Pagina 2
BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw mede- passagiers voorop gestaan. Een Volvo is een van de veiligste auto’s ter wereld.
(optie) beschreven. stapsgewijze instructie bestaat, zijn de Teksten met het kopje BELANGRIJK geven De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt af verschillende stappen van de instructie op aan dat er gevaar voor materiële schade be- van de verschillende behoeften op de diverse dezelfde manier genummerd als de bijbe- staat.
Volvo Car Corporation kan echter op last van de nationale wetgeving gedwongen worden om bepaalde informatie te verstrekken. Voor het overige geldt dat al- leen Volvo Car Corporation en de erkende Volvo-werkplaatsen de informatie kunnen uitlezen en gebruiken.
Brandstofverbruik sensor en een koolstoffilter. De binnenkomen- waarden scheppen voor een laag brandstof- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun de lucht wordt continu gecontroleerd en als verbruik en op die manier bijdragen aan een klasse wat het brandstofverbruik betreft. Een het gehalte aan bepaalde schadelijke gassen schoner milieu.
Pagina 10
Het per- bruik. soneel in de werkplaatsen van Volvo beschikt over de kennis en het gereedschap om opti- • Rem op de motor af om vaart te minderen.
Pagina 11
Inzittendenbeveiliging ................12 Safety mode ..................... 25 Kinderen en veiligheid ................26...
De veiligheidsgordel is geblokkeerd en kan repareren. Neem contact op met een erken- niet verder worden uitgetrokken: de Volvo-werkplaats. Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de Als een veiligheidsgordel aan grote krach- • wanneer u de gordel te snel uittrekt veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
01 Veiligheid Inzittendenbeveiliging Veiligheidsgordel en zwangerschap Gordelwaarschuwing met gemak bij het stuur en de pedalen moeten kunnen komen). Streef ernaar de afstand tus- sen de buik en het stuur zo groot mogelijk te maken. Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk dat Er gaan waarschuwingslampjes branden en er u de veiligheidsgordel altijd op de juiste ma- worden geluidssignalen afgegeven wanneer...
01 Veiligheid Inzittendenbeveiliging Gordelspanners Waarschuwingslampje op met behulp van een melding op het infor- matiedisplay. De melding wordt na ca. instrumentenpaneel Alle veiligheidsgordels zijn uitgerust met gor- 30 seconden automatisch gewist, maar kan delspanners. Dit is een mechanisme dat bij ook handmatig worden bevestigd door op een voldoende krachtige aanrijding de gordel de knop READ te drukken.
Pagina 16
SIPS-, het SRS- of het IC- systeem. Neem zo spoedig mogelijk con- tact op met een erkende Volvo-werkplaats. Behalve het brandende waarschuwings- lampje verschijnt er, in die gevallen waarin dat nodig is, een melding op het informatiedis- play.
Pagina 17
01 Veiligheid Inzittendenbeveiliging SRS-systeem WAARSCHUWING Plaats geen voorwerpen voor of boven op het dashboard in het gebied waar de passa- giersairbag is aangebracht. WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een verhogingskussen op de passagiers- stoel als de airbag (SRS) geactiveerd is. Laat kinderen nooit voor de passagierstoel zitten of staan.
Pagina 18
Volvo adviseert u het sleutelblad te ge- blootstaat. bruiken om de stand te wijzigen. Zie pagina 37...
Het duidt op van het SIPS-systeem. Het SIPS-systeem be- een ernstige storing. Bezoek zo spoedig staat uit twee hoofdonderdelen: de SIPS- mogelijk een erkende Volvo-werkplaats. airbags en de sensoren. De SIPS-airbags zijn aangebracht in de rugleuningframes van de voorstoelen.
Pagina 20
SIPS-systeem Het SIPS-systeem bestaat uit SIPS-airbags en WAARSCHUWING sensoren. Bij een voldoende krachtige aanrij- Gebruik alleen door Volvo goedgekeurde ding reageren de sensoren, die op hun beurt stoelhoezen. Andere stoelhoezen kunnen de gasgeneratoren activeren. De SIPS-airbags de SIPS-airbags in hun werking hinderen.
Pagina 21
Schroef of bevestig geen onderdelen op de plafondbekleding, de portierstijlen of de zij- panelen van de auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende werking verliezen. Er mogen uitsluitend originele Volvo-onderdelen, be- stemd voor montage op deze plaatsen, worden gebruikt. Het opblaasgordijn van het IC-systeem (Infla- table Curtain) vormt een aanvulling op het SRS- en SIPS-systeem.
Pagina 22
Neem contact op naar achteren zodat de zithouding van de be- met een erkende Volvo-werkplaats om het systeem te laten controleren, ook na een stuurder en de passagier op de voorstoelen lichte aanrijding van achteren.
Pagina 23
01 Veiligheid Inzittendenbeveiliging Zorg dat u de werking van het WHIPS- systeem niet nadelig beïnvloedt WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als u een van de ruggedeelten van de ach- terbank hebt omgeklapt, moet u de voor- Plaats geen koffer of iets dergelijks tussen stoel aan dezelfde kant naar voren schuiven het zitgedeelte van de achterbank en de zodat de rugleuning van de stoel niet tegen...
WAARSCHUWING viseert Volvo u het volgende: Rijd nooit met opgeblazen airbags. Ze kun- • Sleep de auto naar een erkende Volvo- nen u bij het sturen danig in de weg zitten. werkplaats.Rijd niet met opgeblazen air- Ook de andere veiligheidssystemen kunnen bags.
Pagina 25
01 Veiligheid Inzittendenbeveiliging Airbagstickers Waarschuwingssticker voor airbags De waarschuwingssticker voor de airbags van het SRS-systeem zitten aan de passagierszij- SRS-systeem de op de zijwand van het dashboard. Airbagsticker SIPS-systeem Airbagsticker SIPS-systeem op de portierstijl Waarschuwingssticker airbags SRS- systeem (Australië)
Auto proberen te starten slechte functie van de auto. Laat de auto al- Controleer eerst of er geen brandstof uit de tijd in een erkende Volvo-werkplaats con- auto is gelopen. Er mag evenmin een brand- troleren en naar de normale status (Normal stofgeur waarneembaar zijn.
Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde- Het volgende kan worden gebruikt: De plaats van het kind in de auto en de vereis- ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig te uitrusting zijn afhankelijk van het gewicht en • een kinderzitje/verhogingskussen op de door Volvo getest is.
Pagina 28
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Plaats van kinderen in de auto Gewicht/ Buitenste zitplaats van de Middelste zitplaats van de Voorstoel Leeftijd achterbank achterbank <10 kg Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, te Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, te Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, (tot 9 bevestigen met veiligheidsgordel en bevestigen met veiligheidsgordel, steun en te bevestigen met veiligheidsgordel, maanden)
Pagina 29
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid ISOFIX-bevestigingssysteem voor Bovenste bevestigingspunten voor WAARSCHUWING kinderzitjes* kinderzitjes Haal de veiligheidsgordel van een kinder- zitje altijd onder de hoofdsteun van de ach- terbank door, voordat u de gordel in de sluiting aanbrengt. De auto is uitgerust met bovenste bevesti- Achter de onderkant van de ruggedeelten op gingspunten voor kinderzitjes.
Pagina 30
Als een geïntegreerd kinderzitje aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tijdens een aanrijding, moet u het geïnte- Het geïntegreerde kinderzitje van Volvo op de greerde kinderzitje in zijn geheel vervangen. Ook al ziet het geïntegreerde kinderzitje er middelste zitplaats van de achterbank is spe-...
Pagina 31
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Kinderslot Geïntegreerd kinderzitje opklappen Klap het bovenste gedeelte omlaag. Handbediend kinderslot op Bevestig het stuk klittenband. achterportieren Klap het geïntegreerde kinderzitje in het ruggedeelte van de achterbank op. N.B. Zorg dat de beide delen van het geïnte- greerde kinderzitje met de klittenband zijn vastgezet, voordat u het zitje opklapt.
Pagina 32
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid N.B. Op auto’s met het elektrische kinderslot zit WAARSCHUWING geen handmatig kinderslot. Houd de vergrendelingsknoppen altijd om- hoog tijdens het rijden. Bij ongelukken kun- Elektrisch kinderslot op achterpor- nen hulpverleners dan snel in de auto komen.
Bij de auto worden twee transpondersleutels De unieke code van de sleutels is bekend bij functie. of PCC’s (Personal Car Communicator) gele- de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook verd. U kunt er maximaal zes bestellen. U ge- nieuwe sleutels kunnen worden gemaakt. Knippersignalen bij vergrendelen/...
Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats. U kunt de functie bijvoorbeeld gebruiken om bij warm weer snel voor frisse lucht in de auto Zie pagina 81 voor het starten van de auto.
