Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 > Specifieke-
energie test >
Afb. 66
Specifieke-energie test
Specifieke-energie diagram
Deze functie kan alleen worden gebruikt als een
elektriciteitsmeter en een debietmeter in het
N.B.
systeem zijn geïnstalleerd. Debietberekening kan
worden gebruikt in plaats van een debietmeter.
Specifieke energie is een maat voor het pomprendement: de
gebruikte energie [kWh] per verpompt volume [m
Dit display wordt gebruikt om de "Specifieke-energie test" weer te
geven.
De frequentie die hoort bij het laagste specifieke-energieverbruik
wordt weergegeven als de test voltooid is. Deze frequentie kan
worden gebruikt als referentie in de "Autom. energieoptimalisatie"
functie, of worden ingesteld als vaste frequentie.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 > Specifieke-
energie test > Specifieke-energie diagram >
Afb. 67
Specifieke-energie diagram
PID regeling
De parameters kunnen worden gewijzigd via:
•
PC Tool WW Controls
•
SCADA-systeem
•
CU 362 bedieningsdisplay.
Voor het maken van spoelinstellingen, zie
paragraaf
VFD interface:
Selecteer hoe de VFD bestuurd moet worden:
•
CUE (GENIbus).
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
Dedicated Controls.
•
Analoge uitgang (0-10 V).
Zie paragraaf
"Min. frequentie" is standaard ingesteld op 30 Hz.
"Max. frequentie" is standaard ingesteld op 50 Hz.
Deze parameters zijn de grenswaarden voor de vaste frequentie.
Dit betekent dat de frequentie niet hoger kan worden ingesteld
dan 50 Hz, of niet lager dan 30 Hz.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 >
3
].
Afb. 68
Spoelinstellingen
op pagina 48.
9.4.3 Analoge
uitgangen.
PID regeling
47