11.4 Bloksgewijze overdracht: lange
programma's uitvoeren
Via een extern geheugen kan „bloksgewijze" overdracht
plaatsvinden van bewerkingsprogramma's die meer geheugen
nodig hebben dan de TNC beschikbaar heeft.
De programmaregels worden daarbij door de TNC via de data-
interface ingelezen en direct nadat zij afgewerkt zijn, weer gewist.
Op deze manier kunnen onbeperkt lange programma's afgewerkt
worden.
Het programma mag maximaal 20 TOOL DEF-regels
bevatten. Wanneer meerdere gereedschappen nodig
zijn, gebruik dan de gereedschapstabel.
Wanneer het programma een regel CALL PGM bevat,
dan moet het opgeroepen programma in het geheugen
van de TNC voorhanden zijn.
Het programma mag niet bevatten:
onderprogramma's
herhalingen van programmadelen
functie FN15:PRINT
Programma bloksgewijze overdracht
Data-interface met de MOD-functie configureren, regelgeheugen
vastleggen (zie +14.4 Externe data-interface instellen").
Werkstand Automatische programma-afloop of
Programma-afloop regel voor regel kiezen.
Bloksgewijze overdracht uitvoeren: softkey
BLOKSGEW. OVERDR. indrukken.
Programmanaam ingeven, eventueel nog het
programmatype met de softkey veranderen, met de
ENT-toets bevestigen. De TNC leest het gekozen
programma via de data-interface in. Als er geen
programmatype wordt ingegeven, leest de TNC het
type in dat u bij de MOD-functie „Programma-ingave"
heeft vastgelegd
Bewerkingsprogramma met externe starttoets starten.
Als u een regelgeheugen groter dan 0 heeft
vastgelegd, wacht de TNC met de programmastart,
totdat het vastgelegde aantal NC-regels is ingelezen
HEIDENHAIN TNC 410
245