Pagina 2
BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw mede- passagiers voorop gestaan. Een Volvo is een van de veiligste auto’s ter wereld.
Instructieboekje N.B. Een goede manier om vertrouwd te raken met De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt uw nieuwe auto is om het instructieboekje te af van de verschillende behoeften op de di- lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt.
De meeste eenheden Brandstofverbruik binnen de Volvo Car Corporation zijn gecertifi- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun ceerd voor de milieunorm ISO 14001, hetgeen klasse wat het brandstofverbruik betreft. Een tot verbeteringen op milieugebied leidt.
Wanneer u de reparaties en het onder- men. houd aan de auto toevertrouwd aan de werk- den, laaghangend ozon en koolwaterstoffen plaatsen van Volvo, wordt de auto een onder- niet binnendringen. ® Op de radiateur zit bovendien PremAir deel van ons systeem. We stellen duidelijke...
Pagina 10
• Lading op het dak en een op een milieuvriendelijke skibox resulteren in een manier. Neem contact op grotere luchtweerstand met een erkende Volvo- waardoor het brandstof- werkplaats als u niet zeker verbruik aanzienlijk toe- weet hoe u dergelijk afval moet verwerken.
Pagina 11
Veiligheidsgordels ..................12 Airbagsysteem ..................15 Airbags (SRS) ................... 16 Airbag (SRS) activeren/deactiveren ............19 SIPS-airbags (zij-airbags) .................21 Opblaasgordijn (IC-systeem) ..............23 WHIPS-systeem ..................24 Activering van de veiligheidssystemen .................26 Kinderen en veiligheid ................27...
De veilig- repareren. Neem contact op met een erken- gedragen worden. de Volvo-werkplaats. Als de gordel zwaar heidsgordel biedt de beste bescherming bij belast werd, bijvoorbeeld tijdens een aanrij- Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de een normale rijhouding.
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelwaarschuwing Veiligheidsgordel en zwangerschap Als de bestuurder of voorpassagier de gordel tijdens het rijden losmaakt, wordt de waar- schuwingsfunctie opnieuw geactiveerd bij snelheden hoger dan 10 km/h. De gordelwaarschuwing is bestemd voor vol- wassenen voor in de auto. Als u een kinder- zitje op de passagiersstoel hebt aangebracht en het met de veiligheidsgordel hebt vastge- zet, wordt er geen gordelwaarschuwing gege-...
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelspanners Naarmate de zwangerschap vordert moeten zwangere bestuurders de stoel en het stuur dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen moeten kunnen komen). Streef ernaar de afstand tus- sen de buik en het stuur zo groot mogelijk te maken.
SIPS-, het SRS- of het wingslampje op het instrumentenpaneel gaat IC-systeem. Neem zo spoedig mogelijk branden, wanneer u de contactsleutel naar contact op met een erkende Volvo- stand I, II of III draait. Het lampje dooft na ca. werkplaats. zeven seconden, wanneer de regeleenheid heeft vastgesteld dat het airbagsysteem geen storingen vertoont.
01 Veiligheid Airbags (SRS) Airbag (SRS) aan de bestuurderszijde Airbag (SRS) aan de passagierszijde WAARSCHUWING Om de kans op letsel bij het opblazen van de airbags te beperken, moeten de passa- giers zo rechtop mogelijk zitten met hun voeten op de vloer en hun rug tegen de rug- leuning.
Pagina 18
WAARSCHUWING Reparaties mogen alleen door een erkende Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. Ingrepen in het SRS-systeem kunnen sto- ringen in de werking veroorzaken en leiden tot ernstige letsels. SRS-systeem, auto met het stuur links SRS-systeem, auto met het stuur rechts Het systeem bestaat uit airbags en sensoren.
Pagina 19
01 Veiligheid Airbags (SRS) Positie van de airbag aan de passagierszijde in een auto met het stuur links of rechts WAARSCHUWING Verricht nooit zelf werkzaamheden aan de onderdelen van het SRS-systeem in het stuurwiel of op het paneel boven het dash- boardkastje.
Dit is bijvoorbeeld noodzakelijk als daar troleer of de schakelaar in de gewenste stand een kind in een kinderzitje moet zitten. staat. Volvo adviseert u de contactsleutel te gebruiken om de stand te wijzigen. (U kunt Aanduiding ook andere voorwerpen gebruiken die qua Een tekstmelding op het plafondpaneel geeft vorm op een sleutel lijken.)
Leg geen voorwerpen tussen de stoelen en de portierpanelen, omdat dit gebied binnen de actieradius van de SIPS-airbag ligt. WAARSCHUWING Gebruik alleen stoelhoezen van Volvo of stoelhoezen die door Volvo goedgekeurd zijn. Andere stoelhoezen kunnen de werking van de SIPS-airbags hinderen.
Pagina 23
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbag Passagierszijde Bestuurderszijde Het SIPS-systeem bestaat uit airbags en sen- soren. Bij een voldoende krachtige aanrijding reageren de sensoren, waarna de SIPS-airbag wordt opgeblazen. De SIPS-airbag wordt ver- volgens opgeblazen tussen de inzittende en het portierpaneel. Daarmee wordt de klap van de aanrijding opgevangen, waarna de airbag weer leegloopt.
Ze kunnen daarbij hun Het opblaasgordijn vormt een aanvulling op hoofd tegen de binnenkant van de auto slaan. beschermende werking verliezen. Er mogen de veiligheidsgordel. Draag altijd een veilig- uitsluitend originele Volvo-onderdelen, be- heidsgordel. stemd voor montage op deze plaatsen, worden gebruikt.
WHIPS-systeem aan en probeer ze klein mogelijk houden. Het WHIPS-systeem vormt een aanvulling nooit zelf te repareren. Neem contact op op de veiligheidsgordel. Draag altijd een met een erkende Volvo-werkplaats. veiligheidsgordel.
Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben ver- loren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats om het systeem te laten contro- leren, ook na een lichte aanrijding van ach- teren.
De regeleenheid van het SRS zit in de mid- Rijd nooit met opgeblazen airbags. Ze kun- • Sleep de auto naar een erkende Volvo- denconsole. Ontkoppel de accukabels als nen u bij het sturen danig in de weg zitten.
Plaats een kind altijd op de achterbank als de De veiligheidsuitrusting voor kinderen die airbag aan de passagierszijde geactiveerd is Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw Als de airbag wordt geactiveerd, kan een kind auto. Door het gebruik van originele Volvo-...
Pagina 29
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Positie van airbagsticker in voorportieropening Sticker op zijwand dashboard Sticker op zijwand dashboard (alleen Australië) aan passagierszijde WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een verhogingskussen op de passa- giersstoel, als de airbag (SRS) geactiveerd is.
Pagina 30
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Plaats van kinderen in de auto Gewicht (leeftijd) Buitenste zitplaats achterbank Middelste zitplaats achterbank Voorstoel <10 kg Mogelijkheden: Mogelijkheden: Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, (tot 9 maanden) • Achterstevoren gemonteerd kinder- • Achterstevoren gemonteerd kinder- te bevestigen met veiligheidsgordel, steun en bevestigingsband.
Pagina 31
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Gewicht (leeftijd) Buitenste zitplaats achterbank Middelste zitplaats achterbank Voorstoel 15–36 kg Gordelkussen met of zonder Gordelkussen met of zonder Mogelijkheden: (3–12 jaar) rugleuning. rugleuning. • Gordelkussen met of zonder rugleu- L: Typegoedk. E5 03139 L: Typegoedk. E5 03139 ning.
Pagina 32
(SRS). – Klap het geïntegreerde kinderzitje omlaag. – Haal de klittenband los. De geïntegreerde kinderzitjes voor de buiten- ste zitplaatsen van de achterbank van Volvo – Klap het bovenste gedeelte weer op. zijn speciaal ontworpen om kinderen optimale Zorg dat: bescherming te bieden.
Pagina 33
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Geïntegreerd kinderzitje opklappen WAARSCHUWING Reparatie of vervanging dient alleen te wor- den uitgevoerd door een erkende Volvo- werkplaats. Voer zelf geen wijzigingen of aanpassingen uit aan het geïntegreerde kin- derzitje. Als een geïntegreerd kinderzitje aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tijdens een aanrijding, moet u het geïntegreerde...
Pagina 34
ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzitjes (optie) Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde- WAARSCHUWING ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig Plaats nooit een kinderzitje op de voorstoel, door Volvo getest is. als de auto is uitgerust met een geactiveer- airbag aan de passagierszijde. Bij pro-...
