04 Bestuurdersondersteuning
Snelheidsbegrenzer
Algemene informatie over
snelheidsbegrenzer
Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te
beschouwen als een omgekeerde cruisecon-
trol – u regelt de snelheid met het gaspedaal,
terwijl de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u
per ongeluk de vooraf gekozen/ingestelde
snelheid overschrijdt.
Bediening
04
Toetsenset op stuurwiel en display.
Snelheidsbegrenzer - Aan/Uit.
Stand-bystand beëindigd en de opgesla-
gen snelheid wordt hervat – iedere keer
drukken komt overeen met +1 km/h.
Stand-bystand.
152
Activeren en maximumsnelheid aanpas-
sen (iedere keer indrukken komt overeen
met +/– 5 km/h).
Opgeslagen maximumsnelheid (tussen
haakjes = stand-bystand).
Inschakelen en activeren
Wanneer de snelheidsbe-
grenzer actief is, verschijnt op
het display het bijbehorende
symbool met de ingestelde
maximumsnelheid.
Zowel tijdens het rijden als bij
stilstand is het mogelijk een maximumsnelheid
in te stellen en op te slaan in het geheugen.
Tijdens het rijden
1. Druk op de stuurtoets
om de snelheids-
begrenzer in te schakelen.
> Het symbool voor de snelheidsbegren-
zer verschijnt op het display van het
instrumentenpaneel.
2. Wanneer de auto op de gewenste maxi-
mumsnelheid rijdt: Druk op een van de
stuurtoetsen
of
, totdat de gewenste
maximumsnelheid op het display van het
instrumentenpaneel staat.
> De snelheidsbegrenzer is daarmee
actief en het display (5) geeft de geko-
zen en opgeslagen maximumsnelheid
aan.
Bij stilstand
1. Druk op de stuurtoets
om de snelheids-
begrenzer in te schakelen.
2. Druk meerdere malen op de toets
dat de gewenste maximumsnelheid op het
display van het instrumentenpaneel staat.
> De snelheidsbegrenzer is daarmee
actief en het display (5) geeft de geko-
zen en opgeslagen maximumsnelheid
aan.
Snelheid wijzigen
Om de opgeslagen snelheid te wijzigen:
•
Stel af met een korte druk op
elke druk zorgt voor +/- 5 km/h. De laatst
verrichte aanpassing wordt in het geheu-
gen opgeslagen.
Om aan te passen met +/- 1 km/h:
•
Houd de knop ingedrukt en laat deze weer
los, wanneer op het display van het instru-
mentenpaneel een punt (5) bij de gewenste
maximumsnelheid verschijnt.
Tijdelijk deactiveren – stand-bystand
Om de snelheidsbegrenzer tijdelijk te deacti-
veren en stand-by te zetten:
–
Druk op
.
, tot-
of
-