot +86 °F).
  • Pagina 433 Probleemoplossing Probleem Oplossing Prioriteit Bericht Parameterveld C.O. Catheter fout. Parameterwaarde De kalibratieweer- – Controleer de ka- Slechte referentie. stand van de C.O.- theter en vervang bloedthermistor vol- deze zo nodig. doet niet aan de ge- – Neem contact op specificeerde tole- met uw technische rantie.
  • Pagina 434 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing %0 buiten bereik De parameterwaar- Het parametersig- – Controleer de pa- de wordt vervangen naal valt buiten het tiënt en behandel door *** meetbereik van de deze zo nodig. monitor. – Controleer de apparatuur en vervang deze zo nodig.
  • Pagina 435 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing 1), 2) %0 ontkoppeld De parameterwaar- De CO -sensor Controleer de de wordt vervangen is losgekoppeld. -aansluitingen. door *** %0 sensor niet De parameterwaar- – De M540 heeft – Gebruik het type compatibel de wordt vervangen gedetecteerd luchtwegadapter door ***...
  • Pagina 436 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing Geen opwarmen Parameterwaarde De mainstream sen- – Wacht totdat de of lege parameter- sor doorloopt de op- mainstream sensor waarde warmcyclus. is opgewarmd. Tij- dens het opwarmen is de nauwkeurig- heid minder groot. – Als het bericht lan- ger dan 15 min.
  • Pagina 437 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Parameterveld Probleem Oplossing -sensor te warm De parameterwaar- De CO mainstream – Ongespecificeerde de wordt vervangen sensor is te warm nauwkeurigheid bij door *** ten gevolge van de omgevingstempe- omgevingstempera- raturen hoger dan tuur. 40 °C (104 °F). –...
  • Pagina 438 Probleemoplossing Prioriteit Bericht Probleem Oplossing Geen Eerste recorder overver- De recorder is oververhit. Neem contact op met uw techni- sche personeel. Tweede recorder over- verhit Geen Eerste recorder 'papier Er is een registratie aange- Plaats recorderpapier vraagd, maar er zit geen (zie pagina 394).
  • Pagina 439 Reiniging en desinfectie Reiniging en desinfectie Overzicht van algemene voorzorgsmaatregelen ....440 Goedgekeurde middelen ....440 Componenten van de Cockpit.
  • Pagina 440 Reiniging en desinfectie Overzicht van algemene voorzorgsmaatregelen Reinig en desinfecteer het apparaat of apparaaton- WAARSCHUWING derdelen vóór iedere onderhoudsstap (en ook wan- Dompel het apparaat en de randapparatuur niet neer u het apparaat voor onderhoud retourneert). onder en spoel ze niet af. Als u vloeistof op het De reinigingsmiddelen en -methoden vermeld op apparaat morst (inclusief de accu of accessoires) pagina 440 zijn voor de volgende apparaten goed-...
  • Pagina 441 Reiniging en desinfectie Kunststof behuizing van Cockpit Dräger doet geen claims over de doelmatigheid van de genoemde chemicaliën, het gebruik ervan als LET OP desinfecteermiddel, de capaciteit van de middelen om infecties te controleren, de gevolgen ervan voor Het gebruik van andere reinigingsmiddelen of ge- het milieu of verwante voorzorgsmaatregelen voor concentreerde middelen dan de genoemde mid- het gebruik ervan.
  • Pagina 442 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 443 Onderhoud Onderhoud Overzicht ......444 Definitie van onderhoudsconcepten ..445 Inspectie .
  • Pagina 444 Onderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de onderhoudsmaatregelen WAARSCHUWING beschreven die noodzakelijk zijn om het medische Gebruik het apparaat niet als het mechanisch apparaat juist te laten functioneren. Deze onder- is beschadigd of niet goed werkt. Neem con- houdsmaatregelen moeten door het daarvoor ver- tact op met het technische personeel van uw antwoordelijke personeel worden uitgevoerd.
  • Pagina 445 Onderhoud Definitie van onderhoudsconcepten Concept Definitie Onderhoud Alle maatregelen (inspectie, preventief onderhoud, reparatie) die bedoeld zijn om de functionele conditie van een medisch apparaat te behouden en te herstellen. Inspectie Maatregelen die bedoeld zijn om de huidige staat van een medisch apparaat te bepalen en te beoordelen.
