De instellingen Auto weergave configureren
U kunt diverse functies uitvoeren binnen de pagina
Auto weergave. Met de volgende instellingen wor-
den de algemene instellingen beschreven voor de
pagina Auto weergave. Zie "Parameters voor
weergave configureren" op pagina 336 voor gede-
tailleerde informatie over het instellen van de weer-
gavekenmerken van een parameter.
De beschikbare instellingen configureren
In de volgende stappen verwijzen de letters
tussen haakjes naar de afbeelding van de
pagina Auto weergave (zie pagina 334).
1 Open de pagina Auto weergave
(zie pagina 332).
2 Selecteer de weergavemodus door een
van de volgende twee toetsen naast
Weergave modus:
– Auto (A) om de weergavemodus Auto te se-
lecteren (zie pagina 60).
– Handmatig (B) om de weergavemodus
Handmatig te selecteren (zie pagina 60).
3 Selecteer de toets Curven (E) om te bepalen
hoeveel curven er in het venster voor parame-
terselectie kunnen worden geselecteerd (N).
Het aantal curven dat voor selectie beschikbaar
is, hangt af van de aangeschafte software- en
hardwareopties:
Apparaat Met optie
C500
12 of 16 curven
C700
16 curven
Selecteer de toets Layout (F). Selecteer vervol-
gens de toets Links of Rechts (standaard) om
te bepalen of de curven links of rechts van de
parametervakken worden weergegeven.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
4 Selecteer de toets Drukoverlap aan of uit
5 Selecteer de toets Parametervakken (H) en
6 Selecteer de toets Layout (I). Selecteer vervol-
7 Selecteer de toets Split screen (J).
Zonder optie
8 Selecteer de toets Mini trends (K) om de
10 curven
12 curven
9 Selecteer de toets NIBD trend (L) om te kiezen
10 Schakel de toets Werkbalk (M) naar Aan
(standaard) (G) om de modus Drukoverlap
te activeren of deactiveren. Deze functie
werkt alleen als de drukvormen worden
weergegeven in aangrenzende kanalen.
gebruik de draaiknop om het gewenste aantal
parametervakken voor weergave te selecteren.
De beschikbare selecties zijn: Uit, 1, 2, 3
(standaard), 4, 5, 6.
gens de toets Boven of Onder (standaard) om
vast te leggen of de parametervakken langs de
onder- of bovenrand van het scherm moeten
worden weergegeven.
De beschikbare selecties zijn: Geen (stan-
daard), Trendtabel, Bead loops, ST-params,
ECG alles weergeven, ECG/ST, ECG/Bead.
Als u Geen selecteert, bevat het bewakingsge-
bied alleen real-time parameters. Met iedere
andere selectie wordt het bewakingsgebied ver-
deeld in twee vensters. In het rechtervenster
worden altijd de real-time parameters weerge-
geven. De linkerzijde kan een van de volgende
items bevatten: Trendtabel, Bead loops, ECG
alles weergeven, ECG/Bead, ECG/ST. Zie
"Cockpit-beeldscherm in de modus Gedeeld
scherm" op pagina 62 voor meer informatie.
minitrendweergave te activeren of deactiveren
of een trendweergavetijd te selecteren (zie
pagina 63). De beschikbare selecties zijn:
Uit, 10 min, 15 min, 20 min, 30 min (stan-
daard), 45 min, 1 h, 90 min, 2 h, 6 h, 12 h, 24 h.
tussen de grafische en numerieke weergave
van de NIBP-minitrendweergave.
(standaard) of Uit om de instellingswerkbalk
voor auto weergave te activeren of deactiveren
(zie pagina 335).
Systeemconfiguratie
335