Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
Weergave niet-invasieve bloeddruk
Op de Cockpit bestaat de weergave voor niet-inva-
sieve bloeddruk uit een parametervak.
Wanneer er een meting wordt uitgevoerd, wordt de
achtergrond van het onderste gedeelte van het pa-
rametervak wit.
Tijdens lage systolische of diastolische pulsampli-
tudes of significante bewegingsartefacten, wordt in
het parametervak mogelijk alleen een gemiddelde
waarde weergegeven. Als de M540 in de modus
Veneuze stase is, worden op de Cockpit alleen
de manchetdruk en het label Veneuze stase
weergegeven in het parametervak voor niet-inva-
sieve druk.
Als u de manchet niet ter hoogte van het hart kunt
aanbrengen, moet u de weergegeven systolische
en diastolische waarden voor niet-invasieve bloed-
druk als volgt bijstellen: voeg 8 mmHg (1,1 kPa)
voor elke 10 cm boven het hart; trek 8 mmHg
(1,1 kPa) af voor elke 10 cm onder het hart.
Parametervelden niet-invasieve bloed-
druk
OPMERKING
In het volgende diagram ziet u een gangbare in-
deling van een parametervak. De indeling kan
veranderen als er aanvullende parameters wor-
den weergegeven. Zie "Parametervakken"
op pagina 54 voor meer informatie.
In parametervakken worden parameterwaarden
gerapporteerd en wordt de alarmstatus van para-
meters aangegeven. In parametervakken kunnen
ook technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensors e.d. worden gerapporteerd. Zie het hoofd-
stuk "Probleemoplossing"op pagina 389 voor ge-
detailleerde informatie over de inhoud van parame-
tervakken voor elke parameter.
Het uiterlijk van de parametervakken voor niet-in-
vasieve bloeddruk is ook afhankelijk van de gese-
lecteerde modus voor niet-invasieve bloeddruk.
254
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Continu-modus
In de volgende afbeelding ziet u hoe een parame-
tervak eruitziet wanneer de continu-modus voor
niet-invasieve bloeddruk is geselecteerd
(zie pagina 257).
B
A
K
J
I
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/
gedeactiveerd)
C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve
bloeddrukmeting
D Waarde van gemiddelde druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste driehoeksym-
bolen wanneer alarmen zijn gedeactiveerd
F Tijd die resteert voordat de continu-modus
wordt beëindigd.
G Label Cont. modus
H Meeteenheid
I
Waarde van opblaasdruk
J Label Inflatie druk
K Waarde van systolische/diastolische druk
C
H
G
F
D
E