Lampje
Betekenis
Groot licht aan
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
DRIVe – Start/Stop*, motor is
automatisch afgezet, zie
pagina 128
Bandenspanningssysteem*, zie
pagina 328
Storing in ABL
Het lampje brandt, als er een storing is opge-
treden in het ABL-systeem (Active Bending
Lights).
Uitlaatgasreinigingssysteem
Bij een storing in het uitlaatgasreinigingssys-
teem kan het lampje gaan branden. Rijd voor
een controle naar een werkplaats. Volvo advi-
seert dat u daarvoor een erkende Volvo-werk-
plaats bezoekt.
Storing in ABS
Als het lampje brandt, is het systeem defect.
Het normale remsysteem van de auto werkt
dan nog wel, zij het zonder ABS-regeling.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
3. Als het lampje blijft branden, rijd dan naar
een werkplaats om het ABS te laten con-
troleren. Volvo adviseert dat u daarvoor
een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Mistachterlicht aan
Dit lampje brandt wanneer u het mistachterlicht
hebt ingeschakeld. Er is slechts één mistach-
terlicht - dat zit aan de bestuurderszijde.
Stabiliteitsregeling
Het knipperende lampje geeft aan dat de sta-
biliteitsregeling werkt. Als het lampje continu
brandt is er sprake van een storing in het sys-
teem.
Stabiliteitsregeling, Sport-stand
De Sport-stand maakt een actievere rijervaring
mogelijk. Het systeem registreert dan of de
gaspedaal- en stuurwielbediening alsook het
bochtenwerk aan te merken zijn als actiever
dan normaal, waarna het systeem een gecon-
troleerde vorm van slippen in de achtertrein
toelaat, voordat het ingrijpt en de auto stabili-
seert.
Voorgloeifunctie motor (diesel)
Het lampje gaat branden wanneer de motor
wordt voorverwarmd. Voorverwarming vindt
meestal plaats bij lage temperaturen.
03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
Laag peil in brandstoftank
Wanneer het lampje gaat branden is het brand-
stofpeil te laag. Tank dan zo spoedig mogelijk.
Informatie, lees displaymelding
Als er een afwijking is in een van de autosys-
temen, gaat het informatielampje branden en
verschijnt er een melding op het display. U ver-
wijdert de melding met behulp van de knop
OK, zie pagina 206. Dit gebeurt automatisch
als u enige tijd niets doet (hoe lang hangt van
de bewuste functie af). Het informatielampje
kan ook gaan branden in combinatie met
andere lampjes.
N.B.
Als de servicemelding verschijnt kunt u het
symbool en de melding met behulp van de
OK-knop doven. Na een tijdje doven ze ook
automatisch.
Groot licht aan
Het lampje brandt, wanneer u het groot licht
voert of grootlichtsignalen geeft.
Richtingaanwijzers links/rechts
Beide richtingaanwijzerlampjes knipperen bij
gebruik van de alarmlichten.
DRIVe – Start/Stop*
Het lampje brandt als de motor automatisch is
afgezet.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
73