Hoek tussen twee zijkanten van het werkstuk bepalen
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN ROT indrukken.
Rotatiehoek: weergegeven rotatiehoek noteren, indien de eerder
uitgevoerde basisrotatie later hersteld moet worden.
Basisrotatie voor de eerste zijkant uitvoeren (zie „Scheve ligging
van het werkstuk compenseren").
Tweede zijkant ook zoals bij een basisrotatie tasten, rotatiehoek
hier niet op 0 zetten!
Met softkey PROBING ROT hoek PA tussen de zijkanten van het
werkstuk als rotatiehoek tonen.
Basisrotatie opheffen of oorspronkelijke basisrotatie herstellen:
rotatiehoek op genoteerde waarde vastleggen.
Meten met het 3D-tastsysteem
tijdens de programma-afloop
Met het 3D-tastsysteem kunnen ook tijdens een programma-afloop
posities op het werkstuk worden geregistreerd – ook bij gezwenkt
bewerkingsvlak. Toepassingen:
bepalen van hoogteverschillen bij gietoppervlakken
opvragen van toleranties tijdens de bewerking
Het inzetten van het tastsysteem wordt in de werkstand
Programmeren/bewerken met de functie TOUCH PROBE en de
softkey REF PLANE geprogrammeerd. De TNC positioneert het
tastsysteem voor en tast automatisch de vooraf ingestelde positie.
Daarbij verplaatst de TNC het tastsysteem parallel aan de machine-
as, die in de tastcyclus is vastgelegd. Een actieve basisrotatie of
rotatie wordt door de TNC alleen voor de berekening van het
tastpunt meeberekend. De coördinaat van het tastpunt slaat de
TNC in een Q-parameter op. De TNC breekt het tastproces af,
wanneer het tastsysteem binnen een bepaald bereik (via MP6130
te kiezen) niet wordt uitgeweken. De coördinaten van de positie
waar zich de zuidpool van de tastkogel bij het tasten bevindt, zijn na
het tastproces extra in de parameters Q115 t/m Q118 opgeslagen.
Voor de waarden in deze parameters wordt geen rekening
gehouden met de lengte en de radius van de taststift.
256
PA
Z
L?
Y
– 1 0
12 3D-tastsystemen
X