PCC om de beurt oplichtten), dient u contact op te nemen Paniekfunctie – Bestemd om in noodgevallen met een erkende Volvo-werkplaats. de aandacht van anderen te trekken. Als u de rode toets ten minste 3 seconden lang inge-...
02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutel Afneembaar sleutelblad status van de auto weergegeven zonder dat Continu groen licht: de auto is vergren- de lampjes op de PCC om de beurt oplich- U kunt het afneembare sleutelblad van de deld. ten. transpondersleutel gebruiken om de toegang Continu oranje licht: de auto is ontgren- tot het dashboardkastje en de kofferbak te De PCC waarmee de auto de laatste keer ver-...
Pagina 39
02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutel Private locking* Sleutelblad verwijderen Private locking: draai het sleutelblad 180 graden rechtsom in het slot van het dash- boardkastje. Daarna kan het kofferdeksel evenmin worden geopend vanaf de transpon- dersleutel (er verschijnt een melding op het in- formatiedisplay).
02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutel Batterij in transpondersleutel Let erop hoe de batterij(en) aan de binnen- Steek een schroevendraaier in de opening zijde van de afdekking vastzit(ten). Let vervangen achter de veerbelaste pal en werk de daarop op de pluszijde + en de minzijde – . transpondersleutel voorzichtig open.
02 Sloten en alarm Keyless drive Keyless drive (alleen PCC) dat u de PCC bij u moet dragen om een portier Als er echter ingebroken wordt en iemand de te vergrendelen of ontgrendelen. Wanneer u PCC in de auto vindt, wordt de PCC weer ge- aan de ene kant van de auto staat, is het niet activeerd.
02 Sloten en alarm Keyless drive grendelen. De auto wordt anders niet vergren- N.B. deld. Bij ontgrendelen met het sleutelblad gaat het alarm af. Zie pagina 46 voor het uitscha- Vergrendelingsinstellingen kelen. Onder Instellingen van de auto Instellin- gen vergrendelen Op afstand openen.
02 Sloten en alarm Sloten Vergrendelen en ontgrendelen Van de binnenzijde Automatische hervergrendeling Als u geen van de portieren noch het kof- ferdeksel binnen twee minuten na ontgrende- Van de buitenzijde ling van de buitenzijde met de transponder- Met de transpondersleutel kunt u alle portie- sleutel opent, worden alle sloten automatisch ren en het kofferdeksel gelijktijdig vergrende- weer vergrendeld.
02 Sloten en alarm Sloten Dashboardkastje Kofferdeksel ontgrendelen/ Vergrendelen met transpondersleutel Druk op de toets voor vergrendeling op de vergrendelen transpondersleutel (zie pagina 35). De alarmindicatie op het dashboard gaat knip- peren om aan te geven dat het alarm is afge- gaan.
02 Sloten en alarm Sloten Ontgrendelen met sleutelblad 1. Neem de transpondersleutel uit het con- Safelock-functie tactslot. Deactivering is alleen mogelijk, wanneer het nog geen minuut geleden is dat u de motor afzette. 2. Druk op de knop. Als de auto is uitgerust met alarm stelt u ook de bewegingsmelders en niveausensoren* buiten werking (zie pagina 47).
• iemand de sirene probeert los te koppelen. Als er een storing in het alarmsysteem is op- getreden, verschijnt er een melding op het in- formatiedisplay. Neem dan contact op met een erkende Volvo-werkplaats. N.B. Een alarmindicatie op het dashboard geeft de status van het alarmsysteem aan:...
02 Sloten en alarm Alarm* Alarm deactiveren Overige alarmfuncties 2. Steek de transpondersleutel in het sleu- telgat. Het alarm wordt uitgeschakeld. De Druk op de ontgrendelingstoets op de trans- alarmindicatie knippert snel totdat u de pondersleutel. De richtingaanwijzers van de Automatische inschakeling van het transpondersleutel inbrengt.
02 Sloten en alarm Alarm* Alarm tijdelijk uitschakelen Alarmsysteem testen 2. Activeer het alarm (zie pagina 45). Blijf in de auto zitten en vergrendel de portieren Sensoren uitschakelen met de knop op de transpondersleutel. Bewegingsmelder in passagiersruimte 3. Wacht 15 seconden. testen 4.
Pagina 49
Instrumenten, schakelaars en bediening ..........50 Contactslotstanden .................. 59 Stoelen en achterbank ................60 Stuurwiel ....................63 Verlichting ....................64 Wissers en -sproeiers ................73 Ruiten en spiegels ..................75 Elektrisch bedienbaar schuifdak* .............79 Motor starten ...................81 Versnellingsbakken ...................84 Bedrijfsrem ....................87 Parkeerrem ....................89...
03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Informatiedisplays Meters Controle-, informatie- en waarschuwingslampjes 123456 12:34 12.3 _3 C Informatiedisplays Meters op het instrumentenpaneel Controle- en waarschuwingslampjes Op de informatiedisplays verschijnt infor- Snelheidsmeter matie over bepaalde functies van de auto zo- Controle- en informatielampjes Brandstofmeter (zie ook Tanken op als de cruisecontrol, boordcomputer en mel- pagina 155).
Pagina 56
–2 °C. De auto kan worden gestart als het Controle- en informatielampjes lampje gedoofd is. systeem Lampje Betekenis Rijd de auto naar een erkende Volvo-werk- Laag peil in brandstoftank plaats om het systeem te laten controleren. Richtingaanwijzers Wanneer dit lampje gaat branden zit er aanhanger...
Pagina 57
Richtingaanwijzers rechts licht terwijl het oliepeil in orde is, moet u con- Het lampje gaat tijdens het rijden bran- tact opnemen met een erkende Volvo- den, als er sprake is van een storing in het werkplaats. Beide richtingaanwijzerlampjes knipperen bij elektrisch systeem.
Pagina 58
Waarschuwing, portieren niet gesloten van het remvloeistofreservoir moet u de Als een van de portieren, de motorkap of het auto naar een erkende Volvo-werkplaats kofferdeksel niet goed afgesloten is, gaat het slepen om het remsysteem te laten contro- leren. informatie- of waarschuwingslampje branden en verschijnt er een verklarende melding op het instrumentenpaneel.
Pagina 59
03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Dagteller Klok Knop voor dagtellers en klok 123456 12:34 12:34 12.3 12.3 _3 C _3 C Positie van de knop Dagtellers en bijbehorende knop Klok en instelknop De dagtellers worden gebruikt om korte af- Draai de knop rechts- of linksom om de tijd standen te meten.
03 Bestuurdersmilieu Contactslotstanden Functies Contactslotstand 0 hervatten N.B. Druk op de knop START / STOP om vanuit Het is alleen mogelijk het contactslot in stand I, II of III terug te gaan naar stand I of II te zetten, wanneer u het rem- of contactslotstand 0 .
03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Voorstoelen Elektrisch bedienbare stoel* WAARSCHUWING Stel de stand van de bestuurdersstoel in voordat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het rijden. Controleer of de stoel in zijn stand vergrendeld staat. Rugleuning voorstoel omklappen Voorkant zitting omhoog/omlaag Lendensteun wijzigen, aan de knop Stoel vooruit/achteruit en omhoog/omlaag draaien...
03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Voorbereidingen tot stilstand komen. Bij het loslaten van de U kunt de standen in het sleutelgeheugen ook knop zal de instelling van de stoel onmiddellijk activeren door (terwijl het bestuurdersportier Tot enige tijd nadat u het portier met de trans- worden beëindigd.
Pagina 63
03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Achterbank Noodstop Buitenste hoofdsteunen achterbank* Als de stoel per ongeluk in beweging komt, omklappen kunt u op een van de knoppen drukken om de Ruggedeelte achterbank omklappen stoel tot stilstand te brengen. Zie pagina 159 voor informatie. Om de stoel dan opnieuw in de in het sleutel- Middelste hoofdsteun achterbank geheugen vastgelegde stand te zetten dient u...
03 Bestuurdersmilieu Stuurwiel Instellen Toetsensets Claxon Stuurwiel afstellen Toetsensets op stuurwiel Claxon U kunt het stuurwiel zowel in de hoogte als in Cruisecontrol (zie pagina 122) Druk op het midden van het stuurwiel om te de diepte verstellen. Adaptieve cruisecontrol (zie pagina 125) claxonneren.
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Bedieningspaneel verlichting Ook de sterkte waarmee het instrumentenpa- neel verlicht wordt stelt u in met het duimwiel. Koplamphoogteregeling Door de belading van de auto wordt de hoog- te van de koplampen gewijzigd, zodat u tege- moetkomend verkeer mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen.
U kunt het au- tomatische dimlicht zo nodig in een erkende Volvo-werkplaats buiten werking laten stellen. In stand is het dimlicht altijd automa- tisch ingeschakeld wanneer de motor loopt of het contact in stand II staat.
