8.7 Cycli voor het affrezen
Die TNC beschikt over twee cycli, waarmee oppervlakken met
onderstaande eigenschappen bewerkt kunnen worden:
glad, rechthoekig
glad, scheefhoekig
willekeurig schuin
gedraaid
Cyclus
230 AFFREZEN
Voor vlakke, rechthoekige oppervlakken
231 RECHTLIJNIG AFVLAKKEN
Voor scheefhoekige, schuine en gedraaide oppervlakken
AFFREZEN (cyclus 230)
1 De TNC positioneert het gereedschap in ijlgang FMAX vanaf de
actuele positie in het bewerkingsvlak naar het startpunt.
TNC verplaatst daarbij het gereedschap met de
gereedschapsradius naar links en naar boven.
2 Aansluitend verplaatst het gereedschap met FMAX in de spilas
naar de veiligheidsafstand en vervolgens in de aanzet
diepteverplaatsing naar de geprogrammeerde startpositie in de
spilas.
3 Aansluitend verplaatst het gereedschap met de
geprogrammeerde aanzet frezen naar eindpunt
berekent het eindpunt uit het geprogrammeerde startpunt, de
geprogrammeerde lengte en de gereedschapsradius.
4 De TNC verplaatst het gereedschap in de dwarsaanzet frezen naar
het startpunt van de volgende regel; de TNC berekent de
verstelling uit de geprogrammeerde breedte en het aantal
snijkanten.
5 Vervolgens verplaatst het gereedschap in negatieve X-richting
terug.
6 Het affrezen herhaalt zich, totdat het ingegeven oppervlak
volledig is bewerkt.
7 Aan het einde verplaatst de TNC het gereedschap met FMAX
terug naar veiligheidsafstand.
176
Softkey
De
Y
de TNC
Z
8 Programmeren: Cycli
X