Hoekpunt als referentiepunt – punten overnemen, die voor de
basisrotatie werden getast (zie afbeelding rechtsboven)
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN P indrukken.
Tastpunten uit basisrotatie?: ENT-toets indrukken, om
de coördinaten van de tastpunten over te nemen.
Tastsysteem naar een positie in de buurt van het
eerste tastpunt op de zijkant van het werkstuk
verplaatsen, dat niet voor de basisrotatie werd getast.
Tastrichting kiezen: as met pijltoetsen kiezen.
Tasten: externe START-toets indrukken.
Tastsysteem naar een positie in de buurt van het
tweede tastpunt op dezelfde zijkant verplaatsen.
Tasten: externe START-toets indrukken.
Referentiepunt: beide coördinaten van het
referentiepunt in het menuvenster ingeven, met ENT-
toets overnemen.
Tastfunctie beëindigen: END-toets indrukken.
Hoekpunt als referentiepunt – geen overname van punten, die
voor de basisrotatie zijn getast
Tastfunctie kiezen: softkey TASTEN P indrukken.
Tastpunten uit basisrotatie?: d.m.v. toets NO ENT met
nee beantwoorden (dialoogvraag verschijnt alleen, als
daarvoor een basisrotatie is uitgevoerd).
Beide zijkanten van het werkstuk elk twee keer tasten.
Coördinaten van het referentiepunt ingeven, met ENT-
toets overnemen.
Tastfunctie beëindigen: END-toets indrukken.
252
Y
Y
Y=?
P
X
X=?
P
X
12 3D-tastsystemen