Arrow-berekeningsconstanten
Katheter-
Injectaat
grootte
volume
7,5F
10 cc
7,5F
5 cc
7,5F
3 cc
7F
10 cc
7F
5 cc
7F
3 cc
5F
5 cc
5F
3 cc
Meetmodi hartfunctie
Er zijn twee meetmodi voor de hartfunctie beschik-
baar: automatisch en handmatig. Als onstabiele
bloedtemperaturen, artefacten of andere condities
automatische metingen onmogelijk maken,
schakelt u over naar de modus handmatig.
Als de meldingstoon niet is gedeactiveerd
(zie pagina 347), weerklinkt er een toon
wanneer de hartfunctiewaarde is berekend.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Tinj = –5 °C tot 23,9 °C
(23 °F tot 75 °F )
0,532
0,249
0,131
0,541
0,250
0,134
0,267
0,157
Tinj >=24 °C (75,2 °F)
0,586
0,265
0,155
0,601
0,273
0,156
0,303
0,192
Automatische metingen
In de Auto-interval-modus verschijnt het bericht In-
jecteer indien gereed op de pagina Procedures...
> C.O. van de Cockpit, wanneer de basislijn bloed-
temperatuur stabiel is. Als de bloedtemperatuur on-
stabiel wordt, wordt het bericht Injecteer indien
gereed vervangen door het bericht Slechte basis-
lijn. Zie pagina 296 als u de automatische hartfunc-
tie-modus wilt selecteren.
Hartfunctie (C.O.)
291