04 Bestuurdersondersteuning
City Safety™
BELANGRIJK
Als het voorruitoppervlak vóór een van
beide "ogen" barsten, krassen of steenslag-
schade vertoont van 0,5 × 3,0 mm (of gro-
ter), neem dan contact op met een erkende
werkplaats om de voorruit te laten repareren
of vervangen (zie de afbeelding met de posi-
tie van de sensor op pagina 171) – geadvi-
seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Als u niets doet, presteert City Safety™
mogelijk minder goed.
04
Om optimale prestaties van City Safety™ te
garanderen geldt bovendien het volgende:
•
Voordat de voorruit wordt vervangen,
moet u contact opnemen met een
erkende Volvo-werkplaats om te con-
troleren of de juiste voorruit wordt
besteld en gemonteerd. Bij gebruik van
een verkeerde voorruit kan de City
Safety-functie uitblijven of onjuist wer-
ken.
•
monteer bij vervanging van de ruiten-
wissers hetzelfde type of een ander
type, door Volvo goedgekeurde ruiten-
wissers.
174
Lasersensor
De City Safety™-functie maakt gebruik van
een sensor die laserlicht afgeeft. Neem contact
op met een gekwalificeerde werkplaats als de
lasersensor een storing vertoont of nagekeken
moet worden – geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Kijk nooit van een afstand van 100 mm of
minder in de lasersensor (waaruit uiteenlo-
pende, onzichtbare laserstralen komen) met
vergrotende optiek zoals een vergrootglas,
microscoop, objectief of soortgelijke opti-
sche instrumenten – er bestaat gevaar voor
oogletsel (de afbeelding op pagina 171
geeft de positie van de sensor aan).
Voor meer informatie over de lasersensor, zie
pagina 9.
Lampjes en meldingen op display
Terwijl City Safety™ automatisch remt, kunnen
één of meer lampjes op het instrumentenpa-
neel gaan branden en meldingen op het bijbe-
horende display verschijnen.
Meldingen kunt u van het display halen door de
knop OK op de richtingaanwijzerhendel kort in
te drukken.