Download Print deze pagina

Dräger Infinity Acute Care System Gebruiksaanwijzing pagina 284

Verberg thumbnails Zie ook voor Infinity Acute Care System:

Advertenties

Hartfunctie (C.O.)
Overzicht van de hartfunctiebewaking
De M540 berekent de hartfunctie (C.O.) voor vol-
wassen en pediatrische patiënten met de thermodi-
lutiemethode. Hartfunctiebewaking is niet bedoeld
voor neonatale patiënten.
De MPod – QuadHemo-, Hemo4- en Hemo2-pods
worden aangesloten op de M540 en nemen de
bloed- en injectaattemperaturen op waarmee
de hartfunctiewaarde wordt berekend.
Hoewel de M540 de hartfunctiealgoritmen ver-
werkt, kunt u alleen op de Cockpit de gegevens
weergeven en de bijbehorende functies uitvoeren.
Meetmodus hartfunctie
Een oplossing met een bekende temperatuur en
volume wordt in de bloedstroom in het rechteratri-
um geïnjecteerd. Een thermistor in de kathetertip
meet continu de temperatuur van het bloed terwijl
het het hart verlaat. Het injectaat vermengt zich met
het omringende bloed en koelt dit af. Het bloed
bereik zijn minimumtemperatuur relatief snel en
warmt vervolgens langzaam op totdat het opnieuw
de basislijntemperatuur van het bloed bereikt.
De totale daling van de bloedtemperatuur is omge-
keerd evenredig aan de hartfunctie van de patiënt.
Hoe lager de hartfunctiewaarde, hoe meer het in-
jectaat het bloed afkoelt.
Voorzorgsmaatregelen voor C.O.
WAARSCHUWING
Een onjuiste berekeningsconstante kan on-
juiste hartfunctiemetingen opleveren en de
patiënt in gevaar brengen. Controleer of de
handmatig opgegeven berekeningsconstante
juist is voor de katheter die u gebruikt.
284
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Voor de berekening van de hartfunctie houdt
de M540 rekening met de volgende factoren:
– Injectaatvolume, temperatuur, densiteit en
de specifieke warmte van de vloeistof die
wordt geënjecteerd.
– Basislijn bloedtemperatuur, dichtheid
en specifieke warmte van het bloed
– Temperatuurwijzigingen van het
bloedinjectaatmengsel.
– Gebied onder de temperatuurcurve
De M540 ondersteunt automatische en
handmatig meetmodi.
De C.O.-bewakingsfuncties kunnen worden
geconfigureerd op de pagina voor parameterspeci-
fieke instellingen en de pagina Procedures > C.O.
(zie pagina 295).
Raadpleeg de paragraaf "Voor de veiligheid van
u en uw patiënten" op pagina 11 voordat u bewa-
kingsfuncties uitvoert. Parameterspecifieke
foutberichten vindt u op pagina 410.
Ondersteunde parameters
– C.O. – Hartfunctie
– Tbloed – bloedtemperatuur
– Tinj – injectaattemperatuur
WAARSCHUWING
Controleer of u het huidige gewicht van de pa-
tiënt opgeeft (en niet zijn of haar gewicht bij
opname). Een onjuiste gewichtswaarde kan
leiden tot onnauwkeurige berekeningen en
de patiënt in gevaar brengen.

Advertenties

loading