Pagina 35
Overzicht auto’s met het stuur links ............36 Overzicht auto’s met het stuur rechts ....................38 Instrumentenpaneel .................40 Controle- en waarschuwingslampjes ............41 Informatiedisplay ..................44 Schakelaars op middenconsole ...............45 Verlichtingspaneel ..................49 Linker stuurhendel ..................51 Boordcomputer ..................52 Rechter stuurhendel .................53 Cruisecontrol (optie) .................55 Stuurwielafstelling, handrem ..............56 Elektrische aansluiting, aansteker ............57 Elektrisch bedienbare ruiten ..............58 Achteruitkijkspiegel en...
Pagina 36
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel 1. Temperatuurmeter 3. Snelheidsmeter 6. Kilometerteller De temperatuurmeter geeft de temperatuur in De snelheidsmeter geeft de snelheid van de De kilometerteller geeft het totale aantal kilo- het koelsysteem van de motor aan. Op het auto aan.
– Verhelp het probleem aan de hand van de Bij bepaalde motortypes is het lampje voor aanwijzingen of neem contact op met een 15. Indicatorlampjes richtingaanwijzers, een lage oliedruk niet in gebruik! Er verschijnt erkende Volvo-werkplaats. links/rechts in plaats daarvan een displaytekst (zie pagina 180).
Pagina 43
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en waarschuwingslampjes Het lampje blijft branden en de displaytekst Volvo-werkplaats rijden om het ABS- naar een erkende Volvo-werkplaats slepen systeem te laten controleren. om het remsysteem te controleren. staan totdat de storing is verholpen.
Pagina 44
126. Storing in ken altijd volledig omhoog. uitlaatgasreinigingssysteem Rijd de auto naar een erkende Volvo-werkplaats om het sys- N.B. teem te laten controleren. Het lampje geeft alleen aan dát u de hand- rem hebt aangetrokken maar niet hoe hard!
Laat uw auto tijdens de volgende servicebeurt controleren. TIJD VOOR REG. SERVICE Het is tijd voor een servicebeurt bij een erkende Volvo-werkplaats. Het moment hangt af van de afgelegde afstand, het aantal maanden dat sinds de laatste servicebeurt is verstreken en het aantal draaiuren van de motor.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole BLIS (Blind Spot Information System) DSTC-systeem (optie) Met deze knop kunt u de N.B. Druk op de knop om het functies van het DSTC- systeem beperken of een systeem te deactiveren of De onderlinge positie van de knoppen kan variëren.
Pagina 47
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole Buitenste hoofdsteunen achterbank – Klap de buitenspiegel met behulp van de Het DSTC-systeem wordt iedere keer dat u de knop eerst in en vervolgens opnieuw uit. motor start, automatisch geactiveerd. Zie omklappen (optie) pagina 126 voor meer informatie.
Pagina 48
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole Safelock-functie en alarmsensoren Active Bi-Xenon Lights, ABL (optie) Actief chassis, FOUR-C (S60 R) deactiveren De lichtbundels van de ABL- koplampen draaien met het Maak gebruik van deze stuurwiel mee. De functie knop kunt u de Safelock- functie desgewenst uitscha- wordt bij het starten van de motor automatisch geacti-...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole Alarmlichten Elektrisch verwarmde buitenspiegels Elektrisch verwarmde voorstoelen en achterruit Zie pagina 72 of pagina 75 voor meer in- Gebruik de elektrische formatie. verwarming om de ach- terruit en de buitenspie- gels snel te ontwase- men en te ontdooien.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel Koplampen sche dimlicht zo nodig in een erkende Volvo- moetkomend verkeer kunt verblinden. U kunt werkplaats buiten werking laten stellen. dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen. Automatisch dimlicht, groot licht – Draai de contactsleutel naar stand II.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel Mistlichten Active Bi-Xenon Lights, ABL (optie) N.B. De regels voor het gebruik van de mistlich- ten verschillen van land tot land. 2 – Mistlampen vóór (optie) De mistlampen vóór zijn in te schakelen in combinatie met het groot licht/dimlicht of de stadslichten/parkeerlichten vóór en de achter- lichten.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel Richtingaanwijzers – Haal de stuurhendel tot in de eindstand (4) naar het stuurwiel toe en laat de hendel los. Onafgebroken serie knippersignalen Grootlichtsignalen – Haal de stuurhendel omhoog of omlaag tot in de eindstand (2). –...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Boordcomputer Boordcomputer (optie) • GEMIDDELDE SNELHEID N.B. • SNELHEID IN MILES PER HOUR Er kunnen onjuiste waarden verschijnen, als • HUIDIG u een standverwarming op brandstof hebt • GEMIDDELD gebruikt. • KILOMETER TOT LEGE TANK Gemiddeld •...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers draait, neemt het aantal wisserslagen per een- Aan/Uit heid van tijd toe. Wanneer u de ring (1) linksom Als u de regensensor activeert, moet de con- draait, neemt het aantal wisserslagen per een- tactsleutel in stand I of II staan en de hendel heid van tijd af.
Pagina 55
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitensproeiers Gereduceerde sproeifunctie U activeert de ruitensproeiers door de hendel Wanneer er nog ongeveer één liter ruiten- naar het stuurwiel toe te trekken. sproeiervloeistof in het reservoir zit, worden de koplampen niet langer schoongesproeid. Koplampsproeiers (optie op bepaalde Dit omdat het sproeifunctie van de voorruit de markten)
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol (optie) Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen Tijdelijk uitschakelen Druk op 0 om de cruisecontrol tijdelijk uit te schakelen. Op het instrumentenpaneel ver- schijnt CRUISE. De eerder ingestelde snel- heid blijft na een tijdelijke uitschakeling in het geheugen opgeslagen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Stuurwielafstelling, handrem Stuurwielafstelling Handrem (parkeerrem) – Als de auto wegrolt dient u de handrem- hendel strakker aan te trekken. – Zet de versnellingspook/keuzehendel bij het parkeren altijd in de 1e versnelling (handbak) of in stand P (automaat). Op een helling parkeren Draai bij het parkeren op een oplopende hel- ling de wielen van de trottoirband af, als de...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrische aansluiting, aansteker Elektrische aansluiting achterin Aansteker (optie) – Druk op de aansteker om deze te active- ren. Wanneer de aansteker heet genoeg is, veert de knop automatisch uit. Gebruik het rood- gloeiende deel om bijvoorbeeld een sigaret mee aan te steken.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare ruiten Bediening Bestuurdersportier Automatische bediening – Druk een van de bedieningsknoppen (A) Met de knoppen op de portieren kunt u de rui- of (B) omlaag of trek er een omhoog en ten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te be- laat deze vervolgens los.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare ruiten Elektrisch bedienbare ruiten in Passagiersstoel, voor Het lampje in de knop is uit achterportieren blokkeren De zijruiten in de achterportieren zijn zowel met de knoppen op de portieren als met de knoppen op het bestuurdersportier te bedie- nen.
Pagina 61
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare ruiten Elektrisch bedienbare zijruiten in de achterportieren De zijruiten in de achterportieren zijn met de knoppen op de achterportieren of met de knoppen op het bestuurdersportier te bedie- nen. Als het lampje brandt in de knop waarmee u de elektrische bediening van de achterste zij- ruiten blokkeert (op het bedieningspaneel op het bestuurdersportier), zijn de zijruiten in de...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Achteruitkijkspiegel Achteruitkijkspiegel met kompas Autodimfunctie (optie) (optie op bepaalde markten) Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automa- tisch gedimd. N.B. Het hendeltje is niet aanwezig op spiegels met autodimfunctie.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels paperclip bijvoorbeeld), totdat de tekst U kunt het kompas uitschakelen of opnieuw ZONE verschijnt. Het cijfer van de huidige inschakelen door op het verzonken knopje magnetische zone verschijnt. aan de achterzijde van de achteruitkijkspiegel te drukken.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Magnetische zones voor kompas Kalibreren sche voorwerpen in de buurt van de spiegel – Rijd langzaam een rondje in de auto met een snelheid van hoogstens 8 km/h, totdat zijn. Het kompas moet soms voor de nauwkeurig- de tekst van het display verdwijnt.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Buitenspiegels Buitenspiegels met geheugen (optie) Water- en vuilafstotende laag (optie) Als de auto is uitgerust met buitenspiegels De voorste zijruiten en/of de buitenspiegels met geheugen, werkt het geheugen syn- zijn voorzien van een speciale laag die bij re- chroon met dat van de bestuurdersstoel (zie gen voor een beter zicht zorgen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Openingsstanden de knop achteruit in de eindstand (4) en laat de knop los. Schuifstand Automatische bediening – Trek de knop voorbij het weerstandspunt (3) in de achterste eindstand (4) of voorbij het weerstands- punt (2) in de voorste eindstand (1) en laat hem vervolgens los.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Zonnescherm WAARSCHUWING De beveiliging tegen overbelasting van het schuifdak werkt alleen bij automatisch slui- ten, niet bij handmatig sluiten. Let er bij het sluiten van het schuifdak op dat kinderen niet met hun handen bekneld kunnen raken.
