Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing pagina 82
Verberg thumbnails
Zie ook voor Infinity Acute Care System:
- Gebruiksaanwijzing (628 pagina's) ,
- Aanvullingsdocument (16 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (466 pagina's)
Advertenties
In bedrijf stellen
Patiënt opnemen
U kunt een patiënt handmatig in de Cockpit opne-
men door de demografische gegevens in te voeren
op de pagina Demografische gegevens.
U kunt een patiënt ook via het netwerk opnemen
door de gegevens op te halen uit een HL7/ADT-in-
terface (zie 'Patiënt opnemen met HIS verkrijgen'
op pagina 83). Dit is alleen mogelijk als de M540 is
gekoppeld, het IACS is aangesloten op het Infinity
netwerk en er een Infinity Gateway Suite (Gateway)
aanwezig is. De gateway communiceert met het
netwerk en de HL7/ADT-server.
Wanneer een patiënt wordt opgenomen, wordt het
profiel voor de geselecteerde patiëntcategorie toe-
gewezen met patiëntinstellingen die eerder zijn in-
gesteld. Met profielen worden tijdrovende configu-
ratietaken geëlimineerd.
WAARSCHUWING
Monitors in een zorggebied kunnen identiek
lijken, maar verschillende standaardalarmin-
stellingen hebben omdat er verschillende pro-
fielen aan zijn toegewezen. Nadat u een pa-
tiënt hebt opgenomen, moet u altijd controle-
ren of de ingestelde alarmgrenzen geschikt
zijn voor de patiënt.
Een patiënt handmatig opnemen
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen
haakjes naar de afbeelding van de pagina Demo-
grafische gegevens (zie pagina 81).
Raak het meest linkse veld in de bovenste
schermbalk van de Cockpit aan om naar de
pagina Demografische gegevens te gaan.
of
1 Selecteer Start/ Standby... op de hoofdme-
nubalk.
2 Open zo nodig het tabblad Demografische
gegevens.
82
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
3 Geef de patiëntnaam op: gebruik het symbool
(B) naast het veld Naam patiënt om het toet-
senbord op het scherm te activeren en de naam
van de patiënt op te geven
(maximaal 25 alfanumerieke tekens).
4 Geef de patiënt-id op: gebruik het symbool (C)
naast het veld Patiënt ID om het toetsenbord
op het scherm te activeren en het id-nummer op
te geven (maximaal 12 alfanumerieke tekens).
5 Geef de naam van de arts op: gebruik het sym-
bool (D) naast het veld Naam arts om het toet-
senbord op het scherm te activeren en de naam
van de arts op te geven (maximaal
12 alfanumerieke tekens).
6 Selecteer de gewenste patiëntcategorietoets
(F) – Volwassen, Pediatrisch, of Neonaat.
7 Geef de geboortedatum op (G): dag,
maand, jaar.
8 Geef de opnamedatum op (H): dag,
maand, jaar.
9 Selecteer het geslacht (I): onbekend,
man, vrouw.
10 Geef het gewicht van de patiënt op: gebruik het
toetsenbordsymbool (J) om het numerieke
schermtoetsenblok te activeren en het gewicht
van de patiënt op te geven (zie pagina 84 voor
ondersteunde gewichtbereiken).
11 Geef de lengte van de patiënt op: gebruik het
toetsenbordsymbool (K) om het numerieke
schermtoetsenblok te activeren en de lengte
van de patiënt op te geven (zie pagina 84 voor
ondersteunde lengtebereiken).
Advertenties