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Stadslichten/parkeerlichten vóór en Remlichten Mistlampen vóór* achterlichten De remlichten gaan automatisch branden wanneer u remt. Noodremlichten en automatische alarmlichten, EBL Bij krachtig remmen of ABS-regeling worden de noodremlichten (EBL) geactiveerd. Dit houdt in dat de remlichten knipperen om het achteropkomend verkeer onmiddellijk te waarschuwen.
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Mistachterlicht Alarmlichten Richtingaanwijzers/knipperlichten Knop voor mistachterlicht Alarmlichten Richtingaanwijzers/knipperlichten Het mistachterlicht dat uit een lamp aan de Druk op de knop om de alarmlichten te active- Onafgebroken serie knippersignalen achterzijde van de auto bestaat, is alleen in te ren.
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Verlichting in interieur • Neutrale stand – automatische verlichting Plafondverlichting achterin geactiveerd. • Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlich- Plafondverlichting voorin ting brandt. Automatische interieurverlichting De interieurverlichting wordt automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de knop in de neutrale stand staat. De verlichting wordt ingeschakeld en blijft 30 seconden lang branden, als: •...
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Follow-Me-Home-verlichting Approach-verlichting Lichtbundel aanpassen Het is mogelijk om een deel van de buitenver- U activeert de Approach-verlichting met de lichting enige tijd ingeschakeld te houden en transpondersleutel (zie pagina 35) om de ver- als Follow-Me-Home-verlichting dienst te la- lichting van de auto op afstand in te schake- ten doen na vergrendeling van de auto.
03 Bestuurdersmilieu Verlichting keer. Bij de juiste lichtbundel wordt ook de Het land waarin de auto werd afgeleverd be- 3. Breng de zelfklevende mallen dusdanig aan dat de rode stippen op de mallen berm beter verlicht. paalt of stand de juiste is voor links- of overeenkomen met de stippen op de rechtsrijdend verkeer.
Pagina 72
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Halogeenkoplampen afplakken Afgeplakte gebieden bij auto met stuur links Afgeplakte gebieden bij auto met stuur rechts...
Pagina 73
03 Bestuurdersmilieu Verlichting Afplakmallen halogeenkoplampen...
03 Bestuurdersmilieu Wissers en -sproeiers Ruitenwissers Ononderbroken wissen Activeer de regensensor door op de knop te drukken. De ruitenwissers ma- De wissers bewegen op normale ken een slag. snelheid. Als u de hendel omhooghaalt, maken de rui- De wissers bewegen op hoge snel- tenwissers een extra slag.
03 Bestuurdersmilieu Wissers en -sproeiers Koplampsproeiers en Verwarmde sproeikoppen* ruitensproeiers De sproeikoppen worden bij vorst automa- tisch verwarmd om te voorkomen dat de rui- tensproeiervloeistof bevriest. Hogedruksproeiers koplampen* De hogedruksproeiers van de koplampen ver- bruiken een grote hoeveelheid sproeiervloei- stof. Om vloeistof te besparen worden iedere vijfde sproeibeurt van de voorruit automatisch ook de koplampen gesproeid.
03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Algemene informatie Elektrisch bedienbare ruiten WAARSCHUWING Gelaagd glas Als er kinderen in de auto zitten: Let er bij het verlaten van de auto op dat u Het glas is verstevigd voor een ver- de stroomtoevoer naar de elektrisch be- beterde inbraakbeveiliging en ge- dienbare zijruiten verbreekt door de trans- luidsisolatie van het interieur.
03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Bediening De ruiten komen tot stilstand en worden geo- Houd de vergrendelingsknop ingedrukt totdat pend, als ze tijdens het sluiten in hun bewe- de zijruiten worden geopend of gesloten. Druk ging worden gehinderd. Wanneer de zijruiten nogmaals op de vergrendelingsknop om het door ijsvorming bijvoorbeeld tweemaal ach- openen/sluiten te onderbreken.
Pagina 78
03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Buitenspiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels* spiegel neemt de oorspronkelijk stand weer in bij het inschakelen van een andere versnelling. U kunt de buitenspiegels inklappen bij het par- keren en als u op smalle wegen rijdt. Automatische inklapfunctie bij 1.
03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Elektrische achterruit- en Achteruitkijkspiegel buitenspiegelverwarming Gebruik de elektrische verwarming om de Handmatige dimfunctie achterruit en de buitenspiegels te ontwase- Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties men en te ontdooien. in de achteruitkijkspiegel veroorzaken en u Met één druk op de knop schakelt u de gelijk- verblinden.
03 Bestuurdersmilieu Elektrisch bedienbaar schuifdak* Algemene informatie het schuifdak zo ver mogelijk open te Wanneer u de transpondersleutel uit het con- schuiven. tactslot neemt, wordt de spanning van het De bedieningsknoppen voor het schuifdak zit- schuifdak verbroken. U kunt het schuifdak handmatig openen door ten aan het plafond.
Pagina 81
03 Bestuurdersmilieu Elektrisch bedienbaar schuifdak* Verticaal openkantelen Sluiten met transpondersleutel of knop en schuif het scherm naar voren om het te sluiten. voor centrale vergrendeling Beveiliging tegen overbelasting Het schuifdak is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting die wordt geactiveerd, als het schuifdak door een obstakel wordt gehin- derd.
03 Bestuurdersmilieu Motor starten Benzine- en dieselmotoren Stuurslot WAARSCHUWING Het stuurslot wordt opgeheven wanneer u de 1. Plaats bij auto’s met een transpondersleu- Neem de transpondersleutel nooit tijdens transpondersleutel in het contactslot steekt tel de transpondersleutel in het contactslot. het rijden of het slepen uit het contactslot. U en opnieuw ingeschakeld wanneer u de trans- Druk licht op de sleutel zodat deze verder loopt anders het gevaar dat het stuurslot...
Pagina 83
03 Bestuurdersmilieu Motor starten Roetfilter dieselmotor (DPF) temperatuur is gekomen. Daarna rijdt u nog ca. 20 minuten verder. Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfil- Wanneer het filter geregenereerd is, wordt de ter, waardoor een nog efficiëntere uitlaatgas- waarschuwingsmelding automatisch gewist. reiniging mogelijk is.
03 Bestuurdersmilieu Motor starten Starten met hulpaccu 5. Haal de clips op de voorste dekplaat van 11.Verwijder de startkabels. Verwijder eerst de uitgeputte accu los en verwijder de de zwarte kabel en daarna de rode. Zorg dekplaat (zie pagina 187). dat geen van de klemmen aan de zwarte startkabel contact kan maken met de 6.
03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Handgeschakelde versnellingsbak Automatische versnellingsbak Blokkering achteruitversnelling Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- neer de auto stilstaat. Parkeerstand ( P ) len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na Selecteer stand P , wanneer u de motor start het schakelen weer van het koppelingspedaal of de auto parkeert.
03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken del naar de + om een versnelling op te scha- Achteruitrijstand ( R ) Mechanische keuzehendelblokkering kelen. De auto moet stilstaan wanneer u de hendel in stand R zet. De geselecteerde versnelling wordt op het in- strumentenpaneel weergegeven (zie Vrijstand ( N ) pagina 54).
03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Parkeerstand ( Automatische schakelblokkering Vierwielaandrijving, AWD ( All Wheel Stilstaande auto met draaiende motor: deactiveren Drive)* De vierwielaandrijving is altijd ingeschakeld. Houd uw voet op het rempedaal terwijl u de Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wie- keuzehendel verzet.
03 Bestuurdersmilieu Bedrijfsrem Algemene informatie keren tijdens het remmen. Zo blijft de auto be- hoogt zo nodig de remkracht. De remkracht stuurbaar, waardoor het bijvoorbeeld makke- kan worden verhoogd tot aan het niveau waar- De auto is uitgerust met twee remkringen. Als lijker is om obstakels te ontwijken.
Als het remvloeistofpeil in dat geval in orde is, moet u de auto voorzichtig naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo-werkplaats rijden om het remsysteem te laten controle- ren. Als de remvloeistof onder het MIN-streepje van het reservoir staat, mag u niet verder rij- den voordat u remvloeistof hebt bijgevuld.
03 Bestuurdersmilieu Parkeerrem Parkeerrempedaal Elektrische parkeerrem* 5. Zet de versnellingspook/keuzehendel bij het parkeren altijd in de 1e versnelling De elektrische parkeerrem heeft dezelfde toe- (handbak) of in stand P (automaat). passingsgebieden als het parkeerrempedaal zoals bij het wegrijden op een helling. Op een helling parkeren Draai bij het parkeren op een oplopende hel- Functie...
Draai bij het parkeren op een aflopende helling door het koppelingspedaal te bedienen in de wielen naar de trottoirband toe, als de neus plaats van het rempedaal. Volvo adviseert u van de auto naar de voet van de helling wijst. Handgreep parkeerrem echter het rempedaal te gebruiken.
