12.1 Tastcycli in de werkstanden
Handbediening en El. Handwiel
De TNC moet door de machinefabrikant voor het
toepassen van een 3D-tastsysteem voorbereid zijn.
Wanneer metingen tijdens de programma-afloop
uitgevoerd worden, let er dan op, dat de
gereedschapsgegevens (lengte, radius, as) of uit de
gekalibreerde gegevens of uit de laatste TOOL -CALL -
regel toegepast kunnen worden (keuze via MP7411).
Tijdens de tastcycli verplaatst het 3D-tastsysteem asparallel naar
het werkstuk, nadat de externe START-toets is ingedrukt. De
machinefabrikant legt de tastaanzet vast: zie afbeelding rechts.
Wanneer het 3D-tastsysteem het werkstuk aanraakt,
zendt het 3D-tastsysteem een signaal naar de TNC: de
coördinaten van de getaste positie worden opgeslagen.
stopt het 3D-tastsysteem en
verplaatst in ijlgang naar de startpositie van het tastproces terug
Wordt binnen een vastgelegde weg van de taststift niet
uitgeweken, dan geeft de TNC een overeenkomstige foutmelding
uit (weg MP6130).
Tastfunctie kiezen
Werkstand Handbediening of El. handwiel kiezen.
Tastfuncties kiezen:
softkey TASTFUNCTIES indrukken. De TNC toont de
volgende softkeys: zie tabel rechts.
248
Z
Y
F MAX
Functie
Effectieve lengte kalibreren
Effectieve radius kalibreren
Basisrotatie
Referentiepunt vastleggen
Hoekpunt als referentiepunt vastleggen
Cirkelmiddelpunt als referentiepunt
vastleggen
X
F
Softkey
12 3D-tastsystemen