  • Pagina 446 Onderhoud Inspectie Voer regelmatig inspecties uit en neem de volgende specificaties in acht. Controles Interval Verantwoordelijk personeel Inspectie/veiligheidscontroles Elke 2 jaar Expert Metrologische controles Elke 2 jaar Expert Visuele inspectie Voer vóór het gebruik altijd een visuele inspectie uit conform het beleid van het ziekenhuis. 1 Vergewis u ervan dat de behuizing geen scheuren of breuken vertoont en of er geen tekenen zijn van gemorste vloeistoffen of schade.
  • Pagina 447 Onderhoud Inspectie/veiligheidscontroles De inspectie en veiligheidscontroles van appara- 5 Controleer of het apparaat voldoet aan de vei- tuur moeten worden uitgevoerd met de aangeraden ligheidsvoorschriften voor elektrische apparaten tussenpozen zoals gespecificeerd in de tabel op van IEC 62353. pagina 446. 6 Controleer of de optische en akoestische alarm- signalen juist werken.
  • Pagina 448 Onderhoud Doel van de inspectie/veiligheidscontroles voor de M540 De veiligheidscontroles zijn geen vervanging voor 5 Controleer de volgende veiligheidsfuncties: preventieve onderhoudsmaatregelen (inclusief de – De wisselstroom-LED en de accu-LED wer- preventieve vervanging van slijtende onderdelen) ken juist. zoals aangegeven door de fabrikant. –...
  • Pagina 449 Onderhoud Preventief onderhoud WAARSCHUWING WAARSCHUWING Risico van defecte onderdelen Risico op elektrische schok Slijtage en materiaalmoeheid van de onderde- Vóór het uitvoeren van onderhoudswerk moeten len kunnen leiden tot apparaatstoringen. alle elektrische connectors worden afgekoppeld van de stroomvoorziening. Het apparaat moet met regelmatige tussenpo- zen worden onderworpen aan inspectie en pre- De volgende tabel bevat de intervallen voor preventief ventief onderhoud om een juiste werking van...
  • Pagina 450 Onderhoud Onderdeel Interval Stap Verantwoordelijk personeel Interne PS250/P2500-accu Om de twee jaar Vervangen Expert OPMERKING Bij apparaten die vaak worden vervoerd of waarvan de accu intensief wordt gebruikt, moet de accu vaker worden gecon- troleerd. OPMERKING Demonteer de Ni-MH-accu in de PS250/P2500 niet.
  • Pagina 451 Afvoeren Afvoeren Voor landen waar EG-richtlijn 2002/96/EG geldt Dit apparaat voldoet aan de eisen die zijn vastge- legd in EU-richtlijn 2002/96/EG (WEEE). Om te vol- doen aan de registratie in overeenstemming met deze richtlijn mag dit apparaat niet ingeleverd worden bij een gemeentelijk inzamelpunt voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
  • Pagina 452 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 453 Overzicht ......454 Infinity PS250-stroomvoorziening ..454 Infinity P2500 .
  • Pagina 454 Het IACS is bedoeld voor aansluiting op één patiënt tegelijkertijd. Zie de gebruiksaanwijzing voor de Infinity Medical Cockpit voor technische gegevens over de Infinity C500/C700. Infinity PS250-stroomvoorziening Fysieke specificaties Afmetingen (B x D x H) 27,76 x 11,68 x 34,59 cm (10,93 x 4,60 x 13,62 in) Gewicht...
  • Pagina 455 Technische gegevens Temperatuur Gebruik: 0 tot 40 °C (32 tot 104 °F) Opslag: –20 tot +60 °C (–4 tot +140 °F) OPMERKING De PS250 heeft een gebruikstemperatuurbereik van 0 tot 40 °C (32 tot 104 °F). Wanneer de accu wordt opgeladen bij een omgevingstemperatuur lager dan 5 °C (41 °F), kan de gele LED op de PS250 gaan branden.
  • Pagina 456 Technische gegevens Infinity P2500 Fysieke specificaties Afmetingen (B x D x H) 218 mm x 150 mm x 348 mm (8,6 in x 5,9 in x 13,7 in) Gewicht 10 kg Koeling Natuurlijke convectie (geen koelventilator) Aansluitingen – Eén wisselstroombron –...