Pagina 68
02 Instrumenten, schakelaars en bediening...
Pagina 69
Algemene informatie over de klimaatregeling ..........70 Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C ......72 Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) ..........74 Luchtverdeling ..................77 Standverwarming op brandstof (optie) ..................78...
Let er tevens op dat u vocht. De auto is voorzien van een handmati- een erkende Volvo-werkplaats. de afvoerkanalen in de hoedenplank niet mag ge klimaatregeling met airconditioning (A/C) of Koudemiddel afdekken.
03 Klimaatregeling Algemene informatie over de klimaatregeling Luchtverdeling Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen De binnenkomende lucht wordt verdeeld over A. Open A. Open meerdere blaasmonden die op verschillende B. Dicht B. Dicht punten in de auto zijn aangebracht. C. Luchtstroom naar links of rechts C.
03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C Bedieningspaneel 1. A/C, Aan/Uit Gebruik het A/C-systeem ook bij lage tempe- Temperatuur, links/rechts raturen (0–15 °C) om de inkomende lucht van Draai aan de knop om de 2. Recirculatie temperatuur van de binnen- vocht te ontdoen.
Pagina 74
(in combinatie met het A/C-systeem) wordt de U kunt de temperatuur van de verwarming in stellen. lucht in de passagiersruimte bij warm weer een erkende Volvo-werkplaats laten bijstellen. sneller afgekoeld. Ontwaseming Ventilator Als u de recirculatie lang laat aanstaan, kan er...
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) Bedieningspaneel 1. A/C, Aan/Uit 12. Temperatuur – linkerzijde tisch geregeld. Alle handmatige instellingen worden uitgeschakeld, wanneer u de functie 2. Recirculatie/Combifilter met Air Quality 13. Ventilator AUTO activeert. Sensor AUTO 3. Recirculatie Temperatuur Bij activering van de functie 4.
Pagina 76
U kunt de temperatuur van de verwarming in dens of ijs (zie pagina 48 Druk op AUTO , wanneer een erkende Volvo-werkplaats laten bijstellen. voor meer informatie over u de automatische luchtverdeling weer wilt ac- deze functie).
Pagina 77
(zie afhankelijk van de buitentemperatuur 3 tot pagina 75). Bediening 12 minuten lang gerecirculeerd. Raadpleeg het serviceprogramma van Volvo Druk op om de Air Quality Sensor voor het aanbevolen vervangingsinterval voor – Telkens wanneer u op drukt, wordt te activeren (normale instelling).
03 Klimaatregeling Luchtverdeling Luchtverdeling Toepassing: Luchtverdeling Toepassing: Lucht via de blaasmonden Voor een goede koeling Lucht naar de vloer. Er Voor verwarming van de voor- en achterin. bij warm weer. komt een bepaalde voeten. hoeveelheid lucht uit de blaasmonden en uit de ontwasemingsopeningen voor de voorruit en de zijruiten.
60 minuten. Als de standverwarming ondanks herhaalde startpogingen niet aanslaat, verschijnt er een melding op het display. Neem in dat geval contact op met een erkende Volvo- werkplaats. WAARSCHUWING Voordat u de standverwarming kunt program- Bij gebruik van de standverwarming moet meren, moet het elektrisch systeem worden de auto in de buitenlucht staan.
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) TIMER 1 en 2 instellen – Ga met behulp van de draairing (B) naar Er verschijnt dan tevens een melding op het TIMER PARK.VERW 1 (of 2). De tekst display. Bevestig deze melding met de knop Om veiligheidsredenen kunt u alleen uitscha- knippert.
Pagina 81
Voorstoelen ....................82 Interieurverlichting ..................84 Opbergmogelijkheden in passagiersruimte ..................86 Achterbank ....................90 Kofferbak ....................92...
Stel de stand van de bestuurdersstoel in voordat u gaat rijden en nooit tijdens het rij- Vloermatten (optie) den. Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de Controleer of de stoel in zijn stand vergren- auto vervaardigd zijn. deld staat. WAARSCHUWING...
04 Interieur Voorstoelen Elektrisch bedienbare voorstoel blokkeerd. Wanneer dit het geval is, dient u het loslaten van de knop wordt de instelling (optie) het contact uit te schakelen en enige tijd te van de stoel onmiddellijk beëindigd. wachten voordat u de stoel opnieuw probeert te verstellen.
04 Interieur Interieurverlichting Leeslampjes voorin en Automatische verlichting interieurverlichting Alle leeslampjes en de interieurverlichting do- ven 10 minuten nadat u de motor hebt afgezet automatisch. Uiteraard kunt u de lampjes en de verlichting ook eerder handmatig uitscha- kelen. De interieurverlichting gaat automatisch 30 seconden lang branden, wanneer: •...
Pagina 86
04 Interieur Interieurverlichting De geprogrammeerde inschakelduur (30 seconden resp. 10 minuten) is te wijzigen in een Volvo-werkplaats. Make-upspiegel Het lampje gaat automatisch aan, wanneer u het klepje optilt. Optie op bepaalde markten.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Bekerhouder in voorste opbergvak Bekerhouder in dashboard (optie) De bekerhouder is eenvoudig te verwijderen: (optie) – Duw de bekerhouder naar voren (1), terwijl u deze aan de achterkant (2) optilt. – Duw de bekerhouder achteruit (3), in de uitsparing, onder het schuifklepje.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Dashboardkastje Kledinghaak Flessenhouder achterin (optie) De kledinghaak is alleen bestemd voor niet al Doe het volgende om de flessenhouder te ge- In het dashboardkastje kunt u bijvoorbeeld het te zware kledingsstukken. bruiken: instructieboekje, wegenkaarten, pennen en tankpassen bewaren.
04 Interieur Achterbank Bekerhouder in armsteun, achterin Hoofdsteunen achterbank (optie) Hoogte van hoofdsteun instellen De middelste hoofdsteun van de achterbank kunt u in de hoogte afstellen op de lengte van de passagier. Trek de hoofdsteun zo ver om- hoog als nodig is. Als u de hoofdsteun lager wilt zetten, moet u tegelijkertijd de pal achter de ene poot indrukken (zie afbeelding).
04 Interieur Achterbank Ruggedeelte achterbank omklappen WAARSCHUWING Zorg dat u de bagage altijd goed verankert. Bij krachtig remmen kan de bagage name- lijk gaan schuiven en inzittenden verwon- den. Dek scherpe randen met iets zachts af. Zet de motor af en zet de handrem aan bij het in- en uitladen van lange voorwerpen! Lange voorwerpen kunnen namelijk tegen de versnellingspook of keuzehendel aan...
04 Interieur Kofferbak Doorsteekluik Houder voor boodschappentassen Bij verwijderen (optie) – Verdraai het deksel 30°. – Trek het recht omhoog. Bij aanbrengen – Plaats het deksel in de groeven achter de bekleding terug. – Sluit het deksel. Maak gebruik van de veiligheidsgordel om de Open het luik in de kofferbak.
Pagina 94
04 Interieur Kofferbak De gemonteerde accessoires zoals een trek- haak, lastdragers, skibox e.d. zijn niet inbe- grepen. Het laadvermogen van de auto moet tevens worden verminderd met het gewicht van het aantal inzittenden. WAARSCHUWING Afhankelijk van de belading van de auto en het zwaartepunt van de lading treden er wij- zigingen in de rijeigenschappen op.
Pagina 95
Sleutels en afstandsbediening ..............96 Vergrendelen en ontgrendelen ..............99 Kinderslot ....................103 Alarm (optie) ................... 104...
Als u een van de sleutels verliest, moet u con- treedt en de motor niet kan worden gestart. tact opnemen met een erkende Volvo-werk- plaats en alle resterende sleutels van de auto Contactsleutels en elektronische meenemen.
(optie) lichten vervolgens op. alle portieren, het kofferdeksel en de tank- De lampen blijven 30, 60 of 90 seconden lang vulklep ontgrendeld. branden. In een erkende Volvo-werkplaats kunt u een voor u passende inschakelduur la- Kofferdeksel ten instellen. Bij tweemaal indrukken van knop (2) wordt al- Doe het volgende om de Approach-verlichting leen het kofferdeksel ontgrendeld.
05 Sloten en alarm Sleutels en afstandsbediening Batterij in afstandsbediening – Geef de lege batterij af bij de Volvo-dealer, zodat de batterij op milieuvriendelijke vervangen wijze wordt verwerkt. Als de sloten niet meer bij de gebruikelijke af- stand reageren op signalen van de afstands- bediening, moet u de batterij bij de eerstvol- gende servicebeurt vervangen.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Van de buitenzijde vergrendelen/ Automatische vergrendeling volgens sluit bestaat het gevaar dat u zich bui- ontgrendelen tensluit met de sleutels nog in de auto. Automatische hervergrendeling Als u geen van de portieren noch het kof- ferdeksel binnen twee minuten na ontgrende- ling opent, worden alle sloten automatisch op- nieuw vergrendeld.
