los. De bijbehorende zijruit gaat automatisch
volledig open of dicht.
Bediening met transpondersleutel en
centrale vergrendeling
Om de elektrisch bedienbare zijruiten vanaf de
buitenzijde te bedienen met de transponder-
sleutel of vanaf de binnenzijde met de centrale
vergrendeling, zie pagina 44 en 57.
Resetten
Als de accu losgekoppeld is geweest, werkt de
automatische openingsfunctie pas weer naar
behoren wanneer u deze hebt gereset.
1. Trek de knop aan de voorkant omhoog om
de ruit helemaal te sluiten en houd de knop
een seconde in deze stand vast.
2. Laat de knop korte tijd los.
3. Trek de voorkant van de knop opnieuw een
seconde omhoog.
WAARSCHUWING
De beveiliging tegen overbelasting werkt
alleen als de automatische openingsfunctie
voor zijruiten gereset is.
Zonnescherm*
In de achterruitconsole is een zonnescherm
ingebouwd.
–
Trek het zonnescherm omhoog en beves-
tig het met de twee haken aan de plafond-
clips.
> Door de veerkracht van het scherm blij-
ven de haken in positie.
Haak een zonnescherm dat u niet gebruikt los
en houd het vast, terwijl het langzaam wordt
opgerold.
03 Bestuurdersmilieu
Ruiten en spiegels
Buitenspiegels
Bedieningsknoppen buitenspiegels.
Instellen
1. Druk op knop L voor de buitenspiegel links
of op R voor de buitenspiegel rechts. Het
lampje in de knop brandt.
2. U kunt de stand afstellen met het hendeltje
in het midden.
3. Druk opnieuw op knop L of R. Het lampje
mag niet langer branden.
WAARSCHUWING
De spiegel aan bestuurderszijde is groot-
hoekig voor een optimaal zicht. Voorwerpen
kunnen verder weg lijken dan ze in werke-
lijkheid zijn.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
101