13.3 Meandervormig digitaliseren
Digitaliseringscyclus 6 MEANDER
Met de digitaliseringscyclus MEANDER wordt een 3D-vorm
volgens lijnen gedigitaliseerd. Dit procédé is bijzonder geschikt
voor betrekkelijk vlakke vormen. Indien de digitaliseringsgegevens
met de verwerkingssoftware SUSA van HEIDENHAIN verder
verwerkt moeten worden, moet er volgens lijnen gedigitaliseerd
worden.
Bij het digitaliseringsproces verplaatst het tastsysteem zich -vanaf
het MIN-punt in het bewerkingsvlak- in positieve richting van een te
kiezen as van het bewerkingsvlak naar de grens van het bereik.
Daar wordt het tastsysteem versteld met de lijnafstand en
verplaatst aansluitend op deze regel weer terug. Aan het andere
einde van de regel wordt dan het tastsysteem opnieuw met de
lijnafstand verplaatst. Dit proces wordt herhaald, totdat het totale
bereik is getast.
Aan het einde van het digitaliseringsproces verplaatst het
tastsysteem naar veilige hoogte terug.
Startpunt
MIN-punt-coördinaten in het bewerkingsvlak uit cyclus 5 BEREIK,
coördinaat van de spilas = veilige hoogte
Startpunt wordt door de TNC automatisch benaderd:
eerst in de spilas op veilige hoogte, vervolgens in het
bewerkingsvlak
Vorm benaderen
Het tastsysteem verplaatst in negatieve richting van de spilas naar
de vorm. De coördinaten van de positie, waar het tastsysteem de
vorm aanraakt, worden opgeslagen.
In het bewerkingsprogramma moet voor de
digitaliseringscyclus MEANDER de digitaliseringscyclus
BEREIK gedefinieerd zijn.
Digitaliseringsparameters
Lijnrichting: coördinatenas van het bewerkingsvlak van waaruit
het tastsysteem in positieve richting vanaf het eerste opgeslagen
contourpunt verplaatst
Begrenzing in de normaalrichting: afstand waarmee het
tastsysteem zich na een uitwijking terugtrekt. In te geven bereik:
0 t/m 5 mm. Advies: in te geven waarde moet tussen
0.5 • puntafstand en puntafstand liggen. Hoe kleiner de
tastkogel, hoe groter de begrenzing in de normaalrichting
gekozen moet worden.
Lijnafstand: verstelling van het tastsysteem aan het einde van de
regels; regelafstand. In te geven bereik: 0 tot 5 mm
MAX. puntafstand : maximale afstand tussen de door de TNC
opgeslagen punten. De TNC houdt rekening met extra
belangrijke, de vorm van het model bepalende punten, b.v. op de
binnenhoeken. In te geven bereik: 0,02 tot 5 mm
262
Z
Y
NC-voorbeeldregels
60 TCH PROBE 6.0 MEANDER
61 TCH PROBE 6.1 RICHTING:
62 TCH PROBE 6.2 PL: 0.
P.AFST: 0.
X
X
L.AFST: 0.2
13 Digitaliseren