9.4.2 Digitale ingangen
De in te stellen digitale ingang wordt geselecteerd in dit display.
Standaard zijn er 12 digitale ingangen. Het display toont elke
ingang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden geïdentifi-
ceerd.
Voorbeeld
De digitale ingang DI2 op de IO 351B (op klem 12) is gekoppeld
aan de functie "Terugm.motorsch., pomp 1", en het geleidertype
is normaal open.
DI1 (CU 361) [10] en DI2 (IO351B-41) [12].
Ingang
Regelaar/module
DI1
CU 362
DI2
IO 351B
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Digitale ingangen >
Afb. 109 Digitale ingangen
Digitale ingangen en functies
De signaalinganglogica en de digitale ingangsfunctie worden
ingesteld in dit display. Vier van deze functies kunnen worden
hernoemd. De standaard namen zijn "Extra fault 1" t/m 4.
De standaard naam kan door de gebruiker worden gewijzigd.
De nieuwe naam wordt weergegeven in de alarmlog wanneer een
alarm actief wordt.
Zie par.
9.5.1
Systeemalarmmeldingen.
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Digitale ingangen >
Digitale ingangen en functies >
Afb. 110 Digitale ingangen en functies
64
9.4.3 Analoge uitgangen
De in te stellen analoge uitgang wordt geselecteerd in dit display.
Standaard zijn er drie analoge uitgangen. Het display toont elke
uitgang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden geïdentifi-
ceerd.
Voorbeeld
De analoge uitgang AO1 op de IO 351B (op klem 18) is gekop-
peld aan de functie "VFD frequentie, pomp 1".
AO1 (IO351B-41) [18].
Ingang
Klem
AO1
10
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Analoge uitgangen >
12
Afb. 111 Analoge uitgangen
Module
Klem
IO 351B
18