6.5 Baanbewegingen –
poolcoördinaten
Met poolcoördinaten wordt een positie via een hoek PA en een
afstand PR t.o.v. een vooraf gedefinieerde pool CC vastgelegd. Zie
„4.1 Basisprincipes" .
Poolcoördinaten kunnen goed ingezet worden bij:
posities op cirkelbogen
werkstuktekeningen met hoekgegevens, b.v. bij gatencirkels
Overzicht van de baanfunctie met poolcoördinaten
Functie
Rechte LP
Cirkelboog CP
Cirkelboog CTP
Schroeflijn (helix)
Oorsprong poolcoördinaten: pool CC
De pool CC kan op een willekeurige plaats in het
bewerkingsprogramma vastgelegd worden, voordat de posities
door poolcoördinaten worden aangegeven. Handel bij het
vastleggen van de pool, zoals bij het programmeren van het
cirkelmiddelpunt CC.
Coördinaten CC: rechthoekige coördinaten voor de
pool ingeven of
om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: geen coördinaten ingeven.
86
Baanfunctietoetsen
Gereedschapsverplaatsing
+
Rechte
+
Cirkelbaan om cirkelmiddelpunt/
pool CC naar eindpunt cirkelboog
+
Cirkelbaan met tangentiale aansl.
op voorafgaand contourelement
+
Overlapping van een cirkelbaan met
een rechte
Benodigde ingaven
Poolradius, poolhoek van het
eindpunt van de rechte
Poolhoek van eindpunt cirkel,
rotatierichting
Poolradius, poolhoek van het
eindpunt van de cirkel
Poolradius, poolhoek van
eindpunt cirkel, coördinaat
eindpunt in de gereedschapsas
Y
CC
Y
CC
X
CC
Programmeren: Contouren programmeren
X