13.1 Digitaliseren met schakelend
tastsysteem (optie)
Met de optie digitaliseren registreert de TNC 3D-vormen met een
schakelend tastsysteem.
Voor het digitaliseren zijn onderstaande componenten vereist:
tastsysteem
software-module „optie digitaliseren"
evt. HEIDENHAIN-verwerkingssoftware SUSA voor
digitaliseringsgegevens voor de verdere verwerking van
digitaliseringsgegevens, die met de cyclus MEANDER zijn
verkregen.
Voor het digitaliseren staan onderstaande digitaliseringscycli ter
beschikking:
BEREIK
MEANDER
HOOGTELIJNEN
TNC en machine moeten door de machinefabrikant voor
het inzetten van een tastsysteem voorbereid zijn.
Voordat met het digitaliseren wordt begonnen, moet het
tastsysteem gekalibreerd worden.
Functie
Een 3D-vorm wordt met het tastsysteem punt voor punt in een te
kiezen raster getast. De digitaleringssnelheid ligt bij het
schakelende tastsysteem tussen de 200 en 800 mm/min bij een
puntafstand (P .AFST) van 1 mm (machine-afhankelijke waarde).
De geregistreerde posities worden door de TNC via een data-
interface
– meestal op een PC - uitgelezen. Configureer daarvoor de data-
interface (zie "14.4 Externe data-interface instellen").
Als voor het frezen van de geregistreerde digitaliseringsgegevens
een gereedschap toegepast wordt, waarvan de radius overeenkomt
met de taststiftradius, kunnen de digitaliseringsgegevens zonder
extra verwerking afgewerkt worden.
Digitaliseringscycli kunnen voor de hoofdassen X, Y en Z
geprogrammeerd worden.
Coördinatenomrekeningen of een basisrotatie mogen
tijdens het digitaliseren niet actief zijn.
De TNC geeft de BLK FORM mee uit in het
digitaliseringsbestand.
260
13 Digitaliseren