De TNC slaat de basisrotatie op, beveiligd tegen stroomuitval. De
basisrotatie werkt voor alle volgende programma-aflopen en
programmatests.
Basisrotatie weergeven
De hoek van de basisrotatie wordt na opnieuw kiezen van TASTEN
ROT in de rotatiehoekweergave getoond. De TNC toont de
rotatiehoek ook in de additionele statusweergave
(beeldschermindeling PROGRAMMA + STATUS POS.-WEERG.)
In de statusweergave verschijnt een symbool voor de basisrotatie,
wanneer de TNC de machine-assen overeenkomstig de basisrotatie
verplaatst.
Basisrotatie opheffen
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN ROT indrukken.
Rotatiehoek „0" ingeven, met ENT-toets overnemen.
Tastfunctie beëindigen: END-toets indrukken.
12.2 Referentiepunt vastleggen met
3D-tastsystemen
De functies voor het vastleggen van het referentiepunt op het
uitgerichte werkstuk worden m.b.v. de volgende softkeys gekozen:
referentiepunt vastleggen in een willekeurige as met TASTEN POS
hoekpunt als referentiepunt vastleggen met TASTEN P
cirkelmiddelpunt als referentiepunt vastleggen met TASTEN CC
Referentiepunt vastleggen in een willekeurige as (zie afbeelding
rechtsboven)
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN POS indrukken.
Tastsysteem naar een positie in de buurt van het
tastpunt verplaatsen.
Tastrichting en gelijktijdig as kiezen, waarvoor het
referentiepunt wordt vastgelegd, b.v. Z in richting Z
tasten: met pijltoetsen kiezen.
Tasten: externe START-toets indrukken.
Referentiepunt: nominale coördinaat ingeven, met
ENT-toets overnemen.
HEIDENHAIN TNC 410
Z
Y
X
251