MAATFACTOR ASSP . (cyclus 26)
Let vóór het programmeren op het volgende:
Voor elke coördinatenas kan een eigen asspecifieke
maatfactor worden ingegeven.
Additioneel kunnen de coördinaten van een centrum
voor alle maatfactoren geprogrammeerd worden.
De contour wordt van het centrum uit gestrekt of naar de
contour toe gestuikt, dus niet per se van en naar het
actuele nulpunt – zoals bij cyclus 11 MAATFACTOR.
Werking
De MAATFACTOR werkt vanaf de definitie in het programma. Als de
contour die moet worden geschaald, cirkelbogen bevat, berekent
de TNC - overeenkomstig de maatfactor - een ellipsboog.
De maatfactor werkt ook in de werkstand Positioneren met
handingave. De TNC toont de actieve maatfactor in de additionele
statusweergave.
As en factor: coördinatenas(sen) en factor(en)
van de asspecifieke strekking of stuiking. Waarde
positief – maximaal 99,999 999 – ingeven.
Coördinaten van het centrum: centrum van de
asspecifieke strekking of stuiking.
De coördinatenassen worden met softkeys gekozen.
Terugzetten
Cyclus MAATFACTOR met factor 1 voor de desbetreffende as
opnieuw programmeren.
Voorbeeld
Asspecifieke maatfactoren in het bewerkingsvlak
Gegeven: vierkant, zie afbeelding rechtsonder.
Hoek 1:
X = 20,0 mm
Hoek 2:
X = 32,5 mm
Hoek 3:
X = 20,0 mm
Hoek 4:
X =
7 ,5 mm
X-as met factor 1,4 strekken
Y-as met factor 0,6 stuiken
Centrum bij CCX = 15 mm CCY = 20 mm
NC-voorbeeldregels
Y L DEF 26.0 MAATFA TOR ASSP.
Y L DEF 26.1 X1,4 Y0,6
HEIDENHAIN TNC 410
Y =
2,5 mm
Y = 15,0 mm
Y = 27 ,5 mm
Y = 15,0 mm
X+15
Y+20
Y
CC
Y
3
CC
4
1
X
2
X
187