03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
Bandenspanningssysteem
Het lampje brandt bij een lage bandenspanning
of als er een storing optreedt in het banden-
spanningssysteem.
Waarschuwingslampjes
03
Lampje
Betekenis
Lage oliedruk
Parkeerrem aangezet
Airbags (SRS)
Gordelwaarschuwing
Dynamo laadt niet bij
Storing in remsysteem
Waarschuwing
A
Bij bepaalde motortypes is het lampje voor een lage oliedruk
niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een display-
melding (zie pagina 337 en 339).
Lage oliedruk
Als het lampje tijdens het rijden oplicht, is de
druk van de motorolie te laag. Zet de motor
onmiddellijk af en controleer het motoroliepeil.
Vul zo nodig olie bij. Als het lampje oplicht ter-
74
wijl het oliepeil in orde is, moet u contact opne-
men met een werkplaats. Volvo adviseert dat u
daarvoor een erkende Volvo-werkplaats
bezoekt.
Parkeerrem aangezet
Het lampje brandt continu, wanneer u de par-
keerrem hebt aangezet. Het lampje knippert
tijdens het aanzetten en gaat daarna continu
A
branden.
Een knipperend lampje houdt in dat er een sto-
ring is opgetreden. Lees de melding op het
informatiedisplay.
Airbags (SRS)
Als het lampje tijdens het rijden oplicht of blijft
branden, is er een storing geregistreerd in de
gordelsluiting of in het SRS-, SIPS- of IC-sys-
teem. Rijd de auto zo spoedig mogelijk naar
een werkplaats om het systeem te laten con-
troleren. Volvo adviseert dat u daarvoor een
erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Gordelwaarschuwing
Het lampje brandt als de bestuurder of de voor-
passagier geen veiligheidsgordel draagt of als
iemand op de achterbank de gordel heeft los-
genomen.
Dynamo laadt niet bij
Het lampje gaat tijdens het rijden branden, als
er sprake is van een storing in het elektrische
systeem. Bezoek een werkplaats. Volvo advi-
seert dat u daarvoor een erkende Volvo-werk-
plaats bezoekt.
Storing in remsysteem
Als het lampje oplicht, is het remvloeistofpeil
mogelijk te laag. Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand en controleer het peil in het
remvloeistofreservoir, zie pagina 342.
Als de waarschuwingslampjes voor het rem-
systeem en ABS tegelijkertijd branden, kan er
een storing in de remkrachtverdeling zijn opge-
treden.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
•
Rijd verder als beide lampjes doven.
•
Als de lampjes echter blijven branden,
moet u het peil in het remvloeistofreser-
voir controleren, zie pagina 342. Als de
lampjes blijven branden ondanks dat
het peil van de remvloeistof in orde is,
moet u de auto uiterst voorzichtig naar
een werkplaats rijden om het remsys-
teem te laten controleren. Volvo advi-
seert dat u daarvoor een erkende Volvo-
werkplaats bezoekt.