Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
OPMERKING
De juistheid van de bloeddrukmeting kan door de
volgende omstandigheden worden beïnvloed:
– De plaats van de meting, de positie en
fysiologische toestand van de patiënt,
mogelijke bewegingen.
– Manchetten die buiten de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden worden bewaard
of gebruikt. Voor de toegelaten
omstandigheden kunt u terecht in de
Technische gegevens pagina 331.
OPMERKING
Een bloeddrukmeting kan worden beïnvloed door
aritmieën (bijvoorbeeld atriale en premature
ventriculaire contractie), atrium fibrilleren, lage
perfusie, diabetes, nieraandoeningen, trillen en
rillen. In geval van onwaarschijnlijke
meetwaarden controleert u op de bovenvermelde
redenen en herhaalt u de meting. Wacht indien
mogelijk een paar minuten voor het uitvoeren van
een nieuwe meting op dezelfde meetplek.
Niet-invasieve bloeddrukweergave
Op de M540 geeft het parametervak voor niet-
invasieve bloeddruk de meest recente metingen
voor de mean, de systolische en de diastolische
druk (in mmHg or kPa).
De weergave van de parametervakken voor niet-
invasieve bloeddruk hangt af van de modus die is
geselecteerd voor niet-invasieve bloeddruk (zie
pagina 205). Als een meting ongeldig is, worden in
het parametervak voor niet-invasieve bloeddruk de
niet-invasieve bloeddrukwaarden door sterretjes
(***) vervangen.
Wanneer er een meting wordt uitgevoerd, wordt de
achtergrond van het onderste gedeelte van het
parametervak wit.
Tijdens lage systolische of diastolische
pulsamplitudes of significante
bewegingsartefacten, wordt in het parametervak
204
De manchet aanbrengen
1 Plaats de manchet 2 tot 5 cm (1 tot 2 inch)
2 Plaats de slagadermarkering (B) zodanig over
3 Wikkel de leeggelopen manchet stevig rond het
mogelijk alleen een gemiddelde waarde
weergegeven. Als de M540 in de veneuze
stuwingsmodus is, verschijnen de manchetdruk en
het Veneuze stase-label in het parametervak van
de niet-invasieve bloeddruk.
Als u de manchet niet ter hoogte van het hart kunt
aanbrengen, moet u de weergegeven systolische
en diastolische niet-invasieve bloeddrukwaarden
als volgt bijstellen: voeg 8 mmHg (1,1 kPa) toe
voor iedere 10 cm (4 inches) boven het hart;
trek 8 mmHg (1,1 kPa) af voor iedere 10 cm
(4 inches) onder het hart.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Infinity M540 VG4.n
boven de elleboog (of rond het midden van de
dij). Plaats het manchetlabel "this side to
patient" (Deze zijde naar patiënt) tegen de huid.
de slagader dat de markering naar de hand of
voet wijst. Voor een correcte plaatsing plaatst u
de 'index' van het manchetlabel (A) op zo'n
manier dat het binnen de bereiklabels (C) valt.
Als de manchet niet binnen het aangegeven
bereik valt, moet u een manchet selecteren die
beter geschikt is voor de omtrek van het
ledemaat.
ledemaat zonder de bloedcirculatie te
belemmeren. Zorg ervoor dat er ruimte is voor
een vinger tussen de manchet en de bovenarm
of het dijbeen vooraleer u die vastmaakt.