Pagina 101
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen – Druk op de knop READ op de linker Van de binnenzijde vergrendelen en Kofferdeksel met afstandsbediening stuurhendel om eventuele meldingen op ontgrendelen ontgrendelen/vergrendelen het informatiedisplay te bevestigen. Ga als volgt te werk om alleen het kofferdeksel –...
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Kofferdeksel ontgrendelen met Private locking, kofferdeksel veerd is. Er verschijnt tevens een tekst op het display. hoofdsleutel (bepaalde landen) Private locking deactiveren – Draai de hoofdsleutel naar stand II en druk nogmaals op de knop. In noodgevallen (als de afstandsbediening de- Deze functie is bestemd voor als u de auto af- fect is of als de stroom is weggevallen) kunt u...
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Dashboardkastje vergrendelen Safelock-functie Safelock-functie en eventuele alarmsensoren tijdelijk deactiveren U kunt het dashboardkastje alleen vergrende- Bij activering van de Safelock-functie zijn de len/ontgrendelen met de hoofdsleutel en dus portieren niet meer van de binnenzijde te ope- niet met de servicesleutel.
05 Sloten en alarm Kinderslot Handbediend kinderslot, De led in de knop licht op en blijft branden, totdat u de auto met de sleutel of de afstands- achterportieren bediening vergrendelt. Er verschijnt een mel- ding op het display zolang de sleutel in het contactslot steekt.
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsysteem Alarm inschakelen Automatische inschakeling van het alarm Druk op de knop LOCK van de afstandsbe- Wanneer het alarm is ingeschakeld, worden diening. De richtingaanwijzers van de auto ge- Als u de portieren of het kofferdeksel niet bin- alle beveiligde onderdelen continu gecontro- ven een lang lichtsignaal af ter bevestiging dat nen twee minuten na uitschakeling van het...
De led in de knop licht op en blijft branden, Als het alarmsysteem niet goed werkt, moet u totdat u de auto met de sleutel of de afstands- de auto in een erkende Volvo-werkplaats laten Wanneer het alarm afgaat, gaan alle richtin- bediening vergrendelt.
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsysteem testen Motorkap testen – Ga in de auto zitten en deactiveer de bewegingsmelder. Test van de bewegingsmelder – Activeer het alarm (blijf in de auto zitten en – Open alle ruiten. vergrendel de portieren met de knop op –...
06 Starten en rijden Algemene informatie Zuinig rijden Rijd niet met een geopend Nieuwe auto’s en gladde wegen kofferdeksel Zuinig rijden houdt in dat u anticiperend en Het rijgedrag van de auto varieert afhankelijk rustig rijdt en uw rijstijl en snelheid afstemt op van de vraag of uw auto is uitgerust met een Wanneer u met het kofferdeksel open rijdt, de heersende verkeerssituatie.
Pagina 112
06 Starten en rijden Algemene informatie Doorwaaddiepte Accu niet overmatig belasten U kunt met de auto door waterpartijen van De elektrische functies van de auto belasten BELANGRIJK maximaal 25 cm diep rijden met een maxi- de accu in verschillende mate. Laat de con- mumsnelheid van 10 km/h.
06 Starten en rijden Algemene informatie Voorkom oververhitting van de motor en het koelsysteem In speciale omstandigheden, bijvoorbeeld op steile hellingen en bij het vervoer van een zwa- re lading, bestaat het gevaar dat de motor en het koelsysteem oververhit raken. Dit geldt in het bijzonder bij warm weer.
Voeg nooit op eigen initiatief reinigende ad- en draai deze zo ver dicht dat u een of meer ditieven (dopes) aan de benzine toe zonder klikken hoort. het uitdrukkelijke advies van een Volvo- werkplaats. WAARSCHUWING BELANGRIJK Schakel voordat u gaat tanken uw mobiele telefoon uit.
06 Starten en rijden Brandstof tanken Tankvulklep handmatig openen Wanneer u de tankvulklep niet op de normale manier kunt openen moet u de tankvulklep wellicht handmatig openen. In de rechter zijwand van de kofferbak zit een afneembaar luikje. Verwijder het, steek uw hand door de opening en zoek de elektrische vergrendeling van de tankvulklep op –...
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart Motor starten N.B. – Trek de handrem aan. Tijdens de koude start is het mogelijk dat Benzine het motortoerental merkbaar hoger ligt dan Draai de contactsleutel naar de startstand. Automatische versnellingsbak normaal is voor bepaalde motortypes.
Pagina 117
Neem con- BELANGRIJK het filter om de 300–900 kilometer geregene- tact op met een Volvo-werkplaats, als de mo- Als het filter helemaal met deeltjes gevuld reerd. De regeneratie duurt normaal 10 tot tor niet aanslaat of overslaat.
Pagina 118
06 Starten en rijden Motor starten Contact- en stuurslot dat de stand van de voorwielen voor spannin- gen in het stuurslot zorgt. Draai de contact- sleutel in dat geval om, terwijl u het stuurwiel 0 – Blokkeerstand heen en weer draait. Het stuurslot blokkeert het stuurwiel, wanneer u de Zorg dat het stuurwiel geblokkeerd is, wan-...
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden, vijfversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling Schakelstanden, zesversnellingsbak Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na neer de auto stilstaat.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Koude start Beveiligingssystemen Mechanische keuzehendelblokkering Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk Auto’s met een automatische versnellingsbak dat het schakelen ietwat stug gaat. Dit komt zijn uitgerust met een aantal speciale beveili- omdat de versnellingsbakolie bij lagere tem- gingssystemen: peraturen stroperiger wordt.
Pagina 121
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Handmatige schakelstanden Stand 3 leent zich voor: N – Neutraalstand Stand N is de neutrale stand. In deze stand • het rijden in de bergen; kunt u de motor starten, maar er is geen ver- •...
Pagina 122
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Geartronic gen, zodat er met enige vertraging wordt op- De versnellingsbak schakelt alleen automa- geschakeld. tisch terug, als u uw snelheid drastisch ver- laagt. Handmatige schakelstanden, Geartronic Als u de keuzehendel naar de – (min) beweegt, schakelt de versnellingsbak automatisch een versnelling terug terwijl er op de motor afge- remd wordt.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak W – Winterprogramma Kick-down Vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive) Met de knop W bij de keu- Als u het gaspedaal volledig intrapt (tot voorbij zehendel schakelt u het de normale volgasstand), schakelt de versnel- De vierwielaandrijving is permanent ingescha- winterprogramma W in of lingsbak automatisch terug naar een lagere...
06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging stug aanvoelen. U moet harder op het pedaal goed gekoeld als bij snelle ritten op vlakke we- trappen om de normale remkracht te verkrij- gen. Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- gen.
Om het ABS-systeem optimaal te benutten zichtig naar de dichtstbijzijnde erkende maximale remvermogen kunt afnemen. Het moet u zo hard mogelijk op het rempedaal Volvo-werkplaats rijden om het remsysteem systeem registreert het moment waarop u te laten controleren. trappen. krachtig wilt afremmen door de snelheid te...
06 Starten en rijden Stabiliteits- en tractieregelsysteem Algemene informatie Beperkte functie Antislipregeling Deze regeling beperkt de aandrijfkracht en Het stabiliteits- en tractieregelsysteem (STC/ remkracht van elk van de afzonderlijke wielen DSTC, (Dynamic) Stability and Traction Con- om de auto op die manier te stabiliseren. trol) helpt de bestuurder voorkomen dat de wielen doorslippen en verbetert de tractie van Antispinregeling...
Pagina 127
– Houd RESET (2) ingedrukt totdat het – Breng de auto op een veilige plaats tot Volvo-werkplaats rijden om het systeem te menu STC/ DSTC zich wijzigt. stilstand en zet de motor af.
06 Starten en rijden Actief chassis, FOUR-C Actief chassis, FOUR-C Het effect van het gebruik van het gaspedaal hangt af van de geselecteerde chassistand Knop voor FOUR-C op mid- (geldt alleen voor R-modellen). denconsole (geldt niet voor de S60 R) Comfort In de stand Comfort is de vering van het De auto is uitgerust met een...
15 km/h. Bij hogere snelheden wordt het sys- hanger achter de auto hebt hangen die met teem gedeactiveerd. Het systeem wordt op- een originele aanhangerkabel van Volvo aan- nieuw geactiveerd bij snelheden lager dan gesloten is. 10 km/h.
