9.2.9 Aandrijvingen met variabele frequentie (VFD)
Dit display wordt gebruikt voor het instellen van aandrijvingen
met variabele frequentie, hierna genoemd VFD. VFD moet wor-
den geselecteerd voor elke pomp in het Geïnstalleerde modules
submenu voordat de VFD-parameters kunnen worden ingesteld.
De te gebruiken besturingsmodus moet worden geselecteerd.
Elk van de volgende besturingsmodii wordt beschreven in de vol-
gende paragrafen:
•
Vaste frequentie
•
Lineaire regeling
•
Minimale regeling
•
PID regeling.
Alle besturingsmodii ondersteunen spoelinstellingen.
Spoelinstellingen moeten worden geselecteerd en handmatig
worden ingeschakeld.
•
Omgekeerde start
•
Start spoelen
•
Spoelen
•
Stop spoelen.
Zie paragraaf
Spoelinstellingen
matie over spoelinstellingen.
De in te stellen VFD moet worden geselecteerd. Alleen pompen
die bestuurd worden door een VFD worden getoond in dit display.
Het Geïnstalleerde modules submenu kan worden benaderd
vanuit dit display.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie >
Afb. 57
VFD instellen
op pagina
48
voor verdere infor-
Vaste frequentie
"Vaste frequentie" wordt gebruikt wanneer een constante fre-
quentie lager dan 50 Hz is vereist. De gewenste frequentie moet
worden ingevoerd in de regel "Vaste frequentie".
De parameters kunnen worden gewijzigd via:
•
PC Tool WW Controls
•
SCADA-systeem
•
CU 362 bedieningsdisplay.
Voor het maken van spoelinstellingen, zie paragraaf Spoelinstel-
lingen op pagina 48.
Als de functie "Max. toerental als ander loopt" is ingeschakeld,
dan stijgt het toerental van de pomp tot "Max. frequentie" is
bereikt wanneer een andere pomp draait.
VFD interface:
Selecteer hoe de VFD bestuurd moet worden:
•
CUE (GENIbus).
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
Dedicated Controls.
•
Analoge uitgang (0-10 V).
Zie paragraaf
9.4.3 Analoge
"Min. frequentie" is standaard ingesteld op 30 Hz.
"Max. frequentie" is standaard ingesteld op 50 Hz.
Deze parameters zijn de grenswaarden voor de vaste frequentie.
Dit betekent dat de frequentie niet hoger kan worden ingesteld
dan 50 Hz, of niet lager dan 30 Hz.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 >
Afb. 58
Vaste frequentie
uitgangen.
43