Ontgrendelen – Ontgrendelt de portieren
en het kofferdeksel en deactiveert het alarm.
Bij lang indrukken (ten minste 4 seconden)
worden alle zijruiten tegelijkertijd geopend.
De gelijktijdige ontgrendeling van alle portieren
is dusdanig te wijzigen dat bij eenmaal indruk-
ken van de knop eerst het bestuurdersportier
ontgrendeld wordt en bij de tweede maal
indrukken – één en ander binnen 10 seconden
– de resterende portieren te ontgrendelen.
De functie is te wijzigingen in het menusysteem
van MY CAR onder
Instellingen
instellingen
Slotinstellingen
open
met de beide opties
Alle deuren
Bestuurdersdeur: dan alle
. Voor een
beschrijving van het menusysteem, zie
pagina 209.
Duur naderingslicht – Bestemd om de
verlichting van de auto op afstand in te scha-
kelen. Voor meer informatie, zie pagina 93.
Kofferdeksel – Ontgrendelt alleen het kof-
ferdeksel en deactiveert de alarmfunctie voor
het kofferdeksel. Voor meer informatie, zie
pagina 59.
Paniekfunctie – bestemd om in noodge-
vallen de aandacht van anderen te trekken.
Als u de toets ten minste 3 seconden lang inge-
drukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3
seconden indrukt, worden de richtingaanwij-
zers, de interieurverlichting en de claxon geac-
tiveerd.
U kunt deze functie met dezelfde toets weer
uitschakelen, als de functie minimaal 5 secon-
den actief geweest is. Als u niets doet, wordt
de functie na 2 minuten en 45 seconden auto-
matisch uitgeschakeld.
Bereik transpondersleutel
De functies van de transpondersleutel zijn tot
Auto-
op ca. 20 m afstand van de auto te gebruiken.
Deuren
Als de auto niet reageert bij bediening van een
en
toets – probeer het dan op minder grote
afstand opnieuw.
N.B.
Er kunnen storingen optreden in de functies
van de transpondersleutel door radiogolven
in de lucht, omringende gebouwen, topo-
grafische omstandigheden e.d. Het is altijd
mogelijk de auto te vergrendelen/ontgren-
delen met het sleutelblad, zie pagina 47.
Als alle transpondersleutels uit de auto worden
verwijderd, terwijl de motor loopt of als sleu-
telstand I of II actief is (zie pagina 78) en als
alle portieren worden gesloten, verschijnt op
het informatiedisplay een waarschuwingsmel-
02 Sloten en alarm
Transpondersleutel/sleutelblad
ding en is er een geluidssignaal waarneem-
baar.
Wanneer de transpondersleutel weer in de auto
is gelegd, verdwijnen de waarschuwingsmel-
ding en het geluidssignaal nadat:
•
de transpondersleutel in het contactslot
wordt gestoken
•
de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h
•
de knop OK is ingedrukt.
Unieke PCC-functies*
Transpondersleutel met PCC* - Personal Car
Communicator.
Informatietoets
Controlelampjes
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
02
45