  • Pagina 457 Technische gegevens LED's – Groene LED (apparaat is aangesloten op de netvoeding) – Gele LED (brandt kort tijdens het opstarten en tijdens foutmeldingen zoals overbelasting of accustoring) Automatisch afsluiten Binnen 30 seconden na het detecteren van een overbelasting van de voeding Wanneer de interne temperatuur te hoog is Warmtebeveiliging Automatisch afsluiten wanneer een interne temperatuur van...
  • Pagina 458 Technische gegevens Opslag Temperatuurbereik –20 tot +60 °C (–4 °F tot +140 °F) Relatieve vochtigheid 5 tot 95 %, niet condenserend Atmosferische druk 375 tot 825 mmHg (50 tot 110 kPa) Infinity R50N Fysieke kenmerken Grootte (H x B x D) 180 x 120 x 222 mm (7,1 x 4,7 x 8,7 inch) Gewicht 1,6 kg (3,6 lbs)
  • Pagina 459 Technische gegevens Secundaire display Een secundaire display moet voldoen aan de mini- male technische specificaties vermeld in de volgende tabel. Zie pagina 48 voor informatie over het aan- sluiten van een secundaire display op het IACS. Algemene vereisten Resolutie 50,8 cm (20 in) display: 1680 x 1050 43,2 cm (17 in) display: 1440 x 900 Maximaal ondersteunde afstand 5 m (16,4 ft)
  • Pagina 460 Technische gegevens Elektromagnetische emissie Emissie In overeenstemming met... Elektromagnetische omgeving Radiofrequente emissies Groep 1 De apparatuur gebruikt RF-ener- (CISPR 11) gie alleen voor de interne werking. De RF-emissies zijn daarom zeer zwak en het is niet waarschijnlijk dat ze enige storing veroorzaken in nabije elektronische apparatuur.
  • Pagina 461 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit IEC 60601-1-2 Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving tegen... testniveau (van dit apparaat) Spanningsdalin- Dip >95 %, 0,5 periodes >95 %, 0,5 perioden De netstroom moet vergelijkbaar gen en korte on- zijn met die van een gebruikelijke Dip 60 %, 5 periodes 60 %, 5 perioden derbrekingen op commerciële of ziekenhuisomge-...
  • Pagina 462 Technische gegevens Elektromagnetische immuniteit Immuniteit IEC 60601-1-2 Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving tegen... testniveau (van dit apparaat) a)De veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel, draadloos) en mobiele landradio's, amateurradio's, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen, kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Als u de elektromagnetische omgeving van vaste RF-zenders wilt eva- lueren, moet u een elektromagnetisch locatieonderzoek overwegen.
  • Pagina 463 Index Index Tijdgebonden curve-rapport ... 399 Tijd-gebonden registraties ... . 397 Aanhoudende alarmen ....97 trendgrafieken .
  • Pagina 464 Index -desaturatie ....106 Auto weergave, instellingswerkbalk, aan/uit ..351 Standby-modus ..... 107 Automatische instelling van alarmgrenzen .
  • Pagina 465 Index Curven aantal, selecteren ....351 C.O. gestopt ......53 aansluitingen .
  • Pagina 466 Index Externe apparaten alarmen ..... . . 324, 330 IACS-hardware monteren ....79 ondersteunde Cardiac IBP .
  • Pagina 467 Index geluid aan/uit ..... . 273 intervaltijd ......273 Laboratorium, gegevens vastleggen .
  • Pagina 468 Index weergave configureren ....353 selecteren ......384 weergavestatus wijzigen .
  • Pagina 469 Index Registraties alarmcurve aan/uit ....369 6-afleidingen ST-bewaking ... . 205 alarmregistraties ....396 alarm aan/uit .
  • Pagina 470 Index Touchscreen kalibreren ....59 definitie ......93 Trendduur in rapport .
  • Pagina 471 Deze pagina is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2...
  • Pagina 472 Deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend van toe- passing op Infinity Acute Care System SW VG2 met serienummer: Als er geen serienummer door Dräger is ingevuld, is deze gebruiksaanwijzing uitsluitend als algeme- ne informatie verstrekt en is deze niet bedoeld voor gebruik met een bepaalde machine of eenheid. Dit document is uitsluitend geleverd ter informatie van de klant en wordt zonder verzoek van de klant niet bijgewerkt of ingeruild.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Infinity p2500Infinity m540Infinity m500