8.5 Cycli voor het maken van
puntenpatronen
De TNC beschikt over 2 cycli waarmee regelmatige puntenpatronen
direct kunnen worden gemaakt:
Cyclus
220 PUNTENPATROON OP CIRKEL
221 PUNTENPATROON OP LIJNEN
Voor het maken van onregelmatige puntenpatronen
moet gebruik worden gemaakt van de puntentabellen
(zie „8.2 Puntentabellen").
Onderstaande bewerkingscycli kunnen met de cycli 220 en 221
gecombineerd worden:
Cyclus 1
DIEPBOREN
Cyclus 2
SCHROEFDRAAD TAPPEN met voedingscompensatie
Cyclus 3
SLEUFFREZEN
Cyclus 4
KAMERFREZEN
Cyclus 5
RONDKAMER
Cyclus 17 SCHROEFDRAAD TAPPEN zonder voedingscompensatie
Cyclus 200 BOREN
Cyclus 201 UITRUIMEN
Cyclus 202 UITDRAAIEN
Cyclus 203 UNIVERSEELBOORCYCLUS
Cyclus 204 IN VRIJLOOP VERPLAATSEN
Cyclus 212 KAMER NABEWERKEN
Cyclus 213 TAP NABEWERKEN
Cyclus 214 RONDKAMER NABEWERKEN
Cyclus 215
RONDE TAP NABEWERKEN
158
Softkey
8 Programmeren: Cycli