Pagina 92
Probeer of u de rem kunt aanzetten en lossen. Lees de melding op het infor- (P)! 2. Doe de veiligheidsgordel om. matiedisplay. Bezoek een Volvo-werkplaats als de melding niet verdwijnt. 3. Zet de keuzehendel in stand D of R en Een knipperend lampje houdt in geef gas.
Pagina 93
Menu- en meldingsfuncties ..............94 Klimaatregeling ..................99 Audiosysteem ..................109 Boordcomputer ..................118 Kompas* ....................119 Stabiliteits- en tractieregelsysteem ............120 Rijeigenschappen aanpassen ..............121 Cruisecontrol* ..................122 Adaptieve cruisecontrol* ................ 123 Anti-botsingsysteem met remassistentie* (CWS-systeem) ....127 Parkeerhulp* ................... 130 BLIS*, Blind Spot Information System ...........
04 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Middenconsole 1. Druk op MENU . Toetsenset op stuurwiel 2. Ga naar Menu en druk op ENTER . Sommige functies regelt u via het menusys- 3. Ga naar Submenu en druk op ENTER . teem vanaf de middenconsole of via de toet- senset op het stuurwiel.
04 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Menu-overzicht Hoofdmenu AM Hoofdmenu CD Er bestaan verschillende hoofdmenu’s voor de Audio-instellingen Random telefoon en de geluidsbronnen. De volgende Geluidspodium menu-opties maken deel uit van alle hoofdme- Equalizer voor nu’s: Equalizer achter Disc Autosleutelgeheugen Enkele disc Autom.
Pagina 97
04 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Hoofdmenu Bluetooth Hoofdmenu geïntegreerde telefoon Voicemail-nummer Gesprekslijst Laatste 10 gemiste opr. Doorschakel. Laatste 10 gemiste opr. Laatste 10 ink. opr. Telefooninstellingen Laatste 10 ink. opr. Laatste 10 gekozen nrs. Netwerk kiezen Laatste 10 gekozen nrs. Telefoonboek SIM beveil.
04 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Instrumentenpaneel Melding Menu-overzicht Actieradius Gemiddeld Momentaan Gem. snelheid LDW-systeem Bandenspanning Kalibratie Actuele snelheid _3 C Timer standkach. AM/PM Timer standvent. AM/PM Informatiedisplay en bedieningstoetsen voor Melding op informatiedisplay. menufuncties Timerstand verw. Wanneer er een waarschuwings-, informatie- READ –...
Pagina 99
Bezoek voor het onderhoud een Service vereist Laat de auto zo spoedig erkende Volvo- mogelijk nakijken door werkplaats. een erkende Volvo- werkplaats. Tijdelijk UIT De bijbehorende functie is tijdelijk uitgeschakeld Lees het instructie- Zie instructieb. en wordt na enige tijd boekje.
• De interieurtemperatuursensor zit onder het demiddel R134a. Het bevat geen chloor, bedieningspaneel van de klimaatregeling. waardoor het koudemiddel onschadelijk voor de ozonlaag is. Laat het bijvullen/verversen • De buitentemperatuursensor zit op de bui- van koudemiddel over aan een erkende Volvo- tenspiegel. werkplaats.
Pagina 101
Raadpleeg het Ser- oud is. De geavanceerde ventilatorfunctie Menu-instellingen wordt dan helemaal uitgeschakeld, aange- viceprogramma van Volvo voor het aanbevo- Het is mogelijk de basisinstellingen voor drie zien de ventilator geen rol van betekenis len vervangingsinterval. In zeer sterk veront-...
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdeling Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen Open Open De binnenkomende lucht wordt verdeeld over Dicht Dicht 20 blaasmonden verspreid over het interieur. Luchtstroom naar links of rechts Luchtstroom naar links of rechts In de stand AUTO vindt de luchtverdeling ge- Luchtstroom omhoog of omlaag Luchtstroom omhoog of omlaag heel automatisch plaats.
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC Geventileerde voorstoelen* N.B. Het ventilatiesysteem bestaat uit ventilatoren Wie tochtgevoelig is dient de stoelventilatie in de zittingen en de rugleuningen die lucht met beleid te gebruiken. Voor langdurig ge- door de bekleding heen aanzuigen. Naarmate bruik wordt comfortniveau één geadvi- de lucht in het interieur kouder is, neemt het seerd.
Pagina 104
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektrisch verwarmde stoelen/ Luchtverdeling Zie pagina 94 voor een beschrijving van het menusysteem. achterbank* De gestileerde menselijke gedaante op de nevenstaan- Voorstoelen Temperatuurregeling de afbeelding bestaat uit •Eenmaal op de knop drie knoppen. Bij het indruk- Met deze knop kunt u de drukken levert het maxi- ken van een van de luchtver-...
Pagina 105
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Ontwaseming passagiersruimte wordt dan gerecirculeerd. Er meet, wordt de luchtinlaat afgesloten waarna komt met andere woorden geen lucht van bui- de lucht in de passagiersruimte wordt gerecir- U gebruikt de ontwaseming culeerd. Wanneer u de knop AUTO hebt inge- ten de auto in, wanneer deze functie actief is.
Pagina 106
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdelingstabel Luchtverdeling Toepassing Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de ruiten. Er Om snel te ontdooien en Lucht naar de vloer en de Om een comfortabel komt een bepaalde te ontwasemen. ruiten. Er komt een klimaat en een goede hoeveelheid lucht uit de bepaalde hoeveelheid ontwaseming te...
Pagina 107
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Standverwarming op brandstof* play. Bevestig de melding door op de knop READ te drukken (zie pagina 107). WARNING! ACHTUNG! AVERTISSEMENT! Algemene informatie over de BELANGRIJK standverwarming U kunt de standverwarming meteen inschake- Herhaaldelijk gebruik van de standverwar- len of vertraagd met behulp van de timerfunc- ming bij korte ritten kan ertoe leiden dat de tie.
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Bediening 4. Druk kort op de knop RESET , zodat de Klok/timer minuutaanduiding gaat knipperen. Als u de klok bijstelt worden de timerinstellin- gen gewist. 5. Gebruik het duimwiel om het gewens- te tijdstip in minuten aan te geven. Meteen in-/uitschakelen 6.
Pagina 109
04 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Extra verwarming (diesel)* N.B. Bij gebruik van de extra verwarming is het volkomen normaal dat er rook uit de rechter wielkast komt. Automatische stand of uitschakelen Bij korte ritten kan de extra verwarming wor- den uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu uitgeput raakt.
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem Algemene informatie Overzicht Toetsenset op stuurwiel Het audiosysteem is te verkrijgen met ver- schillende opties en in verschillende uitvoerin- gen. Er zijn drie uitvoeringen verkrijgbaar: Per- formance, High Performance en Premium Sound. Bij het inschakelen van het audiosys- teem geeft het display de uitvoering aan.
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem Achterste bedieningspaneel met Menufuncties en MY KEY Vooruit-/achteruitspoelen en zoeken hoofdtelefoonaansluiting* Druk kort in om een track op een cd of een Sommige functies kunt u regelen via het me- van de voorkeurzenders te selecteren. Druk nusysteem van de middenconsole.
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem De volgende menufuncties kunt u onder MY KEY opslaan: Cd-speler/-wisselaar • Random (cd-wisselaar) • Nieuws • TP • Tekst disc • Nieuws • TP • Radiotekst • PTY zoeken • PTY-tekst weergeven SIRIUS • Track vastleggen in trackgeheugen •...
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem Audiofuncties compensatieniveaus: laag, medium en hoog. • – Niveau voor de lage tonen. Kies een niveau onder Audio-instellingen • Treble – Niveau van de hoge tonen. Autom. volumeregeling. • Fader – Balans tussen de luidsprekers voor- en achterin.
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem 2. Leg de instelling vast met ENTER of Positie in cd-wisselaar* kiezen Met een korte druk op de uitwerptoets kunt u annuleer uw keuze met EXIT . één enkele disc uitwerpen. Cd doorzoeken Soundstage Met een lange druk op de uitwerptoets kunt u Weergave starten (cd-speler) De geluidsweergave is dusdanig in te stellen alle discs uitwerpen.
Pagina 115
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem structuur openen. U navigeert op dezelfde actuele tracks/muziekbestanden op de cd Cd-speler manier in de mapstructuur als in de menus- voort te zetten. Activeer/deactiveer de functie tijdens het af- tructuur van het audiosysteem. Muziekbestan- spelen van een normale muziek-cd onder den worden aangeduid met het symbool Willekeurige afspeelvolgorde Random.
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem Radiofuncties Voorkeurzenders De radio blijft in de automatische stand staan, totdat u op AUTO of FM drukt. U kunt per frequentieband tien voorkeurzen- ders vastleggen. De FM-band heeft twee ge- U kunt gebruik maken van de automatisch heugenbanken met voorkeurzenders: vastgelegde radiozenders door de radio als FM2.
