09 Onderhoud en service
Motorruimte
09
Melding en grafische weergave op display.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duim-
wiel gebruiken om het oliepeil te laten contro-
leren door de elektronische peilaanduiding, zie
pagina 206.
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist
een werkplaats opzoe-
ken. Het oliepeil is mogelijk te hoog.
340
BELANGRIJK
Vul bij het verschijnen van de melding
Oliepeil laag 0.5 l bijvullen
slechts 0,5 liter
bij.
N.B.
Het systeem detecteert het oliepeil alleen
tijdens het rijden. Na het bijvullen of aftap-
pen van olie duurt het even voordat het sys-
teem wijzigingen in het oliepeil kan waarne-
men. De auto dient ca. 30 km te rijden, voor-
dat het weergegeven oliepeil correct is.
WAARSCHUWING
Vul niet meer olie bij, als niveau (3) of (4) ver-
schijnt zoals aangegeven op de afbeelding.
De olie mag nooit boven MAX of onder
MIN staan om motorschade tegen te gaan.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op het hete uitlaatspruitstuk,
omdat er gevaar voor brand bestaat.
Oliepeil meten
Voor controle van het oliepeil de onderstaande
volgorde aanhouden.
1. Activeer sleutelstand II, zie pagina 78.
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhendel
Motoroliepeil Een
naar stand
ogenblik...
.
> Vervolgens verschijnt informatie over
het motoroliepeil.
De cijfers 1–4 geven het niveau aan. Vul niet meer
olie bij, als niveau (3) of (4) staat aangegeven. Het
aanbevolen niveau is 4.