9.4.4 Digitale uitgangen
De in te stellen digitale uitgang wordt geselecteerd in dit display.
Standaard zijn er negen digitale uitgangen. Het display toont elke
digitale uitgang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden
geïdentificeerd.
Voorbeeld
De digitale uitgang DO1 op de CU 362 (op klem 71) is gekoppeld
aan "Hoog-niveau alarm".
DO1 (CU 361) [71] en DO1 (IO351B-41) [77].
Uitgang
Regelaar/module
DO1
CU 362
DO1
IO 351B
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Digitale uitgangen >
Afb. 112 Digitale uitgangen
Digitale uitgangen, uitgangswaarde
De uitgangswaarde voor de geselecteerde digitale uitgang wordt
ingesteld in dit display.
Voorbeeld
De digitale uitgang DO1 op de CU 362 (op klem 71) is gekoppeld
aan "Hoog-niveau alarm".
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Digitale uitgangen >
Functie van digitale uitgangen >
Afb. 113 Functie van digitale uitgangen
9.4.5 Telleringangen
De in te stellen telleringang wordt geselecteerd in dit display.
Een telleringang kan worden aangesloten op een debietmeter,
energiemeter of gelijksoortig apparaat.
Standaard zijn er vijf telleringangen. Elke teller kan worden inge-
steld via een submenu. De door de gebruiker gedefinieerde tel-
lers kunnen worden hernoemd.
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Telleringangen >
Klem
71
77
Afb. 114 Telleringangen
Telleringangen, configuratie
De geselecteerde telleringang wordt ingesteld in dit display.
1. Identificeer de digitale ingang die is aangesloten op de teller-
ingang in het systeem.
2. Selecteer de digitale ingang waaraan de volumemeter is
gekoppeld, selecteer eenheid en schaal.
3. Herhoem de door de gebruiker gedefinieerde teller.
N.B.
Pad: Instellingen > I/O instellingen > Telleringangen > Debiet-
meter >
Afb. 115 Gebruikergedefinieerde teller
Alle telleringange worden getoond in het statusdisplay en zijn toe-
gankelijk via het elektrische overzicht.
De pulsingang van de IO 351B heeft een maxi-
male frequentie van 12 Hz.
65