03 Bestuurdersmilieu
Wissers en sproeiers
Deactiveren
Deactiveer de regensensor met een druk op de
knop
of haal de hendel omlaag naar een
ander wisprogramma.
De regensensor wordt automatisch gedeacti-
veerd, wanneer u de transpondersleutel uit het
03
contactslot neemt of vijf minuten nadat u de
motor hebt afgezet.
BELANGRIJK
De ruitenwissers op de voorruit kunnen in
een automatische wasstraat spontaan
inschakelen en daarbij beschadigd raken.
Schakel de regensensor uit terwijl de motor
loopt of als de transpondersleutel in stand
I of II staat. Het symbool op het instrumen-
tenpaneel en dat in de knop doven.
*
98
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Koplamp- en ruitensproeiers
Sproeierfunctie.
Ruitensproeiers voorruit
U activeert de sproeiers van de voorruit en de
koplampen door de hendel naar het stuurwiel
toe te trekken.
Nadat u de hendel hebt losgelaten maken de
ruitenwissers op de voorruit nog enkele slagen
en worden de koplampen gesproeid.
Verwarmde sproeikoppen*
De sproeikoppen worden bij vorst automatisch
verwarmd om te voorkomen dat de sproeier-
vloeistof bevriest.
Hogedruksproeiers koplampen*
De hogedruksproeiers van de koplampen ver-
bruiken een grote hoeveelheid sproeiervloei-
stof. Om vloeistof te besparen, worden de
koplampen alleen iedere vijfde keer dat u de
voorruitsproeiers activeert gesproeid.
Gereduceerde sproeifunctie
Wanneer er nog ca. 1 liter ruitensproeiervloei-
stof in het reservoir zit en op het display van het
instrumentenpaneel de melding verschijnt dat
u sproeiervloeistof moet bijvullen, worden de
koplampen en de achterruit niet langer
schoongesproeid. Dit omdat de sproeifunctie
van de voorruit en een goed zicht door de voor-
ruit de voorrang hebben.