Een aangepaste weergave wijzigen
OPMERKING
Hoewel op de Cockpit veel parameters en
curven kunnen worden weergegeven, dient
u zorgvuldig te werk te gaan om te voorkomen
dat klinisch belangrijke informatie verborgen
of onleesbaar wordt.
1 Open de pagina Weergave editor
(zie pagina 342).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) en selecteer de weergave die u wilt wijzigen.
OPMERKING
U kunt alleen aangepaste weergaven wijzigen.
Dräger-weergaven kunnen niet worden gewijzigd.
Een weergavelabel die cursief wordt weergege-
ven en wordt gevolgd door een sterretje geeft
een weergave aan die is gewijzigd maar waar-
voor de wijzigingen nog niet zijn opgeslagen.
3 Selecteer de pijltoets naast het veld Sjabloon
(B) om een layout-sjabloon te selecteren (D)
die bestaat uit verschillende panelen die illu-
streren hoe de basislayout van het scherm
eruit gaat zien.
4 Raak een deelvenster van de geselecteerde
layout-sjabloon aan om een inhoud te selecte-
ren. Het volgende pop-up venster Inhoud
verschijnt.
Inhoud
5 Selecteer de bovenste pijltoets (G) in het
pop-up venster Inhoud om een van de volgen-
de inhouden toe te wijzen aan het geselecteer-
de paneel:
– Parameters
– Curven
– Toepassingen
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
6 Selecteer de onderste pijltoets (H) in het pop-up
venster Inhoud om aanvullende instellingen te
selecteren. Als u in stap 4 bijvoorbeeld Curven
hebt gekozen, kunt u nu de ECG-afleiding voor
weergave selecteren.
7 Herhaal stap 4 en 5 voor alle deelvensters in de
geselecteerde layout-sjabloon.
8 Selecteer het symbool
Weergave opslaan (zie de afbeelding op
pagina 342) om de wijzigingen onder de be-
staande naam op te slaan.
of
Selecteer het symbool
Weergave (A) om een toetsenbord te openen
waarmee u de naam van de huidige weergave
kunt wijzigen.
Een weergave toewijzen aan profielen
U kunt een weergave toewijzen aan een profiel na-
dat u een weergave hebt gewijzigd of op elk ge-
wenst moment daarna.
1 Open de pagina Weergave editor
(zie pagina 342).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) om de weergave te kiezen die u wilt
toewijzen aan profielen (als deze nog niet is
geselecteerd).
3 Selecteer de toets Profielen... (F) om het
pop-up venster Voeg aan profiel toe
weer te geven.
G
4 Selecteer de toets Draeger weergaven of Spe-
H
ciale weergaven onder de kolom Volwassen,
Pediatrisch of Neonaat. Er verschijnt een extra
pop-up venster met daarin de profielen die zijn
opgeslagen in de geselecteerde categorie.
5 Selecteer zoveel profielen als u wilt waaraan
u de huidige geselecteerde weergave wilt
toewijzen.
6 Selecteer OK.
Systeemconfiguratie
(G) naast het veld
naast het veld
343