Pagina 117
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem • Zoeken op programmatype zoals zenders Alarm netwerk van de zender waarop is afgestemd. die verkeersinformatie of nieuws doorge- De melding NEWS geeft aan dat de functie De functie wordt gebruikt om de bevolking at- ven.
Pagina 118
04 Comfort en rijplezier Audiosysteem PTY zoeken Activeer/deactiveer deze functie in de stand ken voor uitzendingen van een bepaald pro- FM onder Radiotekst. grammatype. Bij activering van deze functie wordt de gehele frequentieband doorzocht op uitzendingen Activeer/deactiveer de functie in de stand FM Automatische afstemfunctie, AF van het gekozen programmatype.
De actieradius wordt berekend aan de hand vestigt door op READ te drukken. van het gemiddelde brandstofverbruik over de Neem contact op met een erkende Volvo- laatste 30 km. De uitkomst geeft de afstand werkplaats, als u de eenheid wilt wijzigen...
04 Comfort en rijplezier Kompas* Bediening Kalibreren totdat de melding van het display verdwijnt om aan te geven dat de kalibra- tie afgerond is. Zone kiezen Kompas kalibreren. Achteruitkijkspiegel met kompas. Het kompas moet soms voor de nauwkeurig- In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- heid worden gekalibreerd.
Breng de auto op een veilige plaats tot stil- stand en zet de motor af. Bezoek een erkende Het stabiliteits- en tractieregelsysteem (DSTC, Volvo-werkplaats, als de melding opnieuw Dynamic Stability and Traction Control) helpt verschijnt nadat u de motor weer hebt gestart.
04 Comfort en rijplezier Rijeigenschappen aanpassen Actief chassis (FOUR-C)* Snelheidsafhankelijke stuurbekrach- De bewegingen van de schokdempers zijn ge- optimaliseerd voor maximale grip en minimale tiging* Het actieve chassissysteem FOUR-C (Conti- overhelling in bochten. Naarmate de rijsnelheid hoger wordt neemt de nuously Controlled Chassis Concept) stemt stuurbekrachtiging af, waardoor u een beter de eigenschappen van de schokdempers af...
04 Comfort en rijplezier Cruisecontrol* Bediening daal lang (ca. 60 seconden) bedient. De crui- N.B. secontrol gaat dan stand-by en slaat de inge- Bij snelheden lager dan 30 km/h is het niet stelde snelheid op. mogelijk de cruisecontrol in te schakelen. Onderbreking Druk op 0 om de cruisecontrol te onderbre- Ingestelde snelheid verhogen/verlagen...
Laat het onderhoud van de onderdelen van de De adaptieve cruisecontrol remt niet voor langzaam rijdende of stilstaande voertuigen. adaptieve cruisecontrol over aan een erkende Volvo-werkplaats . Gebruik de adaptieve cruisecontrol niet in stadsverkeer of drukke verkeersstromen, bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of...
04 Comfort en rijplezier Adaptieve cruisecontrol* voor u registreert, wordt alleen de ingestelde harder moet afremmen dan de adaptieve crui- • de wielen hun grip op het wegdek verliezen; snelheid aangehouden. Dit gebeurt ook als de secontrol aankan en u remt zelf niet bij, dan •...
Pagina 126
04 Comfort en rijplezier Adaptieve cruisecontrol* rijstrook rijden, kunnen onopgemerkt blij- korte tijd bedient zoals bij een inhaalmanoeu- N.B. ven. vre, wordt de cruisecontrol tijdelijk gedeacti- Houd het gebied voor de radarsensor veerd. Zodra u het gaspedaal loslaat, wordt de In bochten kan de radarsensor op het schoon.
Pagina 127
ACC Service De adaptieve cruise- Symbolen op display vereist de langere tijdsafstanden verloopt de snel- control werkt niet. Bezoek een erkende Volvo- heidsregeling soepeler. Het wordt geadvi- Lampje Betekenis werkplaats. seerd de tijdsafstanden drie tot vijf aan te hou- Stand-bystand of geen...
Laat het onderhoud van de onderdelen van meert over de beperkingen die u als het anti-botsingsysteem over aan een erkende bestuurder moet kennen, voordat u de Volvo-werkplaats . adaptieve cruisecontrol gebruikt. De remassistentie die het anti-botsingsys- Functie-overzicht teem biedt kan de snelheid van impact al- leen beperken als u zelf ook actief meeremt.
Pagina 129
04 Comfort en rijplezier Anti-botsingsysteem met remassistentie* (CWS-systeem) Bediening snelheid bedient, wordt het maximale remver- die van de adaptieve cruisecontrol. Zie mogen geleverd ook al trapt u het pedaal niet pagina 124 voor meer informatie over de ra- Sommige instellingen kunt u regelen via het zo ver in.
Pagina 130
– Het anti- De gevoeligheid vormt een maat voor het tijd- botsingsysteem werkt niet. Bezoek een erken- stip waarop het visuele en eventueel het de Volvo-werkplaats als de melding niet akoestische waarschuwingssignaal worden verdwijnt. afgegeven. Kies een van de alternatieven on-...
Houd kinderen en dieren in de buurt van de nen deze afstand liggen, komen de geluids- ding van Volvo aangesloten is. auto in de gaten. signalen beurtelings uit de luidsprekers voor- en achterin.
04 Comfort en rijplezier Parkeerhulp* Activeren/deactiveren Sensoren schoonmaken Het is niet mogelijk de parkeerhulp te combi- neren met verstralers, omdat de sensoren op de verstralers reageren. Aanduiding voor systeemstoringen Als het informatiesymbool continu brandt en Park Assist Service vereist op het informa- tiedisplay verschijnt, is de parkeerhulp defect.
04 Comfort en rijplezier BLIS*, Blind Spot Information System Algemene informatie WAARSCHUWING Het systeem vormt een aanvulling op – geen vervanging voor – een veilige rijstijl en het gebruik van de buitenspiegels. De be- stuurder moet altijd oplettend en verant- woord blijven rijden.
04 Comfort en rijplezier BLIS*, Blind Spot Information System Wanneer BLIS werkt Activeren/deactiveren bijvoorbeeld niet reageert op een aanhanger achter een auto of vrachtwagen, omdat daar Het systeem werkt alleen bij snelheden hoger geen brandende koplampen op zitten. dan 10 km/h. WAARSCHUWING Inhalen Het systeem reageert als:...
Pagina 135
BLIS*, Blind Spot Information System Systeemmeldingen BLIS Display- Systeemstatus melding BLIS Service Het BLIS werkt niet. vereist Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats. BLIS-camera De BLIS-camera is afgedekt afgedekt. Maak de cameralenzen schoon. BLIS AAN Het BLIS-systeem is...
(Als u voor een asbak en aansteker hebt gekozen, zit er een aansteker op de plaats Vloermatten* van de 12V-aansluiting en een uitneemba- Volvo biedt vloermatten die speciaal vervaar- re asbak op de plaats van het opbergvak- je.) digd zijn.
04 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Make-upspiegel 12V-aansluiting telefoon of koelbox. U kunt maximaal 10 A via de aansluiting afnemen. Het contactslot moet ten minste in stand I staan, anders geeft de aansluiting geen stroom (zie pagina 59). WAARSCHUWING Laat de plug altijd in de aansluiting zitten als u deze niet gebruikt.
Pagina 139
04 Comfort en rijplezier Interieurcomfort EHBO-set* Elektrische aansluiting in kofferbak* De set ligt in de kofferbak. De tas is voorzien van klittenband zodat u deze aan de wand van de kofferbak kunt bevestigen. Open het klepje om bij de elektrische aanslui- ting te komen.
Pagina 140
04 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Koelkast* Glazen* Kofferbakmat* Onder het deksel van de armsteun zit een op- Bij auto’s met een koelkast dient u de achter- De koelkast is weggewerkt achter de neer- bergvak voor twee glazen en een flesopener. bank iets naar voren toe te klappen, voordat u klapbare armsteun op de achterbank.
Niet alle mobiele telefoons zijn volledig compatibel met de handsfree-functie van het audiosysteem. Voor informatie over de telefoons die compatibel zijn kunt u terecht bij de Volvo-dealer en www.volvocars.com. Systeemoverzicht Bedieningspaneel in middenconsole Mobiele telefoon Belvolume. De toetsenset op het stuurwiel Microfoon biedt dezelfde functie.
Pagina 142
04 Comfort en rijplezier Bluetooth handsfree* Beknopte bedieningsinstructies De menu-optie Telefoon toevoegen ver- Bellen schijnt op het display. Als u al eerder een of 1. Controleer of de melding TELEFOON U regelt de menufuncties vanaf de midden- meer mobiele telefoons hebt geregistreerd, boven aan het display staat en of het console of via de toetsenset op het stuurwiel.
