Bedieningsconcept
Parametervakken
Elk parametervak bevat real-time waarden van een
parameter en een combinatie van de volgende ge-
gevens:
– Parameterlabels (inclusief dynamische drukla-
bels)
– Alarmgrenzen (of doorgekruiste driehoeksym-
bolen wanneer de alarmfuncties zijn gedeacti-
veerd)
– Meeteenheden (kunnen worden geacti-
veerd/gedeactiveerd)
– ECG-hartbliep (en pacemakerbliep voor ge-
pacete pulsen), RRi-bliep en SpO
– Tijdstempels
– Afteltimers en tijdstempels voor NIBP
– Speciale bronlabels (bijvoorbeeld PLS voor een
HF-signaalbron voor pulsoxymetrie)
– Parameterspecifieke berichtvelden voor NIBP
en SpO
2
De hoeveelheid informatie op een scherm heeft in-
vloed op de weergave van het parametervak. De
volgende afbeelding toont bijvoorbeeld een typisch
uitgebreid SpO
-parametervak wanneer er vol-
2
doende ruimte beschikbaar is voor het grotere pa-
rametervak. De waarde van de primaire parameter
(A) wordt groter weergegeven dan de andere on-
derliggende parameters, die onder elkaar worden
weergegeven (B, C). De parameterlabels (D) wor-
den boven de respectievelijke parameterwaarden
weergegeven.
54
-bliep
2
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
D
A
In het volgende voorbeeld ziet u hoe hetzelfde pa-
rametervak er anders uitziet als het hoofdscherm
meer parameters bevat. Elk parametervak heeft
minder ruimte voor de weergave van de inhoud. De
waarde van de primaire parameter (A) wordt nog
steeds groter weergegeven dan de onderliggende
parameters (B, C), die nu allemaal op één regel
worden weergegeven. De parameterlabels (D) wor-
den nog steeds boven de respectievelijke parame-
terwaarden weergegeven.
D
A
D
B
D
C
D
D
B
C