Biomed instellingen – naamservice-instellingen
In de volgende tabel vindt u de instellingen die be-
schikbaar zijn op de pagina Naam service. Zie
pagina 352 om te weten hoe u deze pagina opent.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aange-
bracht, selecteert u de toets Toe passen, waardoor
er een kort communicatieverlies met een gekoppel-
de M540 optreedt.
Selectie
ID Bewakingsunit
Label bewa-
kingsunit
Label zorgunit
Label apparaat
Naam ziekenhuis
Centrale post
inschakelen
Afstandsbedie-
ning inschakelen
Stilte via afstand-
bed. inschakelen
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Beschikbare instellingen
1-255 (stappen van 1)
Maximaal zeven alfanumerie-
ke tekens
Aan (standaard), Uit
Aan (standaard), Uit
Aan (standaard), Uit
Beschrijving
Hiermee kunt u de Cockpit toewijzen aan een
bewakingsunit door een ID op te geven met
het toetsenbloksymbool
Hiermee kunt u het overeenkomstige label
voor het netwerk en de registraties opgeven
door het toetsenbordsymbool
Als deze functie is geactiveerd en er een ICS
op het netwerk is aangesloten, verschijnt het
bericht Niet door centrale bewaakt in de kop-
balk van de Cockpit als de Cockpit niet is toe-
gewezen aan een ICS.
Als deze functie is gedeactiveerd, er een ICS
op het netwerk is aangesloten en de Cockpit
niet is toegewezen aan een ICS, verschijnt het
bericht Niet door centrale bewaakt niet in de
kopbalk van de Cockpit.
Als deze functie is geactiveerd, staat de Cock-
pit andere Infinity-monitors en het ICS toe haar
gegevens weer te geven en eenvoudige func-
ties uit te voeren, zoals het aanvragen van een
registratie of het pauzeren van een alarm.
Als deze functie is geactiveerd, staat de Cock-
pit toe dat alarmen van andere netwerkappa-
raten worden gedempt.
Systeemconfiguratie
.
te gebruiken.
357