04 Comfort en rijplezier Bluetooth handsfree* Gespreksfuncties Audio-instellingen N.B. Bij sommige mobiele telefoons wordt de Gespreksvolume Inkomende gesprekken aansluiting verbroken bij gebruik van de U kunt het gespreksvolume bijregelen wan- U neemt een gesprek aan met ENTER , ook al ruggespraakfunctie (dempen).
04 Comfort en rijplezier Bluetooth handsfree* Telefoonboek tisch opnieuw aangesloten. Terwijl het audio- N.B. systeem op zoek is naar de laatst aangesloten Voor alle telefoonboekfuncties geldt dat de Ook bij gebruik van een van de ingebouwde telefoon staat de naam van deze telefoon op melding TELEFOON boven aan het display...
Pagina 145
04 Comfort en rijplezier Bluetooth handsfree* die beginnen met de eerste letter van de inge- Gesprekslijsten Toets Functie drukte toets. De gesprekslijsten worden bij iedere nieuwe aansluiting naar de handsfree-functie gekopi- A B C 2 Ä Å À Æ Ç Het telefoonboek is eveneens te bereiken eerd en worden vervolgens tijdens de aanslui- van de navigatietoets of...
Laat reparatiewerkzaamheden aan het tele- men met ENTER . kunt u inkomende gesprekken ook aannemen foonsysteem over aan een erkende Volvo- Beëindig een gesprek met EXIT of leg de als het menu CD op het display staat. Om ge- werkplaats. Schakel de geïntegreerde telefoon handset op.
04 Comfort en rijplezier Geïntegreerde telefoon* Tijdens lopende gesprekken Wisselgesprek Ruggespraakstand Deze functie maakt het mogelijk om tijdens Bij gebruik van de ruggespraakstand wordt de Druk tijdens een gesprek op MENU of op een lopend gesprek een nieuw gesprek aan te microfoon gedeactiveerd (zie pagina 145).
Pagina 148
04 Comfort en rijplezier Geïntegreerde telefoon* Audio-instellingen Telefoonboek Kopiëren tussen simkaart en telefoonboek Contactgegevens kunnen op de simkaart of in Ga naar Telefoonboek Alles kopiëren het telefoongeheugen worden vastgelegd. Gespreksvolume SIM naar telefoon Telefoon naar SIM De telefoon maakt gebruik van de luidsprekers druk op ENTER .
04 Comfort en rijplezier Geïntegreerde telefoon* Overige functies en instellingen Berichtinstellingen Eigen nummer tonen/verbergen De berichtinstellingen hoeft u normaal gespro- Het is mogelijk de weergave van uw eigen te- ken niet te wijzigen. Uw netwerkprovider kan u lefoonnummer tijdelijk te blokkeren onder IDIS meer informatie verstrekken over deze instel- spreksopties...
04 Comfort en rijplezier Geïntegreerde telefoon* Simkaart aanbrengen beveiligingsniveau. De telefoon onthoudt de pincode dan en voert deze bij het inschakelen van de telefoon automatisch in. Bij gebruik van de simkaart in een andere telefoon, moet de code echter wel handmatig worden inge- voerd.
Pagina 151
Rijadviezen ..................... 152 Tanken ....................155 Brandstof ....................156 Lading vervoeren ..................158 Rijden met een aanhanger ..............162 Slepen ....................168...
05 Tijdens het rijden Rijadviezen Algemene informatie Doorwaaddiepte BELANGRIJK U kunt met de auto door waterpartijen van Probeer de motor na afslag in een waterpar- maximaal 25 cm diep rijden met een maxi- Zuinig rijden tij niet opnieuw te starten. Sleep de auto uit mumsnelheid van 10 km/h.
05 Tijdens het rijden Rijadviezen Rijden tijdens de winter hebt. Doe alle ruiten dicht, stuur de lucht naar ringsfunctie schakelt bepaalde onderdelen/ de voorruit en de vloer en laat de ventilator op systemen uit of verlaagt de belasting van de Let voor aanvang van de winter in het bijzon- de hoogste snelheid draaien.
Pagina 155
05 Tijdens het rijden Rijadviezen Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs adviseert Volvo u om de auto rondom van winterbanden te voorzien. N.B. In sommige landen is het gebruik van win- terbanden verplicht. Banden met spikes zijn...
05 Tijdens het rijden Tanken Tanken Tankdop open-/dichtdraaien Tankvulklep handmatig openen WARNING! ACHTUNG! Tankvulklep openen/sluiten AVERTISSEMENT! Bij hoge buitentemperaturen kan er een be- Wanneer de tankvulklep niet vanuit de passa- paalde mate van overdruk in de brandstoftank giersruimte te openen is, kunt u deze ook ontstaan.
RME (biodiesel) of plantaardige gebruik van dieselolie van gerenommeerde olie. Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de kwaliteitseisen die Volvo stelt en ge- oliemaatschappijen. Giet nooit dieselolie van WAARSCHUWING ven aanleiding tot verhoogde vormen van twijfelachtige kwaliteit in de tank.
Pagina 158
(kool- en de Volvo-garantie vervalt. Giet geen ad- waterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden) ditieven (dopes) in de benzine zonder het in de driewegkatalysator.
05 Tijdens het rijden Lading vervoeren Algemene informatie Verankeringsogen • Dek scherpe randen met iets zachts af om de bekleding te beschermen. Het laadvermogen is afhankelijk van wat er op • Zet alle bagage met riemen of bevesti- de auto gemonteerd is, zoals een trekhaak, gingsbanden aan de verankeringsogen lasdragers of een skibox.
05 Tijdens het rijden Lading vervoeren Houder voor boodschappentassen* Doorsteekluik Ruggedeelte achterbank omklappen U kunt het luikje in het ruggedeelte openen om lange en smalle voorwerpen te vervoeren. De ruggedeelten van de achterbank kunnen, De houder voor boodschappentassen houdt allebei of ieder apart, worden omgeklapt om tassen op hun plek.
Pagina 161
05 Tijdens het rijden Lading vervoeren Voorstoel WAARSCHUWING Voor het vervoer van extra lange lading kunt u Zet de motor af en activeer de parkeerrem ook de rugleuning van de passagiersstoel om- bij het in- en uitladen. Het gevaar is anders klappen (zie pagina 60).
Neem de gevarendriehoek uit de hou- door Volvo ontwikkeld zijn. der, klap de driehoek uit en bevestig de twee losse zijden aan elkaar. Volg de montage-instructies die bij de lastdra- Klap de steunpoten van de gevarendrie- gers worden geleverd nauwkeurig op.
• Rijd om veiligheidsredenen niet sneller dan belast wordt, kan de motor oververhit ra- 80 km/h, ook al staat de wetgeving in Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, ken. Als de temperatuur in het koelsysteem bepaalde landen een hogere snelheid toe.
Niveauregeling* Let op het volgende, als uw auto is uitgerust Als uw auto is uitgerust met automatische ni- met de afneembare trekhaak van Volvo: veauregeling nemen de achterste schokdem- Volg de montage-instructies voor het kogel- pers tijdens het rijden altijd de juiste rijhoogte segment nauwkeurig op.
Pagina 165
05 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Specificaties Belangrijke controlepunten • U moet de kogel regelmatig schoonmaken en met vet insmeren. N.B. Wanneer u een trekhaak met trillingsdem- per gebruikt, hoeft de kogel niet te worden ingevet. Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) 1127 Langsligger...
05 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Kogelsegment aanbrengen Het controlevenster moet rood van kleur Het controlevenster moet groen van kleur Verwijder de beschermkap. zijn. zijn. Draai de sleutel linksom naar de vergren- Controleer of het mechanisme in de ont- Breng het kogelsegment aan en duw het delde stand.
Pagina 167
05 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Controleer of het kogelsegment vastzit door het stevig omhoog, omlaag en naar achteren te bewegen. Als het kogelseg- ment niet goed zit, moet u het verwijderen en het opnieuw monteren zoals eerder werd beschreven.
05 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Kogelsegment verwijderen Draai de vergrendelingsknop volledig om- Steek de sleutel in het slot en draai deze laag totdat deze niet verder kan. Houd de rechtsom in de ontgrendelde stand. knop in deze stand vast terwijl u het kogelsegment schuin naar achteren toe omhoogtrekt.
05 Tijdens het rijden Slepen Algemene informatie Sleepoog WAARSCHUWING Gebruik het sleepoog als de auto over de weg Probeer de motor nooit aan te slepen. Gebruik Het stuurslot blijft in de stand staan die het moet worden versleept. U bevestigt het een hulpaccu als de accu leeg is en de motor had toen de spanning werd verbroken.
Pagina 170
05 Tijdens het rijden Slepen Sleepoog monteren Neem het sleepoog erbij dat onder het vloerluik in de kofferbak ligt. Maak de onderkant van de afdekking in de bumper los met een schroevendraaier of een muntstuk. Schroef het sleepoog ste- vig tot aan de flens vast. Gebruik de wielsleutel om het sleepoog vast te draaien.