06 Starten en rijden Parkeerhulp Activeren/deactiveren Sensoren schoonmaken WAARSCHUWING Door bepaalde geluidsbronnen kan het sys- teem ten onrechte waarschuwingssignalen afgeven. Voorbeelden van dergelijke ge- luidsbronnen zijn onder meer claxons, natte banden op asfaltwegen, luchtdrukremmen en uitlaten van motorfietsen. Sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ook ten onrechte aanleiding geven tot waarschuwingssigna- len.
06 Starten en rijden Slepen en bergen Probeer de motor niet aan te slepen • De maximaal toelaatbare afstand bedraagt Sleepoog monteren 80 km. Als u de motor van een auto met een handge- • U kunt de motor niet op gang trekken. Zie schakelde versnellingsbak op gang probeert de volgende pagina voor “Starten met hul- te slepen, kan de katalysator beschadigd ra-...
Pagina 132
06 Starten en rijden Slepen en bergen Bergen gereedschapsset om de kunststof bout los te halen. Draai de kunststof bout na gebruik Het sleepoog is alleen te gebruiken voor het van het sleepoog weer vast. slepen over de weg en niet geschikt voor ber- ging, wanneer de auto bijvoorbeeld in een N.B.
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu – Sluit de rode kabel aan tussen de pluspool WAARSCHUWING van de hulpaccu (1+) en de rode aanslui- ting in de motorruimte van uw auto (2+). Accu’s kunnen een zeer explosief knalgas Bevestig de klem aan het contactpunt dat produceren.
Zie pagina 243 voor de toelaatbare aanhan- De trekhaak van de auto moet goedgekeurd • Bij oververhitting schakelt de versnellings- gergewichten. zijn. De Volvo-dealer kan u informeren over de bak een ingebouwde beschermingsfunctie mogelijke trekhaken. in. Zie de displaytekst. N.B.
Sommige modellen moeten worden uitge- rust met een oliekoeler voor de automati- sche versnellingsbak om gebruik te maken van een aanhanger. Informeer dan ook bij de dichtstbijzijnde Volvo-dealer naar wat er voor uw auto geldt, als u achteraf een trek- haak monteert.
WAARSCHUWING 7-polig contact, hebt u een adapter nodig. Ge- bruik een door Volvo goedgekeurde adapter- Let op het volgende als uw auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: kabel. Zorg dat de kabel niet over de grond sleept.
Pagina 137
06 Starten en rijden Trekhaak Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste trekhaak in standaarduit- voering 1058 Vaste trekhaak met Nivomat 1083 Afneembare trekhaak in standaar- duitvoering 1069 Afneembare trekhaak met Nivomat Langsligger Middelpunt kogel...
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment monteren – Controleer of het mechanisme in de ont- – Controleer of het controlevenster (3) rood – Verwijder de beschermkap. grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van rechtsom te draaien.
Pagina 139
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Draai de sleutel linksom naar de vergren- – Controleer of het controlevenster groen – Breng het kogelsegment aan en duw het delde stand. Neem de sleutel uit het slot. van kleur is. naar binnen totdat u een klik hoort.
Pagina 140
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak N.B. N.B. Controleer of het kogelsegment vastzit door De veiligheidskabel van de aanhanger moet het omhoog, omlaag en naar achteren te aan de bevestiging van de trekhaak worden trekken. Als het kogelsegment niet goed zit, vastgemaakt.
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment verwijderen – Druk de vergrendelingsknop (1) in en draai – Draai de vergrendelingsknop volledig om- – Steek de sleutel in het slot en draai deze deze linksom (2) totdat u een klik hoort. laag totdat deze niet verder kan.
Pagina 142
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Duw de beschermkap erop.
Bij het vervoer van lading op het dak ver- vervoeren, adviseren wij u alleen gebruik te schuift het zwaartepunt en treden er wijzi- maken van de lastdragers die Volvo speciaal gingen op in de rijeigenschappen van de voor uw auto ontwikkeld heeft.
06 Starten en rijden Lading op het dak Lastdrager monteren – Zorg dat de paspennen van de overige bevestigingen eveneens goed in de gelei- degaten vallen. – Draai de lastdrager vast. – Controleer of de haak goed vastgrijpt in de dakbevestiging.
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Juiste lichtbundel voor rechts- of referentiematen (X) dienen om de afstand te linksrijdend verkeer herleiden vanaf de stip (5) tot aan de hoek van de afplaktape die aangegeven is met een pijl. Meet de mallen die op de volgende pagina staan na het overtrekken ter controle nog eens op om te zorgen dat de lichtbundel voldoende wordt afgedekt.
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Halogeenkoplampen Positie van afplaktape op de halogeenkoplampen (1 en 2 op modellen met het stuur links/3 en 4 op modellen met het stuur rechts) Model met het stuur links Model met het stuur rechts Trek mal 1 en 2 over en meet ze ter controle Trek mal 3 en 4 over en meet ze ter controle nog eens op.
Pagina 147
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Afplakmallen voor halogeenkoplampen, model met het stuur links Afplakmallen voor halogeenkoplampen, model met het stuur rechts...
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Bi-Xenonkoplampen Positie van afplaktape op de Bi-Xenonkoplampen (1 en 2 op modellen met het stuur links/3 en 4 op modellen met het stuur rechts) Model met het stuur links Model met het stuur rechts Trek mal 1 en 2 over en meet ze ter controle Trek mal 3 en 4 over en meet ze ter controle nog eens op.
Pagina 149
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Afplakmallen voor Bi-Xenonkoplampen, model met het stuur links Afplakmallen voor Bi-Xenonkoplampen, model met het stuur rechts...
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System), optie N.B. Het lampje gaat branden aan die kant van de auto waar het voertuig is waargenomen. Als de auto aan weerszijden wordt inge- haald, gaan dan ook beide lampjes bran- den.
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System), optie Schoonmaken Wanneer u wordt ingehaald een auto of vrachtwagen, omdat daar geen brandende koplampen op zitten. Het systeem reageert als het snelheidsverschil BLIS werkt alleen optimaal, als de cameralen- tussen u en het inhalende voertuig kleiner is zen schoon zijn.
Pagina 152
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System), optie BLIS deactiveren en heractiveren Systeemmeldingen BLIS op de portierpanelen lichten driemaal op. Druk op de knop READ (zie pagina 44) om de melding te laten verdwijnen. Systeemstatus Displaytekst BLIS buiten werking BLINDE- HOEKSYST.
Pagina 153
Algemene informatie ................154 Bandenspanning ..................157 Gevarendriehoek en reservewiel ............159 Bandenspanningscontrolesysteem ............161 Wielen verwisselen ................. 163...
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden Uw auto is voorzien van een typegoedkeuring Banden hebben een beperk- De banden zijn van grote invloed op de rijei- voor de uitvoering waarin deze werd aangele- te houdbaarheidsdatum. Na genschappen van de auto.
Dit geldt ook verminderen. Neem contact op met een er- len. voor modellen met voorwielaandrijving. kende Volvo-werkplaats als u niet zeker bent van de profieldiepte. Rijd nooit sneller dan 50 km/h met sneeuwket- tingen. Rijd evenmin op sneeuwvrije wegen,...
Gebruik originele sneeuwkettingen van Vol- nooit rechtop staan. vo of vergelijkbare sneeuwkettingen die zijn Neem contact op met een erkende Volvo- afgestemd op het model en de band- en werkplaats als u niet zeker bent van de profiel- velgafmetingen. Vraag een erkende Volvo- werkplaats om advies.
07 Wielen en banden Bandenspanning Aanbevolen bandenspanning Bandenspanning controleren Brandstofbesparing, ECO- Controleer regelmatig de bandenspanning. bandenspanning Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te N.B. houden wordt geadviseerd de aangegeven bandenspanning bij maximale belading aan te Het is een natuurlijk gegeven dat de ban- houden bij snelheden tot 160 km/h.
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Gevarendriehoek (bepaalde landen) Reservewiel, gereedschap en krik Na gebruik Berg de onderdelen in de omgekeerde volgor- de weer op. Zorg dat de houder met de gevarendriehoek stevig op het kofferdeksel vastzit. Houd u aan de bepalingen die gelden voor het 1.
Pagina 161
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Reservewiel Temporary Spare Doe het volgende als uw auto is uitgerust met een houder voor Het compacte reservewiel (Temporary Spare) boodschappentassen: mag alleen worden gebruikt gedurende de – Verdraai de twee klemmen aan de achter- korte tijd die nodig is om het normale wiel te zijde van de vloermat 90°.
Als de spanning dan te laag is, matiedisplay verschijnt: met een sensor die niet past bij het banden- gaat het waarschuwingslampje op het instru- spanningscontrolesysteem van Volvo. – Controleer de bandenspanning van alle mentenpaneel branden en verschijnt er een vier de wielen.
