9.5.1 Systeemalarmmeldingen
Dit display toont de parameters die worden gedefinieerd als
systeemalarmmeldingen.
Selecteer de te bewaken parameter, en stel deze in als gewenst.
Systeemalarmmeldingen kunnen worden veroorzaakt door twee
soorten storingen:
•
Analoge storing. Zie paragraaf
storingen. Een analoge storing zal een alarm veroorzaken
wanneer diens waarde buiten een ingestelde grenswaarde
ligt.
•
Digitale storing. Zie paragraaf
storingen. Een digitale storing zal een alarm veroorzaken als
een storing optreedt (aan/uit).
Pad: Instellingen > Alarm instellingen > Systeem alarmen >
Afb. 121 Systeem alarmen
Omschrijving van systeemalarmmeldingen
Alarm
Overstort
Hoog niveau
Alarm niveau
Drooglopen
Vlotterschakelaar
Niveausensor
Tegenstrijdige niveaus
Debietmeter
68
9.5.5 Configuratie van analoge
9.5.6 Configuratie van digitale
Beschrijving
Het alarm wordt weergegeven als een analoge niveausensor of een vlotterschakelaar een over-
stroming registreert.
Een hoog niveau kan worden ingesteld om een alarmrelais te activeren. Wanneer het hoge
niveau wordt bereikt, dan probeert het systeem beide pompen in te schakelen. Hoog niveau moet
altijd het hoogste niveau in het systeem zijn.
Een alarmniveau kan willekeurig worden gekozen. Schakelt vergrendeling in.
Het droogloopniveau kan willekeurig worden ingesteld als het laagste niveau in het systeem.
Wanneer het droogloopniveau wordt bereikt worden beide pompen uitgeschakeld. Het schuimaf-
voerniveau zal het droogloopalarm negeren, en het systeem zal wegpompen tot aan het
schuimafvoerniveau.
De waarschuwing wordt weergegeven in het geval van een verschil tussen de ingangsignalen
van de diverse vlotterschakelaars, bijv. als de vlotterschakelaar "Start" is ingeschakeld en de vlot-
terschakelaar "Stop" is uitgeschakeld in een afvalwaterput.
Het alarm wordt weergegeven als de invoer van de niveausensor zich buiten het meetbereik
bevindt.
Het alarm wordt weergegeven als het signaal van de analoge niveausensor niet overeenkomt
met de vlotterschakelaars. Deze situatie kan optreden als de niveausensor beschadigd of ver-
stopt is. Als de droogloopvlotterschakelaar drooglopen aangeeft zonder dat de niveausensor
drooglopen heeft aangegeven, of als de hoogniveauvlotterschakelaar is ingeschakeld zonder dat
ook de niveausensor hoog niveau aangeeft, is het systeem van mening dat de niveausensor
defect is en negeert deze.
Als deze situatie optreedt is het mogelijk om door te gaan met alleen een hoogniveauvlotterscha-
kelaar en een droogloopvlotterschakelaar. Wanneer de hoogniveauvlotterschakelaar is ingescha-
keld zullen de pompen die mogen inschakelen ook daadwerkelijk beginnen met pompen gedu-
rende een vooraf ingestelde periode of tot de droogloopvlotterschakelaar drooglopen aangeeft.
NB: Als de analoge sensor beschadigd is zullen "Drooglopen" en "Hoog niveau" in het display
verschijnen, zelfs wanneer deze alarmmeldingen niet zijn ingesteld op "Ingeschakeld".
NB: Als de analoge sensor beschadigd is zal "Tegenstrijdige niveaus" in het display verschijnen,
zelfs wanneer de alarmmeldingen "Hoog niveau" en "Drooglopen" niet zijn ingesteld op "Inge-
schakeld".
De waarschuwing wordt weergegeven als de invoer van de debietmeter zich buiten het meetbe-
reik bevindt.