12. Logische operatoren
Deze paragraaf is bedoeld voor gebruikers met basiskennis van
logische operatoren.
Status hoog = 1
Status laag = 0.
12.1 AND operator
De "AND" functie wordt gebruikt wanneer beide bronnen actief
moeten zijn (status hoog = 1) voordat het uitgangsignaal van sta-
tus verandert (van 0 naar 1). Als slechts één van de bronsignalen
naar laag verandert (van 1 naar 0), verandert het uitgangsignaal
ook naar laag (van 1 naar 0).
Zie afb. 136.
1ste bron
2de bron
0
1
1
0
1
1
0
0
1ste bron
2de bron
1ste bron
2de bron
Uitgangsignaal
Afb. 136 Logische AND functie
82
Uitgangsignaal
0
0
1
0
Uitgangsignaal
&
12.2 OR operator
De "OR" functie wordt gebruikt wanneer slechts één van beide
bronnen actief moet zijn (status hoog = 1) voordat het uitgangsig-
naal van status verandert (van 0 naar 1). Als beide bronnen geac-
tiveerd zijn blijft het uitgangsignaal onveranderd (1).
Zie afb. 137.
1ste bron
2de bron
0
1
1
0
1
1
0
0
1ste bron
2de bron
1ste bron
2de bron
Uitgangsignaal
Afb. 137 Logische OR functie
Uitgangsignaal
1
1
1
0
x ≤ 1
Uitgangsignaal