Controleer altijd alle banden) van de auto. vier de banden om na te gaan welke band er • Volvo raadt het af sensoren van het ene moet worden vervangen. wiel over te zetten op een ander wiel.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen demonteren – Auto’s met stalen velgen hebben verwij- – Er zitten twee kriksteunpunten aan weers- Let erop dat u de gevarendriehoek opzet, derbare wieldoppen. Verwijder de zijden van de auto. wanneer u de band moet verwisselen aan de wieldoppen met een dikke schroeven- Houd de krik tegen de pen van het steun- kant van de weg.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen monteren BELANGRIJK Als er TPMS op de auto zit, dient u de nieu- we banden na montage te kalibreren. Lees “Bandenspanningscontrolesysteem afstel- len” op pagina 161. Bepaalde varianten. – Reinig de contactvlakken op het wiel en de naaf.
Laat het schoonmaken van de motor altijd ter op dat een wasbeurt in een automatische over aan een werkplaats. Als de motor heet Volvo-dealer. Gebruik nooit sterke vlekken- is, bestaat er gevaar voor brand. wasstraat nooit een alternatief vormt voor een middelen.
Pagina 170
Poets de lak eerst op en behandel deze daar- De leren bekleding van Volvo is voorzien van wen met een nabehandelingsmiddel dat ver- na met was in vloeibare of vaste vorm. Volg de een speciale laag die bescherming biedt tegen krijgbaar is bij Volvo-dealers.
-panelen van kunststof wordt een spe- Vraag bij de Volvo-dealer naar het leerverzor- ciaal reinigingsmiddel geadviseerd, dat ver- gingsproduct van Volvo. krijgbaar is bij de Volvo-dealer. Krab of wrijf nooit over een vlek. Gebruik nooit sterke vlek- Reinigingsvoorschriften voor leren kenmiddelen.
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen tacte laklaag over is, volstaat het om na ver- wijdering van het vuil de ontbrekende lak aan De lak vormt een belangrijk onderdeel van de te brengen. roestwering van de auto en moet daarom re- gelmatig worden gecontroleerd.
De roestwering van de auto hoeft normaal ge- sproken pas na ongeveer 12 jaar te worden nabehandeld. Laat de auto daarna om de 3 jaar een nabehandeling ondergaan. Laat u hierin assisteren door een erkende Volvo- werkplaats.
Neem hiervoor contact op met de de motordraagarm aanbrengen. Zorg dat de • Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof Volvo-dealer. spatplaat onder de motor niet beschadigd moet tussen het MIN - en MAX -streepje raakt. Let erop dat u de krik dusdanig aan- staan.
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen Auto met het stuur links of rechts Motorkap openen: Motorruimte 7. Vultuit, motorolie – Trek aan de ontgrendelingshandgreep he- 8. a) Reservoir voor rem- en koppelings- Afhankelijk van het motortype kan de motor- lemaal links onder het dashboard (of hele- vloeistof ruimte er iets anders uitzien.
Sommige speciale toevoegingen verwijde- teitseisen die Volvo stelt en geven oliemaatschappijen. Giet nooit dieselolie van ren het verzamelde vocht uit het brandstof- aanleiding tot verhoogde vormen van slijta- dubieuze kwaliteit in de tank.
Als blijkt dat het oliepeil te laag is, moet u Voor ritten onder ongunstige omstandighe- verse olie bijvullen met dezelfde kwaliteit en den adviseert Volvo u een oliesoort te gebrui- viscositeit als de olie in de motor. ken met een hogere kwaliteit dan de sticker in de motorruimte vermeldt (zie pagina 247).
De olie moet binnen het gemarkeerde gebied op de olie dichter bij het MAX -streepje dan bij het de peilstok staan. Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km MIN -streepje op de peilstok ligt. Zie te controleren. De beste meting wordt verkre- pagina 246–247 voor de aan te houden...
Pagina 183
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Reservoir voor Koelvloeistof BELANGRIJK ruitensproeiervloeistof Het is uitermate belangrijk dat u een koel- vloeistof met roestwerende eigenschappen gebruikt volgens de aanbevelingen van Vol- vo. Een nieuwe auto is voorzien van koel- vloeistof die bestand is tegen temperaturen tot ca.
Pagina 184
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Reservoir voor rem- en Reservoir voor N.B. koppelingsvloeistof stuurbekrachtigingsvloeistof Wanneer u vaak met uw auto in de bergen of in landen met een tropisch klimaat en een hoge relatieve luchtvochtigheidsgraad rijdt, moet u de remvloeistof ieder jaar verversen. WAARSCHUWING Als de remvloeistof onder het MIN -streepje van het reservoir staat, mag u niet verder rij-...
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen voorruit vervangen Wisserbladen koplampen vervangen – Klap de wisserarm naar voren toe. – Trek het wisserblad naar buiten toe los. N.B. – Duw het nieuwe wisserblad vast. Let erop dat het wisserblad aan de bestuur- –...
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu WAARSCHUWING Accu’s kunnen een zeer explosief knalgas produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van de start- kabels, is voldoende om de accu tot ont- ploffing te brengen. Accu’s bevatten tevens zwavelzuur, wat ernstige verwondingen door etsing kan ver- oorzaken.
09 Onderhoud en service Accu Symbolen op de accu Accu vervangen Explosiegevaar. Draag een veiligheidsbril. Zie voor meer informatie het instructieboekje dat bij de auto hoort. Bewaar accu’s buiten het bereik van kinderen. Accu verwijderen – Zet het contact uit en neem de sleutel uit. –...
Pagina 188
09 Onderhoud en service Accu – Haal de onderste console los waarmee de accu vastzit. – Koppel de pluskabel los nadat u een even- tueel kunststof deksel weggeklapt hebt. – Koppel de ontluchtingsslang los. – Til de accu uit de auto. Accu aanbrengen –...
U kunt deze huls afbreken en op te nemen met een erkende Volvo- BELANGRIJK weggooien. werkplaats. Raak het glas van gloeilampen nooit met blote vingers aan.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Dimlicht, halogeen Groot licht Gloeilamp verwijderen Gloeilamp verwijderen Aanbrengen – Schakel alle lichten uit en draai de con- – Schakel alle lichten uit en draai de con- – Breng de nieuwe gloeilamp aan. De lamp tactsleutel naar stand 0.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Stadslichten/parkeerlichten vóór en Richtingaanwijzer, linksvoor achterlichten Active Bi-Xenonkoplampen Gloeilamp verwijderen Halogeen- en Bi-Xenonkoplampen Gloeilamp verwijderen – Schakel alle lichten uit en draai de con- Gloeilamp verwijderen – Schakel alle lichten uit en draai de con- tactsleutel naar stand 0.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Richtingaanwijzer, rechtsvoor – Duw de ontluchtingsslang (4) van de vul- Zijmarkeringslicht buis in positie terug. – Draai het boutje (2) van de vulbuis weer vast en sluit de koelbuis weer op de koudebox (1) aan. –...
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Mistlampen vóór (optie) Kofferbak Kentekenplaatverlichting – Steek een schroevendraaier achter het – Schakel alle lichten uit en draai de con- lamphuis en verdraai deze iets, zodat het tactsleutel naar stand 0. Gloeilamp verwijderen lamphuis loskomt. –...
– Koppel de connector van de gloeilamp maal vanuit de kofferbak te bereiken. nadat de kapotte lamp is vervangen, dient u los. een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken. Op pagina 255 staan alle gloeilampen van de – Duw de borghaken bijeen om de lamphou- auto vermeld.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Instapverlichting Verlichting make-upspiegel Gloeilamp make-upspiegel, verschillende versies De instapverlichting vindt u onder het dash- board aan de bestuurders- en passagierszij- – Steek een schroevendraaier achter het lamphuis en verdraai deze iets, zodat het lampglas loskomt. –...
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in de motorruimte Duw de kunststof borgnokken aan de zijkanten van het kastje in en trek het deksel omhoog 1. ABS ..................... 30 A 12. Regeleenheid motor (ECM) (benzine) injectoren (benzine), luchtmassameter (benzine) ..........15 A 2.
Pagina 198
09 Onderhoud en service Zekeringen 19. Regeleenheid motor (ECM) voeding, motorrelais ....5 A 20. Stadslichten ................. 15 A 21....................-...
Pagina 199
09 Onderhoud en service Zekeringen Zekeringen in passagiersruimte (aan de bestuurderszijde in zijkant dashboard) Een sticker in het deksel van het relais- en zekeringkastje dat aan de zijkant van het dashboard zit, geeft de positie en het amperage van de verschillende zekeringen aan.
