ECG, aritmie en ST-segment
Gepacete patiënten bewaken
Wanneer pacemakerdetectie is geactiveerd,
worden op de M540 de volgende specificaties ge-
bruikt om een puls te identificeren als een pacema-
kerpuls:
Amplitude (ap): ±2 tot ±700 mV
Breedte (dp): 0,2 tot 2,0 ms
Stijg-/daaltijden (min): 0,1 dp, 100 ms
Doorschieten (min): 0,025 ap, 2 mV
Oplaadtijdconstante: 4 tot 100 ms
Als er een QRS-complex optreedt binnen 250 ms
van een pacemakerpuls, wordt ook dat beschouwd
als een gepacete hartslag. Een gepacete hartslag
wordt als volgt geïdentificeerd:
– In het HF-parametervak verschijnt de letter "P"
naast het knipperende hartsymbool wanneer
er een pacemakerimpuls is gedetecteerd.
– In de ECG-curve worden pacemakerspikes
blauw weergegeven.
OPMERKING
Pacemakerdetectie wordt automatisch gedeacti-
veerd in de neonatale modus of wanneer het
ESU-filter is geactiveerd.
180
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Wanneer pacemakerdetectie is gedeactiveerd, ver-
schijnt het bericht Pacemaker uit in het bovenste
ECG-kanaal.
Volg de richtlijnen op pagina 183 om de pacema-
kerbewaking te optimaliseren.
Pacemakerdetectie activeren/deactiveren
Selecteer het HF-parametervak om direct
naar de pagina ECG te gaan.
of
1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofd-
menubalk.
2 Selecteer het tabblad ECG om de pagina ECG
te openen.
3 Open het tabblad Instell. 2.
4 Selecteer Aan naast Pacemaker detectie.