Laat het schoonmaken van de motor altijd peil te houden, dient u de voorschriften van over aan een werkplaats. Als de motor heet het Serviceprogramma van Volvo op te volgen is, bestaat er gevaar voor brand. zoals die omschreven staan in het Service- en garantieboekje van Volvo.
Afhankelijk van het motortype kan de motorruim- te er anders uitzien. Volvo adviseert olieproducten van . Zie voor ritten onder ongunstige Expansiereservoir voor koelsysteem omstandigheden de aanbevelingen van Volvo Reservoir voor stuurbekrachtigings- op pagina 218. vloeistof Peilstok voor motorolie Radiateur...
Pagina 175
Volvo Car Corporation wijst alle garantieclaims af bij gebruik van een motoroliesoort die niet voldoet aan de voor- geschreven kwaliteits- en viscositeitseisen.
Pagina 176
06 Onderhoud en specificaties Motorruimte Koelvloeistof 15 minuten zodat de olie weer kan teruglopen BELANGRIJK in het oliecarter. Zie pagina 219 voor de bij te Het is uitermate belangrijk dat u een koel- vullen hoeveelheid. Koelvloeistof controleren en bijvullen vloeistof met roestwerende eigenschappen Oliepeil controleren bij koude motor gebruikt volgens de aanbevelingen van Vol- 1.
Pagina 177
Laat de den. oorzaak van het remvloeistofverlies contro- BELANGRIJK leren door een erkende Volvo-werkplaats. N.B. Vergeet niet het deksel terug te plaatsen. Ook als er een storing optreedt in de stuur- bekrachtiging of als de stroom wegvalt en u de auto moet laten wegslepen, blijft de auto bestuurbaar.
Active Bi-Xenonkoplampen, dient u alle een zachte ondergrond om krassen op werkzaamheden aan deze xenonlampen de lens te voorkomen. door een erkende Volvo-werkplaats te laten Alle gloeilampen in de koplamphuizen (behal- 6. Vervang de kapotte gloeilamp (zie uitvoeren. Omdat de xenonkoplampen ve die voor het dimlicht) zijn te vervangen door pagina 183).
06 Onderhoud en specificaties Gloeilampen Afdekking verwijderen Dimlicht, halogeen Groot licht, halogeen 1. Haal het koplamphuis los. 1. Haal het koplamphuis los. N.B. 2. Verwijder de afdekking. 2. Verwijder de afdekking. Zie pagina 177 alvorens een gloeilamp te 3. Haal de gloeilamp los door de houder 3.
06 Onderhoud en specificaties Gloeilampen Verstralers, Active Bi-Xenon en Stadslichten/parkeerlichten vóór Richtingaanwijzers/knipperlichten Bi-Xenon* 1. Haal het koplamphuis los. 1. Haal het koplamphuis los. 1. Haal het koplamphuis los. 2. Verwijder de afdekking (zie pagina 178). 2. Verwijder de kleine, ronde afdekking. 2.
06 Onderhoud en specificaties Gloeilampen Zijmarkeringslicht Mistlampen vóór Achterlamphuis Alle gloeilampen in het achterlamphuis (behal- N.B. 1. Neem de afdekking los door de clips in te ve de leds) zijn via de kofferbak te vervangen. duwen en de afdekking vervolgens recht Zie pagina 177 alvorens een gloeilamp te naar buiten te trekken.
3. Vervang de gloeilamp. Remlichten Achteruitrijlicht 4. Plaats het complete lamphuis terug en Mistachterlicht (een zijde) draai de boutjes vast. Achteruitrijlichten N.B. Neem, als de foutmelding niet verdwijnt na- dat de kapotte lamp is vervangen, contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
06 Onderhoud en specificaties Gloeilampen Instapverlichting Kofferbakverlichting Verlichting make-upspiegel Spiegelglas verwijderen 1. Steek een schroevendraaier achter het lam- N.B. phuis en verdraai deze iets, zodat het lamp- 1. Steek in het midden aan de onderkant een huis loskomt. Zie pagina 177 alvorens een gloeilamp te schroevendraaier achter het glas en wrik vervangen.
06 Onderhoud en specificaties Wisserbladen en ruitensproeiervloeistof Wisserbladen Wisserbladen vervangen Haal de wisserarm van de ruit af. Druk op de knop die op de wisserbladhouder zit en trek het wisserblad evenwijdig aan de Servicestand wisserarm los. Om de wisserbladen te kunnen vervangen of Duw het nieuwe wisserblad zo ver naar schoonmaken moet u ze eerst in de servi- binnen dat u een klik hoort.
06 Onderhoud en specificaties Wisserbladen en ruitensproeiervloeistof Vulopening voor Schoonmaken ruitensproeiervloeistof N.B. De sproeiers van de voorruit en de koplampen staan in verbinding met hetzelfde vloeistofre- De wisserbladen zijn niet allebei even lang. Het blad aan de bestuurderszijde is langer servoir.
06 Onderhoud en specificaties Accu Waarschuwingssymbolen op de accu Gebruik • Controleer of de accukabels op de juiste Draag een veiligheidsbril. manier zijn aangesloten en stevig vastzit- ten. • Koppel de accu nooit los, wanneer de motor draait. Bewaar accu’s buiten het De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal bereik van kinderen.
Pagina 188
06 Onderhoud en specificaties Accu Vervangen Koppel de zwarte minkabel los. Kop- Verwijderen pel de rode pluskabel los, koppel de ontluchtingsslang van de accu los en draai het boutje los waarmee de accus- teun vastzit. Haal de accu opzij en til deze op. Schakel het contact uit en wacht 5 minuten.
06 Onderhoud en specificaties Accu Onderhoud Aanbrengen BELANGRIJK 1. Laat de accu in de accubak zakken. Vul niet meer olie bij dan tot aan het merkje • Controleer alle cellen. Verwijder de celdop- pen (of het deksel) met een grote schroe- vendraaier of een muntstuk.
Als dezelfde zekering herhaaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een storing vertoont. Bezoek in dat geval een erkende Volvo-werkplaats voor een controle. Positie van de zekeringenkastjes, auto met het stuur links Vervangen Bij auto’s met het stuur rechts zit zekeringen-...
Pagina 191
• 16 — 33 en 35 — 41 zijn van type “MiniFuse”. • 8 —15 en 34 zijn van het type “JCASE” en mogen alleen door een erkende Volvo- werkplaats worden vervangen. Aan de binnenkant van het deksel zit een spe- •...
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Algemene informatie Wielen verwisselen N.B. Banden zijn van grote invloed op de rijeigen- Let erop dat de banden op beide assen van Verwijderen schappen van de auto. Zowel het type, de hetzelfde type zijn, dezelfde afmeting heb- maat, de bandenspanning als de snel- ben en van hetzelfde merk zijn.
Pagina 196
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden 3. Plaats wielblokken voor en achter de Aanbrengen N.B. wielen die op de grond blijven staan. Gebruik daarvoor grote houten blokken 1. Reinig de contactvlakken op het wiel en de De ventieluitsparing in de wieldop bij het of grote stenen.
Neem contact op met een er- spoedig mogelijk. Let erop dat een band met Banden hebben een beperkte houdbaarheids- kende Volvo-werkplaats als u niet zeker bent een gering profiel zeer weinig grip op het weg- datum. Na enkele jaren worden de banden van de profieldiepte.
Pagina 198
Maak nooit Gebruik alleen velgen die getest en goedge- N.B. gebruik van sneeuwkettingen met zogeheten keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de Neem contact op met een Volvo-dealer snelsluitingen, omdat de ruimte tussen de originele accessoires van Volvo. Controleer voor advies over de beste soort velgen en schijfremmen en de wielen te gering is.
Pagina 199
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Gereedschap Reservewiel* Reservewiel erbij nemen 1. Pak de vloermat aan de achterzijde beet en Het compacte reservewiel (Temporary Spare) klap deze naar voren toe op. is alleen bestemd voor tijdelijk gebruik. Ver- 2. Draai de bevestigingsbout los. vang het zo spoedig mogelijk door een nor- maal wiel.
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Twee verschillende types De bandenreparatieset leent zich minder goed voor banden met een gat in het zijvlak. Pro- bandenreparatiesets beer geen banden met de provisorische ban- N.B. denreparatieset af te dichten die grote groe- De auto kan zijn uitgerust met een provisori- ven, scheuren en dergelijke vertonen.
Pagina 201
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Type 1 2. Draai het ventieldopje van het wiel los en Lekke band repareren schroef de ventielaansluiting van de luchtslang zo ver mogelijk op het ventiel Oppompen van de band. 3. Sluit de kabel op een van de 12V- aansluitingen in de auto aan.
Pagina 202
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden 3. Draai de ventielaansluiting van de luchts- 10 minuten pompen nog geen 1,8 bar Eindcontrole lang zo ver mogelijk op het ventiel van de heeft bereikt, moet u de compressor band. uitschakelen om oververhitting te voor- WAARSCHUWING komen.
