14.1 MOD-functies kiezen, veranderen
en verlaten
Via de MOD-functies kunnen additionele weergaven en
ingavemogelijkheden gekozen worden.
MOD-functies kiezen
Werkstand kiezen, waarin U MOD-functies zou willen veranderen.
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken. De
afbeelding rechtsboven toont het „MOD-
beeldscherm" .
Onderstaande veranderingen kunnen uitgevoerd
worden:
positieweergaven kiezen
maateenheid (mm/inch) vastleggen
programmeertaal vastleggen voor MDI
sleutelgetal ingeven
interface instellen
Machinespecifieke gebruikerparameters
begrenzing van het verplaatsingsbereik ingeven
NC-software-nummer tonen
PLC-software-nummer tonen
MOD-functie veranderen
MOD-functie in het getoonde menu d.m.v. de pijltoetsen kiezen.
Herhaaldelijk de ENT-toets indrukken, totdat de functie in de
lichtbalk staat of
het getal ingeven en met ENT-toets
overnemen.
MOD-functie verlaten
MOD-functie beëindigen: softkey EINDE of END-toets indrukken.
14.2 Systeeminformatie
Met de softkey SYSTEEMINFORM. toont de TNC onderstaande
informatie:
vrij programmageheugen
NC-software-nummer
PLC-software-nummer
DSP-softwarenummer
Beschikbare opties, b.v. digitaliseren
staan na het kiezen van de functies op het beeldscherm van de
TNC.
268
14 MOD-functies