Pagina 200
09 Onderhoud en service Zekeringen Zekeringen in passagiersruimte (aan de bestuurderszijde achter de geluidsisolatie) 1. Stoelverwarming, rechterzijde ............. 15 A 11. Elektrische aansluiting voor- en achterin ......15 A 2. Stoelverwarming, linkerzijde ..........15 A 12. - ....................- 3. Claxon ................. 15 A 13.
Pagina 201
09 Onderhoud en service Zekeringen 21. Regeleenheid transmissie (TCM), blokkering achteruitversnelling (M66) ........10 A 22. Groot licht links ..............10 A 23. Groot licht rechts ..............10 A 24. - ....................- 25. - ....................- 26. Reservepositie ................- 27.
09 Onderhoud en service Zekeringen Zekeringen in kofferbak 1. Achteruitrijlichten .................10 A 2. Parkeerlichten/achterlichten, mistachterlicht, kofferbakverlich- ting, kentekenplaatverlichting, leds in remlichten ....20 A 3. Accessoires (AEM) ............... 15 A 4. Reservepositie ................- 5. Elektronica (REM) ..............10 A 6.
Pagina 203
09 Onderhoud en service Zekeringen 25. - ....................- 26. Parkeerhulp ................5 A 27. Hoofdzekering: trekhaak, FOUR-C, parkeerhulp, AWD ..30 A 28. Centrale vergrendeling (PCL) ..........15 A 29. Aanhangerverlichting, links: Achterlicht, richtingaanwijzer ..25 A 30. Aanhangerverlichting, rechts: remlicht, mistachterlicht, richtingaanwijzer ..............
10 Infotainment Audiofuncties HU-450/650/850 Knop aan/uit Volumeregeling, TP/PTY/NEWS Druk op de draaiknop om de Als er verkeersinformatie, nieuws of een uit- radio aan of uit te zetten. zending van het gekozen programmatype bin- nenkomt terwijl u een cassette of cd beluistert, Volumeregeling wordt de geluidsbron onderbroken en hoort u Draai de knop naar rechts...
10 Infotainment Audiofuncties HU-450 – Geluidsbron kiezen delste stand is de weergave van de hoge to- Volumeregeling nen normaal. Druk na het afstellen de knop – Druk op SOURCE, draai eraan totdat u U kunt op twee verschillen- weer in de uitgangspositie terug. ADVANCED MENU bereikt en bevestig de de manieren een geluids-...
10 Infotainment Audiofuncties HU-650/850 BASS – lage tonen BALANCE, balans links/rechts Geluidsbron kiezen Stel de juiste balans in door op de knop te U kunt op twee verschillen- drukken en deze vervolgens naar links of naar de manieren een geluids- rechts te draaien.
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 Scannen, SCAN Toetsenset op stuurwiel Als uw stuurwiel is uitgerust Druk op de toets SCAN om met een toetsenset, kunt u het scannen te starten. op de pijl naar rechts of links Wanneer de radio een zen- drukken om een van de der heeft gevonden, wordt voorkeurzenders te selecte-...
10 Infotainment Radiofuncties HU-450 Zenders instellen – Start het zoeken door de knop AUTO lang (meer dan 2 seconden) in te drukken. – Stel de gewenste frequentie in. – Op het display staat , terwijl een AUTO – Druk kort op de knop PRESET/CD. aantal zenders met een krachtig signaal –...
10 Infotainment Radiofuncties HU-650/850 Zenders opslaan Automatisch zenders opslaan display. De tekst verdwijnt weer, wanneer u teruggaat naar de normale radiostand. Met behulp van de functie AUTO kunt tot tien goed te Terugkeren naar normale radiostand ontvangen AM- of FM- –...
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 Radio Data System, RDS PI SEEK op het display zolang er geen zender Wanneer de functie actief is, staat de tekst is gevonden. op het display. RDS is een systeem dat radiozenders binnen Verkeersinformatie, TP-zender Druk op EXIT om een lopend verkeersbulletin een netwerk met elkaar verbindt.
Pagina 217
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 – Draai aan SOURCE, selecteer – Draai aan SOURCE, selecteer – Draai aan SOURCE, selecteer RADIO NEWS OFF SETTINGS en druk op SOURCE. TP SEARCH ON TP SEARCH OFF (knipperende tekst) en druk op SOURCE. (knipperende tekst) en druk op SOURCE. –...
Pagina 218
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 – Draai aan SOURCE, selecteer Programmatype, PTY Programmatype Displaytekst ADVANCED MENU en druk op SOURCE. Met de functie PTY kunt u kiezen uit verschil- Kinderprogramma’s Children´s progs – Draai aan SOURCE, selecteer lende programmatypes. Gouwe ouwe “Oldies”...
Pagina 219
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 Automatische afstemfunctie Regionale radioprogramma’s, REG Deactiveren – Selecteer de radiostand met de toets FM De functie AF is normaal gesproken actief en De functie REG die normaal gesproken uitge- en druk op SOURCE. zorgt ervoor dat de radio afstemt op de zender schakeld is, maakt het u mogelijk om op een –...
Pagina 220
10 Infotainment Radiofuncties HU-450/650/850 EON – (Enhanced Other Networks), – Draai aan SOURCE, selecteer Druk enkele seconden lang op de toets FM ADVANCED MENU en druk op SOURCE. Local/Distant om eventueel meegestuurde radiotekst op het display te bekijken. – Draai aan SOURCE, selecteer Met de functie EON geactiveerd, worden ra- RESET TO DEFAULT en druk...
10 Infotainment Cassettedeck HU-450 Cassetteopening Scannen, SCAN play staat aangegeven welke kant van de cas- sette wordt afgespeeld. De functie SCAN kunt u ge- bruiken om van iedere track Cassette uitwerpen de eerste tien seconden te Als u op de uitwerptoets beluisteren.
10 Infotainment Cd-speler HU-650 Cd-speler Vooruit-/achteruitspoelen en van track Cd’s wisselen Bij gebruik van zelfgebrande cd’s is het moge- Steek een cd in de opening. Als u al een cd lijk dat het geluid te wensen overlaat of zelfs Houd de pijl-links/pijl-rechts hebt aangebracht, moet u voor weergave van helemaal uitblijft.
10 Infotainment Interne cd-wisselaar HU-850 Interne cd-wisselaar Nummer cd selecteren Willekeurige afspeelvolgorde, RANDOM Selecteer de af te spelen cd met de cijfertoet- Een interne cd-wisselaar met een magazijn sen 1–6. Het nummer van de geselecteerde cd Druk op RND (random) om voor 6 cd’s maakt deel uit van HU-850.
10 Infotainment Externe cd-wisselaar HU-450/650/850 (optie) Cd-wisselaar Willekeurige afspeelvolgorde, 2. Duw het magazijn in de cd-wisselaar terug. RANDOM Sleuf kiezen Druk op RND (geldt voor HU-650 en 850) om de wille- Selecteer de af te spelen cd door aan de knop keurige afspeelvolgorde te PRESET/CD (HU-450) te draaien of druk op activeren.
10 Infotainment Dolby Surround Pro Logic II HU-850 Algemene informatie Dolby Surround Pro Logic II Mode – Druk op EXIT. Volume Ambient Surround Sound Dolby Surround Pro Logic II is gebaseerd op Druk op “ PL II ” om (Surround Level) het voorgaande systeem en levert een duide- Dolby Surround Pro Logic II lijke verbetering van de geluidsweergave op.
10 Infotainment Technische gegevens HU-450 HU-650 HU-850 Vermogen 4 x 25 W 4 x 25 W 1 x 25 W (centrale luidspreker) Impedantie 4 Ohm Voedingsspanning 12 V, negatieve massa Externe versterker – 4 x 50 W of 4 x 75 W (optie) 4 x 50 W of 4 x 75 W Radio Frequentiebereik...
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Algemene voorschriften Onderdelen van het telefoonsysteem 5. Simkaart U brengt de simkaart aan onder de toetsenset • Verkeersveiligheid staat voorop. Als u als op de middenconsole. bestuurder gebruik wilt maken van de 1. Toetsenset op middenconsole handset in de armleuning, moet u de auto Met de toetsenset op de middenconsole kunt Schakel de telefoon uit als u geen simkaart...
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Simkaart Telefoon in- en uitschakelen Actieve stand Om gebruik te kunnen maken van de functies die de telefoon u biedt, moet de telefoon in de actieve stand staan (dit geldt niet voor binnen- komende gesprekken). Zet de telefoon in de actieve stand door te drukken op op het bedieningspaneel of op de toetsenset op het...
10 Infotainment Bel-opties Display Handset Het geluid van het audiosysteem kan automa- tisch worden uitgeschakeld tijdens een tele- foongesprek. Zie ook menu-optie 5.6.5 op pagina 238 voor het volume van het audiosys- teem. Gesprekken beëindigen Om een gesprek te beëindigen drukt u op op de toetsenset van het stuurwiel of op de middenconsole of u legt de handset op.