Pagina 203
Na het gebruik dient u de fles houder en luchtslang te vervangen. U kunt de vervanging in een erkende Volvo- werkplaats laten uitvoeren of dit zelf doen vol- gens de aanwijzingen. BELANGRIJK WAARSCHUWING...
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Fles vervangen voordat de houdbaar- veiligheidspal . Haal de behuizing 2. Verwijder de snelheidssticker en de heidsdatum verstreken is los en verwijder deze. datumsticker en ontgrendel de 3. Draai de fles los en verwijder deze. veiligheidspal .
Pagina 205
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Type 2 Luchtslang het drukreduceerventiel, als de banden- spanning te hoog is.) Fles met afdichtmiddel Overzicht Manometer BELANGRIJK Handschoenen Er bestaat gevaar voor oververhitting. De Band oppompen compressor mag niet langer dan 10 minuten achtereen werken. De compressor is berekend op het oppompen van de originele banden die op de auto zitten.
Pagina 206
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Lekke band repareren 4. Trek de handschoenen aan. WAARSCHUWING Ga nooit naast de band staan terwijl de WAARSCHUWING compressor aan het pompen is. Bij barsten, Het afdichtmiddel kan aanleiding geven tot oneffenheden en dergelijke dient u de com- huidirritatie.
Pagina 207
Controleer de bandenspanning regelmatig. meter af. • Als de spanning lager is dan 1,3 bar, werd Rijd naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo- de band onvoldoende afgedicht. Beëindig werkplaats om de beschadigde band te laten in dat geval de rit. Neem contact op met vervangen.
Pagina 208
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Specificaties De enige uitzondering daarop vormt het ge- Bandenspanning bruik van winterbanden (zowel banden met als zonder “spikes”). Bij gebruik van dergelijke Maataanduiding banden mag u niet sneller rijden dan de maxi- Op alle autobanden staat een bepaalde maat- mumsnelheid die voor het gebruikte banden- aanduiding.
Pagina 209
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Aanbevolen bandenspanning Snelheid Belading (1–3 inzittenden) Max. belading Variant Bandenmaat (km/h) Voorin (kPa) Achterin (kPa) Voorin (kPa) Achterin (kPa) 8-cil. 225/50 R 17 0 – 160 160 + 245/45 R 17 0 – 160 160 + 245/40 R 18 0 –...
06 Onderhoud en specificaties Wielen en banden Brandstofbesparing, ECO-bandenspanning Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te houden wordt geadviseerd de aangegeven bandenspanning bij maximale belading aan te houden bij snelheden tot 160 km/h. Bandenspanning controleren Controleer iedere maand de bandenspan- ning.
Bij gebruik van een hogedruk- een speciaal reinigingsmiddel geadviseerd dat reiniger: houd de spuitkop ten minste verkrijgbaar is bij de Volvo-dealer. Gebruik 30 cm van gelakte onderdelen af. Spuit niet Automatische wasstraten nooit sterke vlekkenmiddelen.
Pagina 212
Behandeling van vlekken op leren Lakbehandelingen zoals lakconservering, bekleding verzegeling, bescherming, glansverzegeling De leren bekleding van Volvo is voorzien van e.d. kunnen lakschade veroorzaken. een speciale laag die bescherming biedt tegen Lakschade als gevolg van dergelijke behan- vuil. Bij schoonmaak van het leer wordt de be- delingen valt niet onder de Volvo-garantie.
Pagina 213
• afplaktape beschermende crème twee- tot viermaal per bevochtigde splitfiber- of microvezeldoek ge- Kleurcode jaar op te brengen. Vraag bij de Volvo-dealer adviseerd, die verkrijgbaar zijn bij Volvo- naar het leerverzorgingsproduct van Volvo. dealers. Reinigingsvoorschriften voor leren be- Krab of wrijf nooit over een vlek.
Pagina 214
06 Onderhoud en specificaties Verzorging Steenslagschade herstellen N.B. Als de steenslagplek niet tot op het blanke plaatwerk is doorgedrongen en er nog een intacte laklaag over is, volstaat het om na reiniging van het beschadigde gebied de ontbrekende lak aan te brengen. Vóór het herstel van lakschade moet u de auto schoonmaken en goed laten drogen.
06 Onderhoud en specificaties Type-aanduidingen Positie van stickers en plaatjes Wanneer u contact opneemt met uw Volvo- dealer of vervangende onderdelen of acces- soires wilt bestellen, kan het handig zijn om de type-aanduiding, het chassisnummer en het motornummer bij de hand te hebben.
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Maten en gewichten WAARSCHUWING Maten Afhankelijk van de belading van de auto en het zwaartepunt van de lading treden er wij- Lengte zigingen in de rijeigenschappen op. Hoogte Breedte Wielbasis Spoorbreedte vooras 158 – 159 Alleen China Spoorbreedte achteras 158 –...
Pagina 217
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Trekgewicht en kogeldruk Model Versnellingsbak Aanhangergewicht geremd (kg) Kogeldruk (kg) Alle Alle 0 – 1200 2.5T Handbak (M66) max. 1800 Automaat (TF–80SC) max. 1800 Automaat (TF–80SC) max. 1800 Automaat (TF–80SC) max. 2000 2.4D Handbak (M66) max.
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Motorspecificaties Specificatie/model 2.5T 2.4D Motoraanduiding B5254T6 B6324S B8444S D5244T4 D5244T5 Vermogen (kW bij omw/min) 147/4500 175/6200 232/5950 136/4000 120/4000 Vermogen (pk bij omw/min) 200/4800 238/6200 315/5950 185/4000 163/4000 Motorkoppel (Nm bij omw/min) 300/1500–4500 320/3200 440/ 3950 400/2000–2750 340/1750-2750 Aantal cilinders...
Pagina 219
Ze bieden de motor verbruik en de milieu-impact is anders niet uitgesloten. Volvo Car Corporation wijst alle extra bescherming. garantieclaims af bij gebruik van een mo- toroliesoort die niet voldoet aan de voorge-...
Pagina 220
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Wanneer de nevenstaande sticker in de mo- torruimte zit, geldt het volgende. Zie pagina 214 voor informatie over de positie van ATTENTION! de sticker. Engine oil quality ACEA A5/B5 Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscosity SAE 0W-30 Viscositeit: SAE 0W–30 Bij te vullen hoeveelheid Motortype...
Pagina 221
Bij vorst wordt geadviseerd een door Volvo aanbevolen ruitensproeier-antivries aangelengd met water te gebruiken. Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens. Auto’s zonder koplampsproeiers. N.B. Onder normale rijomstandigheden hoeft u de versnellingsbakolie nooit te verversen.
Pagina 222
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Verbruik, uitstoot en tankinhoud Uitstoot van Verbruik Tankinhoud kooldioxide Model Motor Versnellingsbak liter/100 km (liter) ) in g/km 2.5T B5254T6 Handbak (M66) Automaat (TF–80SC) 10,2 B6324S Automaat (TF–80SC) Automaat (TF–80SC) 10,7 B8444S Automaat (TF–80SC) 11,9 D5244T4 Handbak (M66) Automaat (TF–80SC)
Pagina 223
06 Onderhoud en specificaties Specificaties Elektrisch systeem Typegoedkeuring Hierbij verklaart Delphi dat het afstandsbedie- afstandsbedieningssysteem ningssysteem in overeenstemming is met de essentiële eigenschappen en overige relevante Algemene informatie bepalingen zoals beschreven in de EU-richtlijn Land 12V-systeem met wisselstroomdynamo en 1999/5/EG. spanningsregelaar.
Pagina 228
Alfabetisch register Hoofdtelefoonaansluiting ......110 Interieurcomfort ........135 elektronische ........102 sensoren ..........99 Houder voor glazen en flesopener ....139 Interieurfilter ..........100 Klok ............. 58 Hulpverwarming ........108 Interieurverlichting ........68 Knipperlichten ..........67 Interior Air Quality System ......104 Knippersignalen, PCC ......... 36 Inzittendenbeveiliging .........
Pagina 229
Alfabetisch register verankeringsogen .........158 en het milieu ..........8 milieubeleid van Volvo Car Corporation .. 8 NEWS ............116 schone lucht in passagiersruimte .... 8 kleurcode ..........212 Nieuwsuitzending ........116 spaar het milieu ........8 schade en herstel .........212 textielnorm ..........8 Noodoproepen ..........
Pagina 230
Alfabetisch register Opblaasgordijnen (IC) .........20 PTY ............116 in ongunstige omstandigheden ... 218 radiotekst ..........117 Rijden met een aanhanger ......162 Oververhitting ..........162 REG ............. 117 aanhangergewicht ....... 215 voorkeurzenders vastleggen ....115 kogeldruk ..........216 zenders ..........115 PACOS ............18 trekgewicht ..........