Respiratiedisplay
De respiratiedisplay op de Cockpit bestaat uit:
– Parametervak voor ademhaling
– Ademhalingscurve
Parametervak voor ademhaling
OPMERKING
In het volgende diagram ziet u een gangbare in-
deling van een parametervak. De indeling kan
veranderen als er aanvullende parameters wor-
den weergegeven. Zie "Parametervakken" op
pagina 54 voor meer informatie.
In parametervakken worden parameterwaarden
gerapporteerd en wordt de alarmstatus van para-
meters aangegeven. In parametervakken kunnen
ook technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensors e.d. worden gerapporteerd. Zie het hoofd-
stuk "Probleemoplossing" op pagina 389 voor ge-
detailleerde informatie over de inhoud van parame-
tervakken voor elke parameter.
Het ademhalingsparametervak bevat de volgende
elementen:
A
D
C
A Label voor impedantie ademfrequentie (RRi)
B Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorge-
kruiste driehoeksymbolen wanneer alarmen
zijn gedeactiveerd.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
C Waarde ademhalingsfrequentie
D Longsymbool dat knippert voor elke gedetec-
teerde ademhaling
Ademhalingsmarkeringen
Ademhalingsmarkeringen geven aan op welk mo-
ment een ademhaling is gedetecteerd, niet wan-
neer een ademhaling begint of eindigt. Als adem-
halingsmarkeringen ook tijdens een artefact ver-
schijnen, stelt u de meetmodus voor ademhaling in
op handmatig en stelt u de drempelwaarde voor
ademhalingsdetectie zodanig bij dat alleen geldige
ademhalingen worden gedetecteerd.
In het volgende diagram ziet u hoe met witte, verti-
cale markeringen in de ademhalingscurve elke ge-
detecteerde ademhaling kan worden geïdentifi-
ceerd.
Ademhalingsmarkeringen worden niet naar het In-
finity-netwerk verzonden.
Zie pagina 209 voor het activeren of deactiveren
van de weergave van ademhalingsmarkeringen.
B
Impedantierespiratie (RRi)
207