Pagina 231
10 Infotainment Bel-opties Verkort kiezen Functies tijdens het bellen Wanneer u tijdens een lopend gesprek een tweede gesprek geparkeerd hebt, kunt u de Tijdens een lopend gesprek kunt u de onder- Telefoonnummers onder een voorkeur- onderstaande functies activeren: staande functies activeren: toets opslaan –...
10 Infotainment Bel-opties – Blader met de pijltoetsen en druk op Tijdens het bellen een tweede gesprek Als u deze toetsen wilt gebruiken om radio-in- om een keuze te maken. aannemen stellingen te verrichten, moet u de telefoon eerst deactiveren (zie pagina 228). Rugge- Als u tijdens het bellen een geluidssignaal on- Ruggespraak/...
10 Infotainment Geheugenfuncties Geheugenfuncties Namen (of berichten) invoeren Druk op de toets met het teken van uw keuze: spatie 1 - ? ! , . : ' ( ) Telefoonnummers en namen kunt u in het ge- druk eenmaal op de toets om het eerste teken heugen van de telefoon zelf opslaan of in het van de toets in te voeren, tweemaal om het a b c 2 ä...
10 Infotainment Geheugenfuncties Nummers uit het geheugen bellen – Druk op op de middenconsole of gebruik de toetsenset op het stuurwiel. Kies uit de volgende mogelijkheden: – Druk op op de middenconsole of gebruik de toetsenset op het stuurwiel om met de pijltoetsen naar de gewenste naam te bladeren.
10 Infotainment Menu’s Menusysteem Verkeersveiligheid Hoofdmenu’s/Submenu’s Om veiligheidsredenen is het menusysteem Aan de hand van de menu’s kunt u bestaande 1. Oproepregister niet toegankelijk bij snelheden hoger dan instellingen controleren of wijzigen en nieuwe 1.1. Gem. oproep 8 km/h. U kunt de begonnen activiteit in het functies programmeren.
Pagina 237
10 Infotainment Menu’s Menu-opties, beschrijving 1.5. Duur oproep boodschappen wilt doorschakelen. U kunt te- vens aangeven hoe uw boodschap de ge- In dit menu hebt u de mogelijkheid om de duur 1. Oproepregister adresseerde moet bereiken en hoelang de van al uw oproepen of alleen de laatste te 1.1.
Pagina 238
10 Infotainment Menu’s 3.2.4. Verplaatsen: Gegevens 4. Bel-opties 4.6.1. Alle oproepen (de instelling overhevelen tussen het 4.1. Nummer mee geldt alleen tijdens het geheugen van de telefoon lopende gesprek). Aangeven of uw eigen nummer wel of niet op het display van de ontvanger moet verschij- en dat van de simkaart.
Pagina 239
10 Infotainment Menu’s 5.3.7. Nederlands 5.6. Geluiden 5.3.8. Français FR 5.6.1. Belvolume: In dit menu 5.3.9. Français CAN kunt u het volume van het 5.3.10. Italiano belsignaal bij een binnen- 5.3.11. Español komend gesprek instellen. 5.3.12. Português P 5.6.2. Belsignaal: U hebt de 5.3.13.
10 Infotainment Overige informatie Radio/Telefoon Dubbele simkaart Specificaties Vermogen Simkaart Klein Geheugenposities (Short Message Service) Data/Fax Dualband Ja (900/1800) 255 geheugenposities in het geheugen van de telefoon. Het aantal geheugenposities op de simkaart verschilt afhankelijk van het abonnement. IMEI-nummer Om de telefoon te blokkeren moet u het IMEI- nummer van de telefoon aan uw provider Veel providers bieden een dubbele simkaart Met de onderste vier toetsen van de toetsen-...
Pagina 241
Typeaanduidingen ..................242 Maten en gewichten ................243 Motorspecificaties ..................244 Motorolie ....................246 Vloeistoffen en smeermiddelen ..............249 Brandstof ....................250 Katalysator .....................253 Elektrisch systeem ................254...
11 Specificaties Typeaanduidingen Wanneer u contact opneemt met de Volvo- dealer of vervangende onderdelen of acces- soires wilt bestellen, kan het handig zijn als u de typeaanduiding, het chassisnummer en het motornummer bij de hand hebt. 1. Typeaanduiding, chassisnummer, maxi-...
11 Specificaties Maten en gewichten Afmetingen (cm) Lengte 460 (R: 461) Breedte Hoogte Wielbasis Spoorbreedte vooras Spoorbreedte achteras Gewichten Bij het rijklaar gewicht zijn het gewicht van de Alleen China bestuurder, dat van de brandstoftank die voor 1. Max. totaalgewicht 90 % gevuld is en dat van de resterende oliën/ 1.
Ze bieden de motor heid, het brandstofverbruik en de milieu- extra bescherming. impact is anders niet uitgesloten. Volvo adviseert olieproducten van Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motoroliesoort die niet voldoet aan de voorgeschreven kwaliteits- en viscositeitseisen.
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 242 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A1/B1 Viscositeit: SAE 5W-30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken. Motortype Bij te vullen hoeveelheid tussen MIN–MAX (liter) Hoeveelheid (liter) B5244SG Fuel...
Pagina 249
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 242 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W-30 Motortype Bij te vullen hoeveelheid tussen MIN–MAX (liter) Hoeveelheid (liter) 2.0T B5204T5 B5244S B5244S2 2.4T...
Bij vorst wordt u geadviseerd een door Volvo aanbe- vloeistof volen antivries aangelengd met water te gebruiken. met hogedruksproeiers Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens. BELANGRIJK Om schade aan de versnellingsbak te voor- N.B.
11 Specificaties Brandstof Verbruik, uitstoot en tankinhoud Uitstoot van kooldi- Verbruik Tankinhoud oxide Motor Versnellingsbak liter/100 km liter ) in g/km B5244S2 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56) Automatische versnellingsbak (AW55-51) Bi-Fuel B5244SG Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56) Automatische versnellingsbak (AW55-50) B5244S Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56) Automatische versnellingsbak (AW55-51) 2.0T B5204T5...
Pagina 252
11 Specificaties Brandstof Uitstoot van kooldi- Motor Versnellingsbak Verbruik Tankinhoud oxide liter/100 km liter ) in g/km D5244T4 Automatische versnellingsbak (TF-80SC) Handgeschakelde zesversnellingsbak (M66) 2.4D D5244T5 Automatische versnellingsbak (TF-80SC) Handgeschakelde zesversnellingsbak (M66) Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56) D5244T7 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56)
Pagina 253
Dit om optimale prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik te verkrijgen. Benzine – norm NEN-EN 228 BELANGRIJK Tank alleen loodvrije benzine om schade aan te katalysator te voorkomen. Giet nooit alcohol bij de benzine, omdat het brand- stofsysteem daardoor schade kan oplopen en de Volvo-garantie vervalt.
11 Specificaties Katalysator Algemene informatie De katalysator heeft tot taak de uitlaatgassen te reinigen. De katalysator is dicht bij de motor in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op temperatuur te komen. De katalysator bestaat uit een monoliet (keramiek of metaal) met ka- nalen.
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie 12V-systeem met wisselstroomdynamo en spanningsregelaar. Enkelpolig systeem waar- bij het chassis en het motorblok als geleiders worden gebruikt. Accu Spanning 12 V 12 V 12 V Koudestartcapaciteit (SAE) 590 A 600 A 700 A Reservecapaciteit (RC) 100 min.
Pagina 262
Alfabetisch register Motorkap ...........178 sensoren voor parkeerhulp ....129 gladde wegen ........110 Parkeerlichten ..........49 in waterpartijen ........111 Motorolie ...........180 filter ............180 Parkeerrem ..........56 koelsysteem ......... 112 met een aanhanger ......133 hoeveelheden ........247 PI zoeken ..........215 met een geopend kofferdeksel ....
Pagina 263
Alfabetisch register Serviceprogramma ........176 algemene informatie ......78 Totaalgewicht ........... 243 op een helling parkeren ......78 Simkaart ............228 TPMS, Tyre Pressure Monitoring System . 161 Simkaart, dubbele ........239 tijd instellen ........... 79 Tractieregeling .......... 125 Startblokkering ........96, 116 SIPS-airbags ..........21 Traction Control ........
Pagina 264
Alfabetisch register Vergrendelen ..........99 make-upspiegel ........194 WHIPS-systeem mistlampen vóór ........192 ontgrendelen ..........99 en kinderzitjes ........24 van de binnenzijde .......100 parkeerlichten vóór ......190 Wielen positie van gloeilampen in van de buitenzijde ........99 demonteren ......... 163 lamphouder ......... 193 Verkort kiezen ...........230 monteren ..........